uminer t
'onderdag
ept ember
aai gang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
IE VIM m IE ZWAAliü.
"Tróo nrIdëT"
ANÏOON TIELEN,
BEKENDMAKING
FEUILLETON.
«reresraes;
U ITO BV E li
WAALWIJK.
Hij die zich tegen het
vólgend kwartaal 1 Oct. op
dit blad abonneert, ontvangt de
tot dien datum verschijnende
nummers GRATIS.
~:v.i»sW53SS3?5Bi
*33®?
WaalwHksclie en
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden fü."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtkntikn 17 regels f 0.60 daarboven 3 cent per regel, grootc
letters naar plaatsruimte. Adverteutiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Loting Nationale Militie.
Burgemeester cn Wethouders der Gemeente
Wualwijk brengen voor de eerste maal ter kei nis
van de belanghebbenden, dat de loting der in dit
jaar voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangen aanschrijving van
den Heer Commissaris der Konigin in deie Pro
vincie dd. 7 September 1905 No. 97, 2e afdeeling
zal plaats hebben op Donderdag, den 26 October
n. s. des voormiddags 91/® uur ten llaadhuize te
Waalwijk.
Zij, die daaraan moeten deelnemen, worden
uitgenoodigd om op den bepaalden tijd uldaar
tot voorschreven eindo aanwezig te rijn of, bij
verhindering, zich aldaar door hunnen vador,
moeder of voogd te doen vertegenwoordigen. De
opgekomen ingeschrevenen, of zij die voor hen
tiju op gekomen, zullen dadelijk na het trekken
van een nummer de redenen van vrijstelling
moeten opgeven die zij raeenen te hebben.
Waalwijk 17 September 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
K. de VAK DER SCHÜEREN
De Secretaris
F. W. van LIE MPT.
I.
Zooals wij repels in ons vorig nummer
vermeldden, vernameu we met groote vreugde
het besluit van het C. B. der R. K. Werk»
liedenvereenigingen in 't Bisdom v.n 's Her
togenbosch, om stappen te doen tot oprichting
ran een Diocesaan Arbeiderssecretariaat.
Met nog grooter genoegen namen we kennis
van de toezegging vau Pastoor Prinssen
van eene jaarlijksche gilt van f 100, want
ook voor ecue dergelijke instelling is geld
een //ziel".
Wij vroegen na die mededeeling„Wie
volgt in ons enthousiasme er niet direct
aan denkende, dat hier het //onbekend
maakt onbemind' voor velen nog wel de
rem kon zijn, die verdere giften tegenhield.
Velen tocli hebben wel eens hooren gewagen
van zoo'n aibeiderssecretariaat, maar het
ware, .het wezen van de zaak kenueu ze
feitelijk toch niet. Welnu, wij zullen in
eeuige artikelen trachten uiteen te zetten,
Heldenroman van HENRYK 8IENKIEWICZ
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door H
DERDEBOE K.
HOOFDSTUK XIV.
(89)
Zoo waar als gij ons in levenden lijve
vóór u ziet.
Eu gij beiden hebt dat kunnen klaar
spelen
Ja, wij beiden, bevestigde Zagloba zon
der blikken of blozen.
Waarachtig, dat is goed nieuws riep
de Lithuauier uit. Dus, gij zegt, met uw bei
den. Hoe moet ik dat verstaan
Ik heb er hem toegebracht, ons uit te
dagen, begrijpt gij? Michel heeft het eerst
met hem geduelleerdhij heeft hem klein
gemaakt als een gebraden kapoen-
En Jan zocht Bobun onder de muren
van Zamosc
Hoe kon hij hem daar zoeken
Ik moet alles vertellen ab ovo, hernam
Longiuus. Te Zamosc behoefden wij niet lang
op de komst der Kozakken te wachten
Er kwamen er ontzettende massa's. Maar onze
hertog had de stad in uitstekenden staat van
verweer gebrachtwij hadden het wel tien
jaar kunnen uithouden. Reeds begonnen wij te
wanhopen, dat zij tot den aanval zouden over
gaan, vooral ik daar de Tartaren zich bij
hen bevonden, zou God mij misschien in de
gelegenheid gesteld hebben, de drie hoofden
af te slaan
't Ware beter, dat gij er zelf één had,
maar een goed, viel Zagloba hem in de rede.
O, gij zijt heelemaal dezelfde gebleven
zeide de Lithuauier. Laat mij nu uitspreken
wat men door een arbeidt rssecretariaat heeft
te verstaan en hoe zijne werki: g is.
Wat ia dan een arbeiderssecretariaat?
Een arbeiderssecretariaat is eene sociale
instelling, welke gevormd wordt uit, door
en voor een aantal werkliedenorganisatie's
iii meer of minder uitgebreideu kring. Zoo
zijn er algemeene arbtiderssecretariaten, als
b.v. //Het algemeene sekretariaat der christene
beroeps-vereenigingen in België. Dit omvat
alle vakvereenigingen en is dus een centraal
lichaam van het geheele land, gelijk ons
bureau voor de K. S. A. Dan heeft men
vak-secretariaten, gelijk b v. het //Ned. R
K. secretariaat van spoor- en tramwegper
soneel'. Uit bemoeit zich natuurlijk alleen
met zijn eigen vakorganisatie. En ten slotte
om niet al te uitgebreid te worden ->•
een diocesaan arbeiderssecretariaat, nis waar
van nu in on* Bisdom sprake is. Een der
gelijk secretariaat heelt zijne grenzen ge-
trokkeu gelijk aan die van het betrokken
diocees. Het is ook niet een speciaal vak-
si crelariaat, want het zal immers in 't leven
worden geroepen door het C. B. der R. K.
Werklieden vereenigingen in ons Bisdom,
waaronder zich natuurlijk werkliedenver-
eenigingeu van allerlei vakken geschaard
hebben. Om ons nu verder te bepalen tot
een diocesaan arbeiderssecretariaat, dit wordt
hoogstwaarschijnlijk gevestigd in het middel
punt van het diocees, de bisschopsstad.
Daar zetelt dan ook de algemeene secretaris
d. i. de man, die de leiding van het geheel
heeft. Tot zoover de algemeene inrichting.
Wij mogen noch kunnen hier verder intreden,
daar dit zou zijn een vooruitloopen op eene
organisatie, die nog heel in de windsels
ligt en die bevoegde personen te hunner
lijd wel zullen ontwikkelen.
Doch nu de werking. Hier mogen wij
vrijer over spreken, daar er reeds verschil
lende arbeiderssecretariateu bestaan. In 't
algi meen kunnen we het werkprogramma voor
zoo'u instelling aldus samenstellen
le. de propaganda voor de organisatie,
zoowel algemeene als vakorganisatie, naar
eene vaste basis te regelen en te besten
digen
2e. de nieuw opgerichte vereenigingen
te leiden en te helpen, ten einde ze te
bewaren voor jeugdige uitspattingen, welke
haar voortbestaan in gevaar konden brengen
3e. de reeds bestaande en komende
vakvereenigingen in de diocesane werklieden-
Wij dachten dus, dat zij de stad niet durfden
aanvallen, toen zij op een goeden morgen
hunne werktuigen opstellen en de bestormiug
beginnen Ach, broeders, wat er toen ge
beurde ik zou het niet kunnen beschrij
ven Gods mooie wereld was onzichtbaar
achter een sluier van rook en vlammen. Eerst
togen zij dapper ten aanvalzij heschen zich
op tegen de muien, maar wij sloegen hen zoo
ongenadig terug, dat zij het hazenpad kozen
en de werktuigen in onze handen heten. Aan
stonds doen wij een uitval met vier banieren
in het geheel. Wat wij er toen gedood hebben,
broeders
Hoe spijt het mij, dat ik niet bij het feest
tegenwoordig was.' riep Wolodowski.
Eu ik dan! zeide Zagloba met een prach
tig zelfbewustzijn. Ik zou u een aardig handje
geholpen hebben.
Maar de helden onder de helden, ging
Longiuus verder, dat waren onze vriend Jan
en Jacques Rogowski. Dat zijn de twee
kranigste soldaten der Republiek. Jammer
genoeg leefden ze in voortdurende tweedracht
meermalen zouden zij handgemeen zijn ge
worden, wanneer de commandant der stad,
Weijher, de tweegevechten niet verboden had.
Rogowski legde het meeste verbittering aan
den dag. Eerst konden wij geen reden vinden
voor zijn haat, maar luter vernamen wij, dat
hij een bloedverwant was van dien Laez, dien
de hertog uit het kamp heefl moeten verwij
deren. Vandaar die gebeteuheid van Rogowski
op zijne Hoogheid, op ons allen en vooral op
Jan. Zoodra Chmiel inzag, dat de bestormin
gen slechts het verlies zijner soldaten ten ge
volge hadden, begon hij een regelmatig beleg,
zonder zijne gewone krijgslisten en bedriege-
lijke streken te verzaken.
Hij rekent meer op verraad en trouwe
loosheid, zeide Zagloba, dan op de kracht
zijner wapens.
En wat is bij onwetend en ongemanierd 1
vervolgde Longiuus. Hij hield commandant
Weijher voer een DuiLcher, en uoodigde hem
in een brief uit, de stad te verkoopen, daar
hij toch maar een huurling was. Maar Weij
her heeft hem een mooie les gegeven. Hij ant
woordde hem en om aan zijn brief meer ge
wicht bij te zetten, wilde hij hem niet laten
vereeniging inniger met elkander te ver
binden, opdat ze gezamenlijk voor haar vak
kunnen werken
4e. zich op de boogie houden van alles,
wat in 'i diocees, in 't geheele land en
ook in 't buitenland op beroepsgebied ge
schiedt kosteloos aan alleu die hel vragen
de noodige inlichtingen en raadgevingen
te verschaffenalsmede bladen en vlug
schriften van propaganda ter algemeene
verspreiding aan te schaffen
5e. inededeelingen te zendon aan de
bladen, opdat deze juiste en bepaalde in
lichtingen ontvangen, waardoor de propa
ganda zeer bevorderd zal worden;
6e. alle jaren twee keer, telkens eene
week, eene z.g. sociale week in te richten,
waar uitgekozen werklieden zullen ouder
wezen worden over de grondbegrippen van
godsdienst verdediging en de verschillende
vraagstukken van ingewikkelde sociale kwestie
en debatavonden zullen gehouden worden
7. op do jaarlijksche algemeene verga
dering va i do aaDgesloleu vereenigingen
een verslag uit te brengen over de werk
zaamheden en den toestand der werklieden
organisatie's in 't diocees.
Ziedaar, in 't kort eenige hoofdpunten
van het werkprogramma.
De lezer begrijpt, dat zoo iets niet in
eens bereikt wordt.
Hiermede gaat eeaigen tijd heen, hoewel
wij in dit verband willen wijzen op het
reeds bovengenoemde, algemeen secretariaat
der christene bcroepsvereenigingen in België,
dat in 5 ina&ndtn tijd 12 nieuwe vakver
eenigingen stichtte zeven andere vakver-
eenigiugen zoo ver voorbereidde, dat ze geor
ganiseerd kouden heeten ook werd eene
nieuwe federatie tot stand gebracht, n.l. die
der christene bouwwerkersvereeuigingen
terwijl 17 vereenigingen zich in dien tijd
bij de respectieve federatie's aansloten.
Voorts verzond dit algemeen secretariaat
15478 circulaires, 310 verslageu, werden
138 vragen om inlichtingen beantwoord er.
560 briefwisselingen gebonden. Ten slotte
vervulde de algemeene secretaris, de Eerw.
Pater Rutten, spreekbeurten op 9 plaatsen
en de toegevoegde alg. secretaris op 10,
terwijl door andere op aanwijziging van het
Algem. Secretnriaat, voordiachten werden
gegeven op 5 plaatsen, in 't geheel 24
spreekbeurten.
Tevens werd er in dien tijd door 't toe
doen van 't secretariaat een nieuw vakblad
opgericht, nl. „De Christene Bouwwerker.'
U ziet dus dat er met energie en stalen
werkkracht in korten tijd heel wat verricht
kan worden, dochhet secretariaat moet
eerst bestaan en dat is in ons diocees nog
niet. Daar ziju alleen nog maar voorbe
sprekingen gehouden.
Aan ons alleu nu de zedelijke plicht, om
het tot stand te brengen. Na 't boven
staande kan de lezer van dit blad niet meer
aanvoeren, dat hij met de zaak niet op de
hoogte is1 Elk onbevooroordeeld lezer zal
moeten erkennen, vooral na 't «chitteronde
resultaat van 't Belgische secretariaat, dat
zoo'n instelling alle reden van bestaan heeft
ja, in ons diocees als 't ware schreeuwt om
organisatie. Iedere werkliedenvereniging
offf-re derhalve niet alleen zijn zedelijken
steun, maar ook zijn penningske. Ook par
ticulieren, die de werklieden organisatie's
een goed hart toedragen, doen wat ze kunnen.
Bovendien er is ook nog wel aan te kloppen
bij regeerinqscolleges. Door de Provinciale
Staten van Limburg is nl. van het secre
tariaat van arbtid te Maastricht eene sub
sidie toegekend f 200. Wellicht staat die
bron ook hier wel open.
Doch om nu verder de dubbeltjes
kwestie te laten varen willen wij even
in 't kort memoreeren, wat de verplichtingen
der organisatje's zijn ten opzichte van het
secretariaat, want de actie moet wederkeerig
Ook hier moeten beide handen was-
bezorgen door een trompetter, zooals dat ge
bruikelijk is, maar door een edelman Er
waren echter weinig liefhebbers, die zich tus-
schen die Barbaren dorsten wagen. Toen heb
ik mij met de bezorging belast en nu komt
het vreemde van de geschiedenis. Luister I
Wij zijn geheel en al oor zeiden de twee
vrienden.
In het kamp der Kozakken vond ik den
betman drouken. Hij werd woedend, vooral
toen hij kennis genoden had van den brief:
hij zwaaide met zijn strijdhamer en dreigde
mij het hoofd te verpletteren. Ik beval mijne
ziel aan God en dacht„Als gij mij aanraakt,
dan sla ik u met mijn vuist den schedel in".
Wat kon ik anders doen, broeders, zegt het
zelf?
Dat besluit strekt u tot eer zeide Zag
loba bewogen.
Zijne luitenants brachten hem tot beda
ren. Zij plaatsen zich tusschen hem en mij
en een hunner dreef de stoutmoedigheid zoo
ver, dat hij den betman om het middel greep.
„Blijf bedaard" zeide hij, „gij hebt te veel
gedronken Ik kijk om, wie mij op die ma-
uier verdedigen kan en raadt eens, wien ik
herken Bohun
Bohun? riepen Wolodowski en Zagloba
als uit één mond.
Hij zelf. Ik had hem eens te Rozloghi
ezienook hij herkende mij en zeide tot
miel„Die edelman is mijn vriend"-Daarop
veranderde Chmiel eensklaps van houdiBg,
zooals dronkaards dat doen. „Als hij uw
Triend is, geef hem dan vijftig dukateü, ik
zal een uutwoord gereed maken". Inderdaad
gaf hij mij dit. Wat de vijftig dukaten aan
gaat, ik deed hem verstaan, zonder hem boos
te maken, dat men aan edellieden geen drink
geld gaf en dat hij zijn geld kon houden voor
zijne heiduken. Tamelijk beleefd deed hij mij
uitgeleide tot op den drempel zijner tent.
Nauwelijks had ik mij eenige schreden ver
wijderd, of Bohun komt bij me: „Wij hebben
elkaar reeds te Rozloghi ontmoet." zeide bij
„Juist" antwoordde ik „ik had toen niet
gedacht, u ooit in het kamp der oproerlingen
terug te vinden". „Het ongeluk heeft er
mij hoêngedreven Al pratende vertelde
ik hem, hoe wij zijne mannen te Yarmoline
zi.n.
schen, om schoon, d.i. actief te blijven en
wederom nieuw werk te verrichten, maar
hierover etn volgende keer.
Mijne Heeren
Het verheugt Mij weder te raidden der
Vertegenwoordigers van het Nederlandsche
Volk te mogen vertoeven.
De algemeene toestand van het land en
van de koloniën geeft in menig opziebt
reden tot tevredenheid.
Omtrent land- en tuinbouw luiden de
berichten over het geheel genomen bevre
digend, ondanks de schade, van sommige
gewassen door nadeelige weersinvloeden be
rokkend.
Handel en Nijverheid blijven zich ont
wikkelen De scheepvaartbeweging in de
Nederlandsche havens neemt toe. lutusschen
hadden verslaan. „Ik wist niet, met welken
vijand ik te doen had; ik was gewond aan
mijce band en kon nietB van mijne soldaten
gedaan krijgen, die meenden, dat zij hertog
Yaréma in persoon vóór zich hadden". Einde
lijk vroeg hij mij, waur Krétuski was Zoodra
hij wist, dat hij zich te Zamosc bevond, zeide
hij „Ha des te beter dan zullen wij elkaar
misschien ontmoeten 1"
Met die woorden gingen wij uiteen. Toen
ik in de vesting was teruggekeerd, deed ik
commandant Weijher verslag van mijne zen
ding, den volgenden dag had er een bestor
ming plaats, eerst den derden dag kou ik
Krétuski te zien krijgen en hem mijn onder
houd met Bohun mededeelen. Wij waren
omringd door officieren, waaronder ook Ro
gowski. „Ho Ho l« zeide deze grinnikend,
„ik weet, dat er een zekere schoonheid in
het spel ismaar dit is eene éénige gelegen
heid om uw geschil te beslechten daag Bohun
uit tot een tweegevecht, doch misschien is de
voorzichtigheid der officiereu van Wisniowie^ki
nog grooter dan hun roem." En Jan ant
woordde zeer gepast„Gij oordeelt er zóó
over, goed! Maar gij zelf, zoudt gij den moed
hebben, in het kamp van den vijand, Bohun
mijn handschoen voor te gaan werpen
Toen zeide Rogowski„Ja, ik zou er den
moed toe hebben maar ik b -u geen vriend
van u, breng uw persoonlijke aangelegenheden
zelf in orde." Wij allen begonnen te lachen
ten koste van Rogowski. „Wat zijt gij nu
ineens voorzichtig, terwijl gij toch anders
zoo'n vechtlust aan den dag legt, wanneer
het maar om een andermans leven gaatOm
kort te gaan, den volgenden dag begaf hg
rich op weg met eene forraeele uitdaging,
Bohun was niet meer in het kamp.
Chmieluifki heeft hem toen zeker naar
Warschau gestuurd, zeide Zagloba; uwe ge
gevens en de onze komen in alle punten
overeen. Maar hoe moeten wij Jau vinden?
Wij willen aanstonds op zoek gaan naar
prinses Hélèue.
In de omstreken van Zamose zal men u
wel inlichten. Hij verricht er wonderen. Heel-
alleen heeft hij meerdere Tartaarsche horden
verslaan en den beruchten Burlay.
Waarom komt Chmielni^ki zijne bond-
Llen, hier evenals elder*, de uitkorasti n
van het scheepvaartbedrijf ter zee nog steeds
te wenschen over. Hetzelfde geldt ten san-
zien der scheepvaart op de binnenwaleren.
Verschijnselen zijn waar te. nemen, die
weder op eenige verbetering van den econo-
mischen toestand der Inlandsche bevolking
op Java wijzen.
In de Zuider- en üosterafdeeling van
Borneo werd het langdurig verzet der leden
van het voormalige Sultansgoslacht gebroken.
De houding van sommige Inlandsche
vorsten in Zuid-Celebes heeft genoodzaakt
tot een gewapend optreden, dat aanvankelijk
.met gunstig gevolg bekroond is.
Zee- en Landmacht vervullen hare taak
op hoogst verdienstelijke wijze met dank
bare waardeering gedenk ik, wat in ver
schillende deeleu van den Indischeu Archi
pel door leger en vloot werd verricht. Van
den ijver en de toewijding van het perso
neel der overige takken van dienst kan Ik
eveneens met lof gewagco.
De betrekkingen van Nederland met de
andere Mogendheden bleven zich ook dit
jaar kenmerken door het gewenschte vriend
schappelijke karakter. De tijding der be
ëindiging van den oorlog in Oost-Azië werd
door Mij met welgevallen vernomen.
Op het gebied der wetgeving wordt Uwe
medewerking gevraagd zoowel voor reeds
door de afgetreden Ministers ontworpen,
als voor nieuwe voorstelleu.
Het in werking treden der Kinderwetten
wordt zooveel mogelijk bespoedigd.
De aanhangige wetsontwerpen betreffende
de arbeidsovereenkomst, de regeling van het
bewijs in burgelijke zaken en de Admini
stratieve Rechtspraak zullen veel van IJwe
aandacht vorderen.
Het ligt in het voornemen, aan eene
herziening van het in menig opzicht ver
ouderde Tweede Boek van het Wetboek van
Koi.phfindel de hand te slaan en enkele
aanvullingen voor te stellen van het alge
meene deel van het Wetboek van Strafrecht,
waaronder dc invoering der voorwaardelijke
veroordeeling. In voorbereiding zijn wette
lijke maatregelen tot invoering van het
Wetboek van Militair Strafrecht en van de
Wet op de Krijgtucht.
Wat het onderwijs betrelt, zal bevordering
van den bloei en de ontwikkeling van het
vakonderwijs op den voorgrond staan.
Eene herziening van de Armenwet wordt
genooten niet ter hulp
Hij wil hen niet kennen en beweert dat
zij plunderen en brandstichten buiten zijne
bevelen, 't Is waar, wanneer hij anders sprak,
dan zou de kanselier zelf geen geloof hechten
aan zijne betuigingen van trouw en onder
werping nan den koning.
Dus, gij gaat niet met ons terug?
Ik zou het graag doen, maar ik ben be
last met drie brieven een voor den koning,
de andere voor hertog WiBniowieQki, en een
derde, evenetus aau den hertog gericht,
waarin Jan om verlof vraagt.
Dat verlof brengen wij hem.
Dan moet ik de twee audore brieven
nog bezorgen.
Ga naar Krakau, sprak Zagloba
Zonder twijfel, uw twee geduchte vuisten
zouden niet van onpas ziju op onzen tocht.
Maar voornamelijk zullen we listen moeten
gebruiken, ons moeten vermommen als Ko
zakken en ons voor boeren uitgeven, uw
hooge gestalte loopt daarbij te veel in bet oog.
Ga naar Krakau.... Wij zulleu het buiten u
zien te stellau.
Zoo denk ik cr ook over, besloot Wolo
dowski.
Op weg dan, mijne heeren, en God sta
u bij Maar weet gij, waar Bohun haar ver
borgen hield
Wij weten dienaangaande alleen, wat ik
ontdekt heb tijdens mijn verblijf iu een var
kensstal.
Hoe zult gij haar dan vinden
Dat is mijn zaak, zeide Zagloba lk heb
reeds voor moeilijker raadsels gestaan....
God zij met u
Eu hij behoede ook u Als gij te Krakau
zijt, doe dan onze groeten aan Charlamp.
Wio, Charlamp?
Een Lithuanier van zeldzame schoonheid
die het hoofd van alle hofdames op bol heeft
gebracht.
Longinus schrok.
Vriend, riep bij, dierbare broeder, gij
schertst
(Wordt vervolgd).