2 Knechts Notaris RA INT iNotaris Canters ÏNotaris Canters J.A. van Lier- Notaris Canters nevenstaande artikelen, SCHEÜRBROOD, Advertentiën. Een R. E. Letterzetter Flinke HALFWAS. Vertegenwoordigers Bericht van Inzet. Notaris de Vocht J. v. Adelberg, DE KORT, J. A- van lier-De Hort PAP Siervogels, Pluimvee, Duiven, Konijnen. jan fransen. ^ericht \an Inzet. verpachten verkoopen PARIJ1ER verkoopen VAN LIFR'S Zij die iets te vorderen hebben of verschuldigd zijn aan Mej.de Wed. DE GREEFF-Rath, worden beleefd verzocht hiervan opgaaf of betaling te doen voor of op 25 dezer. GEVRAAGD: voor fijn Dameswerk. Hoog loon. Geen winkel. (vlug Platzetter) kan dadelijk geplaatst worden. Bekendheid met Advertentie- en Ömoutzetten strekt tot aanbeveling. Tevens plaats voor een Adres: G. BRUGGEMAN, Een Eerste klasse soliede Brandverzeke ringmaatschappij VRAAGT in de verschillende dorpen van Noord-Brabant. a. Het Huis, Schuur, Erf en Tuin in de Stationstraat te Waal wijk van Mej. de Wed. A. van de Veerdonk-van der Heijden te 's Hertogenbosch en anderen, op 5000 En b. Het Driesland te Besoijen, gioot 81,30 aren, van den heer A. Kuijsten te Zevenhuizen, op f900. Koop I op f2625, koop II op f 1800, koop III op f 1000, koop IV op f2775, koop V op f 260. Stoelen, Tafels, Ladetafel, Kastjes, Kleerkast, Winkel— kasten met glazen deur, Kachels, Lampen, twee Ladders, Kruiwagen, Broeiramen, 1 kistje Broeiglas, Boonstaken, Planken, Tuingereedschap, Kippen, Wasch- kuip, Wasehbak, koperen Koffie ketels, Emmers en hetgeen verder ten verkoop zal worden aange boden. cc m m m m <o Brood-, Koek-, Beschuit en Banketbakkerij, Café Tramstation, HET VOEDSEL OWKR KINDEREN. ca e» ca ca r* s» ca m zr.. lederen Zondag van 122 uur in de zaal bij den heer warm klopt, ook dat zal U reeds in het eerste gedeelte mijner rede duidelijk zijn geworden. En ieder uwer, die gelezen heeft (en hartelijk hoop ik dat het er velen zullen zijn) het 6e vlugschrift der katholieke sociale Actie «Landbouwers, vereenigt U,« zal begrijpen, hoe hoog de steun en de gezonde kracht van onze echt-Nederlandsche landbouwbevolking die ook hier in het zuiden in zoo ruime mate is vertegenwoordigd, wordt ge waardeerd. Zeker, er zijn nog altijd van die zelf genoegzame, met zich zelf zeertevreden en gelukkige Nederlanders, die meenen, dat de boer in onze landouwen het bes te deel op aarde heeft, en die maar telkens weer met den dichter Poot her halen >Hoe genoeglijk rolt het leven, Des verg'noegden landmans voort.* Wie echter er van overtuigd is, dat er nu eindelijk genoeg gepraat is over landbouwbelangen, dat die belangen nu eens werkelijk moeten worden behartigd met de daad. hij zal met mij eens zijn, dat het nu lang genoeg is, dat het bui tenland met Neerland's landbouw solt'. Of hoe, M. H. moet ik ze anders heeten, de maatregelen, waarmede men in aangrenzende rijken omspringt met het Nederlandsche vee Het is toch ook U, M. H., bekend, dat zoodra men in het buitenland tokvee noodig heeft, de Nederlandsche veestapel gezond is, en dat, zoodra in de behoefte is voor zien, onder het Nederlandsche vee klauwzeer, veepest en weet ik welke narigheden meer, losbreken, zoodat het van de vreemde markt moet worden geweerd. Zoo solt men met des landbouwers vee, zoo solt men met zijn boter. De Engelsche hoofdinspecteur van den Raad van Landbouw, Haygart Broun, verklaarde op 29 Maart jl. voor de nieu we botercommissie, dat de nieuwerwet- sche knoeierijen te Londen in de boter- fabricage, door toevoeging van kokos- nootolie en andere bestanddeelen, het bijna onmogelijk maakte die bedriegerijen te ontdekken. »Maar« zult u zeggen, >dat is geknoei met Engelsche boter, wat gaat dat den Hollandschen landbouw aan sterker nog, hoe meer de Engelschman met zijn boter knoeit, hoe meer de Nederlandsche boter in waarde zal stijgen 1* Maar M. H dan kent U den Engel- schen boterleverancier niet I Die Lon 'en- sche knoei-boter wordt, en ik spreek hier op gezag van den Hoofdinspecteur Haygart Broun, eerst naar Holland ge zonden en komt dan weer als echte Ne derlandsche boter in Engeland terug. Broun verklaarde te Londen niet min der dan drie boterfabrikanten te kennen, die er hier handwerk van maken klein handelaren af te richten op de beste wijze van chemische botervervalsching 1 En wanneei' dan in Londen dat geknoei met het eigen fabrikaat wordt ontdekt, dan heet het product Nederlandsche bo ter, dan wordt de Nederlandsche land bouwer een botervervalscher genoemd, en worden nog meer maatregelen geno men om zijn bestaan te belemmeren en zijn waren te verdringen door ander mans minderwaardig product- En de Nederlandsche melk Voor ruim tien jaren stond ik aan het hoofd der inpectie Lobith, o. a. de Duitsche grenzen omvattend langs Em merik en Kleef. In verband met eene wijziging van het Duitsch tarief van in voerrechten werd een groöte Nederland sche boterfabriek tot over de Duitsche grens verlegd. Dat dit aan de Nederlandsche nering doenden veel schade berokkende, behoeft geen betoog. Maar men was hiermede nog niet tevreden. De Nederlandsche boeren aan de grens bleven aan de fabriek hunne melk afle veren, dat was concurrentie aan de Duitsche boeren, en onmiddelijk werden er in Duitschland maatregelen genomen om deze te beschermen. Nu ging het niet aan den invoer van melk te verbieden, daar was geene en kele wettige reden voor, maar men vond er wat anders op. »Die Nederlandsche boeren* aldus redeneerde men »brengen hunne melk aan op Nederlandsche wagens. Die Nederlandsche wagens staan in den re gel in of bij Nederlandsche veestallen. De Nederlandsche veestapel (hier volgde men weer de oude methode) is behept met allerlei ziekten, en niet onmogelijk is het dus, dat aan de raderen van die wagens mest zit van allerlei ziek vee En nu verbood men, in het belang van den veestapel den invoer van melk uit Nederland op Nederlandsche wagens 1 Aan de grens moest de melk in Duitsche boerenwagens worden over geladen. De Nederlandsche boer bracht nu voor taan op zijne wagen de melk tot aan de Duitsche grens. Daar werd deze over geladen in eene Duitsche wagen, die haar naar de boterfabriek bracht. Maar eene ledige wagen mag Duitsch land gerust binnenrijden, en de Neder landsche boer ging nu weer op zijne ledige Nederlandsche wagen zitten en reed daarmede achter de met zijne Ne derlandsche melk volgeladen Duitsche wagen en zoo reed men in optocht naar de boterfabriek, waar de boer de afgeroomde melk van de vorige reize overnam en mede terugbracht naar Ne derland. Overdrijf ik, M. H. wanneer ik zeg, dat er met den Nederlandschen land bouwer is gesold? Met trots herinner ik er aan, dat het een katholieke afgevaardigde, en zelfs een der voornaamste onder de beschre ven vaderen is geweest, n.ml. de beken de Mr. Kolkman, die op de hem eigen en eenige wijze de belangen der dus geplaagde landbouwers heeft behartigd, en getracht heeft in 's lands vergaderzaal belangstelling voor hen te wekken, en van 's landsregeering hunne bescherming te verkrijgen. Toen M. H heeft men hartelijk ge lachen op het Binnenhof, maar voor zoover mij bekend is, het daarbij ook gelaten. Had hij in deze dagen daar over dat onderwerp gesproken, men zou misschien ook gelachen hebben om zijne eenige wijze van voordragen, maar men zou zich gehaast hebben, die klachten ten spoedigste te onderzoeken, wel we tend, dat achter den president onzer kamerclub niet alleen meer staan de kiezers van Rheden, maar dat hij de woordenvoerder was eener machtige organisatie, eener organisatie, waarmede rekening moet worden gehouden de Boerenbond. Openlijk breng ik hulde aan zijnen stichter, den Ridder de van der Schueren, aan Pater van den Elzen, zijnen onvermoeibaren adviseur. Dank zij die uitmuntende organisatie, zijt gij landbouwers, die tot dien bond zijt toegetreden, krachtig, en kunt gij opko men voor Uwe belangen, en weet men hoe langer hoe beter, dat de Neder landsche landbouwer niet meer met zich sollen laat. Landbouwers onder ons, begrijpt dat uw kracht in dien bond schuilt, dat zoo gij U onder Uwen neen onzen Pater v. d. Elzen steeds hechter, steeds krachti ger organiseert, voor U de tijd is aan gebroken, waarin tal van maatregelen, in uw belang te nemen, en die tot heden tot de >vrome wenschen* behoorden, werkelijkheid zullen worden en een zegen voor u stand. Daarom dan, landbouwers* en hier haal ik de woorden aan van het laatste vlugschrift, daarom thans uwe vereeni- ging hecht en krachtig gemaakt. Daarom thans u vereenigd, opdat gij in staat zult zijn eiken stoot te verdragen. Landbouwers, in vereeniging ligt Uwe kracht, en sluit U allen aan en dan, onder Gods zegen, vooruit 1* PAUZE. Ambacht en Industrie. En thans tot U, die betrokken zijt bij ambacht en industrie een enkel woord. Hoe hoog stond eertijds het edele ambacht, hoe trotsch was de kundige Mr. Timmerman, de degelijke Mr. Met selaar, de bekwame Mr. Schoenmaker op het werk zijner handen, hoe dongen leerlingen en gezellen naar eene plaats bij den bekwaamsten meester, hoe weid naar zijn rustig, van ervaring en naden ken getuigend woord geluisterd in de vergadering van stad en land. De groote Fransche revolutie verwoest te dat alles onder den schijn van gelijk heid en bracht op het kussen de over macht van het kapitaal. De wonder baarlijke vlucht op het gebied der uit vindingen bracht eene omwenteling te weeg in de wijze van productie en van het verkeer en door de scherpe concu- rentie, waaraan, vooral hier te lande, schier elk ambachts- en nijverheids-be drijf was blootgesteld, daalde de am bachtsman op den den maatschappelijken ladder en met hem de eer, die zijn ambacht genoot. Toch, ook in den economischen ban- jerd, die thans achter ons ligt en waarin zoo tal van nijveren zijn ten onder ge gaan, had orde en regel en redding kunnen zijn aangebracht, indien de men- schen destijds nog hadden begrepen, dat zij kinderen van éénen vader en dus broeders zijn. De verhoudingen zouden dan niet vijandig zijn geworden, de helpende hand zou zijn uitgestrekt, en het sociale vraagstuk reeds lang opge lost zijn in den geeste van Naastenliefde en Menschenmin. Maar, helaas, de geest der Revolutie van het op den troon verheven eigen ik, van eigenbaat en egoisme leefde destijds onder de menschen nog krach tig voort. De Manchesterleer vierde haar hoogtijd, die leer die predikt, dat arbeid een koopwaar is als stroop o krenten, dat men menschen als machi nes exploiteeren mag. Van die Man chesterleer zegt dan ook de encycliek «Rerum Novarum», dat zij veroorzaakt heeft: *dat handwerk en arbeid allengs eenzaam en onbeschermd, ten prooi zijn gevallen aan de gevoelloosheid der be zitters en aan de teugellooze hebzucht der concurrenten Tegen die teugellooze hebzucht van het groot-kapitaal met zijne trotsche fa- briekspaleizen en kostbare machines kon de ambachtsman noch de kleinere in dustrieel concurreeren, Amerika, het land waar het sweatingsysteem der Manchesterleer het meest consekwent is doorgevoerd, voerde bij millioenen stuks de goederen in, die het ambacht uit het eigen land verdrongen. Zeker de schoenen b.v. werden hier te lande goedkoop, toen men met de bij duizende tegelijk in Amerika gefa briceerde paren w erd overstroomd, maar het Nederlandsche Ambacht werd ge drukt, de Nederlandsche koopkracht min der en daarenboven werd die goed koopte alleen verkregen door de over macht van het vreemde-grootkapitaal en het bloedloon, dat den werkman daar werd uitbetaald. Dat toch in ons Vaderland het am bacht, de kleinnijverheid nog niet geheel is doodgedrukt, met name niet in het arbeidzame Zuiden, het pleit M. H. voor uw volhardings vermogen. Wie thans den loop der tijden ernstig gadeslaat, zal begrijpen, dat de overmacht der overproductie van het groot-kapitaal, tegelijk met de leer, die haar schiep, van lieverlede tanen zal. De stoom kracht eischte groote gebouwen en kostbare werktuigen en dus een groot, soms in de millioenen stijgend kapitaal. Maar de tijd dier kostbare machines, alleen voor het grootkapitaal bereikbaar, gaat voorbij, de beweegkracht van de toekomst, van de naaste toekomst wel licht is electriciteit. Die electriciteit M. H. zal de Midden stand weer tot het leven roepen, die door de stoomkracht bijna werd gedood. Want deze nieuwe beweegkracht is goedkoop, in elk huis, in elke woning, in elke kleine werkplaats kan zij bijna zonder kosten worden aangebracht en de machinale voortbrenging, die meer en meer de handen arbeid vervangt, zal niet meer allen voor den grootkapitalist bereikbaar zijn, maar voor eiken dege- lijken bekwamen ambachtsman. Natuurlijk zal de groot industrie niet geheel verdwijnen, maar alleen zich meer terugtrekken tot het meer eigenaardig terrein, dat het hare is. In menig op zicht, staan bij gezonde ontwikkeling root- industrie en ambacht niet vijandig tegen over elkander, maar helpen en steunen zij elkaar. In zijne studie «Handwerks Art. en Handwerks Recht» merkt Dr. Koepper, Secretaris van de Coblenzer Handwerks- kamer terecht op: «Wel verre dat de groot-industrie steeds en overal het landwerk benadeelt, heeft zij vele nieuwe vormen van handwerk in het leven geroepen of bevorderd, is zelfs in vele gevallen de dienaresse van de am bachtsnijverheid. Immers verschaft zij aan deze goedkoop en in overvloed de half-fabrikaten, welke de ambachtsman niet dan met groote opoffering zelf kan vervaardigen, en die dan nog dikwijls van onvoldoende hoedanigheid zijn.» Juist door die fabrieksindustrie» aldus gaat Dr. Koepper voort «kon zich in vele takken van ambachtsnijver heid de arbeid in meerdere of mindere mate verfijnen, en wordt de opkomst van een nieuw kunsthandwerk bevorderd» Men ziet, dank zij een zoo eenvoudig aan te brengen beweegkracht als elec triciteit, zal, waar de groot-industrie de klein nijverheid verdrong, deze haar plaats weer heroveren, en zal de groot- .ndustrie weer worden, wat zij behoort te zijn, de steun en hulp van het ambacht. Voor eiken degelijken, kundigen am bachtsman, is dus, in de toekomst nog plaats. Voor eiken degelijkenbekwamen am bachtsman, Het is duidelijk, dat het ambacht zich zal wijzigen, dat alleen die ambachts man of die klein industrieel zal slagen, die technisch is onderlegd, die verstand heeft van aankoop van grondstoffen, van boekhouden en goede administratie. Dit, M. H., moet de ambachtsman kennen, en daarom moet hij het leeren in zijne jeugd en daarom is degelijk vak- en ambachts onderwijs een eerste eisch des tijds. Het ambacht, in de laatste jaren door velen vrijwel beschouwd als iets, dat men van zelf wel leert, moet weer degelijk en practisch onder wezen worden. «Het zijn» zegt het oude spreekwoord, «lang niet allen koks, die lange messen dragen» en ik voeg er bij «lang niet allen mr. timmerlieden, die een beitel hanteeren, noch allen mr. schoenmakers die eens geuren met een els». Aan het opnemen van een ambacht zonder degelijke opleiding, denkt de bekende man van de twaalf ambachten en dertien ongelukken uitgezonderd, niemand meer en men begrijpt thans, dat om een werkelijk goed, een degelijk ambachtsman, een inderdaad ervaren klein-industrieel te vormen, jaren van noesten vlijt en ernstige voorbereiding noodig zijn. Onze ambachtscholen, alleen, zijn daar voor geheel onvoldoende. Ik denk er niet aan het groote nut dier scholen te onderschatten, maar M. H- wat kunnen zij uithalen tegenover eene werkmans bevolking van honderdduizenden, waar ons geheele land er slechts 32 telt I Het ambachtsonde'wijs moet worden uitgebreid; zeer uitgebreid en daarvoor is noodig de medewerking van de over heid van staat en provincie en gemeen te die het meest gebaat wordt door een krachtigen Middenstand. Maar wij weten allen wel, hoe het met staatshulp gaat, die komt als de organisatie, die haar vraagt, zoo krach tig is, dat rekening met haar moet wor den gehouden. Ook het ambacht en de kleinindus- trie in Nederland, ook hier in het Zui den moeten begrijpen dat de beste hulp, die is, die men zich zeiven verschaft. Men moet beginnen met aan te pakken gemeenschapsgevoel te ontwikkelen, zich te organiseeren tot een krachtig lichaam, waarvan het eene lid het andere steunt. •j*'"1 Zich te vervoegen aan 't Bureau van „De Echo van het Zuiden." Oldenzaal. Brieven onder No. 24-18 bureau dezer. te Waalwijk, maakt bekend dat zijn ingezet Toeslag Dinsdag 24 April 1906, «avonds 7 uur in het Hotel GERRIS SIMONS te Waalwijk. Dagelijks kan ten kantore van genoemden Notaris verhoogd worden. te Waalwijk, maakt bekend dat de perceelen HOOI- en BOUWLAND onder Waalwijk en Baard wijk in bod staan als volgt Toeslag op Woensdag 25 April 1906, 's avonds te 6 ure in Hotel VER WIEL te Waalwijk. Gelegenheid tot hoogen dagelijks ten kan tore van voornoemden Notaris. te Drunen, zal op Woensdag 18 April 1906, nam. 5 ure ter herberge van M. v. d. WESTEN te Drunen ten verzoeke van bet Bestuur der gemeente Drunen, publiek WEISCHAREN voor paarden en rundvee over de Vaarsloot op de Honderd Bunders. WEI- EN HOOILAND op de Voorste Zacht, voor ue Zeeg, bij Pleune Wiel, de Heistraat, de Stationstraat (P^pesteeg), langs de parallelwegen, in de Moleusteeg, langs den klinkerweg, in de Heide van de stoep af bij Wouter Pijnenburg, eenige perceelen Heivelden op d*. Honderd bunders. te Drunen, zal Vrijdag 20 April 1906, voorin. 9 uur, ten verzoeke en ten huize der Erven VAN DAAL te Drunen h contant De ondergeteekende zal vanaf heden een groote verkooping houden van een prachtige collectie bij den Heer W. COPPENS, over Hotel Vervviel, Waalwijk. Aanbevelend, HEUSDEN. te Drunen, zal ten verzoeke van de Erven der Weduwe CORNELIS PAAIJMANS, bij inzet op Dondeidag den 19 April 1906, ter herberge van WILLEM LOEI' F te Nieuw— kuik en bij toeslag op Donderdag den 26 April 1906, ter herberge van DE BONT te Nieuwkuik, telkens des namid dags 6 uur, ONDER NIEUWKUIK. EERSTE KOOP. Een Huis met Erf en Tuin gelegen achter het erf van Louis Verdiesen ter plaatse „de Akkers" kadaster sectie C nummer 1.382, groot 10 aren. In huur bij Adr. van der Lee voor f 1.10 per week De huurpenningen zijn voor den kooper vanaf de eerste volle week volgende op de betaling der kooppeuniugeu. Grondlasten zijn voor den kooper vanaf 1 Januari 1906. TWEEDE KOOP. Een perceel Bouwland gelegen in het Venbroek, kadaster Sectie C nummer 72 groot 15 aren 5') centiaren. Te aanvaarden 11 November 1906. Grondlasten zijn voor den kooper vanaf 1 Januari 1907. Betaling der kooppenningen zes weken na den toeslag. Ter gelegenheid van den toeslag zullen tevens worden VERKOCHl 13 stuks Canadaboomen in 3 koopen en 4 stuks Wilgeboomeu in 1 koop, staande bij het woonhuis der verkoopers in de Hoeven. De koopsommen der hoornen moeten be taald worden 1 October 1906 mits soliede borgen worden gesteld. o ca £3 <3 53 CO SC Lü aet cc to m PO 5* tü Hr* CP 0- Heeft de eer uwe bijzondere aan dacht te vestigen op Hoogachtend, GEEN BESCHUIT MEER MAAR bereid van MOET ZIJN Waarom wordt dit BROOD zoo- eel gebruikt, om dat smaak eu voe ding van dit brood ongeëvenaard is. «eS 36 ps CSi pi 05 C3 35 BS SB CC: «B *5 na ca cn 39 24 Beurs Standplaatsen gratis.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 2