Nummer 30. Donderdag 12 April 1906, 29e Jaargang.» Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST. Eerste Blad. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen ipTdu striëele n BEKEN DMAKÏN Uitgever: ii—imi infcagMwsaaaarailtflMm"-iiHfrMMB^^^SESaaB^a^agEgagSaaSBBaysresvH^^assgs^ W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Adykrtbnhbn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Zondagmiddag had in cene algemeene vergadering der afdeeling Waalwijk der R. K. Kiesvereeniging, waarvan men 't verslag elders vindt, de lezing plaats over >Middenstandsbelangen« door den Weledelgestr. heer Slotemaker, inspec teur der belastingen te Rotterdam. Om de belangrijkheid der rede, en voldoende aan het velerzijds tot ons gericht verzoek, nemen we deze interes sante beschouwing in dit en ons volgend nummer in extenso op: INLEIDING. Spreek ik hier van wat nog immer de sociale strijd heet en ook is, ik kom u daarom niet allerlei vragen voorleggen. Mijne ééne vraag is, moeten wij thans niet meer dan ooit gedenken, dat wij broeders zijn.4 Zoo, mijne Heeren, sprak onze groote geleerde professor de Groot, en het is met zijne vraag op de lippen, dat ik het waag mijne rede van hedenavond te openen. Wij leven in een tijd van strijd, die aangewakkerd door haat en afgunst, de menschen meer en meer van elkander verwijdert en, gevolg van de ontkenning der Godheid en aan den b.'oederband, die ons menschen, die allen éénen Vader hebben, Die in de Hemelen is, zoo innig vereenigen moet, zal eindigen met den mensch te doen dalen beneden het dier en te doen ondergaan in den dwar- relpoel van verdierlijking en zingenot. Eindigen zalneen, m. h eindigen zou, want sedert in den echten Katho liek het bewustzijn ontwaakt is, dat hij niet alleen in, maar ook builen het kerk gebouw zijnen Christus belijden moet, sedert van Rome's rots het gevleugelde woord weerklonken heeft, dat alles moet worden hersteld maar in den geest der menschgeworden Liefde, rijst meer en meer de hoop, dat eene goede oplossing zal worden gevonden. Der Socialisten roode vlag van haat voert niet meer alleen de zoo verongelijkte menschheid aan ten strijde. Hooger en hooger rijst het teeken des kruises, dat eenmaal keizer Constatijn den weg ter overwin ning wees, en dat thans ook weer het teeken zal zijn, waarin haat, afgunst en tweespalt zullen worden overwonnen. De Katholieke Sociale Actie is nog jong, dateert eerst van recenten datum, maar sterk en krachtig is zij reeds en met vasten en veerkrachtigen tred schrijdt zij voort, het oog op het Heilig kruis hout geslagen, wel wetend, dat ieder, die Hem, den gekruisten God wil volgen, niet zal worden beschaamd. Ook hier in Noord-Brabant, al heerscht Gode zij dank hier nog niet zóó opper machtig als wel elders de Geest, die steeds ontkent, hebt toch ook gij, Kat holieken, de sociale ellende en verbitte ring ondervonden, die de wrange vruchten zijn eener Revolutie, die den Almach tige van den troon durfde stooten en, als de Rede, eene veile daarna stelde in Zijne plaats. Gij, Katholieken, vooral, omdat gij oprechte Christenen zijt, zult geroepen worden tot oplossing van het schier onoplosbaar sociaal vraagstuk, tot heling der wonden, geslagen door ongeloof en haat. Maar zult gij aan dien oproep kunnen voldoen, zal de Katholieke Sociale Actie waarlijk haar doel berijken, dan moet gij allen diep doordrongen zijn van den geest, die ons allen bezielen moet, den geest van Hem, in wien, naar 's Pausen woord, alles moet worden hersteld. Om u, m. h., en mijzelf daarvan te doordringen, waag ik het mijne rede aan te vangen met den groet, die weerklonk van de lippen der eerste Christenen, als des nachts zij zich opmaakten tot het bijwonen van den H. Dienst in de Ca tacomben, den groet, die wellicht reeds den volgenden morgen, als de stervens kreet in de arena weerklonk, den ouden Christengroet >Geloofd zij Jezus Christus4 Wat Middenstand is. Wat verstaat menonder >Middenstand»? In den ruimsten zin genomen wordt daaronder verstaan die zeer breede schare van degelijke, hard werkende en rustige burgers, die noch tot de proletariërs, noch tot hen mogen gerekend worden, die ver boven allen uitblinken door ge boorte of doorgeld, die breede schare van menschen, die de kern eener natie uitmaken en het liefst zich geheel wijden aan hun werk en hun gezin. Zij zijn het bloed, het krachtige bloed der natie, noch tezeer verdikt door al te bitteren kommer, noch door al te groote weelde en klasse-uitsluiting te zeer ver slapt, zij zijn het ruggemerg van het staatkundig lichaam, zonder hetwelk het zou wegteeren door gebrek, of verslappen zou door verweekelijking. Wars als deze nijvere burgers zijn van alle uitspattingen, schuwen zij elke revo- lutionnaire woeling, en het najagen van hooge posten in den staat, die hen aan hun werk en hun gezin onttrekken, is hun vreemd. Men hoort daarom in den regel weinig van hen, en men heeft hen daarom in deze tijden, waarin rustig en ernstig werk niet meer wordt geëerd, maar lawaaimakende reclame vol kracht woorden en knaleffecten de oude dege lijkheid heeft vervangen, als het ware gaan minachten, en zij zijn dan ook dermate in het gedrang gekomen, dat het gevaar werkelijk niet ondenkbaar meer hersen-schimmig is, dat zij, het zij door de alles overschreeuwende lawaai makers van den socialisten-heilstaat, hetzij door de overheerschingszucht van het grootkapitaal zullen worden te gronde gericht. Kunnen in het algemeen zoowel de degelijke, nijvere arbeiders, met hunne patroons, als tal van geestelijken, staats- provinciale- en gemeenteambtenaren, onderwijzers en tal van anderen tot den Middenstand gerekend worden, in het bizonder heeft men, over Middenstand en Middenstandsbelangen sprekende, daaronder meer bepaald te verstaan den boerenstand, den winkelstand (herbergiers en logementhouders daaronder begrepen) den ambachtsstand, de nijverheid daar onder begrepen, met uitzondering van die bevoorrechte Grootvorsten der Indus trie, als wij hierb.v. nog in Twente kennen en die door de Gode zij dank thans meer en meer verouderende Manchester- leer, ten koste van het Algemeen Belang hunnen geldbuidel hebben gevuld, m. a. w. de Middenstand omvat allesde werk gevers, zoowel als de werknemers, die betrokken zijn bij den landbouw, bij nering en bij nijverheid, in klein- en midden bedrijf. Behandeling van den Midden stand hier te lande. Wat heeft men, hier te lande, tot heden voor dien Middenstand gedaan Eene der meest verspreide ondeugden m. h. is ijdelheid. Niemand is er niet in meerder of minder mate mee behept ook >geachte sprekers4 lijden er aan en hopen, dat hun woord hun auditorium welgevallig is. Och, m. h., ook ik ben maar een heel gewoon mensch, en ook mij is ijdelheid niet vreemd, noch de wensch mijn gehoor te behagen, en toch, en toch moet mij thans een bekentenis van het hart, die wellicht den opper- vlakkigen toehoorder, indien er, wat ik niet veronderstellen mag, zich zulk een onder mijn gehoor mocht bevinden, ontstemmen zal, nml. deze (schrikt niet m. h dat ik den Middenstand in Neder land wel eens heb vergeleken met een ezel. Tot mijne verontschuldiging voeg ik er onmiddelijk bij, dat het met een heel beroemden ezel was, den ezel nml van La Fontaine 1 Een molenaar kwam van de markt en liep naast zijn ezel, die zwoegde onder een last van goud-geel graan. De molenaar droeg de mand met bood schappen, die hij voor moeder de vrouw op de markt had gekocht, Het was een warme dag en onze mulder was een beetje moe, hij had zoo hier en daar eens aangelegd, en de mand viel hem zwaar, en eindelijk zette hij haar ook nog maar op den rug van den ezel. Maar onze mulder had het nog warm en de weg was ver, en daarom trok hij zijn jas uit en legde die ook nog op den rug van grauwtje, zoo'n beetje kon er nog wel bij. En de molenaar werd moe en dacht »ik ben toch wel dwaas om zoo te loopen zwoegen naast mijn eigen beest, dat is er toch voor mijn gemak, zou ik zoo denken4 en meteen gaf hij zich een zetje en zat ook op den rug van zijn ezel. En grauwtje sukkelde onderworpen nog een eindje voort en zeeg toen neer en bezweek 1 Stelt, M. H. in plaats van den mole naar den Nederlandschen Staat en den Middenstand in plaats van den.... ezel en u hebt een juist beeld van wat in Nederland voor den Middenstand is ge daan, men heeft hem gedrukt en belast, totdat hij er bijna onder bezwijkt. Terwijl het vermogen van den nering doende, die zijn geld in zijne zaken heelt gestoken, in zijn voorraad handelsgoe deren enz., dat op de laatste cent wordt berekend en belast, wordt het vermogen van hem, die, zooals dat b.v. te Rotter dam veelal bet geval is, zijn vermogen in huizen heeft belegd en gansche stra ten zijn eigendom noemt en rustig leeft van hetgeen zijne huurders veelal middenstanders hem opbrengen, be rekend naar een schaal, die de waarde voor de belasting tot op 75 a 70°/o van de werkelijke waarde doet dalen 1 85°/0 van de aanslagen in de Bedrijfs belasting worden opgebracht door men schen met inkomens ben. f1500.1 Opmerkenswaardiger is nog de toe stand bij de Personeele Belasting. Bij deze belasting gaat men van de veron derstelling uit, dat uit iemands levens wijze, uit iemands verteringen zijn inko men, zijne draagkracht te berekenen is. Bij een verstandigen huisvader, die de tering zet naar de nering, is dat ook in derdaad wel eenigszins het geval. Deze belasting heet daarom eene verteri?igs belasting. En toch M. H., wordt door deze be lasting getroffen de herbergier, niet voor zijne particuliere woning, hiertegen zou natuurlijk niets te zeggen zijn, maar voor zijne herberglokalen, de logementhouder voor zijn logement, de winkelier voor zijn winkel, de industrieel voor zijn kantoor, allen dus mannen, en krachtige mannen van den Middenstand, juist alsof zij, die toch stellig die herberglokalen, die logementen, die winkels, die kanto ren er op nahouden om geld te verdie nen, dat doen voor hun genoegen, om geld te verteren, zooals de rijk geworden stedeling zich eene villa bouwt 1 Dat men, om aan dubbeltjes te komen van hen, die maar altijd en eeuwig heb ben geduld en gedragen, in deze tegen de allereerste begrippen der logica heeft gezondigd, moet U allen duidelijk zijn, maar men heeft dat ongestraft kunnen doen, omdat de nijvere middenstand, die geen tijd heeft voor den tijdrooven- den gang door allerlei bureaux en audiëntie bij allerlei autoriteiten, overal tot heden het zwijgen maar toe deed, en, hoe hard het ook viel, in vredesnaam maar deemoedig heett betaald. Gevoelt U niet M. H., dat de verge lijking met den ezel van La Fontaine, hoe weinig vleiend ook, toch niet mank gaat O zeker, evenals de molenaar alles trachtte goed te praten bij het over belasten van zijn ezel, heeft men het ook in Nederland gedaan tegenover den Middenstand, men sprak geleerd van de afwentelings-theorie.4 »Zie,4 aldus redeneerde men tegenover den herbergier, >hoe kunt ge toch zoo dom zijn, om te meenen, dat u die be lasting betaalt 1 dat doet ge evenmin, al» de winkelier die voor zijn winkel, de logementhouder die voor zijn hotel. Zonder twijfel staan de aanslagen op uw naam, en betaalt u niet op tijd, dan legt de ontvanger beslag op uw eigendom, maar daarom drukt de last niet op u en als de middenstander dan een beetje vreemd opkeek, denkend aan de zorg, die hem drukt om zijne vele en zware belastingen op tijd te betalen, dan ver volgde men: >0, wat bent u nog on- noozel. U betaalt wel die belasting, maar zij drukt niet op u. U wentelt die last van u af, op de schouders van uwe bezoekers, van uwe logeergasten, van uwe klanten, u laat hen, door hen wat meer te laten betalen, die lasten dragen I 't Is immers zeer eenvoudig Eenvoudig ja, en duidelijk ook, maar alleen in theorie 1 Het is toch duidelijk, dat de herbergier niet tegen zijne gasten kan zeggen »ge moet voor mij de be lasting betalen, daarom verhoog ik de prijs van een kop koffie, een glas melk met b.v. een tiende cent l4 Zij zouden spoedig zeggen»wij hebben met uwe belasting niets te maken, daar moet gij voor zorgen, dus de oude maat en prijs of wij gaan naar een ander.4 En volkomen hetzelfde geval zou zich voordoen bij den hotelhouder met zijne logeergasten, bij den winkelier met zijne klanten. Niet herbergen, noch hotelhouder, noch winkelier, noch industrieel stelt eigenmachtig de prijzen vast zijner waren, en noch minder is de Fiscus bevoegd dat voor hen te doen. Die prijzen re gelen zich naar vraag en aanbod, naar de markt, naar de concurrentie en hou den geen verband met eenigen aanslag in de Personeele Belasting, en al mag de Fiscus de belasting, gelegd op herberg, logement, winkel en kantoor eene ver- teringsbt\d.sting noemen, zij is en blijft eene ^/rrtbelasting, drukkende op het bedrijf van deze nijvere steunpilaren van den Middenstand 1 Laat ik, met een enkel voorbeeld uit mijn ambtelijk leven u duidelijk maken, wat er in de practijk terecht komt van de theorie, dat er verband bestaat tus- schen belasting, den een opgelegd, en de som, die den ander voor diens waren betaalt. Omstreeks 1892 werd de grondbslas- ting niet onbelangrijk verlaagd. Ik stond destijds aan het hoofd der inspectie, die het eiland Zuid-Beveland omvat, dat, zooals bekend is, voor een belangrijk gedeelte eigendom van Belgen is, die het land aan Nedeilandsche boeren ver pachten. Sommige dier Belgische grondeige naars betaalden door die verlaging f 500 tot f 600 minder dan vroeger. Zij be grepen er niets van en lachten mij in mijn gezicht uit, toen ik, door hen om opheldering gevraagd, antwoordde, dat die maatregel was genomen in het belang van den Nederlandschen Boerenstand. Volgens de afwentelingstheorie, die destijds vooral in de mode was, hadden de buitenlandsche eigenaars nu ook de sommen, waarvoor zij hunne landerijen aan Nederlandsche landbouwers ver pachten, met het bedrag moeten ver minderen, dat zij als eigenaars minder aan grondbelasting zouden hebben te betalen. Maar zij dachten er zelfs niet aan en zij hadden waarlijk geen ongelijk. De pachtprijzen regelen zich immers niet naar de aanslagen in de grondbelasting, maar naar den koop- of pachtkracht der boeren, en hoe meer die tegen elkander opbieden, hoe meer de pacht prijzen, onverschillig of de aanslag in de grondbelasting hooger of lager is, zullen stijgen. De Belgische heeren innen nug even hooge pachtsommen en betalen minder belasting, en zijn de eenigen, die hebben geprofiteerd bij «enen maat regel die genomen heeten te zijn in het belang van den Nederlandschen Boeren stand En de bewindslieden van die dagen schudden het hoofd over die >domme4 boeren, die van hunne afwentelingsthe orie niets begrepen, en niet eens dank baar waren voor de uitstekende maatrege len tot verheffing van den boerenstand l De Echo van het Zuiden Wiiiihvijksclif en l.ii£slr»lsekr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden fü.~5. Franco per post door het geheele rijk f U.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk houdt zich onledig met hel opmaken van het verslag over 1905. li cere n Industriëelen worden verzocht hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig mogelijk aan den Voorzitter in te zenden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk maken bekend, dat bij hen in ingekomen: a. Een verzoekschrift van A. A. van den Broek te Waalwijk om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein in de beneden- localiteiten van het door hem bewoonde perceel. Wijk C, No. 96. b. Een verzoekschrift van L. van den Broek om verlof tot verkoop van alcoholhoudende»! drank, anderen dan sierken drank, voor ge- biuik ter plaatse van verkoop, in de beneden localiteit in de Noord-Westzijde van hei door hem bewoonde perceel, slaande aao de I'utsteeg, Wijk C, No. 218. Waalwijk, 7 April 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. de var» der Sehueren. de Secretaris, F. W. van Liempt. LANDWEER. Oproeping in werkelijkcn dieust. De Burgemeester der gemeente Waal wijk roept bij deze op de na te noemen verlofgangers, die in de jaren 1903, 1901 en 1905 bij de Landweer zijn bestemd om, voorzien van de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen met groot verlof medegenomen, alsmede van de voorwer pen van kieeding en uitrusting en ledergoed, waarvan zij na hun vertrek met groot verlof in het bezit mochten zijn gesteld, op de dagen en plaatsen achter ieders naam vermeld, onder de wapenen te komeD, als; A J. Wilmont, Maandag 28 Mei 1906 te Haarlem (Iiifauteriekazernej. J. Trommelen, id. J. Th. Diese, id. W. van de Wiel, Maandag 18 Juni 1906 te 's-Hertogenbosch (Ciiadelkazerne) M. Israëls, id. A, J. Alessie, id. A. J. v. Assen, id. J. C. Copprns, id. A. M, J. Hesselberth, id. A. van de Meerakker, id. J- J. Schoemans, id Th. Trots, id. J. Smulders, id. P. van Eeten Maandag 28 Mei 1906 te Haailem (Infanterie- kazerne), G. P, van Huiten, Maandag 18 Juni 1906 te Utrecht (Geniekazerne). F. van Eeten, Maandag 18 Juni 1906 te 's-D ertegen boech (Cita delkazerne). F. J. de Graaff, id. G. C. Hamers, id. J. C. Dekkers, id. J. L. van Grevenbroek, id. L. v\n den Hoven, id. C. van Kuik, id. H. Mulders, id. C. A. van de Ven, id. C. van Zou, 18 Juni 19U6 te Utrecht (Geniekazerne). P. van der Schans, 18 Juni 1906 Ie 's Hertogen bosch (Citadelkazeine). Met uitnoodiging om d»ag9 voor het vertrek zich ter secretarie aan te melden tot het teeke nen vtn den verlofpas en het ontvangen van een vervoerbewijg per spoor, voor zoover zij daarop aanspraak hebben. Belanghebbenden worden er op gewezeu, dat zoolang het «anhaugige wetsontwerp tot aan vulling van de Landweerwet Diet tot wet is verheven, geen verzoekschriften om vergoeding wegens of om ontheffing van den dienst bij de Landweer behooren te worden ingediend en dat te zijner tijd de regeling nopeos de wenschelijkc wijze van indiening der verzoekschriften om vergoeding ter algemeene kennis zal worden gebracht. Waalwijk, 19 Maart 1906. De Burgemeester voornoemd. K. de van der Sehueren.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1