ummer 87. Woensdag 1 November aargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. antoon tiele ii mHiimmiL TE VIM BiTE BEKENDMAKING FEUILLETON, I U I T G E V E li igngslr«alsflif Courant n„„„«nta l7 revels f 0.60 daarboven 8 cent per IVaalwijksdit Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0. 5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advkrtkntibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Burgemeester en Wethouders der ge meente Waalwijk maken bekend, dat de verkiezing van 3 leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier zal plaats hebben op Dinsdag 28 Novem ber a. s. en zulks ter vervulling der plaatsen van hen die, op ultimo Decem ber 1905 aan de beurt van aftreding zijn. De stembriefjes ter zake kunnen op dien dag worden ingeleverd in het ge woon stemlokaal ten raadhuize des voor middags van 9 tot 12 uur. Waalwijk, 28 October 1905. Burgemeester en Wethouders voorn., K. DE VAN DER SCHUEREN. F. W. VAN LIEMPT, Secretaris. V (slot). Een zeer voornaam lichaam, bij de nieuwe wetten ingesteld, is de voogdij raad, door ons reeds meermalen in één der vorige artikelen genoemd. Deze is ingesteld, omdat er noodig zijn bijzon dere deskundigen, die raad kunnen geven en geschikte maatregelen bevor deren in gevallen, waarin bemoeiing met het lot van minderjarigen geboden is. Aanvankelijk stelde men zich de werkkring dezer lichamen niet zoo uit gebreid voor. Men meende toch, dat de voogdijraden in de plaats kwamen van het openbaar ministerie, om den rechter in alle zaken rakende de ont heffing of ontzetting van de ouderlijke macht of de voogdij eene meer deskun dige voorlichting te verschaffen. Doch langzamerhand zijn andere, meer uitge breide opvattingen over de bestemming van den voogdijraad gevestigd. Immers, volgens art. 19 van het Kon. Besluit op de voogdijraden zullen deze niet slechts zijn raadsman van den rechter, maar ook van alle belangstellenden en van de regeeringzij zullen niet alleen in de ouderlijke macht of voogdij ingrijpen, waar dit noodig is, maar ook daar, waar de belangen van jeugdige misdadigers deskundig inzicht behoeven, kortom, de voogdijraden zullen ook uit eigen be- weging voorlichten, belangstellen en toe zien daar, waar behoefte bestaat aan bemoeiing der overheid met de verzor ging en ontwikkeling van minderjarige personen. Bij elke Arrondissementsrechtbank is zulk een voogdijraad. Hij bestaat uit mannen, door' de Koningin benoemd alleen de secretaris is bezoldigd. Zij zetelen ten getale van twee te Amsterdam en Rotterdam en verder een te 's-Gravenhage, Leiden, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Utrecht, Breda, Tilburg Leeuwarden, Haarlem, Zutphen, Gro ningen, Middelburg, Roermond, Dord recht, Alkmaar, Zwolle, Maastricht, Al melo, Assen, Tiel, Heerenveen, Win schoten en Zierikzee. Gelijk men ziet zijn zij met de arrondissementsrechtban ken over 't geheele land verspreid. Dit is werkelijk goed gezien, want het is beslist noodig, dat ze gemakkelijk te raadplegen zijn. Het publiek treedt met den voogdijraad het beste in aanraking door den secretaris, die dagelijks spreek uur houdtbovendien kunnen de voogdij raden op andere plaatsen agenten be noemen, teneinde aldaar inlichtingen te geven en te winnen. De voogdijraad werkt adviseerend of op eigen initiatief. Adviseerend aan particuliere personen of instellingen, die, bekend met gevallen van verwaarloozing of mishandeling, meener., dat daaraan iets gedaan moet worden. Deze kunnen de noodige voor lichting bij den voogdijraad bekomen. Adviseerend ook aam den rechter, omtrent ontheffing of ontzetting, of om trent de te nemen maatregelen met lastige, jeugdige personen. Doch ook op eigen initiatief moet de voogdijraad dikwijls maatregelen nemen. Hij is allereerst bevoegd, zelfstandig verzoeken tot ontheffing of ontzetting van ouders, voogden of toeziende voog den in te dienen. Tevens kan hij ook zelfstandig een onderzoek dienaangaande instellen, personen hooren, waarnemingen doen. Daartoe kunnen ook de agenten dienen. Zij zijn mede belast met tijdelijk toe zicht, als de ouders ontzet zijn en de nieuwe voogd niet benoemd is, en moeten eindelijk toezicht houden op de gestichten die kinderen opnemen. I Als men nu nog weet, dat de voogdij raad zooveel mogelijk samenwerkt, ja veelal samenwerken moet met vele ande ren, ambtenaren en particulieren, dan is het o. i. duidelijk, dat door deze lichamen eene breede werking der nieuwe wetgeving mogelijk, is, dat deze door de voogdijraden zal bereiken, wat ze bedoelt te bereiken algeheele bescherming van het kind, ook van het misdadige kind. Naast de instelling van voogdijraden zijn nóg twee nieuwe instellingen in t leven geroepen, n.l. >het algemeen col lege" en de commission van toezicht: Hoewel het publiek hiermede niet vaak in aanraking zal komen, wenschen wij ze toch ter volledigheid even te noemen. Het Algemeene College van Toezicht, Bijstand en Advies zeteltin 's-Graven- hage en bestaat uit 10 tot 16 deskun digen op verschillend gebied. Het oefent een algemeen toezicht uit op den gang van zaken in de tuchtscholen en rijksopvoedingsgestichten. De »Commissiën van Toezicht' zijn verbonden aan elke tuchtschool of elk rijksopvoedingsgesticht en oefenen con trole uit, meer niet. De directeur of di rectrice, die zelfstandig en onmiddellijk onder den minister van justitie staat, heeft het beheer. De nieuwe wetten brengen ten aan zien van minderjarigen belangrijke be voegdheden, dus ook belangrijke ver plichtingen aan hunne naaste bloedver wanten of aangehuwden. Zoo kan elkeen, man of vrouw, voor een kind, dat hij door bloedverwantschap of aanhuwelij- king in den vierden graad of nader staat, de "ontzetting van diens ouder of voogd verzoeken, als die slecht voor het kind zijn. Daartoe is noodig een verzoekschrift aan de rechtbank. Verstandig is bet voor dezulken echter, dat zij zich eerst wen den tot den voogdijraad in het arrondis sement, waar het kind woont. En nu ten slotte nog enkele overgangs bepalingen. Zoo 'is bepaald, dat allen, die bij de invoering der wetten 21 jaar zijn, ter stond meerderjarig worden. Wat over de huwelijkstoestemming geschreven is, n.l. dat een meerderjarige (dus iemand van 21 jaar) deze niet meer noodig heeft, geldt eerst voor de hu welijken, te voltrekken 20 dagen na de invoering der wetten. En hiermede zijn dan in een vijftal artikelen deze nieuwe, belangrijke wetten in hoofdzaken omlijnd. Wij hebben getracht deze uit den aard der zaak dorre wettenstudie zoo lezens waardig mogelijk te maken. Of we hier- in geslaagd zijn, laten we -aan t oordeel van den lezer over. In elk geval meen den wij deze ingrijpende wetgeving, welke spoedig zal worden ingevoerd, niet stilzwijgend in onze kolommen te mogen voorbijgaan. Met dankbaarheid hebben wij hierbij gebruik gemaakt van Mr. J. A. van Hamels >Practijk der kinderwetten", waaruit wij vaak letterlijk citeerden. En zijn er onder de lezers die over deze materie nog meer wenschen te weten, welnu zij raadplegen het reeds genoemde werkje ofde wetten zelve, in handig formaat uitgekomen bij Gebrs. Belinfante, den Haag (40 ets.) J. R. Snoeck Henkemans, »Wat goeds brengen de Kinderwetten"? Amsterdam. W. Ver- sluijs (10 ets.) Mr. S G. Canes, >De Kinderwetten", Amsterdam, S. L. van Looy (10 ets.). Ook het ^Tijdschrift voor Armenzorg" heeft menige belangrijke bijdrage er over gegeven. Haarlem, Tjeenk Willink (3,50 per jaargang). Er is dus materiaal u over, wat tevens een bewijs is voor de belangrijkheid der besproken stof, die we, naar het voor beeld van Mr. van Hamels, in 't kort kunnen resumeeren Wij zullen dit résumé in ons volgend nummer geven. Heldenroman van HENKYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuiden, vertaald door H DERDE BOEK. HOOFDSTUK XXII. (100) Zagloba deed een plek bloed van zijn man telRendinne sprong van zijn paard, zette een steen op de borst van Hordyna en begon bare zakken na te snuffelen- De toovenares beefde noghare voeten wroetten in den groDdzij spuwde bloedend schuim uit en reutelde krampachtig. Hij nam uit zijn zak een stuk gezegend krijt en schreef een kruis op den steen. Zij zal nu niet meer opstaan, zeide hij. Een oogenblik later zat hij weer in't zadel In galop beval Wolodowski Zij reden langs de beek, die de raviju door sneed. Zij vlogen voorbij de eiken, die in lange rijen langs den weg stonden aan hun oogen vertoonde zich een hut, twee groote zwarte honden die aan een ketting lagen, gingen geweldig te keer. Wolodowski kwam het eerst aan Hij steeg af, liep naar de deur, stampte deze open en ging binnen. Ter rechterzijde van een donkeren gang, zag hij door eene geopende deur, een groote ledige kamer, de vloer bedekt met krullen een haardvuur brandde in t midden, ter linkerzijde een gesloten dubbele deur. ilij snelde er heen lichtte de kling op, maar bleet op den drempel staan. In dat vertrek stond prinses Helène, met de eene hand leunend op den rand van het bed, bleek, het prachtige zwarte haar los over de schouders geworpen. De oogen, die zij vol schrik op Wolodowski vestigde, sche nen te vragen «Wie zijt gij? Wat wilt gij Nooit had zij den kleinen krijgsman gezien maar hij stond als verblind bij haar aanblik. Wees gerust,prinses, zei hij eindelijk wij zijn vrienden van Krétuski. De jonge prinses viel op haar knieën. Redt mij 1 riep zij, met saamgevouwen handen. Op het zelfde oogenblik trad Zagloba het vertrek binnen, hijgend, sidderend van angst. Wij zijn net Wij zijn het, en ko men u redden 1 De klank van deze stem, het gezicht van dat bekende gelaal, waren voor het meisje een te sterke, te onverwachte ontroering haar armen vielen krachteloos langs het lichaam, haar oogen sloten zich zij lag in zwijm. De GroDdwets-Commissie. Reeds spoediger dan mer. verwacht had, is de „Staats Commissie voor Grondwets herziening" benoemd. Zeer opvallend is het, dat geen sociaal-democraat tot deze Com missie geroepen is. Van deze fractie is toch de krachtigste stoot uitgegaan tot grond wetsherziening in verband met het kiesrecht- vraagstuk. Nu is het wel waar, dat de regeering de art. 80, 127 en 143, rege lende het kiesrecht in sijn geheel, zelve voor haar rekening neemt, doch te ver wachten was toch niet, dat dit vrijzinnig ministerie, door de hulp der socialisten op kussen gekomen, reeds zoo spoedig zijn vriendjes Van Juli zou verloochenen. Wij bevroeden wel eenigszins, waarom dit ge schied is. Immers, de Grondwets Commissie zal de quaestie der troonopvolging onder de de oogen hebben te zien. Zat er nu een sociaal-democraat in de Commissie, dan ware zeker een ongunstig afzonderlijk advies c\er 't monarchale stelsel te verwachten. En als men nu weet, dat de Commissie al haar be scheiden aan H. M. de Koningin ter hand stelt, ook de adviezen van die leden, welker gevoelen van dat der meerderheid afwijkt, dan mug gerust de veronderstelling gewaagd worden, dat de regeering met het n.et be noemen Van een sociaal-democraat volkomen nuttelooze, debatten over de atschaffing van het koningschap en de lezing van boek doelen rapport over deze materie aan II. M. heeft willen voorkomen. De Nieuwe Arnh. Ct., die het ten zeerste betreur», dut er geen sociaal-democraat in de Commissie zit, is zelfs geneigd het or voor te houden, dat de schuld niet ligt bij de regeering, maar elders moet worden ge zocht (zij doelt klaarblijkelijk hiermede op H. M. de Koningin.) Hoe dit echter verder ook zij, met filet Centrum" zeg ;en wc, dut de Commissie zeer eenzijdig is samengesteld vijf leden van Links tegen 2 van Rechts. Dat klopt wer kelijk niet met de verhouding der partijen ir. h t land en in de Kamers. Er zal dan ook nog wel eens een hartig woordje in de Kamer hierover gesproken worden, de heer Troelstra zien we vooral reeds in 't geweer. Met dit al is de grondwetsherziening ran het terrein der bespiegelingen overgebracht op dat der practische politiekook is het kiesrechtvraagstuk, tot dusverre meer van academische beteekenis, thans een van prac- tisch belang geworden. Zou het nu niet raadzaam, ja noodzakelijk zijn, dat ook de Katholieke partij baar standpunt in deze ging vaststellen Of moeten wij in dit op zicht „struisvogel-politiek" blijven voeren Wij weten, dal ook in de kringen van onze partij zeer verschillend over de kiesrecht- quaestie gedacht wordt. En nu de quaestie actueel gaat worden, eischt o. i. een ver standig politiek beleid, dat wij, ^orot zaak in de Kamei, weten wat wij aau elkander hebben. Het wordt dus hoog tijd, dat onze verschillende politieke veieenigingcn dit onderwerp in studie nemen, vooral nu VIERDE BOEK. HOOFDSTUK I Ter nauwernood hadden de paarden do boog noodige rust genomen, of Hi-lèue, W olodows- ki, Zagloba en Rendiana begaven zich in vliegende vnart op weg. Zagloba's mond stond niet stil hij..au ook zooveel, zooveel aan Helène te vertellen Wolodowski was een en al bewondering over de onvergelijkelijke schoonheid en de bemin nelijke lieftalligheid der kleine prinses. Ren- diane hield met vaste hand de teugels der paarden, die hij uit den stal van Hordyna bad meegenomen. De dagreizen volgden elkaar op. üp dezen tocht door een laud, dat we melde van oproerige Kozakken, maar tenminste nog vrij was vau Tartaren, hadden zij met honderden moeilijkheden te kampen: maai de spraakzaamheid van Zagloba, de wilskracht van Wolodowski cu de vindingrijkheid van den page redde hen steeds. Nu eens vertoon den zij het zegel van Burlay, een andermaal lieten zij de tanden zien, en dikwijls dankten zij hun behoud aan de wonderlijke snelheid hunner Tartaarsche paarden. Zij kwamen doo; Studenka, Waladynka, Derta, Ladawa, .Baskow. IJoltoukhow, maar verme den Bar, daar Zagloba deze plaats voortaan als een gevaarlijk toevluchtsoord beschouwde. Te PloBkirow aangekomen, besloten zij daar te rusten om nieuwe paarden aan te schallen; die van Burlay moesten gespaard blijven voor den uitersten nood een maatregel van voor zichtigheid sinds zij wisten, dat Chmielnigki in de onmiddelijke nabijheid van Koustantinow was en dat de Khan met al zijne horden van de richting van Pilawiec kwam. Wij blijven met de prinses in do nabij heid der stad, zei Wolodowski. Ga gij paarden koopen, Zagloba, wij zullen den gauschen nacht moeten reizen. De oude edelmau verwijderde zich, terwijl Rendiane de paarden afzadelde om ze vrij te laten ademen Er stond daar een verlaten huis, de kleine krijgsman bracht er de prinses heen en uoodigde haar uit, rust te nemen en zich te verkwikken. Nauwelijks had hij den wijnzak en wat voedsel daarheen gebracht of hij hoorde een paard hollend naderen. Wolodowski keek uit het veneter. Wat Komt Zagloba nu reeds terug Hij schijut geen paarden mee te brengen Op dat oogenblik \loog de deur open bleek hijgend kwam Zagloba binnen. Te paard riep hij. Wolodowski had te veel ondervinding van den oorlog om zijn tijd met vragen te verhe zen. Hij liet zelfs den wijnzak liggen (Zagloba nam hem in beschermingmaar bij greep 1 <1 3Laam (Minr Kllltnn aanstonds de prinses, droeg haar naar buiten, keek of de zadelriem goed vast zat en hielp haar te paard. Vcoruit Weldra waren allen in de duisternis ver dwenen als vliegende geesten. Lang holden zij voort. Eindelijk vroeg Wolodowski aan Zagloba: Wat was er? De dnivel in persoon de duivel ot een van die dragonders, wier hoofd weer aan groeit als bet afgehouwen is Spreek duidelijk Ik heb Bobun gezien 1 Gij hebt de ijlkoorts Ik heb hem gezien op het plein, in vleesch en bloed vijf of zes manschappen met fakkels waren bij hem verder heb m niet onderzocht! Ik begia te gelooven, dat er een Hoek op ons rust en twijfel aan den goeden uitslag onzer onderneming. Is die ellendeling dus onsterfelijk? Zeg er vooral geen woord van aau Helène Gij hebt hem doorstoken, Rendiane heeft hem overgeleverd aan den commandant van Wlodawa en nog leeft hij hij is vrij en op ons spoor. De dui vel speelt met ons Altijd moet ik hem ont moeten Zijn er dan geen andere menschen op de wijde wereld, die hem ontmoeten kun nen Neen 1 Ik alleen 1 En heeft hij u gezien? Als hij mij gezien had, zoudt gij mij nu niet meer zien, Michel I e Wij dienden te weten, zei Wolodowski, of hij ons vervolgt, of dat hij op weg is naar Waladijnka, in de hoop ons op te vangen. Waladynka waarschijnlijk. Dan gaat hij den eeuen kant uit en wij den anderen. Nu liggen vier of vijf mijlen tusschen ons en in een uur zullen het er tien züu Voordat hij tijd heeft, inlichtingen naar ons in te winnen, zijn wij te kolkienw. Dankt ge Maar, zeg eens, hoe is het mogelijk, dat hij in vrijheid is? Doodeenvoudig hij is gevlucht. Rendiane riep Zagloba. hé 1 Rendiane De page hield zijn paard in. lleudiane, aan wien hebt ge Bohun overgeleverd Aan commandant Rogowski En wie is die Rogowski Een dapper krijgsman, luitenant van de kurr*B8iers des konings. Dat de duivel je halo zei Wolodowski. Ik raad alles. Herinnert gij U aiet«.. wa< Longinus ons verteld heeft over de irijandj- schap van Krétuski en Rogowski l Hij is een bloedverwant van dien Laas, dien Krétuski eens na op zijn plaats gezet heeft Be Jegrepen, begrepen riep Zagloba. Hij beeft Bobun laten ontsnappen Maar zulk een handelwijze verdient de galg. Ik zal een aanklacht tegen hem indienen. God geve, dat ik hem ontmoot, mom pelde Michel ik geef de verzekering, dat hij dan niet meer met de rechtbank te doen zal lK Rendiane wist nog niet, wat er gaande was, want na de vragen van Zagloba beant woord to hebben, was hij naar de prinses ZUygred?ndnu langzamer. Wolodowski on dervond de betoovering van den zachten, helderen nacht Zagloba dacht na over deze nieuwe verwikkelingen. Eindelijk zei hij Bohun zou niet heel vriendelijk zijn tegen Rendiane, als hij hem te pakken kreeg l Welnu Vertel hem het nieuws, dan kan hij zich voorbereiden ondertusschen zal ik de prinses gezelschap honden. Goed. Hé 1 Rendiane l Wat is er vroeg de page, zijn paard inhoudend. w„i„ Zagloba wachtte totdat Ileléne en Wolo dowski ver genoeg vooruit waren. Neen; wat? Rogowski heeft Bobun laten onlsuappen, Ik heb Bohun gezien te Ploskirow. Te Ploskirow Zoojuist Zoo juist Maar hoe? Verschrikt ge üe stralen der maan vielen vol op hot ver hitte gelaat vau den page tot groote verwon dering van Zagloba was daarop geen spoor van angst te zien, maar wel die uitdrukkiug van haat, welke zijne trekken vertoonden, toen hii de toovenares doodde. Ah 1 Gij vreest dus Bohun niet r vroeg hij. Nu Rogowski hem heeft laten ontsnap pen, antwoordde de page, blijft mij niets anders over, dan een zekerder middel te zoeken om mij op Bohun te wreken. Ik ver geef hem nooit, dat heb ik gezworen en wanneer wij niet tot taak hadden, de prinses in veilige haven te brengen, ik zon aanstonds trachten het spoor van dien woesteling te vinden. Maar, wee hem ïudien hij mij in <1C!LNDrommels dacht Zagloba, ik zou niet gaarne dien kerel beleedigd hebben Een uur later passeerden de vier ruiters Medweilowka en begaven zij zich in het bosch. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1