Nummer 99.
Donderdag 14 December 1905.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ik.
ÏE VUUR EU TE ZWAAIll).
28e Jaargang,
ANÏ00N TIELEN,
Iuji rËNiAim
Uitgever:
Zij die zich voor
het volgend kwartaal op
dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS.
FEUILLETON.
België.
Engeland.
Noorwegen.
Italië.
Duitschland.
Turkije.
Rusland.
Lg«m
en Luiïslraalxrir Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Adtketentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en*
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeeligc contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
DUNNETJES.
De Algemeene Beschouwingen zijn
dan gelukkig geëindigd. En zouden we
hierover nog iets willen opmerken, dan
is het oven de rede van den Beverwijk-
schen afgevaardigde, den heer Passtoors.
Deze echte Volksspreker zoekt het ook
in de Kamer niet in 't gebruiken van
hooge woorden. Zijne rede, in extenso
in de Maasbode4 opgenomen, is een
voudig van vorm, maar raak van inhoud.
Zij zweeft niet in hoogere steeren, doch
slaat spijkers met koppen, vooral daar,
waar de spreker het heeft over de so
ciale wetgeving. Onze pen trilt, om er
eenige passages uit over te nemen laten
we dit echter voor later bewaren. Nu
nog wenschen we alleen op te merken,
dat de rede van den heer Passtoors is
als de heer Passtoors zelfpractisch, en
opgebouwd in de volle sfeer van het
echte sociale leven.
Maarer staat hier boven dun
netjes*. Welnu, dit slaat niet op de
rede van den Heer Passtoors, zooals de
lezer wel begrijpen kan, maar op
de regeering. Och, wat hebben het de
zes ministrieele heeren zwakjes afge
bracht. Zelfs de bevriende bladen kun
nen het niet nalaten dit op te merken.
Vooral de minister van oorlog is
het »enfant terrible4. Diens vrienden
zullen wel een bedenkelijk gezicht ge
trokken hebben bij de rede van minister
Staal. Hij stak eenvoudig den draak
met bezuiniging
Wat zijn toch de kiezers met een
kluitje in 't riet gestuurd 1 Bezuinigen,
bezuinigen 1 klonk het linksch van aller-
wege. Werken in de richting van een
volksleger 1 Wie lacht daar
De heeren zullen aan hun militairen
kies wel een stekende pijn gevoeld heb-
ben bij des heeren Staals rede.
»Och«, zuchtte een der linksche bla
den nog zoo pas, ikwam voor één keer
Dr. Kuyper maar eens terug, om met
zijn breeden antithesezwaaidat kleingedoe
weg te vagen.4
Jawel, kwam Dr. Kuyper maar Ja,
heeren, toen was het anders. Toen be
antwoordde de minister-president alleen
in twee a drie uren een 30tal sprekers
en deed dit op zoo'n schitterende wijze,
dat de élite van den Haag en ons land
reeds dagen van te voren vlaste op dit
echt oratorisch genot. Toen waren de
loges cn tribunes stampvol, om den
grooten redenaar met volle aandacht aan
te hooren. En nog dagen lang schreven
zelfs de liberale bladen over de heerlijk
schoone, breed opgezette en logisch
samenhangende rede van den minister
president.
En nu
Zes heeren ministers moesten in het
strijdperk. En hunne redevoeringen
Nu, het zij bescheiden opgemerkt, staan
niet ver boven gelijkvloersch en hun
ne vrienden beweren het zelf zeggen
o zoo bitter weinig. Vooral heeft in
nietszeggingskracht uitgemunt Minister
Fock, toen hij het had over Curagao en
Suriname. Ronduit wordt door bevoegde
oorgetuigen beweerd, dat hij hierover
nog niet twee zinnetjes wist samen te
flanzen. En dan wil hij o zoo gaarne
de voetstappen van zijn voorganger
drukken. Nu, wij willen hopen, dat het
den heer Fock eindelijk gelukken moge.
Ook zoo met de andere heeren. Wel
licht, dat ook hier het metier de han
digheid brengt 1
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ.
voor Be Echo van het Zuidenvertaald
door H
VTERDE BOEK.
(111)
HOOFDSTUK IV.
Zij aanbaden hun bevelhebber, eene held
haftige vervoering begeesterde hen voor hen
was de smart een genot. De regimenten wed
ijverden in moed en gehardheid. Men kon
hen niet meer binnen de wallen houden, de
vijand trok hen aan. Eene wilde vroolijk-
beid bezielde de regimenten. Men zou den-
gene, die gesproken had over overgeven, in
de pan hebben gehakt. «Wij willen hier
sterven, zoo ging het als uit een mond.
Eens toen de hertog langs de gelederen
ging hoorde hij het vuur van het regiment
van Lesczyneki minder worden.
Waarom schiet gij niet mijne dapperen
Wij hebben geen kruit meer, Hoogheid
Welnu, gaat het halen
En hij wees naar het vijandelijk kamp.
Toen ging men als een storm van de wal
len en wierp zich als een stroom op de tegen
partij. De kozakken werden op de plaats
Sedood, men nam hen vier kanonnen af, en
e soldaten kwamen terug met tonnen vol
kruit.
Chmielnicki liet het bloed zijner mannen
stroomen zonder genade. De aanvallen brach
ten hem voortdurend enorme verliezen. Hij
meende dat de belegerden ten slotte wel
hunne kracht en moed zouden verliezen maar
de dagen volgden elkander op
Toen gaf Chmielnicki voor onderhandelin
gen te willen aankuoopeu deukende zijn doel
door een streek te bereiken. Den 24 Juli
verzochten de kozakken vanaf hunne wallen
De taal i n België. In de zitting
van den Belgischen Senaat heeft de heer
De Smet de Naeytr. pas tot graaf geadeld
door den koning, zich eene vraag, of er in
een wet sprake was van „alseir.likeuren'
(van de Fransche absiuthe*), rolgenderwijs
uitgelaten
„Je ue suh pa* assez versé en flaraand
pour vous dire s'il n'y avait pas de traduction
plus littérale que celle d' „alsemlikeur".
En (lie man, merkte het Gentsche Volks-
jplang" op, is ter wereld gekomen te Gent,
de hoofdstad van Vlaanderen, met den echt
Vlaamschcn naam van De Smet de Naeyer
Hij zou ook aan Zij se Majesteit moeten
vragen om in 't vervolg te mogen heeten
„MIe comte le Forgeron le Couturier.
Engeland heeft weer een nieuw kabinet.
Om nu alle namen te geven zal wel niet
noodig en dienstig zijn, maar wel dat men
er over het geheel goed mee ingenomen is.
De Nobelprijzen zijn Maandag uitgereikt
Den prijs voor de geneeskunde verwierf
dr. Robert Koch, te Berlijn dien voor de
natuurkundige wetenschappen professor
Lenard, te Kiel, voor diens werken over
kathodenstralen die voor de chemie is toe
gekend aan professor Baeyer, te Munchen,
voor zijn werken over de indigo j die voor
de literatuur aan Ilenryk Sienkiewicz, terwijl
de vredesprijs is uitgereikt aan Bertha van
Süttne.r, voor hair boek „Die Waffen niederl"
Tot het einde toe verloopt de scheiding
van Zweden en Noorwegen op waardige
wijze:
Gdnthcr den Zweedschen gezant, heeft
koning Haakon zijn geloofsbriev. n overhan
digd en bij die gelegenheid gezegd: „Ik
verzoek Uwe M. er verzekerd van te zijn,
dat ik van mijn kant. in overeenstemming
met de opdracht, die mijn koning inij
gegeven heeft steeds zal werken om
elk oprecht streven tot vorming van een
goede verhouding tusschen de naburige
landen te verlichten en te steunen/'
Z. H. de Paus heeft gisteren een consis
torie gehouden en daarin een redevoering
doen hooren, waarvan Havas het volgende
uittreksel geeft. Dell. Vader zeidc verheugd
te zijn het college van Kardinalen oin zich
vereenigd te zien, en Hij zou gaarne goede
tijdingen brengen omtrent het bestuur der
Kerk, maar helaas, de tijden laten dit niet
toe. Het is waar, dat het katholicisme zich
ondanks de hardnekkigste bestrijding hand
haaft, en dat het overal rijke vruchten op
levert, De Paus echter gevoelt een groote
droefheid en vrees, wanneer Hij Zijne oogen
wendt naar de landen welke den schoonen
naam van katholiek voeren. Het is te vree
zen, dat voor dat land het Schriftuurwoord
van toepassing zal worden. „De Scepter zal
uit onze handen worden genomen en gegeven
n een ander volk, dat betere vruchten
levert'. De natie, die tot nu toe de oudste
dochter der Kerk genoemd werd, is thans
voor ons een voorwerp van ernstige onge
rustheid en vrees De wetten tegen de Kerk
en de laatste, welke pas is afgekondigd te
gen de kerkelijke instelliugen en in strijd
met alle wetten van rechtvaardigheid, maken
het noodig, dat Wij, overeenkomstig onzen
plicht, met meer uitvoerigheid en meer klem
onze meening over deze zaak op een guns
tig tijdstip doen hooren.
Er werden drie nieuwe kardinalen benoemd
maar geen enkele Fransche. Ook de 22
bisschoppen zijn nog niet beuoemd maar dit
zal nu spoedig plaats hebben.
aan de soldaten van den hertog om bet vuur
te staken.
Een Zaporoog kwam in het kamp verkla
ren dat de hetmau zich met commandant,
Zawila wenschte te verstaan. Ra een korte
bespreking namen de chefs het voorstel aan.
De oude strijder vertrok. Terwijl hij de
vestingen naderde, groetten de kozakken eer
biedig, want hij had de achting en het ver
trouwen van allen gewonnen, in de jaren dat
hij commissaris der Ukraine was. De beide
legers hadden toen een oogenblik rust. Iu
dozen strijd, waarin beide legers een gelijken
moed aan den dag legden, werden de voor-
oordeeleu uilgewischt, de edellieden behan
delden de Zaporogen als hun gelijken. Dezen
beschouwden met bewoudering deze onueem
bare citadel waartegen de kracht van alle
tartaarf che horden was afgestooten. Beleger
den en belegeraars spraken met elkander, de
hloedvergietiug beweenende, en zij budeu
elkander brandewijn en tabak aan.
Hé, heeren Polen, zeiden de Znporogeu,
als gij u altijd zoo gehouden had, zou er geen
Korsnm noch Pilawiec geweest zijn.
Gij zult ons voortaan altijd zoo zien.
Wat bloed vergoten 1 De honger zal ons
nog overmeesteren.
De koning zal u eerder hebben dan de
honger.
En als de levensmiddelen ons ontbreken
zeide Zagloba, die nooit kou zwijgen, dan
zullen wij die uit uwe magazijnen gaan halen.
Moge het God behagen, dat Zhwiln zich
verstaat met onzen hetman. Anders beginnen
we vanavond den aanval weer.
Tegen middernacht, kwam Zawila te Zba
raz terug.
Chmielnicki had monsterachtige voorstellen
gedaan Hij eischte dat men hem den hertog
zou overleveren, alsook de baanderheer van
den kroon, Koniecpolski, daarna noemde hij
alle grieven der Zaporogen op, en noodigde
Zawila uit om te deserteereu uit de regimen
ten van den koning en van de republiek
Van verontwaardiging was de oude krijger
vertrokken, zonder een blik achter zich te
werpen. Denzelfden avond sloeg de hertog
een nieuwen aanval af. Het voetvolk had de
eer der overwinning. Zij wierpen de drommen
Onder de zeven grootste steden in Duitsch
land is Keulen sedert 1900 het sterkst
toegenomen, van 372,229 tot 425,944 d.i.
een vermeerdering met 14.34 pet. Berlijn
ging in datzellde tijdvak vooruit met 7.7
pet., Hamburg mer 13.4 pet. Munchen met
7.6 pet., Leipzig met 10.2 pet, Breslau
met 10.3 pet. en Dresden met 7 pet.
Onder de steden met meer dan 250.000
inwoners die dan volgen, is Dusseldorp
vooruitgegaan met 18.2 pet., Frsnktort met
16.6 pet. en Stuttgart met 14.3 pet.
kozakken terug, scheiden hen van hun voorste
linies, vernielden hunne versterkingen, ver
brandden ïueer dan tien wagens. Vanaf het
morgeugloren, begon het geweervuur opnieuw
en het opwerpen van nieuwe versterkingen.
De regen viel den geheelen morgen. Men
gaf slechts een half rantsoen uit tot groote
ontevredenheid van Zagloba. Maar de sol
daten, met leegen maag vochten met even
veel woede. Des avonds weer een nieuwe
aanval, de kozakken hadden turbans op 't
hoofd en meenden zoo den vijand in wanorde
te brengen, maar de huzaren lachten met
deze grap. en dreven hun met getrokken
sabel voor zich uit. De nacht was zeer
woelig. Men vocht in troepjes, officieren met
officieren, soldaten met soldaten. Longinus
kou niemand vinden waarmede hij zich kon
meten men schoot op hen) op een afstand.
Maar NVolodowski belaadde zich met veel roem.
Hij legde aan zijn voeten neer een dei-
meest gevreesde medestanders van Chmiel,
nl. Dudar.
Zagloba spaarde zijne krachten niet, maar
vocht ineer met zijn mond, Na zijne groote
overwinning op Burlay, gaf hij voor zich niet
meer met den eerste den beste te kunnen me
ten.
Goed beschermd achter een verschansing van
zoden, riep bij de kozakken met een tentor-
stem toe
Blijf hier die Bmeerlnppen Breek uwe
knooken tegen de muren van Zbaraz. De
lithausche legers komen daaraan van den
Duiepr. Wij zullen de groeten aan uwe vrou
wen en dochters doen.
De woedeude kozakken antwoordden met een
regen van kogels toen verscheen het dikke
hoofd van den edelman van achter den talud
en hij ging verder
Mis, hondengehroed Het is niet als
toen ik met Burlay vocht. Kom toch hier,
ik wantronw u allen. Toe kerels schiet op,
nu ge nog wat tijd hebt in den herfst zult
ge de kleine Tartaren de neus h'dpen snuiten,
of aan onze dijken langs Dniepr werken.
Vooruit I Vooruit Een etuiver voor het
hoofd van uw Chmiel. Leg de hand op hem
ik Zagloba geef u verlof, en anders verdelge
u allen de pest.
I»i diplomatieke kringen beschouwt men
het geschil tusschen de mogendheden en de
Porie uit den weg geruimd door het ant
woord van de Porte op de laatste nota van
de gezanten, betreffende de regeling van het
financieele toezicht in Macedonië, en ver
wacht men dat de internationale blokka le-
vloot spoedig uit deze wateren zal vertrek
ken.
Wat te schrijven van Rusland? Men zou
de woorden uit onze vaderlandsche geschie
denis kunneu aanhalen De regeering is
radeloos, het volk redeloos, het land redde
loos. Want overal komen tijdingen van
Na Chmiel trachtte de khan onderhande
lingen met de belegerden eau te kuoopen.
Zijne Hoogheid wenschte dat de hertog in
persoon met zijn vizier kwam spreken de
ouderhandelingen werden echter geheel afge
broken. Daarenboven niets hield den strijd
tegen- Kannonades, fussilades. aanvallen,
uitvallen, cavaleriecharges volgden elkander
wederom op.
HOOFDSTUK V.
Talrijke krijgers overlaadden zich met roem
in het gedenkwaardige beleg van Zbaras,
maar delier der dichters roemden onder allen,
vooral de daden van Longinus.
Het was een vochtige en sombere nacht.
De uitgeputte soldaten sliepen op hnnne wa
penen. Op tien dagen van onafgebroken
Kanonades en aanvallen volgde een oogenblik
van kalmte.
Van de vestingen der kozakken, die slechts
een dertig pas verwijderd lagen, kwamen noch
de gewone verweoschiugen, noch uitdagingen.
Hier en daar alleen flikkerde een lichtje, het
zwakke geluid van een lier klonk in de verte,
een kozak zong de liedjes der steppen
verder in het tartaarsche kamp hinnikten de
paarden, terwijl op de wallen de sleepende en
eentonige stem der schildwachten weerklonk.
Huzaren en dragonders waren belaat met den
inwendigen dienst der plaats j hunne officieren
Krétuski, Michel, Longinus en Zagloba op de
vestingen geposteerd, keuvelden zacht,
Wat een vreemde kalmte, zeide Jan.
Wij zijn zoo aan dat leven gewoon, dat de
stilte indruk op ons maakt. Als deze kalmte
maar niet het eon of ander verraad vernergt
Sedert we op half rantsoen gesteld zijn,
is mij alles 't zelfde, verklaarde Zagloba met
woeste stem. Mijn moed heeft drie zaken
noodig: goed eten, goed drinken, goed Blapen.
En ik heb een dorsten miju schoenen
gapen ook al, als een visch op 't land.
Uwe schoenen zullen minstens het water
opslurpon, zonder dat ze er tegenzin in
krijgen...
Gij deed liever te zwijgen, Michel.-
Gij, die zoo dik zijt als een kwartel, kunt
u wel met een korreltje gerat verzadigen.
wilde gebeurtenissen der menigte en vau
ontactvol optreden der regeering. Maar wel
gelooven we dat land en volk dieper zinken
in den poel der revolutie.
Vrijheid van drukpers is gegeven, maar
't lijkt niet op hetgeen 30 October werd
beloofd de behandeling van Polen in regel
rechten strijd met de in den loop des jaars
uitgevaardigde manifestenhet dictatoriale
optreden tegen post- en telegraafbeambten,
de lof, den kozakken to gezwaaid voor hun
onvermoeide trouwe diensten op het oorlogs
veld en binnen het rijk, gezien de ten
hemel schreiende gruweldaden dier woeste
lingen tegen weerlooze slachtoffers, het oog
luikend toelaten, om geeu steikere uitdruk
king te gebruiken, van de beluchte „zwarte
sotniën' en zooveel meer wijst er op, dat
het de regeefing nog geen groote ernst is
met haar verklaring in haar jongste com
muniqué, dat zij vast besloten is de her
vormingen in het manifest van 80 October
ten uitvoer to leggen. Het doet voor alsof
de Russische reveering door een taktiek van
paaien met belofltn en meer of minder
handig talmen de krachten der oppositie
tracht uit te putten in de hoop dan op een
goeden dag door een krachtige hand als die
van Trepof of grootvorst Wladimir in eens
het oude regime voor 't grootste deel in zijn
ouden reactionairen luister te kunnen her
stellen, Daarmee wil allerminst gezegd zijn,
dat haar dit nog ooit weer lukken zal.
Ondertusschen blijkt het dat 't te Char-
bin in het Verre Oosten werkelijk bar is
toegegaan, daaraan valt nu wel niet meer
te twijfelen.
Na beschreven te hebben hoe dagelijks
duizenden deserteurs te Charbin aankwamen
en hoe daar de levensmiddelen opraakten,
zegt een correspondent dat een trein naar
Wladiwoslok werd gezonden, bemand mei
vrijwilligers. Men maakte gebruik van het
oproer in die stad, om in de staatsmaga-
zijnen een ontzaglijke hoeveelheid levens
middelen buit te maken. De muiters ver
overden ook eenige revolverkanonnen, ge
weren, bajonetten en duizenden patronen.
Met dien buit keerden zij met den trein
naar Charbin terug. Aan het station stond
een joelende bende soldaten die juichten
toen zij zagen, wat hun kameraden mede
brachten.
Nu begon een groote zwelgpartij. De kis
ten me» wijn en 9terken drank werden stuk-
Maar ik, ik heb eten en drinken noodig.
Ik beu een raensch en geen meikever.
Stilte, zeide Krétuski, men komt.
Zij zwegen en een schaduw hield vlak voor
hen stil. Men vroeg met zachte stem
Waakt gij
Wij waken, Hoogheid, antwoordde Jan,
zich oprichtende.
Dus is 't in ordeDeze stilte kwam
me wat verdacht voor.
Eu de hertog verwijderde zich om verder
de rondte te doen en alles zelf te inspecteeren.
Wat een bevelhebber 1 zeide Longeniui
met bewondering.
Hij rnst minder dan een zijner soldaten,
lederen nacht loopt hij alle versterkingen
door.
Dat God hem kracht en vertrouwen
schenke
Amen.
Stilte heerschte alom. Zij trachtten de duis
ternis te doorboren en zagen dat bij de ko
zakken, alle vuren gedoofd waren de vijand
scheen te slapen.
Wij moeten hen overvallen, zeide Wolo-
dowski.
Wie weet hernam Jan.
Ik heb zooveel slaap noodig, dat mijne
oogen bijna uit hun kassen pnilen.
Ik hen benieuwd te weten, wanneer het
onB veroorloofd zal zijn eens goed uit te slapen.
Maar Michol viel hem in de rede eu trok
hem bij den arm
Houd stil. gromde hij.
Hij ging naar de punt vau den wal en
luisterde met het oor uaar de vlakte.
Ik hoor niets, zeide Zagloba.
De regen overstemde ieder geluid.
Wolodoweki gaf eeu teeken, dat men hem
niet moest storen, hij luisterde nog een mi-
nuut en kwam toen naar zijne collega's terug
zeggende
Past op-.», daar zijn ze.
Waarschuw de hertog antwoordde Jan
wij zullen alarm maken Zij volgden de borst
wering en waarschuwden hier en daar de
schildwachten.
Let op, daar zijn ze 1
(Wordt vervolgd