Nummer 102.
Zondaa 24 December 1X05.
ti8e Jaargang,
J
J
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
FA
TF Vl llt I TE mm.
"bekendmaking.
ANTOON TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen.
Nieuwjaarswensch
van 30 Cent.
FEUILLETON.
i T (5 E v e li
WAALWIJK.
U UHJI
Wederom bestaat er ge
legenheid om in ons nummer dat
1 Januari verschijnt, vrienden,
bekenden en afnemeis, een
te brengen, tegen den lagen prijs
Dit is een weinig kostbare en
doeltreffende heilwensch, waarvan
wij de opgaven liefst zoo spoedig
mogelijk inwachten.
Wij raden dit niet alleen de
inwoners van Waalwijk aan, maar
ook uit de talrijke omliggende
plaatsen waar ons blad algemeen
gelezen wordt.
Ja.
De Echo van het Zuiden
Waalwijksclie en
Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
abonnementsprijs per 3 maanden f 0.~5.
K ran co per post door liet geheele rijk t 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aau den
Uitgever.
Advkrtkntibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3n.aal ter plaatsing opgegeven,
worden liniaal berekend. Voor plaatsing van een g--oot aantal regels en
advertenties bij abonnement wordeu specirle zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Met innige ontroering ziet de Christen
steeds het Kerstfeest naderen, zelfs de
lauwen kunnen aan de heilige bekoring
van dezen beteekenisvollen gedenkdag
niet ontkomen. Er ligt dan ook over het
geboortefeest van Christus een waas van
hooge poëzie, die uiting vond en nog
steeds vindt in hooggestemde lyrische
ontboezemingen van talrijke dichters
Wie kent niet die heerlijk mooie reij uit
Vondels »Gijsbrecht van Aemstel".
O Kerstnacht, schooner dan de daegen I
En hoe treffend schildert Dr. Schaep-
man in zijn >Vondel" het eigenaardig
schoone van Vondels poëzie, vooral daar,
waar de groote dichter 's Heeren ge
boortefeest bezingt.
Maar neen, des kunstnaars oog
heeft eindloos meer genoten,
Toen hem uw beeld verscheen
Hij heeft een heil'gen gloed
de vormen doorgegoten,
En langs uw trekken heen
Speelt nog de volle drift,
die Aemstels krijgerscharen
Bezielde in stervensnood,
Ja. tot der zaalgen koor
den menschengeest deed varen,
Om uit der liefde schoot,
Om van der Englen harp
den wiegezang te rooven
Voor 't Kind der Moedermaagd,
Dat zich het kribjen koos
vóór 't licht der hemelhoven,
En 's aardrijks kroone draagt!
Maar waar zouden we moeten eindi
gen, als we wilden citeeren uit alle dich
ters, die de Kerstmisnacht inspireerde 1
In elk geval is 't een doorslaand bewijs,
dat hoogstaande geesten nog met volle
piëteit geloofden eh gelooven aan een
God, die Zijn eenigen Zoon als hulpe
loos kind ter wereld liet komen, om de
ongelukkige menschheid te verlossen.
Hoevelen van hen, die zich >intellec-
tueelen" of wetenschappelijke menschcn
noemen, staan daar in onze moderne
wereld niet tegenover, die loochenen de
godheid van Christus, die Hem wèl één
der beste menschen noemen, doch met
een breed handgebaar en een waanwij
zen trek op 't gelaat zijn godheid af
wijzen. Hoe is 't mogelijk hebben we
ons al dikwijls afgevraagd. Deze men
schen noemen zich wetenschappelijk,
velen onder hen zijn zelfs beroemde ge-
schiedvorschers en toch dit histo
rische feit bij uitnemendheid meenen zij
te moeten terugbrengen tot het rijk der
mythenWij kunnen niet anders dan
dezulken diep beklagen en biddend voor
Heldenronmn vau HENRYK SIENKIEWICZ.
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door H
VIERDE BOEK.
(114)
HOOFDSTUK V.
hen hopen, dat het Christuskindje ook
voor hen het licht eens zal doen opgaan.
Dan zullen ook zij inzien, dat het Kerst
feest niet alleen is een religieuse, gods
dienstige herdenking maar dat de komst
van Christus ook met zich bracht het
heil voor alle andere menschelijke ver
houdingen, zoowel burgerlijke als poli
tieke en sociale-
Door velen onder de christenen, wordt
deze lichtende zijde van Christus' komst
op aarde slechts half of in 't geheel niet
gezien. En toch is deze beteekenis van
het Kerstfeest van zoo'n hoogen ernst
en breede strekking. Niet minder dan
een Mgr. van Ketteler wijst er in een
zijner belangrijke geschriften met nadruk
op. Trouwens de geschiedenis is daar,
om met feiten te staven, dat met de
komst van Christus en het christendom
alle menschelijke verhoudingen zich lang
zamerhand ten goede wijzigden. Kwam
het »Hebt uw naasten lief gelijk u zei
ven" niet in de plaats voor »Oog om
oog, tand om tand Werd de slavernij
als een onmenschwaardige instelling niet
door het christendom bestreden?
Predikte niet de Godmensch, dat voor
God alle menschen gelijk waren, en dat
dus de hemel voor allen, zelfs den minste
onder de minderen, openstond tegenover
de hartelooze heidensche leer, dat vrou
wen, kinderen, noch grijsaards het >Wal-
halla" konden binnengaan. Hief niet het
christendom de vrouw als levensgezellin
van den man uit haar schandelijk verne
derenden staat op, waarin de begrippen
van het heidendom haar geplaatst hadden?
Doch ook nog in onze dagen moet
.wel degelijk in 't oog gehouden worden,
dat Christus niet alleen daarom de Hei
land der wereld is, omdat Hij onze zielen
heeft verlost, maar ook, omdat hij het
heil voor alle menschelijke verhoudingen,
burgerlijke politieke en sociale, voor ons
bracht. Hoe heerlijk is deze zending van
De hertog kon zijne tranen niet weer
houden. Maar een gloed van ijver ver
lichtte de borat van Longiuus en blijdschap
vervulde zijne zuivere, heldhaftige en een
voudige ziel.
De vier vrienden verlieten de tent van den
hertog.
Bah, bromde Zagloba daar zit ine iets
in de keel, dat ik niet kwijt kan worden....
Mijn tong is bitter als absinth..... En die
kerels daar schieten maar 1 Zeker 't leven
is zoo vervelend.
Bonjour heeren zeide Lcnginus.
Wat?.-, nu reeds! waar gaat gij
heen.
Naar pater Mucha, ik ga de biecht
spreken, moet ik me dau niet van mijne
zouden zuiveren.
Hij ging met groote passen naar het
kasteel.
Hij kwam niet terug voordat de eerste
kanonslagen den aanval aanduidden. Deze
zou veel verschrikkelijker worden, dan die
men tot heden had doorstaan. De vijand
viel het poolsche leger aan, op het oogeu-
blik dat het zijn achterwaartsche beweging
uitvoerde, op da nieuwe reeks vestingen.
Een oogenblik zou mei gedacht hebben
dat dit hat.djevol personen zou verdwijnen
onder dezen verschrikkelijken overval van
meer dau 200.000 krijgers. Het werd een
gevecht van man tegen man, eene afgrijse
lijke verwarring, waarin men de zijnen niet
meer kon onderscheiden. Chinielnickj ont
plooide al zijne macht. De Khan had het
voorzien, hij wilde geen enkel zijner Tar
taren aan deze vruchtelooze aanvallen w.»gen
Na drie uren van wauhopigen strijd waren,
de kozakken overal teruggestooten. Stukken
van vaandels aau de voeten van Yatérna,
kanonnen, ontelbare wapens, dat waren de
oorlogstropheën.
Onder dezen nachtelijken slag, trachtten
vier personen met voorzichtigheid naar het
einde der vestingen in het Westen te komen
Houdt uwe pistolen in orde zeide
Jan. Twee afdeelingeu blijven den geheelen
nacht op wacht. Als gij een pistoolschot
afgeeft komen wij u direct te hulp.
Het is donker als in een put, zeide
Zagloba.
Sstonderbrak Wolodowski, ik hoor
leven.
Het is niet»het reutelen van
eeu doode.
Het best zou zijn als gij het eiken
bosch kondt bereiken.
Miju God mijn God, zuchtte Zagloba.
Het zal binnen drie uren dag zijn.
Vooruit, dus zeide Longinus.
Vooruit, herhaalde Krétuski met eene
gedempte stem.
Dat God u leidc
Vaarwel broeders, vergeef mij als ik
u ooit leed heb aangedaan.
Gij, leed, sohreeuwde Zagloba, hem
in zijn armen drukkend, zacht lam.
Krétuski en Wolodowski omhelsden hem
op zijn beurt. Diepe zuchten ontsnapten
aan hun droeve borst. Longinus alleen
het christendom en voornamenlijk van
't Katholicisme belichaamd in de be
roemde encyclieken van Leo XIII z g.
en in het daarop gebaseerde >motu po-
prio" van Z. H. Pius X En hoe practisch
is zij vastgelegd in onze organisatie der
Katholieke Sociale Actie I
Waarlijk de vader van deze bewon
derenswaardige instelling heeft in dui
delijk gevoeld de hooge sociale betee
kenis van de komst van Christus op
aarde en met deze den hoogen plicht
van eiken katholieken voorman, die
vooraan moet staan in de navolging van
waarin Christus ons voorging I
Glorie zij God in den hooge en vrede
op aarde aan den menschen, die van
goeden wil zijn".
Reeds voor ruim negentien eeuwen
klonk dit engelen-loflied over de velden
van Bethlehem en er is minder vrede
op de wereld dan ooit. Met luide, ver
klinkende stem wordt opstand en verzet
gepredikt, wordt de menschelijke samen
leving in twee kampen verdeeld. Het
land van den H. Lode wijk wendt zich
af van den Christus en in de heilige stad,
waar de zichtbare plaatsbekleeder van
Christus zetelt, leidt de katholieke pers
een Jcwijnender bestaan dan in andeie
landen, met een meer gemengde bevol
king. Hoe is dit toch mogelijk en wat
een contrast vormt dit met het boven-
aangevoerde 1 Men vergete niet, dat onze
tijd er eene is, waarin het stoffelijke
meer en meer het geestelijke verdringt
en de aardsche dingen voor velen alle
aandacht vragen. Ook de rechtgeloovi-
gen ontkomen niet aan dezen zich op-
dringenden belangenstrocm. Doch daar
staat tegenover, dat deze materialistische
tijdgeest een verhoogde actie der zede
lijke en geestelijke krachten uitlokt-
Vandaar, dat God ons in Pius X een
wachter op het vaticaan geschonken
heeft, die krachtig heeft laten weerklin
ken zijn: Alles herstellen in Christus 1"
Vandaar, dat naast dien verderfelijken
tijdgeest overal een streven is waar te
nemen, dat dit schoone woord in practijk
wil brengen en den strijd op elk terrein
voor de goede beginselen voert, niet het
minst in ons goede vaderland.
Wij zien dus bij velen een goeden
wil en waar deze aanwezig is, daar is
de factor voor den vrede op aarde.
Welnu, wij, die ons volgelingen noe
men van Christus, laten wij bij dit Kerst
feest ons ernstig voornemen, ook ons
deel, al is het dan nog zoo klein, bij te
dragen tot het verkrijgen van dien be
loofden vrede, niet alleen en dit op
de eerste plaats met ons zeiven en
daardoor met God, maar ook met onze
medemenschen, die allen onze broeders
zijn. Laten wij onzen naam van christe
nen eere aandoen, door te trachten, een
broederlijke samenleving in t leven te
roepen, zooals die bestond ten tijde der
eerste christenen. Legge dit Kerstfeest
ons deze voornemens vast in onze ziel,
dan is het voor ons beslist een
>Zalig Kerstfeest 1"
scheen kalm.
Dat God u beware 1 hernam hij.
Daarna gleed hij van den talud. Weldra
zag men nog een sch-.duw. Nog eenmaal
wierp hij eeu afscheidsgroet naarziju vrienden,
en verdween toen in de duisternis.
Op een paar honderd pas op het kruis
punt van twee wegen, strekte zich een
eike.ubosch, onderbroken door weidevelden,
tot aau een groot bosch uit, dat als 't ware
tot den horizon reikte. Longir.us besloot
zich daarheen te begeven.
Kene gevaarlijke ril; om in dat bosch te
komen, moest hij bijna het geheele vijande
lijk kamp omrijden, en voorbij de wagens en
voertuigen.
Dit gedeelte van het kamp was het minst
bewaakt. Overal anders werden de, wegen,
ravijnen, slooten, roetpa len ieder uar van dag
en nacht bewaakt, door kolonels en somtijds
door Chmieinickjr zelf. Het was zoo donker,
dat Longinus slechts met de grootste voor
zichtigheid vooruit kon komen, uit vreesin
de loopgraven te vallen, die over de geheele
lengte van het slagveld gegraven waien
door de vijandelijke legers.
Hij kwam aan de eerste rij der vooruit
geschoven vestingwerken, waaruit de be
legerden juist vertrokken waren. Hij ging
er door en richtte zich naar de vestingen.
Een oogenblik hield hij stil en luisterde
aandachtig, de vestingen schenen verlaten.
Een groot aautal bleef daar doodstil liggen
de rest wis gevlucht. Longinus stootte bij
iederen pas tegen eeu lichaam. Eeu zucht,
een klachtduidde aau dat allen geen
lijken waren.
Longinus bidde al loopende voor de rust
der dooden. Het rumoer iu 't Poolsche
kamp stierf uit. Hij hield halt om een
lantsten blik achter zich te werpen.
Mijne broeders, zal ik u dau nooit
KA.MKRS VAN AKBE11).
Burgemeester en Wethouders ran Waalwijk
brengen in herinnering de volgende bepalingen
van hel Koninklijk besluit vau den 6 Januari
1898 Staatsblad No. 20.
Artikel 1. Het hoofd of de bestuurder vau
een bedrijf uiaakt vóór 15 Januari van elk jaar
een lijst of zoo noodig lijsten op en namen en
voornamen der personen, die in zijn bedrijf
binnen het gebied eener Kamer van Arbeid,
waarin het bedrijf is vertegenwoordigd, als
patroons, of in -ijo dienst al werklieden werk
zaam tijn of geweest zijn met inachtneming van
hetgeen in de volgende artikelen is bepaald.
Artikel 4. Z'jn de personeo, bedoeld in het
eerste lid van artikel 2 ^Het eerste lid van art.
2 luidt: Op de in artikel 1. bedoelde lijsten
worden vermeld zij, dia bij hetzelfde hoofd of
bij denzeliden bestuurder werkzaam zijn geweest
gedurende het laatst verloopen kalenderjaar.)
slechts in ééne gemeente werkzaam geweest, dan
zendt het hoofd of de bestuurder vóó-15 Januari
eene in art. 1 bedoelde lijst, waarop die perso
nen ziju vermeld, aan Burgemeester en Wethou
ders der genoemde gemeente.
meer wederzien in dit leven 1 dacht hij.
Eene verscheurde droefheid drukte hem de
borst als een steen. Hij kon nauwelijks
ademhalen. Daar waar het kleine licht
flikkert, daar zijn de zijnen de hertog
Yaréma, Krétuski, Wolodowski, Zagloba,
pater Mucha, daar bemint men heir, daar
denkt uien aan hem, daar zou meu hem
voor ieder gevaar willen beschermen.
En hij begaf zich weer op weg.
Nu bevond hij zich op de plaats waar hij
den eersten aanval de poolsche cavalerie,
kozakken en janitsaren totaal had vernield.
Het terrein boog zich geheel naar 't Zuiden,
maar Longiuu3 mm links in de hoop om
geheel onopgemerkt tusschen het bivak en
den vijver door te komen.
Hij ging steeds vlugger en meende de
eerste rijen der kampementen genaderd te
zijn, toen hij leven hoorde.
Hij hield stil. Na eenige minuten
hoorde hij den step en het gesnuif van
paarden.
Eeu kozakken-patrouille, dacht hij.
Hij hoorde duidelijk menschelijke stemmen,
hij wierp zich op een zijde en drukte zich
tegen den grond, eeu pistool in eene, ziju
sabel in de andere hand.
De ruiters gingen voorbij, verwijderden
zich en wareu weldra in den duisteren
nacht verdwenen.
Longinus stond
weg.
Fijne motregen
duisternis.
Ter linkerzijde
op en vervolgde zijn
viel en verhoogde de
op ongeveer een paar
honderd pas afstand, zag hij een lichtje,'
daarna een tweede, derde, dan vijf, dan
twintig, hij bevond zich aan het uiteiude
van het kamp. Deze vuurtjes gaven slechts
een flauw licht. De kozakken moesten
slapen, behalve eenige dronkaaids en zij <U<'
het eten voor den volgenden .lag gereed
maakten.
Godlof! dat ik na den slag en den
uitval gegaan ben, zeide Longiuus. Vermoeid
en verslagen, slapen zij als ossen. Hij
vergistte zich. Verschillende patrouilles te
paard, kwam hij tegen; eene had hem bijna
vermorzeld bij had nog nauwelijks de kans
plat op zijn buik te gaan liggen. Hij vat'e
moed toen hij wel bemerkte geen schild
wachten tegen te komen die alarm konden
makea.
Zijne vreugde was kort. Eenige passen
verder kwam een donkere schaduw richtte
zich naar hem.
Zijt gij het, WassilP
Ja, antwoordde Longinus zacht.
Hebt gij brandewijn
Getf.
Longir.us kwam naderbij.
wat een reus murmelde de stem.
Een kreet van schrik, spoedig afgesneden,
een geluid an gebroken beenen, een gereutel
en de man viel tci aarde.
Longinus zette zijn weg voort.
Hij verliet de rij voorposten, en kwam
aan het vijandelijk artilleriep.irk met het
plan om langs den wagen heen te sluipen.
Daar zon hij «rnminste geen patrouilles
tegen komen.
Maar in het park sliep men nog niet.
Schaduwen zaten rondom de vuuren die
bijna allo half uitgedoofd waren, maar een
verspreidde zulk een helder licht, dat Lon
ginus ving naar de voorposten moest vluchten.
In dc verte zag hij aan ladders opgehangen,
flinke ossen die slagers aan 't schoonmaken
waren. Eenige kozakken begeleidden dit
bloedig werk op de fluit. Dit was een af
zonderlijk kampgedeelte voor het slachtvee.
(Wordt vervolgd.)