Nummer 7.
Zondag 21 Januari L9ü6.
^9e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Tweede Blad.
1LÖZART.
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
België.
Frankrijk
Spanje.
Engeland.
iHMiwwaaaE ;.«asBBSBBBMBB3Kp m
1 T G E y E R
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en l.ai'slraalsrkr Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonna m entsprijs per 8 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90»
Brieveningezonden stukken t gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
WAALWIJK.
Adt*rtbntibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
I. De prille jeugd
Vergeef mij, dat ik immer schrei bij
bij het hooren vau Mozarts naam.
J. Haydn.
Altijd heb ik mij tot de grootste ver
eerders van Mozart gerekeud, en dit
zal zoo blijven tot mijn lnatsten adem
tocht. Bbrthovrn.
Een aandoenlijker en verhevener ver
schijning dan Mozart, heeft geen enkele
kunstgeschiedenis aan te wijzen.
R. Wagnkr
Den 27 Januari 1756 heerschte er in
de eenvoudige, doch zindelijke woning
van den braven kapelmeester Leopold
Mozart te Salzburg, Getreidegasse No.
225, eene groote vreugde. Het gezin
was op voorspoedige wijze vermeerderd
met een zoon, die bij den doop den
naam ontving van Johannes, Chryssto-
mus, Wolfgang, Amadeus. De gods
dienstige van blijdschap opgetogen vader,
neemt de viool, het vijfjarige, hoogbe
gaafde dochtertje, Maria Anna, gewoon
lijk Nannerle genoemd, snelt naar het
klavier, en weldra stijgt beider lied in
een heerlijk duo omhoog om den Al-
goede te danken voor den nieuwen zegen
aan het gezin geschonken.
Wel was hier reden tot blijdschap en
dank, want in het rustige, verder afge
legen vertrek sluimerde vreedzaam in
zijn nederig wiegje het bo\ en duizenden,
ja millioenen bevoorrechte kind, in welks
ziel de Almachtige het merkteeken van
het genie had gedruktdaar sliep de
kleine Mozart, die eenmaal door de macht
der tonen, zijn ongeëvenaard talent, zijne
overheerlijke, onvergankelijke scheppin
gen, de muzenkinderen in verrukking
zou brengen.
Met welk een zorg en liefde werd dat
zwakke, tengere kind bewaaktHet was,
als hadden de ouders een voorgevoel
van hetgeen deze telg eenmaal worden
zou. Als de vader des avonds van zijne
karig bezoldigde betrekking van kapel
meester aan het hof van den bisschop
van Salzburg of van zijne muzieklessen
was huiswaarts gekeerd, kon hij zijne
oogen van het knaapje niet afwenden,
en een glans van vreugde kwam op zijn
aangezicht, wanneer het schreiende kind
door een liedje van Nannerle. of door
den klank der viool eensklaps in betere
opgeruimde stemming geraakte. Nauwe
lijks was de kleine Wolfgang een jaar
oud, of hij kroop naar het klavier om
zoo dicht mogelijk bij zijn zusje te zijn,
die toen reeds als pianiste uitblonk. Hoe
popelde zijn hartje van vreugde, wanneer
hij er in slaagde een toets neer te druk
ken en een toon aan het instrument te
ontlokken. Zijne blijdschap kende schier
geen grenzen, toen hij op driejarigen
leeftijd welluidende, consonneerende in
tervallen op de piano gevonden had.
Zulk een wonderbare aanleg werd door
een allerzorgvuldigste opvoeding gelukkig
voltooid. Zeker, het genie van Mozart
zou ook zonder de leiding des vaders
wel tot zijn recht gekomen zijn, doch
onbetwistbaar is het ook, dat het dan
nooit die volheid en uitgestrektheid er
langd zou hebben, waarvan de muzikale
wereld geen tweede voorbeeld kent. De
liefde van Leopold Mozart straalde steeds
als een zon op het pad van den jongen
kunstenaar, waarom bijna alle werken
uit dezes prille jeugd een zonnige te
vredenheid ademen.
En de vader was ook volkomen in
staat de geheele opvoeding van zijn zoon
voor zijne rekening te nemen. Behalve
dat hij zeer wetenschappelijk ontwikkeld
was (hij had eenmaal in de rechten ge
studeerd) bezat hij ook de grondigste
kennis van compositieleer, waarvan vele
zijner werken en vooral zijne uitmuntende
ook in het Hollandsch vertaalde viool-
school, de duidelijkste bewijzen leveren.
Ook zijne moeder Anna Maria Bertlin,
schijnt een begaafde, muzikaal aange
legde vrouw geweest te zijn. Immers,
als de vader op een zijner reizen haar
verzoekt deze en die compositiën over
te sturen, gebruikt hij zooveel technische
termen, om de juiste werken aan te
wijzen, dat meer dan gewone muzikale
ontwikkeling noodig is om dat alles te
ontcijferen.
Valt het dus te verwonderen, dat het
zoo rijk begenadigde kind in dat zoo bij
uitstek kunstlievend gezin alles vond,
wat noodig was om zijn ontkiemend
talent tot rijpe, weelderige ontwikkeling
te brengen Mag de wereld niet van
geluk spreken, dat de kleine virtuoos
zulk een plichtbeseffend, teeder minnend
en muzikaal ouderenpaar bezeten heeft
Vergelijk hiermede eens de droevige
jeugd van een Beethoven, die zulk een
harden vader had, van een Charles Adam,
die schier aan zijn lot werd overgelaten.
De naweeën hiervan bleven dan ook niet
uit. De koning der symphonieën werd
somber gestemd en deze gemoedsstem
ming openbaart zich in tal zijner reuzen-
scheppingen.
Niet ten onrechte noemde zeker schrij
ver daarom Beethoven den componist
van den nacht en Mozart dien van den
dag. En de schepper van «Le Chalet»
en «le Postillon de Longjumeau» bleef,
in weerwil zijner rijke verbeelding, zijn
onmiskenbaar talent, een toondichter van
den tweeden rang.
«Mijn leeren is spelen
Mijn spelen is leeren*
zingt de kinderdichter Van Alphen. Op
den jeugdigen Mozart zijn deze regelen
volkomen van toepassing. Al spelend
leerde hij het klavierspel en wel zoo ver
bazend vlug, dat hij op vierjarigen leef
tijd reeds kleine menuetten en andere
lichte pianostukjes netjes, smaakvol en
goed in de maat kon uitvoeren. Tegelijk
openbaarde zich zijn wonderbaar geheu
gen. Slechts eenmaal behoefde hij een
vocale of instrumentale solo te hooren,
om ze vervolgens, geheel uit het hoofd,
nauwkeurig op het klavier weer te geven.
Het volgende jaar zit hij reeds peinzend
voor zijn geliefkoosd instrument om zijne
muzikale inspiratiën aan het papier toe
te vertrouwende vijfjarige dreumes
levert de eerste proeven van zijn schep
pend talent.
Dat deze eerstelingen, kleine menuet
ten, van geringe muzikale waarde zijn,
kan wel niet anders, doch welk ander
kind, vóór of na hem, verstond reeds
zoo vroeg de kunst zijne gedachten te
belichamen. En wie leerde hem viool
spelen Niemand.
Hij heeft deze kunst zijn vader afge
keken en zich op een kermisviooltje zoo
lang in stilte geoefend, tot hij ook op
dit instrument een vrij groote vaardig
heid verkregen had. Den vader, wien
niets, wat zijn welbeminden, liefdevollen
zoon betrof, ontging, vermoedde niet,
dat zijn leerling reeds meesterlijk den
strijkstok hanteerde. Hij glimlachte dan
ook, toen Wolfgang aan hem en Chacht-
ner op een huiselijk repetitie verzocht de
.tweede partij, in een pas door Wengl
vervaardigd trio, te mogen meespelen.
De knaap ontving een weigering en be
gon te schreien. Die tranen vermurwden
den vader, die hem toestond zachtkens,
o, zoo zachtkens mede te spelen. Spra
keloos van verwondering moesten beiden
nu ervaren, hoe meesterlijk het geniale
kind zijne partij vertolkte. Zelfs de
eerste partij werd daarna door hem op
bevredigende wijze gespeeld. Dit was
voor den gelukkigen vader te veel. Hij
snelde naar de aangrenzende kamer,
barstte in tranen uit en wierp zich op
de knieën om God te bedanken voor
het bezit van zulk een kind. Korten
tijd daarna verrastte zijn vader hem aan
het klavier. Een groot blad muziekpa-
pier, waarop honderden nootjes en tee-
kens geschreven, of beter gezegd ge
krabbeld waren, stond voor hem. Een
oningewijde zou uit dien chaos van
puntjes en haakjes, geen wijs hebben
kunnen worden en ook de vader lachte
om het broddelwerk van zijn zoon, doch
hoe verbaasd stonden hij en zijne vriend
toen zij bij aandachtige beschouwing
bemerkten, dat die schijnbare warboel
een concert voor klavier met bege
leiding van verschillende instrumenten
moest voorstellen en alles volgens de
regels der harmonieleer gezet was. Zoo
gevoelde de knaap reeds bij intuïtie de
moeielijke wetten, waaraan de toon
dichter gebonden is, paste hij onbewust
de regels toe zonder er nog één enke
len geleerd te hebben.
Zijn geheele wezen ging weldra in
de muziek op, hij vergat eten en drin
ken om haar te beoefenen hij zonderde
zich af van de speelzieke jeugd om met
Nannerle te musiceeren, ja het gebeurde
een paar malen, dat hij midden in den
nacht opstond om zijne ideeën op het
klavier te vertolken. Zoo vonden hem
eenmaal de ontstelde huisgenooten, in
het holst van een ijskouden nacht, in
de dikste duisternis voor het klavier ge
zeten, dermate in zijn spel verdiept, dat
hij de binnentredenden niet eens be
merkt en eerst tot het besef zijner han
delingen kwam, toen de van aandoening
schreiende moeder hem in hare armen
nam. De strengste vermaningen van
den vader en het uitdrukkelijk gebod
de nachten voortaan aan de rust te
wijden, maakten een eind aan die ver
keerde excursies, welke binnen zeer
korten tijd zijn zenuwstel zouden ge
sloopt hebben. Het is toch onbegrijpe
lijk hoe zulk een klein, tenger lichaam,
zoo'n reuzengeest kon huisvesten, zoo
lang bestand was tegen zulk een af
mattende hersenwerking, want altijd was
hij bezigverbood de vader hem het
musiceeren, dan maakte hij moeilijke
rekensommen, bestudeerde vreemde ta
len, of oefende zich in het teekenen.
Hij kon niet ledig zijn, of stil zitten.
Had men hem muziek, boeken, papier,
ja alles ontnomen, dan zwaaide hij met
armen en beenen, draaide op de voeten
het rond, speelde met de vingers,
in
de knoopen van zijn jas, gesticuleerde,
buitelde hals over kop over den vloer
der kamer, of danste met Nannerle rond
om de tafel. Geen wonder, dat hij
aller lieveling was èn om zijn schran-
deren geest, èn om zijne uitmuntende
eigenschappen. Hij gehoorzaamde tot
in de kleinste dingen, beminde harts
tochtelijk zijn moeder en eenig zusterke,
verafgoodde zijn vader en overlaadde
met liefkozingen allen, die hem met
vriendelijkheid bejegenden. Zoozeer was
hij gehecht aan de geregelde huisbe
zoekers, dat hij hun gezelschap niet
missen kon. Op een zijner reizen barstte
hij bij het ontwaken eens in tranen uit.
Op de vraag, waarom hij zoo bitter
schreide, antwoordde hij»Ach, ik kan
het niet verzetten, dat ik hier nimmer
onze vrienden en goede bekenden zie.»
De roem dezer twee hoogbegaafde kin
deren kon op den duur niet binnen de
muren der enge woning besloten blijven,
maar drong door tot in geheel Salzburg
en ver daarbuiten. Het kostte echter
den bewondenaars der kleinen heel wat
moeite den vader er toe te brengen
een kunstreis met hen te maken. Deze
toch zag in zulk een onderneming een
zondigen trots, misschien vreesde hij
ook, dat het reizen hun nadeelig zou
zijn, doch eindelijk zwichtte hij voor den
aandrang zijner vrienden en begaf zich
den 12 lanuari 1762 met Nannerle en
Wolfgang, thans 11 en bijna 6 jaar oud,
naar Miinchen, waar zij drie weken door
brachten. Hier speelden de kinderen
voor den keurvorst van Beijeren met het
grootste succes. Overal waar zij optraden
verwierven zij den uitbundigsten bijval.
Van de reis teruggekeerd, zette de vader
met onverdroten ijver het muziekonder
wijs voort, om nog in den herfst van
hetzelfde jaar met hen een tweede
kunstreis, thans naar Weenen, te maken.
Hiermede begint het z. g. reistijdperk,
dat hun wel roem en glorie doch be
trekkelijk weinig financieel voordeel op
bracht.
(Wordt vervolgd.)
Men had gistereo een ministerieele crisis
verwacht, maar de regeering is er in ge
slaagd een nederlaag te vermijden bij de
behandeling van het ontwerp der Ant-
we.rpsche werken. E-n op het laatste oogen-
blik ingediend amendement van De Groot
werd door het hoofd van het kabinet, De
Smet de Nacyer, overgenomen. Dit amen
dement, dat der regeering toestaat onteige
ningen te doen, houdt in principe de aan
neming van een tweede verdedigingslinie in.
De Kamer nam het met 80 tegen 77
stemmen en twee onthoudingen aan, waar
mee zij zich met het eesentieele gedeelte
van het ontwerp vereenigde.
Z'S leden der rechterzijde, die tegen het
artikel hadden gestemd, hadden aan de
stemming geen deel genomen.
PALL ERES, de nieuwe president
der Fransche Republiek.
De Nationale Vergadering, de leden van
Senaat en Kamer, vergaderde Woensdag
in het koningsslot te Versailles, om voor
het tijdvak van zeven jaar een nieuwen
president der Republiek te kiezen als op
volger van Loubet, die geweigerd had zijn
mandaat te zien hernieuwd.
De bijeenkomst der Nationale Vergadering
werd om één uur geopend.
Fallières, als president van den Senaat
aangewezen om de vergadering te leiden,
nam plaats op den Voor ittersstoel, hij weid
ontvangen door driemaal herhaald toejuichin
gen en bravo's van de linkerzijde en het
centrum, beantwoord door rumoer aan de
rechterzijde.
Fallières las daarnahet decreet voor, waarbij
de Nationale vergadering werd bijeengeroepen.
Vervolgens werd onder groote beweging
tot de stemming overgegaan.
Zooals wij zooveel mogelijk per bulletin
bekend maakten werd tot president der
Republiek gekozen met 449 stemmen Fallières,
president ven den Senaat; op Doumer pre
sident der Kamer, werden 870 stemmen
uitgebracht.
De bekendmaking van het aantal stemmen
op Falières uitgebracht werd met langdurige
toejuichingen begroet, terwijl men bij die
van Doumer jouwde.
Daar stond de vice-president op en ver
klaarde, dat het Congres door hem tot pre
sident te verkiezen, voldeed aan de verlangens
van het repuhlik'. insche Frankrijk, dat aan
het hoofd slecht» wilde zien een eerbiedig
en getrouw dienaar van wet en constitie.
.Wij bieden u dus met innige voldoening
onze grlukwenschen aan."
Daarna begroette de minister-president
Rouvier den gekozene en weuschte hem geluk
namens de regeering.
Hij zeide in Fallières te zien den uitver
korene van de republikeinsche meerderheid
Fallièies antwoordde en zeide dat zijn
aandoening en zijn dankbaarheid even diep
en inwendig waren als deze republikeinsche
manifestatie sprekend. Hij verklaarde zich
zorgvuldig aan de constitutie te zullen houden
en al de verplichtingen, die ze hem oplegde
te zullen nakomen, daardoor de keuze van
het congres rechtvaardigend, door de trouwe
(ii verknochte dienaar te blijven van de
instellingen van de republiek en van het
vaderland.
Om kwart voor vijven keerde Fallières
met den trein naar Parijs terug. Te Parijs
aangekomen, reed hij naar het Elysée onder
de kreten der menigte: .Leve Fallières!"
Fallières, die den 18en Februari Loubet
opvolgt, zal nietmeer ais voorzitter van den
Senaat optreden. Hij zal de leidiug aanem
vice-president overgeven.
Loubet ootving daar zijn opvolger en had
een onderhoud van een half uur met hem.
Loubet weuschte hem geluk met zijn ver
kiezing. Donderdag bracht Loubst een
tegenbezoek aan Fallières.
Van uit Klyée begaf Fallières zich naar
het Luxembourg (het S-naats-gebouw.) Daar
ontging hij alle ministers, senatoren, afge
vaardigden enz.
Clement Armand Fallières werd den 6en
November 1841 te Né h Mezin, in Lot-et-
Garonne, geboren.
Hij begon zijn loopbaan als advocaat en
werd spoedig verkozen tot lid van de depar
tementale staten van Lotet-Garonne en be
noemd tot burgemeester van Nérac, welke
ambten hij 16 jiar uitoefende. Iu 1876 werd
hij tot Kamerlid gekozen. Toen in Septem
ber 1880 het kabinet-Ferry optrad, werd
Fallières onderstaatssecretaris van Binnen-
landscbe Zaken. In 1881 werd hij minister.
Fallières is acht maal minister geweest in
15 jaar tijds. Bij alle combinaties had men
voor hem steeds een portefeuillehij was
beurtelings minister van Onderwij», van
Binnenlandsche Zaken en van Justitie.
Fallières heeft met Loubet gemeen, dat
hij uit bet Zuideu komt, eu hij is welbe
spraakt en mededeelzaam, zooals de Zuid-
Franschen zijn. Zijn vader was griflier van
het kantongerecht, maar zijn grootvader was
boor en in de opgaaude lijn treft men ver
der een heele rij van voorvaderen, die boeren
wa^en. Het boerenhuis, waar zijn grootvadsr
gewoond heeft, houdt Fallières nog altijd iu
groote er. Daar pleegt hij, iu den familie
kring, zijn vacanlics door te brengen. Ook
's winters placht Fallières dikwijls naar zijn
geboorteland te gaan van Vrijdag tot Maan
dag, en dan bleef hij, als het eenigszins kon,
den Maandag over. Dat kan hij in 't ver
volg als president vau de republiek niet
meer doen.
Wat zijn politieke kleur betrefr, Fallières
behoort tot de radicale partij en is een anti-
clericaal van het zuiverste water.
Hij zal even als Loubet alles goedvinden
wat men hem voorzet, rechtvaardig of niet.
Na al hetgeen tijdens de zeven jaren vau
Lou bet's presidentschap is geschied, zijn
ernstige gebeurtenissen te vreeien in de
Republiek. De man, die straks uit het Ely
sée vertrekt, laat aan zijn opvolger een
onder menig opzicht bedenkelijke nalaten
schap achter. Een forsche hand, een kraoh-
tige wil, een groote moed zouden noodig
zijn, om weder recht te zetten, wat in
Frankrijk scheef en wankel is komen te
staan. En Fallières' verleden biedt geen
enkelen waarborg, dat hij de man ia, aan
wien het verdeelde en zwaar geteisterde land
thans behoefte heeft.
Oorlog krijgt Frankrijk in elk geval,
zoo niet met Duilschland, dan toch met
Venezuela. Den gezant van Castro te Parijs
is mededeeling gedaan, dat hij kon vertrekken.
Wat er gebeurd is
Er is al heel veel gebeurd, maar nu toch
iets bijzonders.
Toen eergisteren het stoomschip Marti
nique, op reis van La Guaira naar Colon
de haven van Puerto Cabello wilde aandoen,
ter ontscheping van Taigi.y, den Franschen
zaakgelastigde iu Venezuela, werd dezen de
landing verboden.
Rouvier heeft onmiddellijk den zaakge
lastigde van Venezuela een paspoort gegeven
en bevel direct Frankrijk te verlateu.
Oorlogsschepen zijn vertrokken.
Eene officieels mededeeling van de con
ferentie te Algeciras zegt. De conferentie is
bijeengekomen. De vergadering heeft een
aanvang gemaakt met de behandeling van
bet tegengaan van den sluikhandel in wapens,
waarbij onderzocht werd de kwestie van de
verbodsbepalingen en de strafbepalingen
tegen overtreders. Het waken tegen sluik
handel in de havens zal eveneens onderzocht
worden door 5 rapporteurs, die in opdracht
hebben het ontwerpen van een bepaling voor
te bereiden, waarop de conferentie in de
eerstvolgende vergadering een besluit zal
nemen.
Al heel weiuig interressaut, zooals men
ziet, wil men meer a.s Maandag is 't op
nieuw vergadering.
I -
De liberalen winnen voortdurend. De
laatste stand is
Gekozen 232 liberalen, 35 arbeiders, 96
unionisten, 72 lersche nationalisten.
De liberalen hebben 127 zetels gewonne,