Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST.
Nummer 23.
Zondag 18 Maart L906.
29® Jaargang.
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
Eerste Blad.
BEKENDMAKING. B[|J|;|j|j| VRAAGSTUK,
gratis.
U itoevek
Zij die i:ich tegen het
volgend kwartaal op dit
blad abonneeren, ontvan
gen de nog deze maand
verschijnende nummers
FEUILLETON.
WAALWIJK Telefoonnummer 38.
(3)
De Echo van he
WjalwHksclie
Courant
- - - Rh..,!,,,,.. u nAnt ,)f>r tpctpI. trro
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden fU. 5.
Franco per post door het geheele rijk t Ü.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
antoon tielen,
■Advkrtbntibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiön Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van eeu groot aantel regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
ontwikkeling op de gewone keuringen in de
maand Maart dezes jaars niet worden voorgo
bracht, alsnog kunnen worden aangeboden om
ter bespringing te worden tofgelaten voor het
District WAALWIJK..
Te HEUSDEN op 15 Mei, 13 September en 13
December, telkens dc» voorroiddags te 10 ure.
Te WAALWIJK op 15 Mei, 12 Juli, 13 Sep
tember en 13 December, telkets des namiddags
te 3 ure.
Te ALMKERK op 16 Mei, 13 Juli, 14 Septem
bar en 14 December telkens des voormiddags te
10 «re.
De aandacht van belanghebbenden wordt ge
vestigd op het in Art. 9 van het Reglement ge
geven voorschrift, om als tus»chentijd«che keuring
van hunne stieren veilangd wordt, daartse 14
d*gen vóór den keuringsdag bü den Voorzitter
der keuringscommissie aanvraag te doen.
Waalwijk, 22 Febr. 1906
Het Gemeentebestuur van Waalwijk,
K. de van der Schueren.
De Secretaris,
F. W. van Liempt.
INRICHTINGEN welke gevaar schade ©f
hinder kunnen veroorzaken
Burgemeester en We'bouders der gemeecte
Waalwijk Lrengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen vtn J. J. van -Dooren te Waalwijk
om vergunning tot het oprichten van een leer
looierij, op bet perceel gelegen te aalwijk,
kadastraal bekend in Sectie B No. 1483.
Op Zaterdag den 24 Maart 1906, des voormid
dags tc elf uren, zal ten Gemeentehuis© gele
genheid bestaan om de bet waren tegen dit ver
zoek in te brengen en deze mondeling en schrit-
teiijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, dis bezwaren
hebben, kuanen gedurende drie dagen, voor bel
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der ge
meente kennis nemen van deter zake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, 10 Maart 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
K. de van der Schueren.
De Secretaris,
F. W. van Liempt.
Tussehentiidsche keuring van sprlngstiercn
In 1906.
Het Gemeentebestuur van Waalwijk;
Gezien de aanschrijving van Heeren Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant dd. 15 Februari
1906, G. No. 73, le Afd. 2e Bur., Prov. Bijbl.
No. 27.
MAAKT BEKEND;
dat door de Provinciale Commissie ter bevorde
ring van de verbetering van bet rundvee in
Noord-Brabant, bij besluit van 7 Febr, j.l. is
bepaald, dat de stieren, die nit hoofde van ziekte
tasschentijd8chen aankoop of niet genoegzame
II (Slot).
Ook Mr. Aa'berse, die tot onze ver
wondering bij het debat over dit onder
werp in de Tweede Kamer zweeg, heeft
in het K. S. W. een artikel over deze
quaestie geschreven.
De vraag Mag en moet dc Overheid
toestaan, dat hare ambtenaren zich ver
eenigen, om door samenwerking hun
godsdienstig, zedelijk en stoffelijk heil
te bevorderen beantwoordt hij daarin
bevestigend,
Maar de vraag>Mag en moet de
Overheid toestaan, dat hare ambtenaren
zich vereenigen, om door samenwerking
zich tegenover haar eene machtpositie
te verwerven, waardoor zij in staat zijn
om behoorlijke arbeidsvoorwaarden, des
noods door dwangwerkstaking af te
dwingen, beantwoordt hij.... >dat hier
mede de zaak anders staat.1
Natuurlijk, staat hiermede de zaak
anders, doch o, i. is hier de opzet van
de tweede vraag, waarin dan vooral de
vakvereeniging bedoeld wordt, niet
zuiver.
Zou het wel in al zijn consequentie's
waar zijn, dat de vakvereeniging van
ambtenaren, als zoodanig opgericht wordt
om een machtpositie tegenover deOver-
Naar het Duitsch
door
J. M. S.
heid in te nemen? Indien dit in zijne
algemeenheid moet genomen worden,
dan zijn hiermede onze christelijke
ambtenaarsvakverecnigingen ook ver
oordeeld- En dat kan Mr. Aalberse
niet bedoeld hebben. Bovendien, legt
men naast deze uitspraak eens. wat ge
zegd wordt van vakvereenigingen in het
3e Vlugschrift der K. S. A. dan zou
men zoo zeggen, dat vakvereenigingen
juist moeten opgericht worden om werk
stakingen te voorkomen. Immers, daar
leest men Velen hebben ook nog de
verkeerde meening, dat een vakvereeni
ging eigenlijk is een werkstakersvereeni-
ging duidelijker: eene veieeniging
van werklieden, met het doel werk
stakingen te organiseeren.
Niets is minder juist
Vooreerst heeft de ervaring in alle
landen opgedaan, geleerd, dat de meeste
werkstakingen juist worden op touw ge
zet door niet georganiseerde werklieden.
Eerst daarna kwamen zij veelal tot 't
besef, dat eene vakvereeniging noodig
was.
Vervolgens, ook al hebben vele vak
vereenigingen werkstakingen ondernomen
dan volgt daaruit nog volstrekt niet, dat
het doel der vakvereenigingen is 't or
ganiseeren van werkstakingen 1 Het
tegendeel is veeleer juist.
De groote taak der vakvereenigingen
is immers werkstakingen te voorkomen,
door ze onnoodig te maken.
Waardoor en hoe
Vooreerst onttrekken zij de goedge
zinde werklieden aan den invloed der
socialistische en anarchistische opruiers-
Vervolgens heeft 't bestaan van krachtige
vakvereenigingen vanzelf tengevolge, dat
vele misstanden worden verbeterd en
dus de oorzaken van werkstakingen
worden weggenomen.
Verder de meeste werkstakingen ont
staan, doordat de arbeiders geen orgaan
hebben, om over hun al of niet recht
matige grieven met de patroons te
spreken en over verbeteringen te onder
handelen. Is er een vakvereeniging dan
is 't bestuur hun natuurlijke vertegen
woordiger en aangewezen spreekbuis.
Indien nu de patroons maar geneigd
zijn, om met die besturen overleg te
plegen en te onderhandelen, dan zal
juist daardoor het aantal onbezonnen
werkstakingen geleidelijk verminderen
Tot zoover genoemd vlugschrift.
Nu is het hoogstwaarschijnlijk, dat dit
hoofdzakelijk slaat op vakvereenigingen
van z.g. loonarbeiders, dus niet zoozeer
op ambtenaren Doch: het vlugschrift
draagt tot opschrift: Arbeiders, ver-
eenigt U« dus arbeiders in algemeenen
zin. Bovendien, een spoorarbeider, is
evengoed arbeider als een industrieelc
arbeider. En de klerken en commiezen
kunnen toch evengoed hun vakvereeni
ging hebben als onze handels- en kan
toorbedienden, die in den beperkten
zin des woords ook geen gewone ar
beiders zijn.
Ja, maar de bijzondere dienstverhou
ding van de gemeente- en rijksambte
naren staat hier eene gewone vereeni-
ging en vakbonden in den weg 1
Laat ons nu eens rondweg onze mee
ning zeggen. Zou bij dit nieuwe of
I liever, nu meer op den voorgrond ge-
I treden gezichtspunt niet te veel haar
invloed doen gelden de ervaringen, op
gedaan in 1903? Wordt hier m. a. w.
wel zuiver objectief geoordeeld en is
hier de vrees niet eenigszins een raad
geefster Wij vreezen van wel. En toch,
hoe gunstig kwamen in dat ongelukkige
jaar onze christelijke vakvereenigingen
van spoorwegambtenaren uit
Zij hebben de groote spoorwegstaking
doen mislukken en dus daadwerkelijk
doen uitkomen, dat eene goede vakver
eeniging van ambtenaren ook stakingen
voorkomen of ongedaan kan maken.
Het geciteerde uit bovengenoemd vlug
schrift is o. i. ook volkomen van toe
passing op een vakvereeniging van amb
tenaren op christelijken grondslag.
Waarom dan ook onze mannen nu
schijnbaar in eens zoo voor groepsver-
tegenwoordiging zijn en tegen vakver
eenigingen van ambtenaren begrijpen
Vineta bleef oaet lure vriendin staan.
„Mijne heeren*', zei zij met een litt lachje,
„het is me zeer aangenaam geweest*'.
„U wilt ons toch hier al niet verlaten*,
onderbrak haar Dokter Niel. „Hier al en
zonder te weten mtt wie wij de eer hadden*'.
„U wilt ome namen weten Nu, de
mijne vloeit niet zoo poëtisch als de uwe,
Vineta Teichinann. Eliza Nath*.
Nadat de noodige ceremonie, bij dergelijke
gelegenheden onontbeerlijk, gemaakt was,
trachtte Dokter Niel mejuffrouw Teichmann
te bewijzen, dat het hier id geenen deele
de plaats was, om afscheid te nemen en
hij had succes. Vineta stond toe dat zij
naar een bekend restaurant iu de Pots-
dammerstraat zouden gaan, waar zich ook
de ouders van beide dames zouden bevinden.
Dokter Niel en zijn vriend stonden er op,
de dames tot aan dat lokaal te begeleiden
en dan, als 't kon, eok voorgesteld te
worden aan de wederzijdsche ouder», die
zeker ook beminnelijke menschen moesten
zijn. In elk geval werd de begeleiding tot
zoo ver nog geaccepteerd, en, toen mejuf
frouw Nath zich eenigszins er over bezorgd
maakte, dat haar papa en mama baar aldus
zouden treffen, verklaarde Vineta eenvoudig
dat ze zouden voorgeven, dat zij de heeren
in bun Z3ngvereeniging hadden Ieeren
kennen.
Dokter Niel was toch werkelijk een
lichtzinnig mensch. Hij liep zoo maar in
zijn verderf. Geen penning op zak te hebben
en dan twee dames in een fijn restaurant
te brengen, daartoe behoort meer dan
moed roekeloosheiu. En dat was het werke
lijk. Dokier Niel had in zijne verliefdheid
en verliefd was hij inderdaad, tot aau
zijne beide ooren toe, zooals men pleegt te
zeggen totaal vergeten den ellendigen
toestand van zijue beurs. En het wilde
hem nog maar steeds niet invallen. Onder
het prettige gekeuvel met Vineta dacht hij
aan alle mogelijke dingen, alleen daaraan
i>iet. Zijn vriend echter des te meer. Hij
bromde en mopperde stilletjes op zijn vriend
Niel, doch daar hij natuurlijk niet hierover
spreken kon, zoo moest hij zijn vriend
met het gevaar in de oogen in koelen bloede
volgen. Maar langzamerhand kwam een
eigenaardige gedachte in h m op.
Niel moest noodzakelijk geld hebben,
anders zou hij toen zoo brutaal niel zijn.
Hij had zich zeker maar zoo voorgedaan,
opdat hij het weinige, wat hij dan nog had,
niet met hem behoefde te deelen. Maar
wacht! Thans moest hij dan toch voor hein
ook betalen, als hij met de dames werkelijk
in dat lokaal ging.
Juist hetzelfde dacht ten slotte ook
Dokter Niel.
„Die Harten had zeker nog wit geld.
Hij is altijd zoo krenterig 1 Maar nu moet
hij wel nolens volens betalen».
„Alzoo Dokter Niel*, babbelde Vineta,
„uw naam is die van een diep water. Is u
inderdaad ook een z.g. „diep water
„Voor waterig hebben mij mijn vrien
den altijd gehouden maar niet voor diep.
U kui.t mijn naam eerder voor eene ver
korting van het latijnsche nihil houden,
b. v. nil nisi beneDat is ook mijn
zinspreuk*.
tegen de overheid zouden kunnen
worden. Welnu, daar zijn bepalingen
voor te scheppen. Men denke aan de
stakingswetten. De wet dient te waken
voor uitspattingen.
Maar is groepsvertegenwoordiging dan
niet even goed als vakvereenigingen
Wij antwoorden beslist «necn!« Dit
klinkt vrij apodictisch, toch meenen we
het te kunnen bewijzen.
Een vakvereeniging is eene vereeni-
ging van gelijke belanghebbenden en
belangstellenden. Hier is een natuur
lijke band, de gelijke beroepsband 1
Welnu, waar deze drijft tot vereeniging,
daar is het eene vereeniging, waarin de
factor aanwezig is voor liefdevolle toe
wijding aan de vereeniging, daar kiest
men zelf de vertrouwensmannen, uitste
kende boven de mede vakgenooten,
daarin zal men dus krijgen eene van
zelf groeiende, de echte belangstelling
voor alles, wat het vak op kan voeren
en tevens een oordeelkundig inzicht in
de zoowel economisch als sociale belan
gen der leden. Doch, hoe zal het gaan
als zoo iets van «boven af» geregeld en
in elkaar gezet word? Krijgt men niet
weer iets kunstmatigs, iets gedwongens?
Bovendien, kunnen de mannen die buiten
boven het vak staan, wel zich zoo
we beslist niet. Of meenen zij, dat de
radicaal-socialistische ambtenaarsvakver
ecnigingen te veel een machtspositie
Vineta verklaarde nederig, dat zij geen
latijn verstoud, waarop Dokter Niel zijn
naam in verband met „nisi bene* iu zijn
moedertaal overzette en Vineta dus ver
klaarde, dat „nil nisi bene* beteekende.
Zij waren echter thans bij het restaurant
gekomen. Dokter Niel hoopte, d t Vineta
hier afscheid zou nemen, maar Vineta dacht
iD 't geheel niet daaraan zij vond het
integendeel heel bekoorlijk van de heeren
dat zij kennis wilden maken met de weder
zijdsche ouders.
Konden zij de uituoodiging van Vineta,
om de beide dames in het restaurent te
begeleiden, thans afslaan Neen Dokter
Niel in 't geheel niet. Hij moest Vineta
begeleiden 1 Dat kon hij eenvoudig niet
laten.
Trouwens, hij wilde het ook niet laten.
Hij was werkelijk ernstig op dit mei«je
verliefd en ook z ij scheen hem niet onge
negen. Haar klceding en ook haar optreden
duidden op een11 zeer nette alkomst, wel
licht eene dochter van rijken huize dus
eene gelegenheid voor onzen goeden Niel,
om zijn fortuin te-maken, zooals misschien
er nooit eene zich meer zou voordoen
en dat alles zou moeten mislukken, omdat
hij op 't oogenblik niet het geringste klein
geld bij zich had. Neen I Dat zou iemand
zijn hart doen breken. Maar veel had
Harten beslist ook niet en als de vertering
nu eens vrij groot werd, dan zaten ze toch
verschrikkelijk in de benauwdheid. Het
was ten slotte toch maar beter niet mede
naar binnen te gaan. Vineta had hem in
haar opgewekt gesprek verteld, dat zij eiken
namiddag met haar vriendin naar den Thier-
garten eene wandeling maakte. Daar zou
hij haar dan kunnen weerzien, maar hoe
moest hij uu wegkomen Hoe hij ook
peinsde, niets viel hem in. Slechts eene
en^M. is -tm m u
indenken in de behoeften der groepen,
die zij gaan regelen
Neen, wij houden het met de vakver
eeniging, natuurlijk op christelijken, ka
tholieken grondslag gebouwd, ook voor
de ambtenaren. En voor de anderen,
welke te veel beinvloed zouden kunnen
worden door die soort van ontevreden
heid, waarvan de heer Lohman sprak,
en een verkeerde macht zouden kunnen
worden in de staatsmachine, make men
dwingende bepalingen, die uitspattingen
kunnen voorkomen.
De wetten, vooral die met dwingend
recht, zijn er immers voor de onwilligen,
niet voor de goedgezinden.
Men trachte toch nie t kunstmatig
tegen te houden of te ontwrichten, wat
uit zich zelve geworden is. Dat zal, neen
dat moet zich wreken.
Ten slotte nog deze opmerking.
hoop bleef hem nogdat de ouders van
Vineta en van hare vriendin niet in het
restaurant zouden zijn. Dan kon men zich
daar onmogelijk ophouden, de heeren zouden
dan de dames naar huis begeleiden en
waren zoodoende uit hunne pijnlijke positie
verlost.
Intusschen was men reeds in den tuin
van het restaurant gekomen. Vineta ging
met haren begeleider lachend en schertsend
voorop, Harten met mejuffrouw Nath volg
den hen in ietwat kalmere houding. Hoe
menig oog richtte zich op die bekoorlijke
Vineta en hoe werd Niel benijd om het
geluk, aan de zijde van dat beeldschoone
meisje te mogen wandelen. De gelukkige
zelf klopte echter het hart vrij onstuimig en
slechts aan Vineta's vroolijkheid was het le
danken, dat zijne verlegenheid onopgemerkt
bleef Reeds hadden de twee paartjes den
tuin in zijne geheele lengte doorloopen,
zonder een spoor der wederzijdsche ouders
te vinden. Reeds doortrilde d*n armen Niel
een straal van hoop, toen Elise plotseling
levendig uitriep: „Daar zit papa!* Op het
zelfde oogenblik verhief zich van zijn zit
plaats een eerbiedwaardig, oude heer, keek
naar de beide meisjes en van dezen verrast
naar de beide geleider». Doch ViDeta was
reeds hem toegevlogen, begroette hem storm
achtig als „oom Nath" en babbelde hein
met betooverde naiviteit voor, dat het toch
zoo'n gelukkig toeval wa», dat ze deze beide
heeren zij stelde ze meteen voor ge
troffen hadden. Zij waren leden van hun
zangvereenigingDokter Niel, de tenor en
mijnheer Harten tweede bas, zij hadden de
beide zangers in den „Thiergarten* ge
troffen.
Mijnheer Nath begroette de beide jonge
mannen met eene ietwat gereserveerde hof
felijkheid en noodigde hen uit, met de dimes
plaats te nemen. Zij deden dit dan ook
beiden gewillig genoeg een zeer gedienstige
kelner kwam haastig met zijn servet nader-1
bij en, gelijk Harten met woede in het hart1
zich erkende, zij zaten er nu mooi in.
Die ellendige gewillige kelners 1
„Wat wenschen de heeren
Niel en Harten wierpen vragende blikken
op elkaar.
„Neurenberger - Kulmbacher- Pilsener
„Hebt u ook Beiersch bier?' vroeg Har-
ten thans brutaal.
„Welzeker l Alzoo twee Beiersch I De
dames koffie
Oom Nath knikte toestemmend en de
kelner vloog heen.
Intusschen had oom Nach verteld, dat
Vineta's ouder», evenals zijne vrouw, teu
huize van de eersten gebleven waren, daar
zij, juist toen gsan wilden, bezoek van de
grootouders van Vineta gekregen hadden
dat de grootouders besloten waren niet mede
uit te gaan en oom Nath dus alleen was
gekomen op de afgesproken plaats van het
rendez-vous, om de beide meisjes niet in
verlegenheid ie brengen en ze naar huis te
begeleiden. Dit laatste zou zoo dadelijk na
het gebruiken van de koffie plaats hebben.
Thans werd het gesprek algemeen. Niel
en Harten zaten als op heete kooien doch
maakten in 't geheel niet den indrnk van
warm te zijn. Het bier smaakte hun niet,
want bij iederen teug dachten ze aan het
oogenblik van opstaan. Aan betalen 1 En
zou de andere gsld hebben Oom Nath
die natuurlijk niet het minste vermoeden
van hun toestand had, hield nun stille
terughouding voor aangeboren bescheiden
heid en hij begon sympathie voor de jonge
lui te gevoelen.
(Wordt vervolgd.)