Nummer 103.
Zondag 31 December L905.
28e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
LïïzTngT
AN TOON T IEL EN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen.
U itgever:
WAALWIJK.
Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 'Amaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Op 2en Kerstdag hield de YVelEd.
Heer J. HOUBEN-SCHEÜRS, in de ver
gadering der St. Paulusvereeniging,
waarvan men een verslagje elders vindt,
eene lezing, die wij zoo belangrijk
achten, dat wij haar op deze plaats in
haar geheel laten volgen
De Echo van h
en liiiiiïsliiiiilsi'lii' Courant,
l)it lilad' verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
t bon ii in e n t s r ij s per 3 maanden f l).~5.
franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Het is eeu uiet te loocheueu feit, dat iu ouze
samenleving de belaugrijkheid van het alcohol
vraagstuk, te veel over het hoofd wordt gezien.
Er wordt steen en been geklaagd over de tlech-
te tijden, over de steeds toenemende hehoefteu,
over de pronkzucht en de ijdelheid welke steeds
hooger eischeu stellen, in één woord, er wordt
geklaagd over alles behalve over datgene
wat de hoofdoorzaak is van de meeste sociale
kwalsu en noodeu het alcoholisme,dedrauk
zucht.
Wanneer een paar huismoeders een praatje
maken, dan komt dat al spoedig hierop neer,
dat alles zooveel kost. Dat de jongens hier
zooveel noodig hebben aan sportartikelen enz.
de meisjeB daar zooveel aan kleereu, hoeden,
strikjes en flikjes, maar het ware kwaad dat
de samenleving ondermijnt, en het familieleveu
doodt en de welvaart tegenhoudt, wordt met of
hoogstens vluchtig aangeroerd. Zeer zeker
geschiedt dit slechts vluchtig, indien de man
en de zonen Z.g. matige, ordelijke drinkers
zijn, ze moeten immers toch ook teut hbbbeu.
En toch die mannen of zonen matige
drinkers als zij zijn staan (wellicht nog
onbewust) op eeu hellend vlak waarop ze
zich op den duur niet staande kunnen houden,
en waarvan ze vroeg ot laat zullen afglijden
in een afgrond van verderf. Het gezegde, och
kom ik maak toch geen misbruik vau sterken
drank, waarom zou ik me dat genot outhouden,
is waarlijk te onnoozel om tegen te sprekeu.
Ilebt gij ooit iemand gekend, die van den
eersten dag dat hij een borrel aau zijn lippen
zette, een dronkaard is geworden Hebt gij
ooit iemand gekend, die dronk met het voor
nemen om zoodoende verslaafd te worden aan
sterken drank? üf tracht niet elke drinker,
zijne ellendige gewoonte te nsaskeereu. en te
vergoelijken onder allerlei voorwendsels, totdat
de sterken drank hem te sterk, te machtig
wordt, en Koning alcohol hem met duizenden
anderen aan zijn zegewagen klinkt, om hem
ten spot van iedereen langs de straten te voeren,
en daarna neer te ploffen iu een poel van
peillooze ellende.
Maar als wij nu weten waar de drank
heen voert, waarom blijven dan zooveleu
onverschillig tegenover de drankzucht En
dan antwoord ik op de eerste plaats uit
onwetendheid,
M. H. Het zal hoogstens 10 jaren geleden
zijn dat de drankbestrijding onder ons, Katho
lieken, aanhangers begon te vindeü. Voor
dien tijd was het voldoende, zich het woord
«afschaffer" of blauwe knoop, te laten ontvallen,
om esn geheel gezelschap vroolijk te maken
om bespot en uitgelachen te worden. (Denkt
U maar even terug iu de eerste levens dagen
der Paolu8vereeniging.) Zoo'n outhouders-
\ereeniging vond men iets overdreven, iets wat
niet paste in onzen modernen tijd van vrijheid
en ontwikkeling. Afschaffers werden beschouwd
als menschen die iets nastreefden wat toch
niet te bereiken was, idealisten die zich maar
in hunue binnenkamer moesten opsluiten.
Bovendien was onder ons katholieken nog
de meening gangbaar, dat drank bestrijder s-
vereenigingen een Protestanech karakter
droegen. Juist alsof de matigheid ons reeds
niet in den Catechismus als een hoofddeugd
werd «aangeprezen, Juist alsof matigheid voor
ons Katholieken een ijdel woord ware. Maar
waarom werd dan onder de onzen zoo weinig
voor de drankbestrijding gevoeld Nog eens
wij waren door gebrek aan voorlichting omtrent
het alcoholvraagstuk, niet voldoende overtuigd
van de noodzakelijkheid der drankbestrijding
Wij leefden midden in het steeds wassende
alcoolieme, en wij wisten het niet. Wij zagen
hoe Koning alcohol van honderdtallen van
menschen willooze werktuigen maakte iu zijne
handen, en wij bleven werkeloos. Wij zagen
slagen vallen, harde, pijnlijke, treffende slagen
door het alcoholisme veroorzaaktwij werden
diepgetroffen tot tranen toe bewogen, door de
diepe ellende waarin drinkers hunne vrouwen
en kinderen voerden, wij zagen gegoede fa-
miliën tot den bedelstaf gebrachtwij zagen
de kraukzinigheid over de hand toi nemen, en
de misdaden zich opeenstapelen, maar wij
bleven ziende blind En toch zagen wij hoe
de Protestanten reeds een halve eeuw lang,
den strijd hadden aangebonden met den drank
duivel.
Waarom hieven wij werkeloos. Eu ik her
haal uit ouwetendheid. Want ook het bestri;,-
deu dor draukzucht moet geleerd wordeu. Er
moest eerst studie wordeu gemaakt van het
alcoholvraagstuk, de oorzakeu van het alco
hol isme moesten worden nagegaan, de gevolgen
iu het licht gesteld, de middelen noodig ter
bestrijding opgezocht. Dat geschiedde toen
de wachter op het; Vaticaan, zijne beroemde
Encycliek Rerum Novarum de wereld inslin-
gerde, toen het «Vereeuigt U" ook iu ons laud
weerklank had gevonden.
Want zoodra onze voormannen eene grondige
studie begonnen te maken van de sociaal
economische toestanden, toen bleek ons dui
deiijk, dat de meeste sociale nooden een gevolg
waren vau het alcoholisme. Toen kwam aau
den dag, wat Bloopiugswerk koning alcohol,
op zedelijk en stoffelijk maar tiet het minst
op godsdienstig gebied verrichtte. Toen oleek
hoever het reeds met de drankzucht was ge
komen. Maar toen was men ook gewaar
schuwd. Men talmde uiet meer met het aan
binden van deu strijd. Geschriften vlugschrif
ten die ons het alcoholisme deden kennen,
vlogen door stad en laud. Ze vonden hun
weg naar de schamele hut van den arme en
de weelderige woning van den rijke. Spoedig
svist men algemeen wat slang, wat ondier door
do maatschappij zoo lang was Gekoesterd.
Gewapend met die wetenschap, begonnen de
inmiddels ontloken vereenigingen voor goed de
campagne. Zij zouden spoedig de groote de
eeuige macht blij keu te zijn, die men tegen
den alles overweldigenden stroom van het
alcoholisme zou kuuuen stellen. Want alleen
op te roeien tegen den jeuevervloed is eeu
hersenschim. Iudividueele actie gaat verloren
iu den maalstroom der woelende samenleving.
De toepassing van het oude goed Nederland
scire spreekwoord «Eendracht maakt macht
zou het beproefde middel blijken te zijn. JjoQr1
vereeniging maar ook daardoor alleen, zou
men het volk ouder zijn gehoor kuuueu bren
gen, kuuuen v> orlichten.
De vereenigingen tot bestrijding van drank
misbruik werdeu opgericht. De mannen, de
echte vooruitziende mannen gingen voor, de
volgzameu volgden, de «kat uit den boom kij
kers achtten het oorbaar nog wattestaan kijken
en glimlachen de spotters gesteund door de
z g. matige drinkers en eeuige belanghebben
den, gooiden m.-.t steeneu.... en ook wat slijk.
Maar met dat alles de draukbestrijdersveree-
uigiugen waren er, Iu den beginne nog wat
schuchter met ouzekeren tred..., traden ze den
vijaud te gemout. De voormannen, degene
rftals zateu ook niet stil. Overtuigd als zij
waren, dat zonder voorlichting der leden de
strijd toch niet zou baten, verdubbelden ze
hun ijver om vlugschriften te verspreiden. De
consciëntie moest wakker worden geschud. Den
onzichtbaren vijaud moest men het volk doen
zien, doen voelen, en zijn heilloos streven
moest worden ontmaskerd en blootgelegd. Toen
dat geschied was, toen ons volk begrijpen
ging wat het alcoholisme was, toen ging de
openbare meeniug om. Toen waren de af
schaffers geen idealisten meer, toen zag men
iu hoe noodzakelijk het drankmisbruik be
streden moest wordeu.
Het was nu mijn plan dezen avond nog eens
met U na te gaan, (men knu dat nooit te goed
kennen) wat het alcoholisme is en weliger in
vloed het uitoefent op de samenleving, op
familie en vereenigiugsleven.
Wat is dan het alcoholisme Het alcoholisme
is de ingekankerde gewoonte die iu alle gele
dingen en iu alle standen der maatscliappij is
doorgedrongen; om steeds en altijd, en daar
door te veel te drinken. Eene gewoonte die
eene tweede natuur dreigde te worden, en die
zich op eene zoodanige wijze heeft uitgebreid,
dat daaruit de noodlottigste gevolgen voor de
maatschappij voortvloeien, zoodat men iu allen
ernst van een volksramp kan spreken.
Door steeds en altijd, te pas en te onpas
te drinken, wordt er te veel gedronken.
Geen kind kwam ter wereld, of het werd
ingeluid met een borrel, aau vrienden, buren
en bekendengeen doode werd naar zijne
laatste rustplaats begeleid, of hij werd, G d
betere het, uitgeluid met het gekliukklauk
van jeneverglazen. Geen huwelijk werd ge
sloten of het werd bezegeld met sterken drank
Eu er wordt gedronken bij dag en bij nacht,
iu vreugde eu smart, bij arbeid of rust, bij
het outmoeten en het afscheid nemen, steeds
en altijd moet de jeueverflesch te voorschijn
worden gehaald. De kleinere diensten elkaar
bewezen worden persé betaald in drank, de
grooteren met drank als toespijs. Immers zoo
wil het de gewoonte. En die gewoonte is
het alcoholisme. Eu met die gewoonte moet
gebroken worden. Van die kwaal, van dien
drang moet de samenleving worden verlost.
Het is onze plicht, onze taak als katholieken,
als drankbestrijders, daaraan mede te werken,
Heeft Mgr. v. de Wetering, de Aartsbisschop
van Utrecht het dan ook niet gezegd, dat het
alcoholisme is eene groote nationale zoi de,
waardoor jaarlijks zoovelen voor het tijdelijke
en het eeuwige ongelukkig wordeu, de kanker,
waardoor de godsdienstige, zedelijke en stoffe
lijke welvaart van zoovelen jaarlijks wordt
ondermijnd.
Welken invloed oefent het alcoholisme uit
op de samenleving?
Alvorens deze vraag te beantwoorden, zet
ik op den voorgrond, dat ik ouder de slacht
offers van het alcoholisme niet reken de
25.000 beroepsdronkaards die dag iu dog uit
in ons Vaderland over de straten zeilen, tot
ze terecht k >men daar waar ze voorloopig
veilig zijn opgeborgenniet die ougelukkigen
door den drank tot waanzin of krankzinnig
ht-id gebracht, eu die de gestichten meer dan
boordevol vullen niet die verloopen sujetten,
die door den drank al het meuschelijke hebben
afgelegd, eu waarbij al wat dierlijk is victorie
kraaiten die het grootste gedeelte vau hun
leven doorbrengen in de verbeteringshuizeu
om danrna ter zake van moord of doodslag of
erger, te eindigen in de gevangenis. Neen
onder de slachtoffers van het alcoholisme
reken ik die breede schare, die te groote
menigte van z g. matige drinkers, die zich
houden in de neutrale zone vau het drank
gebruik, waar de armen der dienaren van de
wet hun nog niet kunnen bereiken, eu ze hun
fatsoen voor het publiek nog even kunnen
redden. Zij zijn de hoofdoorzaak van de heil-
looze gevolgen door het alcoholisme in de
samenleving veroorzaakt. Want de echte, de
gepatenteerde, de beroepsdrouknard is vrijwel
uit de samenleving uitgestooten. Men zou hem
kuuueu vergelijken met den melaatsche, die
door iedèreeu wordt ontvlucht. Zijn lichanra
is zoo gesloopt, rijn verstand zoo beneveld,
zijn wilskrrcht zoo verlamd, dat hij voorniets
meer bruikbaar is. Alleen natuurlijk als
steunpilaar der kroeg, en om zijue familie nog
dieper ongelukkig te maken.
Doch de e.g matige drinkers zij zijn de
gevaarlijken voor de samenleving Zij toch
nemen ouder do Vermommiug vau matig te
ziju, een aandeel iu alles wat iu de wereld
omgaat. Men viudt zo iu de hooge en lage
standen, ze zijn w.nkz.am iu de gevaarlijke
eu minder gevaarvollo bedrijven, ze dragen
een grootere of kleinere verantwoordelijkheid,
ze bekleeden een hooger of lager ambt, iu
eeu woord, zij leven met het gewoue leven
mee. Alleen vinden ze het noodig aan Bachus
te offeren, vandaag minder, morgen meer
Plotseling evenwel worden we opgeschrikt door
een vreeselijk onheil of eene ontzettende ge
beurteuis. Een spoorbeambte trekt een ver
keerden wissel, vergeet het signaal te trekken,
een trein ontspoort, er vallen doodeu. Dier
bare doodeu, kostbare elnraenteu voor maat
schappij eu samenleving. Het onderzoek
breugf aan het licht, dat die tot hiertoe matige
spoorbeambte een borrel te veel had gedron
ken en zich vergist had Een dergelijk feit
gebeurde eeuige dagen geleden to Spremberg
bij Berlijn, waar niet minder dan 16 dooden
vielen cn een lOOtal gekwetst was.
De stationsassisteut die daags te voren
dronken was geweest, had zich vergist..
Er heeft een moord plaats Eene geheele
gemeente is in opschudding. Men gruwt er
van, men kan zich niet voorstellen dat iemand
zoo dierlijk, zoo wreed zijn kan. Het iuge
sield gerechtelijk onderzoek brengt aan het
licht, dat de dader dronken was en de ver
sla^eue ook. Dit gebeurde de vorige week
M H. te Soraereu—Nederweert.
Eeu huisvader werd vermoord, nalater.de
vrouw en 3 kinderen, het 4de op komst. Zijue
echtgenoote is krankzinnig geworden. De
stationsassisteut eu de moordenaar stonden
anders als matig bekend.
Dan is er telkens weegeklnng in Jerusalem-
Dan wordt iu koor eeu lied aangeheven met
refrein als dit: Weg met koniug alcohol, weg
met de draukzucht. Eu terwijl men het zingt
en met verontwaardiging uitgalmt, noodigt
men de omstanders even in de kroeg om een
borrel te nemen, laten we zeggen voor den
schrik. Daar wordt dan afgegeven op den
drank, daar wordt gedecreteerd dat alle spoor
wegambtenaren in of bniten dienst, geeu drank
mogen gebruiken, 't Is juist hetzelfde alsof
de brandweer petroleum giet op de belendende
gebouwen.
Plichtsverzaking en misdadigheid, zijn de
trouwe satellieten vau de dronkenschap.
Wat heeft Prof. Simons gelijk als hij zegt,
dat geen strijd tegen de misdaad goede uit
komst kau bieden, wanneer de verderfschep-
pende kracht van het alcoholmisbruik niet
wordt gebroken, en die alles overheerschende
factor der criminaliteit met ziju tot iu de vol
gende geslachten vooitwoekerende werking,
voor goed machteloos wordt gemaakt.
De statistiek bewijst de juistheid van zijn
gezegde Het alcoholisme en de misdaad gaan
trouw hand in hand. Als proef op de som
kom^do pas uitgekomen statistiek omtrent de
criminaliteit over 1903, een en ander bevesti
gen. In Noord-Brabant wordt, gelukkig mag
ik zeggen, de drankzucht fel bestreden. En
zie het aantal misdaden vermindert. In Lim
burg waar het met de drankbestrijding nog
maar slecht wil vlotten, stijgt de criminaliteit.
In waarheid uit alles blijkt, alleu zijn het er
over eens dat het alcoholisme de pest is van
onzen tijd dat het ons volk uitput en verlaagt
tot een redeloos dier, dat het de armoede
bevordert, dat het de publieke veiligheid ver
ontrust, dat het de ontwikkeling tegenhoudt,dat
het de groote rem is tegen sociale) verbetering
of zedelijke verheffing van deu minderen man.
Van veel vermogendeu, maakt het minvermo
gende, van miuovennogendeu ouvermogeuden,
eu de ouverinogenden de armen schudt het uit.
Het zou zoo waarlijk do maatschappij iu de
baueu door koning alcohol aangegeven hebben
geslingerd, iu eeu woord het ie de vijand der
samenleving, die al wat goed is verstikt, en
al wat slecht is bevordert.
Maar zoo zal men vragen, waarom wordt
dan van overheidswegen niet meer gednau voor
de bestrijding vau het alcohol misbruik
M. II. het is voor mij een raadsel. Eu toch
kau men de overheid niet verdenken, dat ze
niet waakt voor de belangen van het algemeen.
Want als de cholera in de steppen van Rusland
opduikt, of de gele koorts zich openbaart iu
de nieuwe wereld, dnn is het eeu bombardeeren
van alle mogelijke autoriteiten met voorschriften
het eene nog al strenger dan het andere. Dan
moet alles wijkeu. Dan worden geen kosten
gespaard Eu de vijand is nog verre, staat
hoogstens voor de deur. Het alcoolieme daar
entegen is in huisspeelt er den baas op de
meest ergelijke wijze sleept meer slacht
offers ten grave dan cholera, pest, gele
koorts en oorlog te samen, eu toch doet men
uiets, slaapt men.
Wat is de draukzueht voor liet familieleveu.
Het antwoord wordt ons gegeven door deze
uitgeteerde vrouw, die bleeke, hongerige
kinderen wier man en vader hun het uoodige
voedsel onthoudt, om te offeren aan den
drankduivel Dat zegt ons de angstige uit
drukking op het gelaat van gene ongelukkige
echtgenoote, die de thuiskomst verbeidt van
haar man, van haar beul. Hoe tracht de
trouwe gade vaders toestand aan de kinderen
te verbergen. Zij wil nog tot eiken prijs Vaders
eer hcog houden in haar gezin zij, die tot
den dood toe gemarteld en geprikkeld wordt.
De stilte van den nacht hoort haar klagen
en zuchten. ZÜ kent geen lente eu
fcaen zomer iu haar treurig leven af.cn
koesterer.de zonnige dagen die haar hart ver
warmen en opbeuren al hare hoop, al hare
droomen liggen ter neer gesmakt door den
drankduivel. God alleen kent haar lijden. Dat
zeggeu 0 die wankelende stoelen, die schun
nige tafel, die gebroken vensters, waardoor
Koning-alcohol als het ware de voorbijgangers
hoouend schijnt toe te roepen Hier heersch
ik, hier heb ik mijn zetel opgeslagen. Neen,
in de familiëu waar het alcoholisme heerscht,
is geen vrede, geen vreugde daar bestaan
geen Zon- of Feestdageu, daar bestaan niet die
heerlijke zalige uren die men slijt bij ziju
gezin aan den huiselijken haard. Wat zeg
ik, de Zou cn Feestdagen voor den ordelijken
man een oasis iu de waarlijk dorre weeetijn
van dit korte leven, worden door den drank
zuchtige ontheiligd en ontwijd, door twist,
vecht eu zwelgpartijen. Geen Zalig Nieuwjaar
dat hem als muziek tegeukliukt, opwellend uit
de harten der zijuen geen Paschen die hem
op doet blikken naar den Verrezenegeen
Kerstfeest dat hem vrede brengt. Neen, ook
voor Hem, die in den stal te Betlehera werd
uedergelegd in eene kribbe die den armen
ten toonbeeld werd, den ongelukkige tot
troost, die alles voor allen wil zijn, ook
voor Ilem voelt de drankzuchtige niets, ook
Hem stelt hij achter jzijn vorst tevens zijn
tyran, Koning alcohol.
Rest ons te bespreken, de invloed van het
alcoolieme op het vereeniginsleven. In een
vakvereeniging hoort de drinker niet thuis
Daar zijn mannen noodig met heldere koppen
ou een bezadigd oordeel. Daar zijn mannen
noodig van overtuigiug, karakter eu doorzicht
dnar zijn mannen noodig die veel voelen voor
de verheffing en veredeling van hun ambacht,
van hun stand.
Het verstand van den drinker evenwel is
beneveld, ziju oordeel ondoordacht, zijne over
tuiging te koop voor eeu borrel. Karakter
heeft hij niet; ziju doorzicht reikt niet verder
dan de punt van ziju gepurperde neus, zijn
hart is voor geen verheffende of veredelende
invloeden ontvankelijk. Zijne vrijheid heeft
hij verpand. Plichtbesef kent hij alleen nog
een flauwe echo uit vroegere dageu. Zijne
rechten durft hij niet doeu geVïeu, uit vrees
dat men hem ziju verzaakte .plichten voor de
voeten werpt. Lotsverbetering loonsverhooging
is voor hem een vaster geklonken worden aan
den drankduivel- Al6 geënt op den stam der
fiere gilden uit de middeleeuwen, zijn de vak-
vereeuigiugeu aan haar eer verplicht drinkers
onverbiddelijk de deur te wijzen. In *le sta
tuten der gilden vind ik niets omtrent de
drankbestrijding, om de eenvoudige reden.dnt
het alcoholisme toen niet bestond. Maar dit
is zeker, dat. had het toen dreigen te ontstaan,
de gilden wel maatregelen zoudeD hebben ge
nomen, om het met wortel en stam uit te
roeien.
In de onderlinge ziekenkassen zijn de drin
kers in het algemeen gesproken <de lastposten.
Voert daarom ook gij leden van den Leobond
strijd tegeu het misbruik van ste.rkeu drank.
Hecht de blauwe vnau aan denstaudnnrd van
uw bond. Want de drinkers ziju de bloed
zuigers, die haar het bestaan «co moeilijk
makenen de gelden nan hen .Tiitgekeerd
worden stellig voor een gedeelte aan sterken
drank besteed- Uw eiyen belang en .dat uwer
verceuigiug vordert U mitsdien op, U ook iu
den strijd te werpen, en de matigheid onder
Uwe medeleden zooveel mogelijk te bevorderen.
M. II. Het is een somber beeld dat ik U liet
zicD, vau de gealcoliseerde samenleving, van eene
familie, waar koning alcohol den scepter voert.
Doch ik vraag U in allen ernst, is het te donker
gekleurd Eu velen onder IJ, met meer onder
vinding dan ik, znllen zeegen dat de werkelijk
heid er nog veel donkerder uitziet.
Is het dan niet ons aller plicht de haDd aan
den ploeg te slaan. Mag ik aan een beroep doen
op U lede/i der Vincentiusvereeniging, den parel
der Christelijke Charita», one de behulpzame
hand te bieden. Gij went het, gij ondervindt
dagelijks, hoe de armoede de drankzucht op den
voet volgt. Mug ik dan een beroep doen op U
leden van het BostuurderR K. Volksbibliotheek,
om uw machtigen, uw oauigen steun te blijven
geven door het blijven verspreiden van drank
bestrijdingnlecluur, waardoor gij het gezegde
van Mgr. Egger, dat het eerste wapen tegen liet
alcoholisme do ontwikkeling van liet volk zijn
moet, lot Uw devies m>mkt. Mag ik een beroep
doen op U opvoeders der jeugd, llecrcn onder
wijzers, om uw invloed aan te wenden bij de
nan u toevertrouwde kinderen om hun een afkeer
te boezemen voor den sterken drank. Dan
zal do eerlung te verwachten circulaire over de
spaarzaamheid, hondcidvoudigc vruchten dragen.
■Waren hier huismoedors aanwezig, dan zou ik
tnij lot haar wenden cn huur zeggen, dat zij de
beste boudgenooten zijn in den strijd tegen liet
alcohnlismo. Ik zou dit zeggen op g'zag van
Engelands grooten Bisschop mgr. Manning; op
Ierinnds grooten Apostel der drankbestrijding
Pater Mathew, wiens adel van geboorte ver in
den schaduw werd gesteld door den adel zijner
ziel, zijner liefde lot zijn arm aan den drank
verslaafd Iersch volk, op Pater Weisz, en niet
het minst op gezag van Neerlauds generaal der
drankbestrijding, de pastoor vun Steenderen l)r.
Alphons Ariens Maar ik zou haar ook zeggen,
dat ze moesten zorgen dat hare jongens op den
iag hunner 1ste H. Communie werden ingelijfd
in hot R. K. Matigheidsgenootschap.
Ik zou iu ar toeroepen dut ze moesten waken,
pijnTijke^na^wlitulïgTe.^Vv^eN^^Ygd. Ik
zou haar bezweren nooit een enkelen druppel
sterken drank althans zeker niet in de tegen
woordigheid haier kinderen te gebiniken. Dnn
behoefden ze de toekomst niet donker in te zien.
D*n tocli wordt de beoefening der matigheid
voor den jongeling, dis iets dat vanzelf spreekt,
en gaat hij op 16 jarigen leeftijd ongemerkt over
in de 2de divisie der Paulushonders. Dan be
hoefden de moeders niet meer met schrik en
orgst de nadering vnn Zon- of Feestdagen te
verwachten, dan zou velen dat schrijnend liarte-
leed gespaard blijven; wat zooveel andere moeders
Aoor haar lijd ten grave deed dalen, uls haar
dronken kind door den drankduivel tot deonge-
lioordste misdaden werd gedreven.
Mochten de moeders onze bondgenooten willen
worden, dan zou niet alleen de toekomst der
kindoren, de dierbaorste panden die zij op aarde
bezitten en die zij met de overvloedige volheid
vau haar moederlijk hart liefhebben, geen gevaar
loopen, onder te gnan in de drankzucht; maar
zou ook h.-.ar eigon le ensgeluk e.i ruet veizekerd
zijn. Want valt de jongeling ten prooi nan den
drankduivel, dan werpt de menigte de schande
zoo gemakkelijk op de moeder terug, doch treedt
hij zonder rechts of links te blikken, op het
zekere pBd der matigheid, dan zal hij dei moeder
glorie, eer en kroon zijn.
En gij huisvaders ziet toe dat uwe dochters
niet het slachtoffer worden van mannen die
drinken. Die gevolgen zijn U bekend. Gij weet
dat de drankzuchtige zijne zuur verdiende pen
ningen aan Bachus offert, waardoor hongersnood
iu zijn geiin binnendringt. Gij weet dat hij het
voedsel ontsteelt oan zijn gezin, dat hij op Gods
bevel moest onderhouden. Gij weet dut de
dronkaard het teerdere moederhart lot het uiterste
drijft, en dat hij voor zijne kinderen erger is dan
eeu heul. Dat alles is U bekend. Daarom werkt
mee aan de drankbestrijding, opdat de raaiigheid
algemeen worde, opdat de kans dat uwe dochter
en kleinkinderen moeten gebrek lijden door het
alcoholisme, zoo gering mogelijk worden.
Wat zal ik tot U zeggen Paulushonders in het
algemeen.
Strijdt roet vnur met geestdrift met al de kracht
die ir. U is, tegen het alcoholisme. Maar verwar
vooral in deze de zaak metmet de personen,
de slachtoffers der drankzucht. Zij vielen niet
uit boosheid, maar door dien gevloekten drink-
dwnng, die enze samenleving heheerscht.
Wuift hen toe met de witte vredesvlap, noodigt
hen uit om in deze verceDigiDg plaats tc nemen.
Mankt het hun duidelijk, dat hst hier niet gaat
om de levenslust te dooden; roa«r om hen door
de matigheid, op te wekken tot een nieuw,
heerlijk, »rij leven. Vooral gij propagandisten,
die door uwe dadeD toont dat gij karakter bezit
eu uit overtuiging werkzaam zijttracht de
buitenstaand»n ie winnen voor de ma'igh.id. Op
U rust de hoop op de toekomst. Maakt die ver
wachting r.iet beschaamd, gaat voort met propa
ganda te maken in en buiten huis, en men zal
vaD U moeten zeggen, dut gij de groctc neen de
grootste verdiensten hebt in de beitrijding van
het misbruik dat de samenleving zoo zeer om
knelt. U geachten Adviseur en Bestuursleden;
kin men gelukwensclien met het succes der
vereeniging. Steeds nog houdt de vermindering
van «drankgebruik aan, steeds wint de matigheid
veld. £n al blijft de kas ook leegdeses
pereert nooit. De publieke opinie s'aat aan uwe
zijde, uwe veidienslen woHen officieel erkend
door den Raad de»er gemeente die zijn subfidio
aan der Paulusbond blijft continueerrn waarvoor
hier openlijk hulde wordt gebracht. In trgen-
flteliing daarmede werden U en ik zeker getroffen,
door het bericht dat de .Echo van het Zuiden'
in zijn laatste nummer overnam uit het .Huis
gezin'. Zou daarin het bewijs liggen dat het