ïïs u miner 101.
Donderdag 21^December 1905.
aargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
iliï i te mm.
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
N ieu wj aars wensch
van 30 Cent.
F EO ILL KI OA.
BUITENLAND.
Spanje»
Italië.
Turkije.
0a
IJ I T G K V E R
Wederom bestaat er ge
legenheid om in ons nummer dat
1 Januari verschijnt, vrienden,
bekenden en afnemers, een
ie brengen, tegen den lagen prijs
Dit is een weinig kostbare en
doelt rellende heil wensch, waarvan
wij de, opgaven helst zoo spoedig
mogelijk inwachten.
Wij raden dit niet alleen de
inwoners van Waalwijk aan, maar
ook uit de talrijke omliggende
plaatsen waar ons blad algemeen
gelezen wordt.
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door H
VTERDE BOEK.
HOOFDSTUK V.
(113)
n het Zuiden,
niil«(jksrkf en LiBSNlmlsrkr Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o 11 n e m e n t 9 p r ij s per 3 maanden f ü.~5.
l'ianco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJS.
Adtki/tkntiMn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
wri
Nederland en België.
Afgaande op hetgeen over eene nau
were aansluiting van ons land met België
in de Tweede Kamer is gezegd, kan
men wel besluiten, dat dit denkbeeld
nog lang geen ingang gevonden heeft.
De oud-Minister van Buitenlandsche Za
ken, de heer De Beaufort, die in dezen
dus wel een gezaghebbende stem mag
toegekend worden, heeft onomwonden
zijn" stem hiertegen verheven. »Onze bui
tenlandsche politiek",zoo zeide hij, moest
zich kenmerken door bescheidenheid en
zelfstandigheid. Wij moeten trachten te
leven in goede verstandhouding met alle
Mogendheden, doch zonder nauwere
aansluiting aan een enkelen Staat. Wijs
diplomatiek beleid kan ons meer vrij
waren voor moeilijkheden en gevaren
dan militaire maatregelen". Het is te
begrijpen, dat deze taal naar den zin
was voor de sociaal-democraten, die im-
mers als verwoede anti-militairisten be-
kend staan.
De heer Tak, hoofdredacteur van »Het
I Volk" zat dan ook onder de rede van
1 den heer De Beaufort herhaaldelijk goed
keurend te knikken.
En toen ook de heer Tak in dezelfde
lijn sprak als de heer De Beaufort, zat
deze op zijne beurt goedkeurend te
knikken. Natuurlijk deed de heer Tak
het in wat meer gepeperde termen. Nu,
anders was het ook niet socialistisch
genoeg. Doch zie hier nu een ter
rein, waarop de beide uiterste vleugels
der linkerzijde elkander raken. Hier dus
een roerend samengaan. Het is waarlijk
een revelatie (ontdekking) zouden we
met den heer Kolkman willen zeggen.
Het laatste woord zal echter in deze
quaestie nog wel niet gesproken zijn.
De N. Rott. Crt. en de Heer
Passtoors.
De N. Rott- Crt. onderwerpt de rede
van den heer Passtoors aan critiek. Zij
begint met te zeggen, dat het de moeite
loont, 't door den afgevaardigde van
Beverwijk in de Kamer gesprokene in
verband met de sociale wetgeving in de
Handelingen te lezen De heer Passtoors
toch is de woordvoerder van een zeer
talrijke groep arbeiders en daarom, zoo
gaat ze voort, moet aan hetgeen hij zegt
omtrent sociale wetgeving belangstelling
geschonken worden.
De heer Passtoors zal werkelijk heel
vereerd zijn door die belangstelling van
de »grrroote N. Rott. Crt." Maar 't
is geen belangstelling, die honing zoekt.
Oordeele
In zijn rede van den 5en December
begon de heer Passtoors met er op te
wijzen, dat nadat eerst door de arbeiders
de troonrede met spanning tegemoet
werd gezien, daarop teleurstelling is
gevolgd.
Hoor hem klagen roept nu de N.R'.Ct.
En dan wijst zij er op, dat de heer
Passtoors heeft gezegd, dat door de vorige
regeering in het laatst van het derde
jaar »de arbeidstafel opgediend en ge
reedgemaakt was tot aanzitten".
Maar waarom hebt ge dan niet toe-
getast en u tegoed gedaan
Er hadden dan niet een jaar later
lloldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ.
Welnu beminde vriend God zal mij
geleiden, als 't mij zalig is, en anders zal ik
de eeuwige belooning ontvangen.
Ja, maar 1 «voren zult gij verschrikkelij
ke martelingen doorstaan
Ik zal geheel uit mij zelf gaan, broeder,
hernam Longinus, met eene stemverheffing
den Lithuaniers eigen
Hoort gij het schreeuwde Zagloba buiten
zich zeivenMaar, ongelukkige dat men
u liever het hoofd afsuijde, dat men van U
een kanonskogel geve, of dat men u uit een
kanon over 't vijandelijk kamp sehiete dat is
het eenige middel om er door te komen.
Laat mij mijn gang gaan broeder, zeide
Longinus bijna emeekond
Gij zult niet alleen gaan, zeide Jan, ik
ga ook.
En ik, voegde Wolodowski erbij, zijn
hand aan zijn sabel.
Zagloba ïiam het hoofd tnsschen de handen.
Zij zijn gek schreeuwde hij, gek genoeg
om vastgezet te worden. En ik ook, en ik ook
„Wat wil dat zeggen Wat beteekent een
dergelijke moed V Hebben die smeerlappen
ginder nog te weinig van ons kostbaar bloed
vergoten Gij hebt nog niet genoeg aan 't
gevaar dat we hier doorstuan i Loopt dan
naar de duivel, het lust mij niet meer met u
te spreken. Dat men u alle drie den nek
afsnijde!
Hij gesticuleerde geweldig, en liep van den
eeuen kant der tent naar den andere.
I anderen kunnen komen, om eenige der
beste gerechten voor uw neus weg te
j nemen, zooals gij nu klaagt.
Maar de heer Passtoors weet wel be-
ter, zegt ze. Er stond in Kuyper's derde
jaar geen »arbeidstafel" opgediend en
gereedgemaakt tot aanzitten. .Het lijkt
er niets naar. Er was dit is waar
een rijkelijk menu, zelfs wel wat over
laden, maar toen het tijd van opdisschen
was. was er niets gereed.
Zoo, N. Rott. Ct. was er niets gereed.
En aan wie de schuld, dat er niets
in staat van wijze was Zekei niet aan
de regeering, want die was klaar met
haar ontwerpen. Deze waren alle bij den
Raad van Staten of reeds bij de Kamer.
Doch door wiens toedoen konden zij
niet in behandeling komen Door de
groote praatzucht der linkerpartijen over
de onderwijswetten. Deze voerden stel
selmatig hiermede eene oppositie, welke
vlug werken onmogelijk maakte. Boven
dien, al drukten ook de woorden van den
heer Passtoors, al te letterlijk opgeno
men, niet mathematisch juist den be
doelden toestand uit, ontegenzeggelijk
is in Juli door de linkerpartijen de rijk
voorziene sociale tafel omvergeworpen,
om, zooals zich de toestand nu laat aan
zien, gewoonweg omver te laten liggen.
Wie kan er toch aan gelooven, dat nog
in deze peiiode eene ouderdoms- en
invaliditeitsverzekering zal komen, waar
tot nu toe de minister van financiën nog
geen enkel positieve bron heeft kunnen
opgeven, waaruit hij de noodige gelden
voor die veeleischende wet zal putten.
De regeering wil toch zeker nog met
een beter ontwerp aankomen dan het
ministerie Kuyper 1
En dat zal dus nog meer naar duiten
vragen dan 't ontwerp van dit ministerie.
Met dikke woorden komen we er niet,
N. Rott. Crt. Daarbij, mag dit blad, als
zijnde een der spreekbuizen van de Oud
Liberale fractie, waarlijk wel wat lager
toontje zingen over sociale wetgeving.
Haar partij wil toch liefst sociale wetten,
die het minst kosten.
Doch er is nog meer. De N. Rott. Crt.
valt in het vervolg van zijn artikel over
het woordje, »blijkbaar"; waar de heer
Passtoors zegt, dat de vorige regeering
de zaak blijkbaar" voor gedeelte
God zal mij'straffen, zeide hij dat ik mij
heb aangesloten bij dergelijke verwaande
menschen. Ik moest werkelijk in ernstiger
gezelschap leven. Het is wel voor mij 1
Daarna ging hij woedend, met de handen
gekruist op den rug, vlak voor Jan staan.
Wat heb ik je gedaan, zeide hij, dat gij
op dergelijke wijze mij vervolgt?
Ik, u vervolgen God beware ma daar
voor 1 Hoezoo
Dat Longinus dergelijke zotbeden uitvindt,
heeft mij niet verwonderd zijn geheel ver*
stand ligt in zijn vuisten en nadat hij drie
hoofden van nog drie grootere stommerikken
van het rijk van den padsjah heef afgesla
gen, heeft hij dat beetje gezonde verstand, dat
hem overbleef nog verloren.
Ho, ho protesteerde de Lithauwer.
Yan hem daar verwondert het mij even
min, vervolgde Zagloba, op Michel wijzende.
Hij kan zich desnoode in den schoen vau den
eersten den besten kozak verbergen. De H.
Geest heeft hen nooil iets ingegeven noch den
een noch den ander. Maar dat gij, kolonel,
hen in deze dwaasheid wilt bijstaan, door ons
alle vier aau een zekeren dood bloot te stel
len dat is overmaat van zotheid
Wat, ons alle vier zeide Krétuski- Wilt
gij ons gerelschap houden
Gij noodzaakt mij daartoe, schreeuwde de
oude edelman, zich op de borst kloppend, of
allen te samen, of geen Dat mijn bloed op
u kome Dat zal mij dienstig zijn in de
toekomst, bij de keuze mijner vrienden.
Zagloba murmelde Jan bewogen.
En de drie vrienden omgaven hem maar
hij stootte hen terug, tierende en vloekende.
Loop naar de duivel Ik heb jullie ju
daskus niet noodig
Op dit oogeublik donderden de kanonnen.
Zagloba wendde zich triomfantelijk tot hen.
Dat is niet genoeg voor u
Een» eenvoudige fusillade
Eene eenvoudige fussilarde Het halve
leger is er mede gemoeid en gij spreekt
daar zoo onwaardig over.
Houd moed, hernam Longinus.
Stilte donderde Zagloba. Gij zijt de
schuldige, gij hebt deze stomme ouderneming
uitgedacht.
klaar had.
Wat zegt men van zulk eene voor
stelling van zaken roept ze uit. Eerst
heette het, dat onder Kuyper de «ar
beidstafel» gereedgemaakt was tot aan
zitten, maar dat de tegenwoordige
regeering eenige der beste gerechten en
daaronder de ouderdomsverzekering van
de tafel wegnam, en nu heet het, dat
de vorige regeering de zaak «blijkbaar»
voor 8/e gedeelte klaar had, dus in elk
geval niet zoo klaar, dat de arbeiders
het gerecht maar naar den mond te
brengen hadden.
Wij geven toe dat de heer Passtoors
hier zich «blijkbaar» gedeeltelijk tegen
spreekt, doch het is slechts schijnbaar.
Immers, zijn bedoeling kon na het eerst
aangevoerde niet anders zijn, dat de
vorige regeering de zaak zoo ver klaar
had als het «der regeering» was- Het
verdere was aan de Kamer. Het ware
in dit verband misschien wel beter
geweest, dat woordje blijkbaar weg te
laten, vooral voor zoo'n letterziftster als
de N. Rott. Crt., doch de bedoeling is
voor een onbevooroordeeld lezer duide
lijk.
En wanneer de N. Rott. Crt, het
metier van ziften, dat ze schijnbaar zoo
goed schijnt te kennen, verder wil voort
zetten, laat ze dan eerst bij de regee
ring zelve beginnen. Of herinnert ze
zich niet dat deze niet van een ver
keerd woordje wordt beschuldigd, maar
zelfs van een geheele blunder, als b.v.
de min. van Binnenlandsche Zak;n in
zake grondwetsherziening. Trouwens, het
geheele optreden van dien kant is ook
nu weer klein. Over deze dingen valt
men, doch hoe trachten ze het kromme
niet recht te praten, van hetgeen de
minister van oorlog heeft gezegd. En
hoorde men de N. Rott. Ct. kikken over
den minister van koloniën, waar deze
o zoo zwakjes in zake Suriname en
Curacoa debuteerde Ja, tracht ook dit
blad met vergoelijkende woorden niet weg
te doezelen den over 't algemeen niet
gunstigen indruk, dien het ministerie
«in massa» heeft gemaakt. Verspilt
toch, N. Rott. Crt., niet uw kruit op een
min of meer onjuiste uitdrukking van
een afgevaardigde rechts, dat is «klein
werk» en bovendien, hoe velen zouden
er niet uit de redevoeringen van uwe
eigen partijgenooten te halen zijn I
Dit is geen werk voor zulk een groot
blad I Dat is klein gedoe
Ik ga zelf, broeder, herbaalde de Lit
hauwer, onverstoorbaar.
Gij gaat gij gaatik weet wel waarom
Gij wilt nu hniten de vesting zijn, nu gy
uwe belofte volbracht hebt Gij wilt nu zeker
de wufte wereld in en u ophouden met een
zeker soort menschen gij wilt u slecht
gedragen als Maar ga gij wilt God be-
leedigen.
Ho, vadertje, zou ik
En de onschuldige Longinus hield beide
ooren dicht.
Wij kunnen niets besluiten zonder don
hertog, merkte de starost op- Zijne Hoogheid
zal op het kasteel zijn, laat mij hem onze
plannen toevertrouwen en zien wat hij er van
zegt.
De hertog zal u met mijne woorden ant
woorden zeide Zagloba met opgehelderde
trekken.
Het kanon bulderde zij moesten de wapen
plaats over onder een regen van kogels De
hertog had zijne tent rechts van de vestingen
De estafelteu stonden er geposteerd, en
wachtten de bevelen af. Hunne paarden, die
met gerookt vleosch gevoed werden en een
brandenden dorst leden, kouden niet op hun
ne plaats blijven. Zoo was het met de geheele
cavalerie. Als zij chargeerde, meende men een
troep, gevleugelde paarden met griffioenskop
pen te zien.
Is de hertog in zijn tent, vroeg de starost
aan een der ruiters.
Ja met den commandant der artillerie,
antwoordde de officier van dienst.
De starost trad het eerst binnen, zonder
zich te laten aandienen zijne metgezellen
bleven voor d» tent staan.
Een oogenblik later, werd het doek opge
licht en verscheen de artillerie-commandant.
Zijn Hoogheid verzoekt u binnen te ko
men, mijneheeren.
Zagloba liet zich dit geen tweemaal zeggen.
Hij twijfelde er niet aan, of de hertog zou
weigeren zijne beste officieren aan een gewissen
dood prijs te geven, groot was zijne verba
zing, toen hij hem hoorde zeggen
De starost heeft mij omtrent uwe plan
nen ingelicht, en ik stem er volkomen mee in-
Wij zijn slechts gekomen om de mach-
Een geldschandaal is in Spanje ontdekt t
Men wijst met name den senator Cayorsz
en een Parij?ch bankier als schuldige aan. Zij
zouden door Spaunsche papieren te voor
zien rail een stempel, beteeleneude dst de
rente in goud in plaats van zilver betaald
moest worden, aan de staatskas een schade
van 36 millioen pesetas hebben berokkend.
Ret miuisterie-Fortis is afgetreden. De
koning heeft den voorzitter ran den Senaat
eu dien rau de Kamer ontvangen.
De Kamer stemde Maandag over den
modus virendi met Spanje de regeering
leed de nederlaag 277 stemmen werden
tegen, 124 voor uitgebracht; vandaar haar
aftreden.
Het kabiuet Fortis was den 28en Maart
het miuisterie Giolitti opgevolgd.
Het gerechtshof te Coustantinopel heeft
den Belgischen onderdaan Joris en vier
Aimeniërs, ziju medeplichtigen, alsmede
zestien andere beschuldigden, allen betrok
ken in den aanslag op den sultan, ter dood
veroordeeld.
In den loop van het verhoor zei Joris,
dat hij sedert lang begaan wa9 met het lot
der Armeniërs, de slachtoffers van den sultan.
Maar in België laat men de zaak zoo
niet, overal worden groote proteatvergade,
ringen gehouden om den Belg te redden.
Eu de regeering zal ingrijpen omlat zij
weet, het geheele volk achter zich te hebben.
De Porte-zaak is uit Zondagavond
plaatsten de Porte en de gezanten d-r mo
gendheden hunne handteekeningen onder
de definitieve overeenkomst betreffende de
financieele regeering voor Macedonië. De
schepen van het internationale eskader heb
ben zonder verwijl de Turksche wateren
verlaten.
tiging van uwe Hoogheid te krijgen, gij alleen
kuut beschikken over ons bloed.
En wilt gij alle vier gaan
Monseigneur, kwam Zagloba tusscben-
beiden, zij hebben dit idee van een waagstuk
gekregen, ik niet. God zij mij getuige, ik
wil niet op mijne verdiensten pochen als ik
er ooit gebruik van gemaakt heb, is dat omdat
men mij niet van lafhartigheid zou kunnen
beschuldigen. Zeker het zijn dappere krijgers,
Krétuski, Wolodowski en Longinus PotbipieU
maar ik geloof dat Burlay, de reus dien ik
heb verslagen, om maar alleen van hem te
spreken, niet onder behoefde te doen noch
voor Bardabut, Bohun of drie Janitsaren.
Maar men moet een onderscheid maken tus
schen moed en dwaasheid. Wij hebben geen
vleugels eu ook onder den grond door komen
we nooit voorbij de vijandelijke gelederen.
Dub gij gaat niet mee met die heereu
zoide de hertog.
Ik heb gezegd dat ik het gek oordeelde
er heen to gaan, maar niet dat ik niet mee
zou gaan. Omdat ik eenmaal in hun gezelschap
gekomen ben, zal ik erin blijven tot t laatst,
tot vergeving mijner zonden Moar omdat ik
absoluut het nut van hun dood niet inzie, vlei
ik mij dat uwe Hoogheid hen zelf zult redden,
door hun de permissie te weigeren.
Dat is uw zaak of ge uw vrienden in 't
gevaar niet wilt verlaten, antwoordde de
hertogmaar gij vergist u als gij vtn mij
eene weigering verwachtik neem het offer
van u allen aan.
Vervloekt, gromde Zagloba, de vuisten
ballend.
Op dit oogenblik trad Firley de tent binuen.
Monseigneur, zeide hij, mijne mannen
hebben een kozak gevangen genomen, die
nieuws brengt de vijand bereidt een
nieuwen aanval voor.
Ik wist het reeds, hernam de hertog.
Alles is klaar. Dat men haast make om
dubbele schanseu tijdig gereed te hebben.
Ze zijn bijna in orde.
Des te beter Wij zullen er ons voor
den nacht nog installeeren.
Toen richtte hij zich tot Krétuski sn zijne
vrienden zeggende
Begunstigd door de dnisternis, en in ae
hitte van den stryd, zoudt gij het kamp
kunnen verlaten.
Bereidt uwe Hoogheid een uitval voor
vroeg Firlev.
Ja, ik zal hem zelf leiden. Maar iets
anders houdt ons nog bezig. Deze heeren
hebben aangeboden om door de vijandelijke
gelederen heen te dringen en den koning van
onzen toestand op de hoogte te brengen.
Hij zette groote oogen op en bekeek stuk
voor stuk die dapperen der dapperen.
De hertog glimlachte. Hij was trotsch op
den moed zijner soldaten, en men kon hein
niet beter vleien dan daarover zijne bewonde
ring te betuigen.
Zeer Beker, riep hy uit, alles is nog niet
verloren zoolaug er zulke kerels zijn instaat
tot zulk eene heldhaftigheid. Neen, neen, eu
ik zal uw niet van uw grootsch plan afbrengen.
Zagloba, rood van woede, snoof als een «tier.
De hertog scheen eenige oogenblikken na te
denken en zeide toen
Ik wil niet te vergeefs kostbaar bloed
vergieten een onder u gaat eerstals hij
omkomt, zullen de kozakken uns dat wel doen
weten een andere volgt; dan, zoo noodig de
derde en vierde. Maar als God het wil, sal
de eerste reeds zijn doel bereiken.
Monseigneur onderbrak Jan.
Het is beslist. Hij zal 't eerst de reis
aanvaarden, die 't eerst op het idee kwam.
Ik dus, riep Longinus, verheugd uit.
Gij vertrekt vanavond onder of na den
slag, verklaarde de hertog Elke brief voor
Zijne Majesteit is overbodig. Gij zult den
koning rekenschap geven, van hetgeen gy
iedereu dnc bier ziet. Als teeken neem aeaen
ring, waarin mijn wapen is gegraveerd.
Longinus kreeg den ring en boog. Wismo-
wiecki sloot hem in rijne armen*
Dat God U bescherme en leide, zeide hy
met eene bewogen stem, en eveneens de H.
Maagd, koniDgin der Engelen, Amen
Amen hernamen Sobieski, Firley au de
commandant der artillerie.
(Wordt vervolgd.)