jNummer 25
Zondag 25 Maart 1906
29P Jaargang
Tweede Blad.
1
MOZART.
Vakschool.
Reclame.
llembrandt-Album.
rn irja
Waarom is een vakschool in Waalwijk
gcwenscht
Het vakonderwijs verkreeg in het
laatste vierde der vorige eeuw zulk een
uitbreiding en beteekenis, dat het zich
niet langer als aanhangsel van het alge
meen onderwijs behandelen laat. Het
heeft zich vrij gemaakt en vraagt er
kenning van zijn zelfstandigheid. En
het doet dit met te meer klem, omdat
de geheele verandering op economisch
gebied in den boezem van elk volk, de
Overheid noodzaakt met ernst toe te zien
dat de nationale achterlijkheid op dit
gebied de nationale toekomst niet in
gevaar brengt.
Onthouding is hier ondenkbaar. Elke
nieuwe energie door andere concurree-
rende natiën ontwikkeld, dwingt, wi
men niet verachteren, tot ernstiger in
spanning van eigen kracht. Wie stil
zit, verarmt. Alleen wie de handen uit
de mouw steekt, kan de concurrentie
volhouden.
Er moet onverwijld gehandeld worden
wij hebben op zoo menig terrein van
dit breede gebied nog veel in te halen
Te Waalwijk en omstreken is het
speciale bedrijf het schoenmakersvak.
In deze bepaalde streek moet een cen
trum met eigen vakschool gevormd
worden, waardoor de geheele streek zal
zijn gebaat. Is voor dit centrum Waal
wijk niet de aangewezen plaats Moet
men niet alles in het werk stellen om
het zich verplaatsen van de schoenin
dustrie, de hoofdbron van het bestaan
alhier tegen te gaan? De bloei onzer
nijverheid moet worden bevorderd en
deze bloei moet uitgaan vanuit het cen
trum der industrie.
Telkens moeten nieuwe denkbeelden
beproefd en toegepast, en gestadig moet
men, om aan de concurrentie met het
buitenland het hoofd te kunnen bieden,
het product wijzigen en in sierlijkheid
en practische bruikbaarheid verrijken.
Het is voor het bedrijf niet genoeg
de gelegenheid tot opleiding, die het
aan de werkplaats zelve wordt geboden
en bijna geheel neerkomt op de over
geleverde aanwendingen der noodige
handgrepen. Deze primitieve opleiding
is reeds lang genoeg de heerschende
geweest. Nu moet hulp worden ver
schaft. Voor den bloeien de verheffing
van dit speciale bedrijf is speciale vak
opleiding volstrekt onmisbaar te achten.
In het buitenland is men ons op dit
gebied voorgegaan.
Vandaar de voorkeur in veel kringen
aan buitenlandsch fabrikaat gegeven, en
hiermede weer samenhangend de kwij
ning van de industrie ten onzent, die
strijdende tegen vooroordeelen en mis
kenningen, het buitenlandsch fabrikaat
nabootst, of minder geldige waar levert.
Beide laten den eisch van het nationale
leven onbevredigend en zijn schadelijk
voor den economischen toestand zoowel
voor de werkgevers als voor de werk
lieden. Het mag daarom van belang
worden geacht, dat ten deze in de be
staande leemte worde voorzien, en dat
een toestand geschapen worde, die voor
het schoenmakersbedrijf de gelegenheid
opent om theoretisch en practisch alle
verkrijgbare kennis en kunde voor zijn
vak op te doen.
In het buitenland heeft men niet al
leen vakscholen opgericht, maar voor de
zeer gewone bedrijven organiseert men
tevens cursussen die gehouden worden
in plaatsen waar geen vakschool bestaat.
Te Weenen werden gegeven 31 leer
gangen voor schoenmakers, 38 voor
kleermakers, enz. Meer dan 1700 per
sonen maakten er gebruik van. Deze
leergangen werdeu overdag gegeven en
duren zes tot acht weken.
In Duitschland volgt men daarbij een
ander stelsel, de leergangen duren in
plaats van weken, slechts enkele dagen,
van 5 tot 14, en behandelen dan een
bepaald onderd-eel van het vak Te
Karlsruhe werdein in 1902 gegeven twee
leergangen in het knippen van mans-
deedingstukken, een voor schoenmaken
enz. In vorige jaren had men leergangen
voor looiers, zeepzieders, ververs, hor
logemakers, enz. Niet alleen waren die
eergangen kosteloos maar er werden
zelfs toelagen verstrekt aan onbemid
delde leerlingen.
In Frankrijk, mei: name Parijs, zijn
de Cours zeer in zwang.
Te waardeeren zijn de pogingen, die
ook ten onzent tot verkrijgen van vak
scholen reeds zijn aangewend. Te En
schedé, te Amsterdam en te Rotterdam
o.a. deed men uitstekend werk op het
textiel en machine-gebied.
Moet Waalwijk als centrum achter
blijven? Heeft onze industrie geen be
hoefte aan frisch, krachtig leven en is
het niet hoog tijd, dat de schoenindus
trie in een eigen vakschool naar hooger
ontwikkeling streve
De voortreffelijke eigenschappen met
de ambachtsschool bereikt geven de
zekerheid dat ook de vakschool, leerlin
gen zal afleveren met geoefend verstand
gewapend oog en vaardige hand en dat
van de vakschool rijpe vruchten zijn te
verwachten,
MUNCHEN IDOMENEO.
Met even groote hartelijkheid als
voorheen werd Mozart door den ons
reeds bekenden kapelmeester Cannabiche
weder ontvangen Ook de Keurvorst
betuigde den meester zijn b'ijdschap
hem weder te zien. Toen Mozart hem
op een audiëntie zeide «Ik zou gelukkig
zijn, zoo Uwe Hoogheid mij ter wille
was», klopte deze hem op den schouder,
met de woorden: «Twijfel daaraan niet,
alles zal wel goed komen.» Alweder
dus eene belofte, die spoedig blijken
zou ijdel te zijn.
De tekst van Idomeneo geschreven door
den abt Varesco, baarde Mozart heei
wat zorg Hij moest tal van verande
ringen ondergaan eer hij geschikt was
op muziek gezet te worden. Tal van
brieven werden naar Salzburg geschreven
om den raad en het gevoelen van papa
over verscheidene onderdeelen van het
libretto in te winnen. Eindelijk toog
de meester aan den arbeid. Het eene
gedeelte na het andere vloeide uit de
pen en reeds einde November konden
de repetitien beginnen. Bij de eerste
repetitie werd het publiek streng geweerd
Alleen de zuster van den graaf van
Seau en graaf Seinsheim waren er tegen
woordig. Allen waren als betooverd
door de prachtige muziek. Graaf Seins
heim schudde de hand van den com
ponist uitroepende «Ik verwachtte
schoone dingen van u, doch het gehoorde
overtreft verre mijne verwachting Can
nabiche kwam met uitgestoken armen
naar hem toe zijne gade omhelsde
hem in hare vervoeringde solisten
liepen als dwazen door de zaalieder
uitte op zijne wijze zijn blijdschap of
bewondering. De Kapelmeester te Salz
burg die van alle stukken een afschrift
ontving, betuigde mede zijn groote inge-
genomenheid met het werk en schreef
zijn zoon: «Uwe muziek is allerschoonst
alles is nieuw en oorspronkelijk.... God
zij geloofd».
Toch gaf hij hem nog den raad «ook
het populaire» niet te vergeten, «want
denk er wel aan, ging hij verder, dat
niet allen even muzikaal ontwikkeld zijn,
en men bij het componeeren ook letten
moet op hen, die ooren hebben en toch
niet hooren Wolfgang, die den be
minden papa heel goed begreep, lachte
toch over zijne bezorgdheid en schreef
hem terug: «Wees maar gerust, papa,
er is in mijne opera muziek zoowel voor
Kenners, als voor hen, die het populaire
liefhebben, maar niet voor langooren.»
Bij elke volgende repetitie steeg het
enthousiasme de roep over de muziek
drong door tot in geheel Miinchen, ja
tot ver over de grenzen van Beijeren
De hoogstgeplaatsten en adellijke per
sonen, ja zelfs de keurvorst, konden tot
de eerste opvoering niet wachten, en
woonden meermalen de repetitien bij.
De vorst was over het nieuwe werk zoo
verrukt, dat hij er niet over zwijgen
kon en meermalen tegen zijn omgeving
zeide «Nog geen muziek heeft op mij
zulk een indruk gemaakt als deze.»
Eindelijk was de opera geheel klaar en
zou zij den 29 Januari voor het eerst
ten tooneele komen. Reeds vier dagen
te voren, waren Leopold en Nannerle
en met hen een groot aantal Salzburgers
naar München vertrokken om de eerste
voorstelling bij te wonen- Als in pro
cessie trokken op den bepaalden avond
de kunstliefhebbers naar den schouwburg,
die weldra tot in den nok gevuld was,
zoodat honderden geen plaats meer
konden krijgen.
Nog is de in verheven stijl geschreven
ouverture, die het tumult van veldslagen
en den strijd tusschen de elementen
schildert, niet ten einde, of het publiek,
verrukt door zooveel schoonheid, barst
in een oorverdoovend gejuich los. 't Ap
plaus herhaalt zich na de onvergelijkelijke
aria: Padre! germani! addiol vio foste.
De finale der eerste acte met het koor
der Argonauten «Nettuno s'onori
verwekt een onbeschrijfelijke geestdrift.
En al door vermeerdert het succes Het
heerlijke koor: «Placido il mar» met
den solo van Electra «Soavo Zefiri*
het slot van het terzet: «Deh cessi il
scompiglio» en de schrikaanjagende
slotkoren der tweede acte: «Piëta!
numi» «Corriamo, fugiamo» maken de
honderden toehoorders opgetogen van
bewondering. Met stille aandacht luisteren
allen naar de aria: «Zefiretti, lusinghieri,»
en het wonderschoone kwartet: Andröra
mingo en solo» zij huiveren bij de
scène: Idomeneo cesse esset Rè!» zoo
wel als bij de aria van Electra «O sma-
nia! O Furie 1». En als eindelijk de
liefelijke tonen van Idomeneo «Tornate
Ia pace al core» en de machtige slot
zang: «Scenda Amor!» door de zaal
geklonken hebben, kennen het gejuich
en gejubel der opeengepakte menigte
geen grenzen meer. Als razend roept
en schreeuwt de massa: »Leve Mozart
»Leve de onsterfelijke meester!» Deze,
ook nu nog bescheiden als altijd, be
dankt telkens met een lichte buiging
voor de overweldigende ovatie, hem
gebracht- En ginds, daarboven, in dien
halfdonkeren hoek eener loge, schreit een
grijsaard warme vreugdetranen. Het is
Leopold Mozart, die getuige is van den
kolossalen triomf van zijn beminden zoon,
wien thans voor het eerst de kroon der
onsterfelijkheid op het hoofd wordt ge
drukt en die zijn grootste, doch helaas
ook zijn laatste scheppingsperiode is in
getreden. Een nieuw tijdperk treedt hij
thans in, nieuwe banen gaat hij bewan
delen. Herinnert Idomeneo nog in vele
opzichten aan de oude Italiaansche opera's,
toch bespeurt men er reeds den invloed
van Glück in en bevat zij zooveel nieuwe
schoonheden in melodie als harmonie, is
de orkestbegeleiding zoo rijk en zelf
standig, tot in de minste onderdeelen
zoo uitmuntend verzorgd, dat geen werk
der Napolitaansche of Venetiaansche
school er in muzikale waarde mee ver
geleken kan worden. Hoewel zijne latere
opera's onder veel opzichten nog hooger
staan, heeft Mozart toch voor Idomeneo
altijd een zekere voorliefde gehad en
verschillende motieven daaruit, bewust
of onbewust, in zijn Figaro, Don Juan,
en Zauberflöte aangewend.
Het speet Mozart wel, dat hij in Mün
chen, dat hem zoo bewonderde, waar
hij zooveel oprechte vrienden telde en
voor goed zijn woonplaats hoopte te
vestigen, niet langer blijven kon. De
Aartsbisschop had het plan opgevat met
een groot deel van zijn hof een reis
naar Weenen te maken en daar hij
trotsch op Mozart was en in den vreemde
gaarne met hem pronkte, zond hij zijnen
Hof- en domorganist het bevel naar
Salzburg terug te keeren en zich gereed
te houden hem op den tocht naar de
Keizerstad te vergezellen.
WEENEN.
Een lage behandeling.
Als de Aartsbisschop de reis naar
Weenen opzettelijk had ondernomen om
zijnen organist zoo diep mogelijk te
krenken, had hij het niet beter kunnen
aanleggen. De kunstenaar bij de gratie
Gods was verplicht met de koks en ka
merknechts in de keuken het middag
maal te gebruiken. Dit stuitte hem be
grijpelijkerwijze vreeselijk tegen de borst.
Hij sprak dan ook aan tafel geen
woord, lachte nooit om de ruwe scherts,
die zijne dischgenooten zich zoo vaak
veroorloofden, en verliet altijd zoo spoe
dig mogelijk den onbeduidenden kring
waarin hij zich allerminst thuis gevoelde.
Ook eischte de Aartsbisschop, dat hij
iederen morgen in de voorkamer op zijne
bevelen zou wachten, en zich op ieder
concert ten zijnen huize of in een an
deren voornamen kring, waarbij de Pre
laat tegenwoordig was, zich strikt vol
gens de etiquette door een kamerdienaar
te laten aanmelden. Tot het eene noch
het andere was Mozart bereid. Toen hij
zich moest laten hooren op een soirée
bij prins Gallitzin, zorgde hij vroegtijdig
present te zijn, maar Angerbauer, de
kamerknecht, stond reeds boven aan de
trap om zijne functiën te vervullen. Mo
zart echter nam van hem, noch van
andere bedienden of lakeien de minste
notitie, liep stoutmoedig door de open
staande vertrekken naar de muziekzaal,
trad rechtstreeks op den Prins toe, dien
hij vriendelijk groette en beleefd aan
sprak een en ander natuurlijk tot groo-
ten schrik van den zanger Brunetti en
den violist Ceccarelli, die schroomvallig
achter het orkest reeds een plaatsje had
den gezocht De Aartsbisschop begreep
zeer .£oed» warom Mozart zoo opzette
lijk zijn bevelen overtrad, doch repte er
vooralsnog geen woord over. Om hem
echter toch zijne ontevredenheid te doen
gevoelen, gaf hij hem geen verlof op
concerten, die hem goede bijverdiensten
in den schoot konden werpen, zijne
medewerking te verleenen. Deze weige
ring kwam Mozart o. m. op een gemis
van vijftig ducaten te staan want de
gravin van Thun, die zeer veel met hem
op had en hem meermalen bij haar op
het diner noodigde, had den meester
verzocht eenige zijner schitterendste pi-
anowerken op een soirée, waarbij ook
de Keizer tegenwoordig zou zijn, uit te
voeren. Mozart echter kon thuis blijven,
en Weigl en Adamberger ontvingen elk
vijftig dukaten. Meer dan het gemis van
die beduidende som gelds, smartte het
hem, dat hij niet in de gelegenheid was
geweest zijn talenten aan den Keizer te
toonen hij had er zich al zoo lang op
gespitst eens. een fuga, en een aantal
variatien op een Oostenrijksch volkslied
voor het Hof te kunnen spelen. Even
min werd het hem vergund mede te
werken op een weldadigheidsconcert,
dat de eerste kunstenaars van Weenen
in den schouwburg geven zouden. Hij
klaagde hierover zijn nood aan verschil
lende adellijke personen, die verontwaar
digd over de handelwijze van den Aarts
bisschop, niet schroomden met woord
en daad, den Kerkvorst hunne ontevre
denheid te betuigen. Deze gaf eindelijk
hoewel met grooten tegenzin, zijne toe
stemming, doch besloot meteen zijnen
organist binnen korten tijd te ontslaan.
Mozart, die er de lucht van gekregen had
en zelf niets lievers wenschte, trachtte
den Bisschop voor te zijn door hem op
eene audiëntie, die hij expres had aange
vraagd, in beleefde vormen om zijn ont
slag te verzoeken. Nu barstte de bom 1
»Pak u weg, kwajongen, aap, schurk
bulderde de Bisschop hem toe, denkt gij,
dat ik zulk een knecht nog langer in
mijn dienst wil Mozart stond onthutst,
ja, als door den bliksem getroffen. Dat
er na het onweder hagelsteenen zou
den vallen, had hij wel vermoed, doch
dat er met zulke bommen geschoten,
hem zulke lage scheldwoorden naar het
hoofd geslingerd zouden worden en dat
r.og wel door een man, van wien men
zulks allerminst verwachten zou, had hij
niet kunnen en durven denken. Hij trok
zich die smadelijke, brutale behandeling
sterk aan, ging met gloeiend hoofd en
overkropt gemoed huiswaarts, wierp zich
te bed en schreide heete tranen. »In
geen veertien dagen,schreef hij later
aan zijn vader, »had ik zin noch lust
en heb ik ook naam één enkele noot
kunnen schrijven. Of de Aartsbisschop
later spijt over zijn ruw en onbeschoft
optreden heeft gevoeld en den kunste
naar toch gaarne in zijn dienst gehou
den had, is niet met zekerheid te zeg
gen wel is het opmerkelijk, dat zijn
hofmeester, graaf Arco, getracht heeft
Mozart te bewegen zijn aanvrage om
ontslag in te trekken, door hem er op
te wijzen hoe hij, bij volharding in zijn
besluit, in de plichten jegens zijn vader
te kort schoot en dezes positie wel eens
in gevaar kon brengen. Ook schijnt het,
dat anderen met graaf Arco één lijntje
getrokken hebben, want Leopold Mdzart
ontving meer dan een brief, waarin zijn
zoon van vele dingen beschuldigd 'werd
»Zoo zou deze o. a. 's Zondags niet
geregeld naar de kerk gaan, wel getrouw
de bals en comedies bezoeken, en zelfs
op Vrijdag vleesch durven eten, en. enz.
Men begrijpt hoe de strenge kapelmees
ter bij het vernemen dier beschuldigin
gen te moede was en geen rust had,
voor Wolfgang hem aangaande al die
punten een volledige, openhartige ver
klaring afgelegd had. Alle pogingen
echter om hem bij den Aartsbisschop
nog in dienst te doen blijven, stuitten af
op zijn onverzettelijken wil. Voor het
laatst bezocht de beleedigde kunstenaar
graaf Arco om op zijn formeel ontslag
aan te dringendeze ziende, dat alle
wiens wieg zij de wacht gehouden had
den en wien zij voortdurend hare schoon
ste melodiën voor zongeu, zoo schande
lijk behandeld werd. Ieder slechte daad
echter brengt hare straf en vergelding
met zich mede zoo lang de naam van
den Salzburgermeester over de lippen
der nakomelingschap klinken zal, zoo
lang zijne ongeëvenaarde scheppingen
millioenen harten zullen doen kloppen
voor alles wat goed is, edel en schoon,
zal de nagedachtenis van den onsterfe-
lijken toondichter in zegening zijn, maar
met verachting zal men alle eeuwen
door blijven spreken over den bekrom
pen, kleingeestigen ruwen prins Jerome
Colloredo, aartsbisschop van Salzburg
en diens onbeschoften kinkel van een
hofmeester, graaf Arco.
(Wordt vervolgd.)
Na rrgen komt zoune clnjn.
Na de ziekte de gezondheid.
Als gij de nafuur helpt die oneindige
levensbronnen bezit zal de ziekte door de
gezondheid gevolgd worden, en wel even
zoo snel als het nioooie weder na den regen.
Men moet de natuur ter hulpe koman. De
Pink Pillen zijn merkwaardig in dit geval.
Zij geven terstond schoone kleuren en
krachten aan het jonge bleeke en uitgeputte
meisje. Zij geven den eetlust terug aan
lien die niet meer eten, alsmede eene goede
spijsvertering. Aan eenieder zullen sij een
rijk en zuiver bloed geven, hetgeen voor
Uw lichaam is wat de zon voor de aarde
is. De Pink Pillen genezen bloedarmoede,
bleekzucht, neurasthenie, algemeene zwakte,
maagziekten, rheuinatiek.
Mej. A Knoef, Almeloosche straat te
Borne, schrijft„Ik heb het genoegen U
mede te deelen dat de Pink Pillen ray ge
nezen hebben. Sedert langen tijd reeds
lerd ik aan bloedarmoede. Iederen dag
werd ik al zwakker en zwakker en ook
bleeker, ik leed ook vreeselijk aan hoofd
pijnen overdag en des nachts kou ik niet
slapen. Den eetlust had ik geheel en al
verloren De Pink Pillen hebben al mijne
ongemakken doen verdwijnen, terwijl dat al
de andere geneesmiddelen onmachtig zijn
gebleven om mij eenige verlichting te
geven.
Prijs f 1.75 de doos f9.— per 6 doozen,
verkrijgbaar bij Snabihé. Steiger 27 Rot
terdam, hoofddepothouder voor Nederland
en Apotheken. Franco toezending tegen
postwissel.
De heer C. L. Dake, voorzitter van 't
centraal-comité der Rembrandt-hulde,
schrijft in »De Amsterdammer, Week
blad voor Nederland*, 't volgende
De verschijning van het Rembrandt-
album, door het centraal-comité en de
plaatselijke comité's der nationale Rem-
brandthulde, bestemd tot eene feestgave
aan de onbemiddelde medeburgers van
alle gezindten heeft in het algemeen zeer
groote voldoening gegeven. Veler, in den
lande, der beweging sympathisch gezind,
waren door reeds vooruit gepubliceerd
oordeel van tegenstanders eenigszins
bevreesd dat het boekske niet zou mede
vallen. Lokale beroemdheden in de
verschillende gemeenten hadden zich
reeds ongunstig uitgelaten.
Vegetariërs, socialisten, liberalen, van
alles had men onder die twijfelaars en
kunstgevoel-monopolisten. Doch geluk
kig bestonden centraalcomité en de 200
plaatselijke comité's uit personen van
allerlei overtuiging en godsdienst, zoodat
de strijd alleen bestond tusschen mannen
S-
i
die iets doen wilden en tusschen de
verdere pogingen nutteloos zouden zijn lieden die hun kracht vinden in afkeuren
greep hem bij den kraag enwierp en afbreken. Die strijdt wordt nu be-
hem met een trap de de deur uit,
De Muzen moeten wel van toorn ge
gloeid hebben, toen hun lieveling aan
slecht en, bedriegen de voorteekenen
niet, ten gunste van de mannen van de
daad.
van
SMEELE.
i i