ummer 97.
Donderdag' 7 December L905,
28e Jaargang,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
HG
r9-
II H I K ES TE mm
A N TOON TIELEN,
BEKENDMAKING.
ts,
ert,
en
itgbveh:
Zij die zich voor
et volgend kwartaal op
it blad abonneeren, ont-
angen de tot dien datum
e verschijnende nummers
ÏBATIS!
113
Rusland.
Is,
EETJILLETON.
BUITENLAND.
België.
Engeland.
Italië.
a Ne-
boven
n ordi
u i
:n.
-
'EN.
genten
De Echo van
atlwijksclie «n S<an«slniiils<lie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
.V b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5.
Franco per pont door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels eu
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
'ERIJ.
scbrijving voor de NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
aalwijk brengen ter openbcre'kennis dat de
sooelijke ingezetenen, geboren in het jaar 1887
ch ter inschrijving voor de Nationale Militie
thooren aan te melden ter Gemeente-Secretarie
jschen den lsten en den 3leten Januari 1906,
et overlegging van een kosteloos verkrijgbaar
utreksel uit hunne geboorteakte, indien zij
ders zijn geboren.
Waalwijk, 6 December 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
I)e Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN L1EMPT.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
MAKEN BEKEND,
it de zitting van den Militie-raad voor de
elingen deier gemeente zal worden gehouden
Woensdag '27 December 1905 te Tilbnrg ten
Ihuize aanvangende ten 103/, ure (Amst. tijd)
rmiddags.
Voor deu Militieraad moet verschijnen de
teling die vrijstelling verlangt wegens gemis
t de gevorderde lengte of wegens ziekelijke
leldheid of gebreken, behoudens het geval,
edoeld in art. 75 der wet, alsmede de in het
zelfde jaar geboren broeders die de overeenkomst
wenichen aan te gaan, bedoeld in art. 47 der
wet.
Waalwijk, 27 November.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk,
K. DE VAN DER SCHUEREN
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Ha de verkiezingen. En dat moet nog zoo
voortduren tot 't Kerstreces. Arme verslag
gevers Deze heereu hebben waarlijk geen
benijdenswaardig baantje
Hst komt ons voor, dat de heer Troelstra
ditmaal met zijn ellenlange speech het minst
gelukkig was. De Kamer lachte hem soms
vlakweg iu het gezicht uit, vooral daar,
waar hij brutaalweg trachtte goed te praten
de wraakoefening zijner partij op het mini
sterie Kuyper. Daar heette hst, dat de
S. D. A. P. als zoodanig, de officieele partij,
volstrekt geen wraak had gewild.
Wat eene blanke onschuld En wat een
advocaten-spitsvoudigheid I Dit onderscheid
tusschen de partij en hare leden
Men zou zoo onderhand gaan meenen,
dat de S. D. A. P. als zoodanig iels ab
stracts is, iets, dat in de lucht hangt. Er
is immers een groot onderscheid tusschen
de officieele partij en de leden
De partij, zie je, is los van de leden en
de leden los van de partij. Ja wel, maar
raakt de partij eens aan, de leden zullen
wel laten voelen, wat feitelijk de partij is.
Hoe is 't mogelijk, dat een man als Troelstra
zulk een onzin kan uitkramen Zoo'n vol
komen zelfbewust man, de leider van een
volkomen zelfbewuste gecstenpanij, de
leden van vleesch en bloed staan er immers
als zoodanig buiten. En met dergelijken
onzin moet nu 3'/a uor volgepraat worden
'l Is jammerlijk I
Zou de nationale tijd nu niet anders
besteed kunnen worden In 't dagelijksche
leven zou men over zoo'n verkwisting en
verknoeiing van den toegemeten tijd niet
tevreden zijn. Zoo'n veelprater ging een
voudig de laan uit. Doch in 's lands raad
zaal, waar onze „vroedste vaderen* zitten
daar mag dat wel, zie je.
't Zou werkelijk toe te juichen zijn, als
deze „uitwas* van 't parlementaire stelsel
eens uitgeroeid kon woiden. Er zou dan
gewerkt kunnen worden 1
De makers, zeggen de berichten, zijn
vermoedelijk Duitschers en men denkt op
hun spoor te zijn. Zij zouden het materieel
vernietigd hebben. Zie, die twee laatste tij
dingen zijn al een troost, zegt het Hbl. v.
Antw., hoewel een heel magere, 't Ware
beter dat men al de bankbriefkens binnen
had en men die kon vernietigen. Men be
grijpt dat het de kleinhandel is, die er
ergste door lijdt; in vele huizen zijn alle
briefkens van 1(0 fr. letterlijk geboycot
en de officieele kantoren moeten natuurlijk
de grootste voorzichtigheid in acht nemen,
ook de Nationale Bank weigert de betaling
der biljetten.
Nog eene andere zaak houdt België
bezig een Belgisch jongmensch, dat in Kon-
stantinopel woont, en daar betrokken is in
den moordaanslag op den Sultan van dezen
zomer. De jongen schijnt geen schuld te
hebben, alleen wat praatziek te zijn en hij
heelt zich onvoorzichtigheden laten ontval
len. Nu schijnt men hem deze week te
zullen ophangen. De Belgische bladen en
ook al de kamerleden zijn in de weer om
dat te behtten. Het oude moedertje, van deu
jongen woont in Antwerpen en deze is nu
het middelpunt van aller belangstelling
Waarschijnlijk wordt er heden een interpel
latie gehouden ovei deze kwestie.
landen een apostolisch afgevaardigde en een
internuntius te hebben.
De Praatwoede.
Och och, wat staan de sluizen weer wijd
open in ons parlementMr. Heemskerk
SD/g uur en Mr. Troelstra S1/» uur- ^aar
moet dat heen 1 En vertelden de heeren
hog maar wat nieuws, dan zou men er nog
Ver. vrede mee kunnen hebben het is echter
i p allemaal nakauwen, wat reeds in honderdlei
toonaarden is uitgezongen voor, tijdens en
leldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ.
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door H
VIERDE BOEK.
I
sward.
ZEN.
De zielen der kozakken zuchtten Christus
Heb medelijden want omdat zij ip een broe
derstrijd waren gevallen konden zij niet recht
n'gaau in het eeuwige licht, zij waren bestemd
om in het duistere rond te dwalen en met den
storm rond te waren over het dal van tranen
en den geheelen nacht te zuchten tot dat zij
genade en vergeving hunner zonden aan de
vonten van Christus.
België heeft op 't oogenblik z'n „affaire*
en een zeer slechte. Er zijn nl. voor 4 mil-
lioen aan valsche bankbiljetten van 100 fr.
in omloopgebracht en voor ons Holland kan
dat o k ren aardig schadepostje zijn.
(109)
HOOFDSTUK II.
HOOFDSTUK III.
Voordat de zon den volgenden dag den hemel
met haar lieflijk goud kleurde, waren nieuwe
verdedigingswerken in het poolsche kamp opge
worpen, in 't gezicht van de in de enge vesting
verblijvende troepen. Men had er den gan-
3chen nacht gewerkt en de huzaren gelijk
aan de minsten der werklieden. Eerst om
drie uur in den morgen konden de krijgers
hunne moede oogen sluiten.
Zij sliepen allen vast, uitgezonderd de
schildwachten.
De vijand had zijnerzijds gedurende den
nacht ook gewerkt, en sliep zonder twijfel
eveneens. Men twijfelde er aan of dien dag
wel een aanval zou plaats hebben-
Kretuski, Longinus en Zagloba aten in
hun tent. Voor hun ontbijt slechts bie:8oep
eu witte kaas Zij hadden er genoegen in
zelfs do minst belangrijke ondervinding.u
van de recente overwinning zich nog eent
voor den geest te roepen.
Engeland heeft op 't oogenblik zijn roi-
niste'rieele crisis. Balfour is afgetreden en
Bamerraan heeft opdracht een nieuw minis
terie te vormen, waarmede hij tegen a. s.
Maandag hoopt gereed te zijn.
Ik, zeide Zagloba ik heb de wijze ge
woonte om met de kippen naar bed te gaan
en bij 't eerste kraaien van den haan op te
staan. Wat ik vervelend vind, is dat we
ons moeten derangeeren voor dat gespu
Maar we hebben hen gisteren juist behandeld
zooals het behoort. Als men hen nog twee
of drie van dergelijke pillen te slikken geeft,
zal hun de lust om onze slaap te verstoren,
wel vergaan
Hebben wij veel manschappep verloren?
vroeg Longinus.
Niet heel veel. Zooals gewoonlijk, jon
geman, er vallen altijd meer belegeraars dan
belegerden. Gij weet dat allemaal niet, want
gij hebt niet, zooals ik, geoorloogd vanaf de
eerste kindsheid.
Ik hoop van u te leeron, antwoordde
de Lithauer met zijne gewone beleefdheid.
Eer aan God, zeide Jan, als wij altijd
zoo onzen plicht vervullen, als Longinus zich
van de zijne gekweten heeft.
Hij heeft zich zeker niet slecht gedragen,
zeide Zagloba toegevend.
Longinus luisterde met neergeslagen oogen.
Hij zuchtte toen hij dacht aao de drie hoofden
die de oude Stoweiko afgeslagen heeft.
Michel verscheen aan den ingang, vroolijk
als een vinkje.
Nu zijn we compleetschreeuwde Zagloba.
Laat meu hem een bord soep brengen
De kleine officier gaf zijne drie confraters
een hand.
Gij kunt u niet voorstellen, hoeveel
kogels en bommen er in het wapenveld ge
vallen zijn, bij iederen pas stoot men er tegen
aan.
Ik weet het, zeide Zagloba. Heel vroeg
ben ik opgestaan en ben het halve kamp
eens doorloopen De kippen uit de ge
heele provincie leggen in tien jaren zooveel
eieren niet. Ah, als dat eens echte eieren
waren dan konden we elkander eens re-
galeeren Ik wil mijn ouderdomsrechten voor
een portie gekookte eieren geven. Ik hou
wel van iets dat goed is, als de portie maar
groot is. Daar ziet ge mij ook altijd vooraan
in den slag.
Gij zijt een held Met Burlay zoo
jprachtig afgewerkt... Waarlijk, ik dacht
De nieuwe koning van Noorwsgen heeft
het plan, een bezoek te brengen aan de
voornaamste hoven van Europa. Bij zijn
aankomst te Rome zal hij naar 't Quirinaal
gaan, en van uit de woning van zijn ge
zant aldaar zal koning Haakon zich naar
het Vaticaan begeven, waarmee hij reeds
betrekkingen onderhoudt door de tusschen-
komst van Mgr. Fallize, apostolisch-vicaris
van Noorwegen.
De H. Stoel zou gelukkig zijn, geregeld
in betrekking te slaan met de Scandina
vische landen Zweden, Denemarken en
Noorwegen, zijn doel zou zijn. in die drie
niet dat ge zoo krachtig waart.
Het waa een krijger geducht iu de geheele
Ukraine en tot in het rijk van den padischah.
Nietwaar zeide Zagloba gevleid. Wij
zijn wel aan elkander gewaagd, en men zou
geen vier van ons soort meer in de republiek
vinden Jan heeft Bardabut en, gisteren,
Tuhay-Bey
Neen, Tuhay-Bey is niet dood
Val mij niet in de rede, kolonel
Onze kleine dragonder heeft aan de poorten
van Warschau even met Bohun gesproken
Longinus, hier tegenwoordig, heeft Paulian
geworgd, en ik heb Burlay den schedel ge
spleten.
Er was nog een veel grooter krijger dan
wij allen, en niemand kent zijn naam nog
zeide Longinus.
Wie dan, - zeide Zagloba boos, of is het
soms een half God.
Hij die met een slag Gustaaf-Adolf en
zijn paard heeft omvergeworpen.
Mnar de koning heeft zich nog op kun
nen richten en ontsnappen zeide Krótuski,
Ja, ja, hij is ontsnapt, ik weet er zoo
wat van, zeide Zagloba Ik diende toen
onder de bevelen van den betman Koniec-
polski De anngeboren bescheidenheid iu
dezen krijgsman liet het hem niet toe zijn
naam te noemen Maar ik zal u een ding
zeggen Gustaaf Adolf was een fameuse
kampvechter, dat geef ik toe, maar in twee
gevecht, dan hebt ge heel wat anders met
Burlay te doen. t
Is het dan Uwe Hoogheid, die den
koning van Zweden den voet gelicht heeft
vroeg Wolodowski.
Heb ik daar ooit op laten voorstaan, Michel
Laat dat vergeten zijn. De biersoep zal u
de maag in alle deeltjes goed doen, maar ik
geloof dat we spoedig, noch bier, noch kaas
zulleu hebben.
Een rumoer ouderbrak deze woorden. De
vier vrienden gingen naar huiten om te zien
wat er gebeurde. Vanaf de wallen onderzoch
ten de soldaten den omtrek Alles was ver
anderd in het vijandelijke kamp en verander
de zienderoogen. De kozakken wierpen ver
sterkingen op, plaatsten kanonnen van beter
draagvermogen aan die van het poolsche leger.
De Petersburgsche coriespondent ran de
Matin heeft over Eydtkuhnen geseind, eer
gisteren. Het openbare leven, zegt hij, staat
geheel en al stil. Als dat zoo voortging zou
men moeten vreezen voor vernietiging van
den handel, van de nijverheid en van alle
geldzaken. De treinen brengen wel koop
waren, maar de handelaars nemen ze niet in
ontvangst, want geen facturen worden be
zorgd. Alle geldverzendingen over de post
zijn natuurlijk gestaakt. Men zou de op
somming van de ellende die reeds veroor
zaakt is, nog lang kunnen voortzetten, maar
men kan ze zich best voorstellen
De stad ziet er vandaag, Zondag zeer
somber uit. Op straat ziet men slechts pa
trouilles. Alle deuren en vensters zijn ge
sloten, alle winkels met plankeu bespijkerd,
de luiken neergelaten. Wie men ook aan
spreekt, niemand schijnt iets te weten. Deze
zonderlinge rust en stilte in een stad die
een zoo moeilijken tijd doormaakt, geeft een
sterkeren indruk dan geraas en drukte zou
den doen. Men vraagt zich af, in welke
onbekende schuilhoeken wordt voorbereid
wat iedereen vreest; de botsing die irdereen
zou willen voorkomen, maar die men toch
naderen ziet, want dat zulk een toestand
lang zou kunnen duren, is onaannemelijk...
Eenige winkels, in een van de rijkste
wijken van Petersburg, hebben wel een po
ging gedaan om open te blijven. Maar al
gauw kwamen gemachtigden van het ver
bond der handelsbediendende uitstalling
werd ïn de war gebracht en de eigenaars
kregen last, dadelijk te sluiten. Op Zon- en
feestdagen mag niet verkucht worden, zoo
is gedecreteerd. En aangezien 't morgen
feestdag is, zullen wij 48 uren zonder
ba -ker zijn.
In eukele fabrieken wordt gewerkt. Marr
naar schatting loopen er toch nog 60,000
werklui leeg. Tot dusver waren zij kalm
gebleven, maar gisteren is dat anders ge
worden, in Wassili-Os'rof. Maar er komen
steeds meer troepen te Petersburg aan. Men
ontbiedt de meest betrouwbare; toch is het
gisteren pas voorgekomen uat vijftig man,
die een socialistische vergadering moesten
ontbinden, hun instemming met het doel
der vergadering hebben betuigd.
De correspondent gelooft echter niet, dat
men nog van omweuteling mag spreken
voordat de nationale vergadering bijeen is.
Het verhaal van een aanslag op den Czaar
in diens paleis te Tsatskoje Selo door een
der grootvorsten, schijnt nu ten slotte,
hierop neer te komen, dat grootvorst Wla-
dimir Alsxandrowitsj, oom van den Keizer,
dezen heeft aangerand in verband met het
huwelijk van grootvorst Cyrillus. Van een
verwonding van den Czaar blijkt echter niets,
maar wel werd Wladimir bij dit liefelijk
familietafereel erg toegetakeld en wel door
's Keizers broeder Michael.
Een student, die de gruwelen in Sta
vropol heeft bijgewoond en op het oogen
blik in Frankrijk is, heeft aan de bladen
het verhaal gedaan van een ontzettende ge
beurtenis: de vervolging van een jong meisje,
onderwijzeres, wie, hoewel zij goed Ortho
dox was, ten laste werd gelegd navolgster
Tolstoi te zijn. De ware oor aak was
De hertog hield zich met eenige zijner officiereu
in de vesting op. Achter hem bekeek de
commandant van Belz de vijandelijke werken
en zeide tot don kanselier van den troon
Zij beginnen een geregeld beleg. Wij
zouden beter doen deze vestingen op dit punt
te verlaten en ons op 't kasteel in te sluiten.
God beware er ons voor riep de hertog
uit, die de laatste woorden gehoora had. Hier
op deze versterkingen moeten wij vechten
Zagloba meende tusschen beiden te moeten
komen.
Dat is ook mijne meening, zou ik don
iederen dag een nieuwen Burlay moeten dooden.
Men vraagt uwe meening niet, zeide de
hertog.
Houdt u mond toch murmelde Wolo
dowski. den dikken edelman bij zijn jastrekkeud.
Wij zullen hen in hun loopgiaven ver
morzelen als mollen, te\de de dolle Zagloba.
Ik verzoek Uwe Hoogheid mij met de zorgen
voor den uitval toe te vertrouwen Zij
kennen me reeds, die vlegels en zullen me
nog beter leeren kennen.
Een uitval, hernam de hertog, wacht tot
de nachten duisterder worden
Toen zich wendende tot den bevelhebber van
Belz, en den groot-kanselier van den troon
Mijne heeren, wilt mij volgen, het is tijd
om te beraadslagen.
Hij verwijderde zich, omgeven door zijn
leger-cbefs.
Michel zeide tot zijn vriend
Kent
u in
lent gij geen discipline meer ?Gij mengt
de beraadslagingen der generaals De
hertog is zeer welwillend maar hij houdt iu
tijd van oorlog niet van grappen.
Houd je kalm, Michel, wijlen Zonicpolski
de vader, was een leeuw op het slagveld, en
hij volgde mijn raad en hij heeft tweemaal
over Gustaaf Adolf gezegenvierd.
Hebt gij niet de bewonderde verrassing van
Yaréma bemerkt, toen ik hem het idee van
een uitval aangafAls God ons de over
winning geeft aan wien komt dan de eer toe
Commandant Zawila kwam nader
Welnu 1 graven zij genoeg in den grond
zeide hij, de arm in de richting der verdedi
gingswerken der kozakken.
Ik wou dat het echte varkens waren,
van
evenwel het feit, dat zij lezeu en schrijven
kon. 't Meisje werd de school uitgesleept en
stond op straat aan allerlei gruweldaden
bloot. Eindelijk kwamen de Kozakken. Zij
hoopte thans van haar kwelgeesten bevrijd
te zullen worden, maar de Kozakken hadden
er heel wat meer schik in, wierpen haar
naar elkander toe, vingen haar op de bajo
net op en begonnen haar in de hoogte te
werpen, zoodat zij ten laatste weinig meer
was dan eeu vormlooze vleeschmassa, waar
uit het bloed op de hoofden van haar beu
len spatte.
Volgens den Petersburgschen corres
pondent van de Daily Mail hebben de uit
gezonden sappeurs bevondeu, dat de werk
stakers de telegraaflijneu voorbij Viborg
Zaterdag zoo vernield hebben dut het herstel
lang zal moeten duren. Bovendien hebben
de stakers gedreigd, ook deu Finschon kabel
te zullen vernielen, zoodra de sappeurs de
landliju willeu her«lelleu.
De anarchie in Rusland is volgens den
correspondent dermate toegenomen, dat ieder
een, zelfs Witte, een dictatorschap verwacht.
Duitsche torpedojagers zijn weer op de
Russische kust gezien de Czaar en keizer
Wilhelm moeten telkens berichten wisselen.
De Peter8burgsohe correspondent van de
Times heeft vernomen dal drie regimenten
te Riga geweigerd hebben, politiedienst te
hernam Zagloba, dau hadden wij goedkoop
beuling.
Chmieluicky ontwierp een geregeld beleg
alle uitwegen zouden afgesneden worden, do
vestingwerken zouden langzamerhand tot het
vijaudelijk kamp gelegd worden, de belegerden
zouden rost noch dnur hebben.
In den nacht van van 16 Juli, vielen Hadko
en Nebaba, twee der beste kozakkenhoufden
op de hertogelijke kwartieren, Hunne troepen
werden totaal in stukken geslagen, 3000
opstandelingen bleven hierbij. Tedorenko
onderging hetzelfde lot. Hij meende de vesting
te kunnen overvallen bij een dichten morgen
dauw, maar kolonel Korf en zijn huursoldaten
sloegen hem terug, de starost vau Krasuostaw
doodde hem en al zijne manschappen.
Drie dagen later had er een verschrikkelijke
aanval plaats. Den voorgaanden nacht had
den de kozakken nieuwe versterkingen gemaakt
en met kanonnen bewapend, juist tegenover
het kwartier van Yaréma. Heel den dag
braakten de stukken hunnen mitrailleuses,
daarna bij de eerste sterren, liepen ontelbare
vijanden ten aanval. Monsterachtige machines
rolden naar de vestingen. Bezijden er aan als
enorme vleugels, hingen bruggen, die men
over de grachten kon werpen, en terwijl dit
geschiedde braakten veldgeschut eu muskotten
hun bommen en kogels uit.
Dat zijn duivelsche, molens, bromden de
soldaten, en Chmielnicki wil ons malen.
De artillerie wierp bom op bom, maar zon
der schade aan te richten.
En golven van kozakken stormden steeds
toe. Dat is een duivelsche uitvinding, die
machines, zeide Zaglcba Dat de grond onder
hen verzinke Die akelige kerels beginnen
me de keel uit te hangen. Geen eten, geen
drinken, niet slapen, de honden hebben een
beter leven dan wij Hé wat een hitte
(Wordt vervolgd.)