Nummer 103. Zondag 31 December L905. 28e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. LïïzTngT AN TOON T IEL EN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. U itgever: WAALWIJK. Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 'Amaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Op 2en Kerstdag hield de YVelEd. Heer J. HOUBEN-SCHEÜRS, in de ver gadering der St. Paulusvereeniging, waarvan men een verslagje elders vindt, eene lezing, die wij zoo belangrijk achten, dat wij haar op deze plaats in haar geheel laten volgen De Echo van h en liiiiiïsliiiiilsi'lii' Courant, l)it lilad' verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond, t bon ii in e n t s r ij s per 3 maanden f l).~5. franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Het is eeu uiet te loocheueu feit, dat iu ouze samenleving de belaugrijkheid van het alcohol vraagstuk, te veel over het hoofd wordt gezien. Er wordt steen en been geklaagd over de tlech- te tijden, over de steeds toenemende hehoefteu, over de pronkzucht en de ijdelheid welke steeds hooger eischeu stellen, in één woord, er wordt geklaagd over alles behalve over datgene wat de hoofdoorzaak is van de meeste sociale kwalsu en noodeu het alcoholisme,dedrauk zucht. Wanneer een paar huismoeders een praatje maken, dan komt dat al spoedig hierop neer, dat alles zooveel kost. Dat de jongens hier zooveel noodig hebben aan sportartikelen enz. de meisjeB daar zooveel aan kleereu, hoeden, strikjes en flikjes, maar het ware kwaad dat de samenleving ondermijnt, en het familieleveu doodt en de welvaart tegenhoudt, wordt met of hoogstens vluchtig aangeroerd. Zeer zeker geschiedt dit slechts vluchtig, indien de man en de zonen Z.g. matige, ordelijke drinkers zijn, ze moeten immers toch ook teut hbbbeu. En toch die mannen of zonen matige drinkers als zij zijn staan (wellicht nog onbewust) op eeu hellend vlak waarop ze zich op den duur niet staande kunnen houden, en waarvan ze vroeg ot laat zullen afglijden in een afgrond van verderf. Het gezegde, och kom ik maak toch geen misbruik vau sterken drank, waarom zou ik me dat genot outhouden, is waarlijk te onnoozel om tegen te sprekeu. Ilebt gij ooit iemand gekend, die van den eersten dag dat hij een borrel aau zijn lippen zette, een dronkaard is geworden Hebt gij ooit iemand gekend, die dronk met het voor nemen om zoodoende verslaafd te worden aan sterken drank? üf tracht niet elke drinker, zijne ellendige gewoonte te nsaskeereu. en te vergoelijken onder allerlei voorwendsels, totdat de sterken drank hem te sterk, te machtig wordt, en Koning alcohol hem met duizenden anderen aan zijn zegewagen klinkt, om hem ten spot van iedereen langs de straten te voeren, en daarna neer te ploffen iu een poel van peillooze ellende. Maar als wij nu weten waar de drank heen voert, waarom blijven dan zooveleu onverschillig tegenover de drankzucht En dan antwoord ik op de eerste plaats uit onwetendheid, M. H. Het zal hoogstens 10 jaren geleden zijn dat de drankbestrijding onder ons, Katho lieken, aanhangers begon te vindeü. Voor dien tijd was het voldoende, zich het woord «afschaffer" of blauwe knoop, te laten ontvallen, om esn geheel gezelschap vroolijk te maken om bespot en uitgelachen te worden. (Denkt U maar even terug iu de eerste levens dagen der Paolu8vereeniging.) Zoo'n outhouders- \ereeniging vond men iets overdreven, iets wat niet paste in onzen modernen tijd van vrijheid en ontwikkeling. Afschaffers werden beschouwd als menschen die iets nastreefden wat toch niet te bereiken was, idealisten die zich maar in hunue binnenkamer moesten opsluiten. Bovendien was onder ons katholieken nog de meening gangbaar, dat drank bestrijder s- vereenigingen een Protestanech karakter droegen. Juist alsof de matigheid ons reeds niet in den Catechismus als een hoofddeugd werd «aangeprezen, Juist alsof matigheid voor ons Katholieken een ijdel woord ware. Maar waarom werd dan onder de onzen zoo weinig voor de drankbestrijding gevoeld Nog eens wij waren door gebrek aan voorlichting omtrent het alcoholvraagstuk, niet voldoende overtuigd van de noodzakelijkheid der drankbestrijding Wij leefden midden in het steeds wassende alcoolieme, en wij wisten het niet. Wij zagen hoe Koning alcohol van honderdtallen van menschen willooze werktuigen maakte iu zijne handen, en wij bleven werkeloos. Wij zagen slagen vallen, harde, pijnlijke, treffende slagen door het alcoholisme veroorzaaktwij werden diepgetroffen tot tranen toe bewogen, door de diepe ellende waarin drinkers hunne vrouwen en kinderen voerden, wij zagen gegoede fa- miliën tot den bedelstaf gebrachtwij zagen de kraukzinigheid over de hand toi nemen, en de misdaden zich opeenstapelen, maar wij bleven ziende blind En toch zagen wij hoe de Protestanten reeds een halve eeuw lang, den strijd hadden aangebonden met den drank duivel. Waarom hieven wij werkeloos. Eu ik her haal uit ouwetendheid. Want ook het bestri;,- deu dor draukzucht moet geleerd wordeu. Er moest eerst studie wordeu gemaakt van het alcoholvraagstuk, de oorzakeu van het alco hol isme moesten worden nagegaan, de gevolgen iu het licht gesteld, de middelen noodig ter bestrijding opgezocht. Dat geschiedde toen de wachter op het; Vaticaan, zijne beroemde Encycliek Rerum Novarum de wereld inslin- gerde, toen het «Vereeuigt U" ook iu ons laud weerklank had gevonden. Want zoodra onze voormannen eene grondige studie begonnen te maken van de sociaal economische toestanden, toen bleek ons dui deiijk, dat de meeste sociale nooden een gevolg waren vau het alcoholisme. Toen kwam aau den dag, wat Bloopiugswerk koning alcohol, op zedelijk en stoffelijk maar tiet het minst op godsdienstig gebied verrichtte. Toen oleek hoever het reeds met de drankzucht was ge komen. Maar toen was men ook gewaar schuwd. Men talmde uiet meer met het aan binden van deu strijd. Geschriften vlugschrif ten die ons het alcoholisme deden kennen, vlogen door stad en laud. Ze vonden hun weg naar de schamele hut van den arme en de weelderige woning van den rijke. Spoedig svist men algemeen wat slang, wat ondier door do maatschappij zoo lang was Gekoesterd. Gewapend met die wetenschap, begonnen de inmiddels ontloken vereenigingen voor goed de campagne. Zij zouden spoedig de groote de eeuige macht blij keu te zijn, die men tegen den alles overweldigenden stroom van het alcoholisme zou kuuuen stellen. Want alleen op te roeien tegen den jeuevervloed is eeu hersenschim. Iudividueele actie gaat verloren iu den maalstroom der woelende samenleving. De toepassing van het oude goed Nederland scire spreekwoord «Eendracht maakt macht zou het beproefde middel blijken te zijn. JjoQr1 vereeniging maar ook daardoor alleen, zou men het volk ouder zijn gehoor kuuueu bren gen, kuuuen v> orlichten. De vereenigingen tot bestrijding van drank misbruik werdeu opgericht. De mannen, de echte vooruitziende mannen gingen voor, de volgzameu volgden, de «kat uit den boom kij kers achtten het oorbaar nog wattestaan kijken en glimlachen de spotters gesteund door de z g. matige drinkers en eeuige belanghebben den, gooiden m.-.t steeneu.... en ook wat slijk. Maar met dat alles de draukbestrijdersveree- uigiugen waren er, Iu den beginne nog wat schuchter met ouzekeren tred..., traden ze den vijaud te gemout. De voormannen, degene rftals zateu ook niet stil. Overtuigd als zij waren, dat zonder voorlichting der leden de strijd toch niet zou baten, verdubbelden ze hun ijver om vlugschriften te verspreiden. De consciëntie moest wakker worden geschud. Den onzichtbaren vijaud moest men het volk doen zien, doen voelen, en zijn heilloos streven moest worden ontmaskerd en blootgelegd. Toen dat geschied was, toen ons volk begrijpen ging wat het alcoholisme was, toen ging de openbare meeniug om. Toen waren de af schaffers geen idealisten meer, toen zag men iu hoe noodzakelijk het drankmisbruik be streden moest wordeu. Het was nu mijn plan dezen avond nog eens met U na te gaan, (men knu dat nooit te goed kennen) wat het alcoholisme is en weliger in vloed het uitoefent op de samenleving, op familie en vereenigiugsleven. Wat is dan het alcoholisme Het alcoholisme is de ingekankerde gewoonte die iu alle gele dingen en iu alle standen der maatscliappij is doorgedrongen; om steeds en altijd, en daar door te veel te drinken. Eene gewoonte die eene tweede natuur dreigde te worden, en die zich op eene zoodanige wijze heeft uitgebreid, dat daaruit de noodlottigste gevolgen voor de maatschappij voortvloeien, zoodat men iu allen ernst van een volksramp kan spreken. Door steeds en altijd, te pas en te onpas te drinken, wordt er te veel gedronken. Geen kind kwam ter wereld, of het werd ingeluid met een borrel, aau vrienden, buren en bekendengeen doode werd naar zijne laatste rustplaats begeleid, of hij werd, G d betere het, uitgeluid met het gekliukklauk van jeneverglazen. Geen huwelijk werd ge sloten of het werd bezegeld met sterken drank Eu er wordt gedronken bij dag en bij nacht, iu vreugde eu smart, bij arbeid of rust, bij het outmoeten en het afscheid nemen, steeds en altijd moet de jeueverflesch te voorschijn worden gehaald. De kleinere diensten elkaar bewezen worden persé betaald in drank, de grooteren met drank als toespijs. Immers zoo wil het de gewoonte. En die gewoonte is het alcoholisme. Eu met die gewoonte moet gebroken worden. Van die kwaal, van dien drang moet de samenleving worden verlost. Het is onze plicht, onze taak als katholieken, als drankbestrijders, daaraan mede te werken, Heeft Mgr. v. de Wetering, de Aartsbisschop van Utrecht het dan ook niet gezegd, dat het alcoholisme is eene groote nationale zoi de, waardoor jaarlijks zoovelen voor het tijdelijke en het eeuwige ongelukkig wordeu, de kanker, waardoor de godsdienstige, zedelijke en stoffe lijke welvaart van zoovelen jaarlijks wordt ondermijnd. Welken invloed oefent het alcoholisme uit op de samenleving? Alvorens deze vraag te beantwoorden, zet ik op den voorgrond, dat ik ouder de slacht offers van het alcoholisme niet reken de 25.000 beroepsdronkaards die dag iu dog uit in ons Vaderland over de straten zeilen, tot ze terecht k >men daar waar ze voorloopig veilig zijn opgeborgenniet die ougelukkigen door den drank tot waanzin of krankzinnig ht-id gebracht, eu die de gestichten meer dan boordevol vullen niet die verloopen sujetten, die door den drank al het meuschelijke hebben afgelegd, eu waarbij al wat dierlijk is victorie kraaiten die het grootste gedeelte vau hun leven doorbrengen in de verbeteringshuizeu om danrna ter zake van moord of doodslag of erger, te eindigen in de gevangenis. Neen onder de slachtoffers van het alcoholisme reken ik die breede schare, die te groote menigte van z g. matige drinkers, die zich houden in de neutrale zone vau het drank gebruik, waar de armen der dienaren van de wet hun nog niet kunnen bereiken, eu ze hun fatsoen voor het publiek nog even kunnen redden. Zij zijn de hoofdoorzaak van de heil- looze gevolgen door het alcoholisme in de samenleving veroorzaakt. Want de echte, de gepatenteerde, de beroepsdrouknard is vrijwel uit de samenleving uitgestooten. Men zou hem kuuueu vergelijken met den melaatsche, die door iedèreeu wordt ontvlucht. Zijn lichanra is zoo gesloopt, rijn verstand zoo beneveld, zijn wilskrrcht zoo verlamd, dat hij voorniets meer bruikbaar is. Alleen natuurlijk als steunpilaar der kroeg, en om zijue familie nog dieper ongelukkig te maken. Doch de e.g matige drinkers zij zijn de gevaarlijken voor de samenleving Zij toch nemen ouder do Vermommiug vau matig te ziju, een aandeel iu alles wat iu de wereld omgaat. Men viudt zo iu de hooge en lage standen, ze zijn w.nkz.am iu de gevaarlijke eu minder gevaarvollo bedrijven, ze dragen een grootere of kleinere verantwoordelijkheid, ze bekleeden een hooger of lager ambt, iu eeu woord, zij leven met het gewoue leven mee. Alleen vinden ze het noodig aan Bachus te offeren, vandaag minder, morgen meer Plotseling evenwel worden we opgeschrikt door een vreeselijk onheil of eene ontzettende ge beurteuis. Een spoorbeambte trekt een ver keerden wissel, vergeet het signaal te trekken, een trein ontspoort, er vallen doodeu. Dier bare doodeu, kostbare elnraenteu voor maat schappij eu samenleving. Het onderzoek breugf aan het licht, dat die tot hiertoe matige spoorbeambte een borrel te veel had gedron ken en zich vergist had Een dergelijk feit gebeurde eeuige dagen geleden to Spremberg bij Berlijn, waar niet minder dan 16 dooden vielen cn een lOOtal gekwetst was. De stationsassisteut die daags te voren dronken was geweest, had zich vergist.. Er heeft een moord plaats Eene geheele gemeente is in opschudding. Men gruwt er van, men kan zich niet voorstellen dat iemand zoo dierlijk, zoo wreed zijn kan. Het iuge sield gerechtelijk onderzoek brengt aan het licht, dat de dader dronken was en de ver sla^eue ook. Dit gebeurde de vorige week M H. te Soraereu—Nederweert. Eeu huisvader werd vermoord, nalater.de vrouw en 3 kinderen, het 4de op komst. Zijue echtgenoote is krankzinnig geworden. De stationsassisteut eu de moordenaar stonden anders als matig bekend. Dan is er telkens weegeklnng in Jerusalem- Dan wordt iu koor eeu lied aangeheven met refrein als dit: Weg met koniug alcohol, weg met de draukzucht. Eu terwijl men het zingt en met verontwaardiging uitgalmt, noodigt men de omstanders even in de kroeg om een borrel te nemen, laten we zeggen voor den schrik. Daar wordt dan afgegeven op den drank, daar wordt gedecreteerd dat alle spoor wegambtenaren in of bniten dienst, geeu drank mogen gebruiken, 't Is juist hetzelfde alsof de brandweer petroleum giet op de belendende gebouwen. Plichtsverzaking en misdadigheid, zijn de trouwe satellieten vau de dronkenschap. Wat heeft Prof. Simons gelijk als hij zegt, dat geen strijd tegen de misdaad goede uit komst kau bieden, wanneer de verderfschep- pende kracht van het alcoholmisbruik niet wordt gebroken, en die alles overheerschende factor der criminaliteit met ziju tot iu de vol gende geslachten vooitwoekerende werking, voor goed machteloos wordt gemaakt. De statistiek bewijst de juistheid van zijn gezegde Het alcoholisme en de misdaad gaan trouw hand in hand. Als proef op de som kom^do pas uitgekomen statistiek omtrent de criminaliteit over 1903, een en ander bevesti gen. In Noord-Brabant wordt, gelukkig mag ik zeggen, de drankzucht fel bestreden. En zie het aantal misdaden vermindert. In Lim burg waar het met de drankbestrijding nog maar slecht wil vlotten, stijgt de criminaliteit. In waarheid uit alles blijkt, alleu zijn het er over eens dat het alcoholisme de pest is van onzen tijd dat het ons volk uitput en verlaagt tot een redeloos dier, dat het de armoede bevordert, dat het de publieke veiligheid ver ontrust, dat het de ontwikkeling tegenhoudt,dat het de groote rem is tegen sociale) verbetering of zedelijke verheffing van deu minderen man. Van veel vermogendeu, maakt het minvermo gende, van miuovennogendeu ouvermogeuden, eu de ouverinogenden de armen schudt het uit. Het zou zoo waarlijk do maatschappij iu de baueu door koning alcohol aangegeven hebben geslingerd, iu eeu woord het ie de vijand der samenleving, die al wat goed is verstikt, en al wat slecht is bevordert. Maar zoo zal men vragen, waarom wordt dan van overheidswegen niet meer gednau voor de bestrijding vau het alcohol misbruik M. II. het is voor mij een raadsel. Eu toch kau men de overheid niet verdenken, dat ze niet waakt voor de belangen van het algemeen. Want als de cholera in de steppen van Rusland opduikt, of de gele koorts zich openbaart iu de nieuwe wereld, dnn is het eeu bombardeeren van alle mogelijke autoriteiten met voorschriften het eene nog al strenger dan het andere. Dan moet alles wijkeu. Dan worden geen kosten gespaard Eu de vijand is nog verre, staat hoogstens voor de deur. Het alcoolieme daar entegen is in huisspeelt er den baas op de meest ergelijke wijze sleept meer slacht offers ten grave dan cholera, pest, gele koorts en oorlog te samen, eu toch doet men uiets, slaapt men. Wat is de draukzueht voor liet familieleveu. Het antwoord wordt ons gegeven door deze uitgeteerde vrouw, die bleeke, hongerige kinderen wier man en vader hun het uoodige voedsel onthoudt, om te offeren aan den drankduivel Dat zegt ons de angstige uit drukking op het gelaat van gene ongelukkige echtgenoote, die de thuiskomst verbeidt van haar man, van haar beul. Hoe tracht de trouwe gade vaders toestand aan de kinderen te verbergen. Zij wil nog tot eiken prijs Vaders eer hcog houden in haar gezin zij, die tot den dood toe gemarteld en geprikkeld wordt. De stilte van den nacht hoort haar klagen en zuchten. ZÜ kent geen lente eu fcaen zomer iu haar treurig leven af.cn koesterer.de zonnige dagen die haar hart ver warmen en opbeuren al hare hoop, al hare droomen liggen ter neer gesmakt door den drankduivel. God alleen kent haar lijden. Dat zeggeu 0 die wankelende stoelen, die schun nige tafel, die gebroken vensters, waardoor Koning-alcohol als het ware de voorbijgangers hoouend schijnt toe te roepen Hier heersch ik, hier heb ik mijn zetel opgeslagen. Neen, in de familiëu waar het alcoholisme heerscht, is geen vrede, geen vreugde daar bestaan geen Zon- of Feestdageu, daar bestaan niet die heerlijke zalige uren die men slijt bij ziju gezin aan den huiselijken haard. Wat zeg ik, de Zou cn Feestdagen voor den ordelijken man een oasis iu de waarlijk dorre weeetijn van dit korte leven, worden door den drank zuchtige ontheiligd en ontwijd, door twist, vecht eu zwelgpartijen. Geen Zalig Nieuwjaar dat hem als muziek tegeukliukt, opwellend uit de harten der zijuen geen Paschen die hem op doet blikken naar den Verrezenegeen Kerstfeest dat hem vrede brengt. Neen, ook voor Hem, die in den stal te Betlehera werd uedergelegd in eene kribbe die den armen ten toonbeeld werd, den ongelukkige tot troost, die alles voor allen wil zijn, ook voor Ilem voelt de drankzuchtige niets, ook Hem stelt hij achter jzijn vorst tevens zijn tyran, Koning alcohol. Rest ons te bespreken, de invloed van het alcoolieme op het vereeniginsleven. In een vakvereeniging hoort de drinker niet thuis Daar zijn mannen noodig met heldere koppen ou een bezadigd oordeel. Daar zijn mannen noodig van overtuigiug, karakter eu doorzicht dnar zijn mannen noodig die veel voelen voor de verheffing en veredeling van hun ambacht, van hun stand. Het verstand van den drinker evenwel is beneveld, ziju oordeel ondoordacht, zijne over tuiging te koop voor eeu borrel. Karakter heeft hij niet; ziju doorzicht reikt niet verder dan de punt van ziju gepurperde neus, zijn hart is voor geen verheffende of veredelende invloeden ontvankelijk. Zijne vrijheid heeft hij verpand. Plichtbesef kent hij alleen nog een flauwe echo uit vroegere dageu. Zijne rechten durft hij niet doeu geVïeu, uit vrees dat men hem ziju verzaakte .plichten voor de voeten werpt. Lotsverbetering loonsverhooging is voor hem een vaster geklonken worden aan den drankduivel- Al6 geënt op den stam der fiere gilden uit de middeleeuwen, zijn de vak- vereeuigiugeu aan haar eer verplicht drinkers onverbiddelijk de deur te wijzen. In *le sta tuten der gilden vind ik niets omtrent de drankbestrijding, om de eenvoudige reden.dnt het alcoholisme toen niet bestond. Maar dit is zeker, dat. had het toen dreigen te ontstaan, de gilden wel maatregelen zoudeD hebben ge nomen, om het met wortel en stam uit te roeien. In de onderlinge ziekenkassen zijn de drin kers in het algemeen gesproken <de lastposten. Voert daarom ook gij leden van den Leobond strijd tegeu het misbruik van ste.rkeu drank. Hecht de blauwe vnau aan denstaudnnrd van uw bond. Want de drinkers ziju de bloed zuigers, die haar het bestaan «co moeilijk makenen de gelden nan hen .Tiitgekeerd worden stellig voor een gedeelte aan sterken drank besteed- Uw eiyen belang en .dat uwer verceuigiug vordert U mitsdien op, U ook iu den strijd te werpen, en de matigheid onder Uwe medeleden zooveel mogelijk te bevorderen. M. II. Het is een somber beeld dat ik U liet zicD, vau de gealcoliseerde samenleving, van eene familie, waar koning alcohol den scepter voert. Doch ik vraag U in allen ernst, is het te donker gekleurd Eu velen onder IJ, met meer onder vinding dan ik, znllen zeegen dat de werkelijk heid er nog veel donkerder uitziet. Is het dan niet ons aller plicht de haDd aan den ploeg te slaan. Mag ik aan een beroep doen op U lede/i der Vincentiusvereeniging, den parel der Christelijke Charita», one de behulpzame hand te bieden. Gij went het, gij ondervindt dagelijks, hoe de armoede de drankzucht op den voet volgt. Mug ik dan een beroep doen op U leden van het BostuurderR K. Volksbibliotheek, om uw machtigen, uw oauigen steun te blijven geven door het blijven verspreiden van drank bestrijdingnlecluur, waardoor gij het gezegde van Mgr. Egger, dat het eerste wapen tegen liet alcoholisme do ontwikkeling van liet volk zijn moet, lot Uw devies m>mkt. Mag ik een beroep doen op U opvoeders der jeugd, llecrcn onder wijzers, om uw invloed aan te wenden bij de nan u toevertrouwde kinderen om hun een afkeer te boezemen voor den sterken drank. Dan zal do eerlung te verwachten circulaire over de spaarzaamheid, hondcidvoudigc vruchten dragen. ■Waren hier huismoedors aanwezig, dan zou ik tnij lot haar wenden cn huur zeggen, dat zij de beste boudgenooten zijn in den strijd tegen liet alcohnlismo. Ik zou dit zeggen op g'zag van Engelands grooten Bisschop mgr. Manning; op Ierinnds grooten Apostel der drankbestrijding Pater Mathew, wiens adel van geboorte ver in den schaduw werd gesteld door den adel zijner ziel, zijner liefde lot zijn arm aan den drank verslaafd Iersch volk, op Pater Weisz, en niet het minst op gezag van Neerlauds generaal der drankbestrijding, de pastoor vun Steenderen l)r. Alphons Ariens Maar ik zou haar ook zeggen, dat ze moesten zorgen dat hare jongens op den iag hunner 1ste H. Communie werden ingelijfd in hot R. K. Matigheidsgenootschap. Ik zou iu ar toeroepen dut ze moesten waken, pijnTijke^na^wlitulïgTe.^Vv^eN^^Ygd. Ik zou haar bezweren nooit een enkelen druppel sterken drank althans zeker niet in de tegen woordigheid haier kinderen te gebiniken. Dnn behoefden ze de toekomst niet donker in te zien. D*n tocli wordt de beoefening der matigheid voor den jongeling, dis iets dat vanzelf spreekt, en gaat hij op 16 jarigen leeftijd ongemerkt over in de 2de divisie der Paulushonders. Dan be hoefden de moeders niet meer met schrik en orgst de nadering vnn Zon- of Feestdagen te verwachten, dan zou velen dat schrijnend liarte- leed gespaard blijven; wat zooveel andere moeders Aoor haar lijd ten grave deed dalen, uls haar dronken kind door den drankduivel tot deonge- lioordste misdaden werd gedreven. Mochten de moeders onze bondgenooten willen worden, dan zou niet alleen de toekomst der kindoren, de dierbaorste panden die zij op aarde bezitten en die zij met de overvloedige volheid vau haar moederlijk hart liefhebben, geen gevaar loopen, onder te gnan in de drankzucht; maar zou ook h.-.ar eigon le ensgeluk e.i ruet veizekerd zijn. Want valt de jongeling ten prooi nan den drankduivel, dan werpt de menigte de schande zoo gemakkelijk op de moeder terug, doch treedt hij zonder rechts of links te blikken, op het zekere pBd der matigheid, dan zal hij dei moeder glorie, eer en kroon zijn. En gij huisvaders ziet toe dat uwe dochters niet het slachtoffer worden van mannen die drinken. Die gevolgen zijn U bekend. Gij weet dat de drankzuchtige zijne zuur verdiende pen ningen aan Bachus offert, waardoor hongersnood iu zijn geiin binnendringt. Gij weet dat hij het voedsel ontsteelt oan zijn gezin, dat hij op Gods bevel moest onderhouden. Gij weet dut de dronkaard het teerdere moederhart lot het uiterste drijft, en dat hij voor zijne kinderen erger is dan eeu heul. Dat alles is U bekend. Daarom werkt mee aan de drankbestrijding, opdat de raaiigheid algemeen worde, opdat de kans dat uwe dochter en kleinkinderen moeten gebrek lijden door het alcoholisme, zoo gering mogelijk worden. Wat zal ik tot U zeggen Paulushonders in het algemeen. Strijdt roet vnur met geestdrift met al de kracht die ir. U is, tegen het alcoholisme. Maar verwar vooral in deze de zaak metmet de personen, de slachtoffers der drankzucht. Zij vielen niet uit boosheid, maar door dien gevloekten drink- dwnng, die enze samenleving heheerscht. Wuift hen toe met de witte vredesvlap, noodigt hen uit om in deze verceDigiDg plaats tc nemen. Mankt het hun duidelijk, dat hst hier niet gaat om de levenslust te dooden; roa«r om hen door de matigheid, op te wekken tot een nieuw, heerlijk, »rij leven. Vooral gij propagandisten, die door uwe dadeD toont dat gij karakter bezit eu uit overtuiging werkzaam zijttracht de buitenstaand»n ie winnen voor de ma'igh.id. Op U rust de hoop op de toekomst. Maakt die ver wachting r.iet beschaamd, gaat voort met propa ganda te maken in en buiten huis, en men zal vaD U moeten zeggen, dut gij de groctc neen de grootste verdiensten hebt in de beitrijding van het misbruik dat de samenleving zoo zeer om knelt. U geachten Adviseur en Bestuursleden; kin men gelukwensclien met het succes der vereeniging. Steeds nog houdt de vermindering van «drankgebruik aan, steeds wint de matigheid veld. £n al blijft de kas ook leegdeses pereert nooit. De publieke opinie s'aat aan uwe zijde, uwe veidienslen woHen officieel erkend door den Raad de»er gemeente die zijn subfidio aan der Paulusbond blijft continueerrn waarvoor hier openlijk hulde wordt gebracht. In trgen- flteliing daarmede werden U en ik zeker getroffen, door het bericht dat de .Echo van het Zuiden' in zijn laatste nummer overnam uit het .Huis gezin'. Zou daarin het bewijs liggen dat het

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1