Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
IE VUUR El\ TE ZWAARD.
AKTOON TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
Het Damoelesz waard
boven Europa.
FEUILLETON.
BUITE*I AN5).
België.
Engeland.
O *»8'
I T K V E li
MJIWIWIIIIIIf HM IMI ■BHBHHfflnHnBBBEnK
-- - - - ^SftAgSSSBL-
De Echo van het Zuiden.
en
Courant,
Jit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5.
franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALTIJ K.
Advkrtkntirn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een g-oot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
i.
Hoe sensationeel deze titel ook klinke,
hij is toch werkelijk niet lichtvaardig
gekozen, want hij steunt op feiten, waar
uit logische gevolgtrekking-en zijn te
maken, die zijn veelzeggendheid vol
komen rechtvaardigen. Om dit te bewij
zen, gaan wij eenige jaren terug en zul
len we even onder observatie nemen den
toestand van Europa, zooals deze zich
toen liet aanzien.
Men zag toen Frankrijk staan, geiso-
leerd, tegen den driebond Duitschland—
Italië en OostenrijkHongarije. Men kan
begrijpen, dat eerstgenoemd rijk zijn
isolement tegenover zijn ouden erfvijand
trachtte op te heffen en ziedaar, de aan
leiding tot de Fransch-Russische alliantie.
Deze alliantie was een meesterlijke zet
der Fransche diplomatie, want nu kon
Duitschland tusschen twee vuren ge
plaatst worden aan de Poolsche gren
zen kon Rusland een millioen krijgslieden
samentrekken, terwijl het Fransche leger
aan de Westelijke grens manoeuvreerde.
Doch dit was voor Frankrijk nog niet
genoeg. Wat Lodewijk XIV eenmaal
deed ten onzen nadeele, deed nu Del-
cassé, Frankrijks minister van Buiten-
landsche Zaken, ten opzichte van Duitsch
land. Hij trachtte den driebond te ver
zwakken en Duitschland zoodoende zoo
veel mogelijk te isoleeren. En dit ge
lukte. Frankrijk kwam met zijne Latijnsche
/zusternatie, Italië, op zeer vriendschap-
pelijken voet. De Koning en Koningin
van Italië waren de gevierde gasten der
republiek, terwijl Loubet een schitterend
tegenbezoek bracht, zelfs met krenkend
voorbijgaan van 't Vaticaan. Resultaat
van deze groote politiek was, dat Italië
zich vriendelijk neutraal zou houden,
indien het tot eene uitbarsting kwam
tusschen Frankrijk en Duitschland.
Fn nu OostenrijkHongarije Hier
schijnt de Fransche diplomatie er zich
op toegelegd te hebben, de scheidings
beweging der Hongaren te steunen,
natuurlijk niet officiëel, maarnu er
zijn voor de groote heeren middelen
genoeg, niet waar Zoodoende werd ook
deze bondgenoot zwak, zeer zwakim
mers de beweging van de Hongaren om
meer zelfstandigheid is van dien aard
geworden, dat de eenheidskracht van 't
rijk zoo goed als verloren is bovendien
Frans Jozef is oud.
Het. drievoudig verbond had dus veel
door 't werken der Fransche diplomatie
van zijne kracht verloren, Duitschland
stond zoo goed als alleen.
Delcassé deed echter nog meer. Hij
slaagde er in den jongen Spaanschen
Koning naar Parijs te trekkendeze
werd daar hoog gevierd en had zoo'n
schik, dat hij zelfs een groenteverkoop
ster met een kus vereerde. Wel werd er
een bom geworpen, doch dat kon de
vriendschap tusschen de Fransche en
Spaansche diplomatie niet meer weg
blazen.
Ten slotte de vriendschap met Enge
land. Dit land, toch al zoo naijverig op
den grooten bloei van den Duitschen
handel en industrie, welke de Britsche
artikelen op de markt verdrongen, greep
gaarne de Fransche vriendenhand aan,
om Duitschland te dwarsboomen. En
zoo zag men, ondanks Fachoda en de
overheersching van Engeland in Egypte,
het merkwaardige schouwspel, dat eene
Engelsche vloot met uitbundig gejuich
te Brest werd ontvangen, terwijl een
Fransche dito te Portsmouth werd ge
fêteerd.
En ziedaar, de vruchten van het zeven
jarige werken van Delcassé. Duitschland
stond zoo langzamerhand geisoleerd en
thans was 't oogenblik aangebroken, om
het Fransche leger een inval te laten
doen in Elzas-Lohtaringen. Maar
en nu komen de maars.
Rusland leed de totale nederlaag, zoo
wel te land als ter zee, tegen Japan en
wordt nog krachteloozer gemaakt door
de binnenlandsche woelingen. Frankrijk's
bondgenoot is dus machteloos. Toch
zou Delcassé zijn plan hebben doorgezet
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ.
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door II
VTERDE BOEK.
(117)
HOOFDSTUK VI.
Maar die mannen waren opgestaan en hij
onderscheidde duidelijk hun groep: Te
paard 1 te paard! Het vuur liet men ge
woon branden en Jan hoorde nog tot in
de verte het geluid van het geklikklak van
de hoeven der paarden.
Hij ging naar het nog smeulende vuur,
o/sd daar eenige schapeukluiven waarvan
het vleesch pas was afgegeten en eenige
knollen.
Hij at vraatzuchtig, maar toen de schild
wachten zijn koers uitkwamen, moest
hij zijne schuilhoek weer opzoeken. Ver
borgen in het riet, beet hij met zijn sterk
gebit, de meegebrachte beenderen door; hij
had in Zbaraz geen fijuer maal kunnen
hebben. Hij kreeg zijne krachten terug,
terwijl de klimmeude dag het uitspansel
teekeude met een lichtgroen en rose tintje.
Toen kou hij zich beter rekenschap geven
van de plaats, waar hij zich bevondin
zijn schuilplaats konden gemakkelijk twee
personen zij aau zij liggen, het riet en de
biezen omgaven deze als een ondoordring
bare omheining.
Niets zal mij hier voorloopig komen
storen, zeide tot zich zelve, ik kan dus
wat rust nemen.
indien niet het legerbestuur verklaard had
niet gereed te zijn. Dit was voor den
oorlogszuchtigen minister eene bittere
teleurstellingimmers, al was de bond
genoot niet in staat hulp te verleenen,
toch stond de kans oogenschijnlijk goed.
Engeland was toch bereid hulp te ver
leenen, Italië zou zoo beleefd zijn, neu
traal te blijven en Oostenrijk— Hongarije
was machteloos door binnenlandsche
twisten.
De Europeesche vrede heeft dus wel
aan een zijden draadje gehangen, want
ook Duitschland maakte zich gereed,
doch ook hier scheen het legerbestuur
bezwaren te hebben; men scheen daar
eenige vrees te koesteren voor de
Fransche artillerie, die op 't oogenblik
ontegenzeggelijk beter is dan de Duitsche.
Slotsom, Delcassé moest aftreden en
de vrede scheen verzekerd, vooral na
t Marokkaansche incident, dat na lang
onderhandelen vriendschappelijk zal ge
regeld worden in een conferentie.
Het komt ons echter voor, dat juist
deze quaestie, die slechts een aanloop
van Duitschland is geweest, om wat roet
in 't eten te gooien, toch nog de oor
zaak kan worden tot een vredebreuk-
De lezer herinnere zich slechts de
woorden van Keizer Wilhelm, gesproken
den 28 October van 't atgeloopen jaar
te Dresden.
Daai klonk het veelbeteekenend uit
den keizerlijken mond: Het tweede glas
is gewijd aan de toekomst en het heden.
Hoe het in de wereld met ons gesteld
is, dat hebben de heeren gezien Daar
om het kruit droog gehouden, en het
zwaard gescherpt. Ziel erkannt, Krafte
espannt, Schwarzseher verbannt. Ik
ledig mijn glas op ons weerbaar volk.
Leven het Duitsche leger en de generale
staf- Hurrah."
Deze taal, in den mond van een con
stitutioneel vorst, is van hooge beteekenis
en kan, na alles wat is voorgevallen,
geen andere bedoeling hebben, dan eene
duidelijke waarschuwing tot Engeland,
maar tot Frankrijk vooral, dat bij de
minste of geringste aanleiding de oorlog
uitbreekt.
Voeg hier nog bijde nog naklin
kende zinsnede in de jongste Duitsche
troonrede en er is alle reden, om de
Zijne vermoeide oogleden sloten zich
spoedig, ook bij de schittering van het eerste
morgenrood. Hij strekte zich languit op
mos en sliep in.
De zon steeg hoog aan den hemelzij
verwarmde den krijgsman en droogde zijn
kleederen.
Krétuski sliep een rustigen slaap. Die hem
daar zoo kalm bad zien liggen met het
bebloede gezicht, zou gedacht hebben een lijk
te zien, dat door het water daar was neer
geworpen. De uren gingen voorbij en hij
werd uiet wakker. De zon bereikte haar
hoogsteu stand en wierp baar volle stralen
op den slapende, maar Jan sliep door
Eindelijk liet een vree ai-lijk gehinnik zich in
de vlakte hooren, en 't gerorp en geschreeuw
van Tartaren, die de paarden met zweep lagen
voortdreven wekte hem.
Hij wreef zich de oogen, keek rondom
zich heen en stond op. Aan den horizon
flikkerden de eerste sterren. Hij had den
dag rond geslapeD.
Hij zette zijn weg voort.
Het water was zoo diep d»t hij nu en
dan grond verloor. Dan zwom hij. Het
meest geoefend oog van den Tartaar zou dit
hoofd niet bemerkt hebben, dat zich kalm
langs den somberen muur van riet voort
bewoog. Hij kwam ten slotte op een plaats
waar op eiken oever duizenden vuren brandden
Het kamp, dacht hij Mijn God
neemt mij nu onder bescherming I
Links het kamp der kozakken met on
telbare voertuigen en tenten; rechts dat der
Tartaren, beiden weerklinkend van het
geroffel der tamboers, en het piepend ge
luid der pijpers, van het getrappel en het
gehuil der dromedarissen, der paarden en
ossen.
Het riet en de biezen werden steeds
zeldzamer, de oevers werden kaal, afgewii-
totkomst voor Europa donker in te zien..
Ons werelddeel biedt op 't oogenblik
dan ook waarlijk geen verkwikkend
staatkundig beeld. Het is inderdaad
zooals pas een Fransche journalist zei
Rusland ontwricht, Duitschland zich tot
de tanden wapenend, Frankrijk op zich
zelf niet bestand tegen een aanval, En
geland verplicht zijne krachten bij" elkaar
te houden, Oostenrijk-Hongarije ten prooi
aan de grootste inwendige verdeeldheid....
en in bijna alle andere landen telkens
wisselende ministeries, waardoor morgen
wordt afgebroken, wat heden is opge
bouwd.
Rusland's tegenspoed zoo voegde
hij er bij zal blijken te zijn Europa's
tegenspoed. Hoe kan 't ook anders,
wanneer er een muur wordt losgerukt
van een gebouw, dat tevoren alreeds
niet zonder moeite werd saamgehouden.
Het ziet er dus treurig uit.
En wij kunnen na 't voorgaande niet
anders dan beamen wat genoemde jour
nalist aan 't bovenstaande liet voorafgaan
Nu Frankrijk van Rusland geen hulp
kan verwachten, achtte Keizer Wilhelm
het gunstige moment gekomen om
Frankrijk voor vele jaren, zoo mogelijk
voor goed, onschadelijk te maken. Ma
rokko bood een gunstig voorwendsel.
Het plan is echter doorzien door de
Engelsche diplomatie en aan haar is 't
te danken, dat er in zeer korten tijd
tusschen Engeland en Frankrijk eene
toenadering is tot stand gekomen, die
men onmogelijk zou hebben geacht in
den tijd van den Boerenoorlog in Zuid-
Afrika, toen President Kruger met zoo
veel warmte in Frankrijk werd ontvangen.
De drang naar zelfbehoud heeft Frank
rijk de door Engeland toegestoken hand
doen aanvaarden
De Fransch-Engelsche toenadering
heeft den Keizer, die hierop niet schijnt
bedacht te zijn geweest, een troef uit
de handen geslagen. Wilhelm is daar
over in hooge mate verbolgen. Al wor
den er nog zooveel vergaderingen ge
houden in Engeland en Duitschland,
om een treffen tusschen deze beide
rijken te voorkomen, de Keizer zal zich
daardoor niet laten afbrengen van zijn
voornemen, om de straffende hand uit
te strekken naar Albion, dat hem in
zijne plannen dwarsboomde. Doch hoe
vurig Wilhelm dat wenscht, hij heeft
genoeg zelfbeheersching om niet eer toe
te slaan dan wanneer hij zich de sterkere
acht. En daarvoor zullen nog jaren
noodig zijn.
Onder deze omstandigheden hangt er
een Damocleszwaard boven den vrede
van Europa. Reken er op, dat zoodra
Engeland maar eenigermate in moeilijk
heden komt, zoodat 't daat voor een deel
van zijn vloot moet reserveeren, de lont
zal worden geworpen in het kruit en een
nieuwe Fransch-Duitsche oorlog zal uit
breken. Zelfs al zou dit beperkt blijven
tot deze beide mogendheden, dan ware
de ellende, daaruit voort te vloeien, niet
te overzien hoeveel te erger is nog
het vooruitzicht, waar 't schier onver
mijdelijk is, dat ook andere landen in
den strijd worden meegesleept.*
Tot zooverre onze Fransche journalist,
welks mededeelingen ontleend zijn aan
de A. C. van Dinsdag 2 Januari 1.1. Het ziet
er dus zeer duister uit en, al kunnen we tot
op zekere hoogte de verbolgenheid van den
Duitschen keizer begrijpen tegenover de
kuiperijen van den erfvijand, toch zou
het verschrikkelijk zijn als twee groote
volken hieraan opgeofferd werden. Moge
ondanks de hooge waarschijnlijkheid toch
deze vreeselijke voorspellingen niet be
waarheid worden 1 Het zou al te ver
schrikkelijk zijn ook voor ons land, doch
dit in een volgend artikel.
wo-dt niet uitgeleverd, maar ook
seld door inhammen en kreeken. Jan ging
nog even door en hield toen op. Het scheen
hem toe of de waakzaamheid van die honderd
duizenden krijgers geheel op hem was ge
richt. Hij voelde zich zwak en machteloos.
Alleen 1
Geen menschelijk wezeu kan
tusscbeu deze beide oevers doorkomen, zeide
hij tot zichzelf.
Het bosoh van riet hield juist op en de
vuren wierpen van den eenen naar den
ar.deren oever een zee van licht. Aan iedere
zijde lag een sleep van bootjes ten behoeve
dergenen die den stroom moesten bewaken.
Onmogelijk murmelde Jan.
Een wanhoop beving hein. Niet kunnen
voor- nog achteiuit komen 1
Vier en twintig uren lang had hij in de
wildernis rondgedoold, om zich te oriënteeren
en ten slotte gekomen aan 't kamp, waardoor
hij heen moest komen, uu zag hij de roe
keloosheid van hetgeen hij ondernomen had.
Zij zullen de lichten wel uitdoen als
het later wordt, dacht hij ten slotte en hij
wachtte.
Een, twee uien gingen voorbij. Het
rumoer bedaarde en de vuren werden ge
doofd. Twee echter, die der bewaking,
brandde nog, maar mei een uitgaande vlam.
Men hief de posten op.
De ongelukkige dacht nu weer dat hij
gemakkelijker overdag kon gaan, maar toch
werd hem dadelijk het onzinnige van zijn
plan duidelijk. Men putte daar water, men zou
het vee aan den stroom drenken, men ging
daar baden enz.
Zijn blik richtte zich werktuigelijk naar de
vastliggende scheepjes. Hij telde een honderd
tal bootjes. Op den tartaarschen oever liep het
bosch van riet tot het eer'ste bootje.
Kréiuski ging tot den bals in 't water en
ging langzaam langa dezen kant vooruit, het
oog gericht op de tartaarsche wacht. Na
een kwartier bevond hij zich bij de eerste
boot. Zijn plan waa eenvoudig De gebogen
voorstevens der schepen hingen niet op 't
water maar staken door hun bocht omhoog,
zoodat er gemakkelijk een menschenhoofd
onder langs kon voortglijden. Omdat ze allen
vlak tegen elkander lagen kon de schild
wacht op den oever den wsaghaals die langs
de schepen ging niet bemerken. De wachten
der kozakken waren veel gevaarlijker, maar
een flinke schaduw liep langs de bootjes
die hem beschermen moesten.
Krétuski liep op handen en voeten, want
het water was hier zeer ondiep. Hij was nu
zoo dicht bij den tartaarschen schildwacht,
dat hij zijne wapens hoorde kletteren. Ge
lukkig lagen de bootjes vast aaneen
Hij was er zoo een 15 tal voorbij gegaan,
toen hij plotseling stemmen en stappen
hoorde. Gedurende zijn verblijf in de Krim
had hij er de taal geleerd en een trilling
van angst ging hem door het geheele lichaam
toen hij 't bevel hoorde
Stap in en vooruit
Het zweet, veel kouder dan het water van
den stroom, liep hem over 't gezicht. Als
de tartaren eens in de boot stapten waaror.-
hij verscholen lag, dan was het met hem
gedaan, als men een ander nam van de
voorste rij b. v. dan voelde hij zich even
eens verloren, omdat hij dau blootgesteld
was aan hunne blikken, in deze ruimte ver-,
licht door de vuren uit het kamp.
Ieder seconde duurde uren voor hem.
Hij hoorde daarua een sprong van ver
schillende menschen op den bodem van een
bootje. Deze boot was een van die welke
hij reeds voorbij was en het verwijderde
zich in de richting van de gracht.
Maar dat op en neer getrek had de
aandacht getrokken van kozakken-schild--
Joris
niet terechtgesteld dus iets
Belgisch lawaai toch gebaat.
heeft het
Hal Engelsche parlement is Maandag
ontbonden. Dadelijk zijn de algetneene
verkiezingen uitgeschreven en nog in deze
week zal in vele districten gestemd worden.
Te Manchester zal de verkiezing verinoedelij c
Zaterdag zijn.
Men schat dat ue candidaten in verband
met hun verkiezing om en bij de 2 millioen
pd. st. zullen uitgeven en dat elke stem hun
op ongeveer 4 shilling zal komen te staan.
wachts op den anderen oever. Gedurende
vele minuten bewoog Krétuski zich niet.
Ten slotte, ging de schildwacht verder.
Altijd nog kruipende kwam Jan ten slotte
aan de laatste booten. Verder was er weer
volop riet en biezen. Hij ging er tusschen
in, en daar ging bij uitgeput en bedekt met
slijk en zweet even zitten en dankte den
hemel.
Nu giug hij weer met moet voorwaarts het
riet liep uit in een zwarte streep, langs den
steilen oever. De schildwachten, als er ook
waren, waren van ham gescheiden, door het
dichte begroeiael. Het rumoer in 't kamp
ging in de verte verloren. Een bovenmen-
•chelijke energie, vermande hrm. Hij baande
zich een weg door het riet, liep overheuvels
sprong in den stroom, viel, zwoui en stond
weer op hij durfde nog niet op den vas
ten wal te gaan, maar hij voelde zich bijna
gered. Als hij zich omdraaide waren de vu
ren slechts stipjes meer en eindelijk waren
ze geheel verdwenen. De maan scheen een
diepe stilte alom de ooren van Jan van
gen esu voortdurend geluid op, sterker
zwaarder dan 't ruischeu van het riet. Hij
had bijua een vreugdekreet uitgestooten
liet bosch het bosch dat langs den stroom
liep. Hij ging naar den oever eu stapte
uit het riet.
Een dennenlucht kwam hem tegen.
Eenige passen nog scheidden hem van de
honderdjarige pijuboomen.
Nedergeknield kustte bij dezen gezegen-
den grond. Hij ging zitten en vroeg tichaf
in welke richting hij zich moest begeven.
Waar voerde hem dit bosch heen? Waar
was de koning en het leger?
(Wordt vervolgd.)