Nummer 40.
Donderdag 17 Mei L906.
29e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
waarin opgenomen DE NOORDBR AB ANTSCHE POST.
Mosterd na jen maaltijd,
DE KUNSTRIJDER.
AHTOOK TIELEN,
Uitgever:
FEUILLETON.
LU ITEM LAND.
Engeland.
Zweden.
Italië.
Oostenrijk
Servië.
Rusland.
De Echo van het Zuiden
Waalwpsclie ri Laisslraalxrln CesrMt,
Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden fü.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJ K. Telefoonnummer 38.
Advkrtenhkn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
De jongste Mei-uitgave van de Vragen
des Tijds bevatte o. a. van de hand van
mr. D. van Embden, den onlangs be
noemden professor in de staathuishoud
kunde aan Amsterdams gemeentelijke
Universiteit, omtrent de regeling der
kiesdistricten voor de Provinciale Staten
een criciek, welke reeds in Mei van het
vorige jaar geschreven was, maar één
jaar lang op plaatsing of gastvrijheid
wachten moest.
Nu willen wij gaarne aannemen, dat,
zooals de redactie in een noot vermeldde,
verschillende omstandigheden haar belet
hebben, de met den anti-clericalen pekel
doortrokken beschouwing des heeren
Van Embden eerder onder dak te bren
gen en tot stembusorakel tijdens dejuni-
campagne van het vorige jaar te laten
strekken. Eveneens valt het o. i. te
billijken, zoo niet te prijzen, dat de re-
dactie's van couranten of tijdschriften in
zake de bijdragen van medewerkers het
spreekwoord Uitstel is geen afstel, zoo
veel mogelijk in praktijk brengen. En dat
vooral in betrekking tot critieken, waar
van naar waarheid getuigd kan worden
het oude blijft altijd nieuw; of die m-
a. w. niet met het brood op één lijn
gesteld kan worden. Hetgeen wil zeg
gen wordt in het één, of meer dagen
oud zijnde witte brood door menigeen
alles behalve vlug gebeten, omdat het
door het lange liggen onsmakelijk ge
worden is, menig literair baksel verliest
daarentegen door een tijdlang op publi
citeit te moeten wachten niet zijn oor
spronkelijk versche hoedanigheid en bij
gevolg evenmin den smaak van het
lezend publiek. Welke artikelen niet
evenals het wittebrood spoedig oudbak
ken worden, is een vraag, waarop in
houd en vorm het antwoord geven.
Waaruit volgt, dat, wil men een oud
bakken artikel weer versch en smakelijk
maken, dan moet men het evenals oud
brood opstoomen d. w. z geheel, of
gedeeltelijk zijn inhoud en vorm zoodanig
wijzigen, als door den stand der daarin
CRIMINAAL-NOVELLE.
NAAR HET DU1TSCH
DOOR
J. M. S.
(9) V.
Eenige dagen daarna kwam haar vader,
toen zij reeds was ingedommeld, in haar
slaapkamer. De koopman had juist een
heftig onderhoud met den baron gehad.
Deze verlaDgde nadrukkelijk, dat het huwe
lijk zoo spoedig mogelijk zou gesloten wor
den en :oo niet, dan zou hij den moord bij
de politie bekend maken. Ileiiiecke, die
weinig hoop had, dat zijne dochter haar
voornemens zou wijzigen, besloot tot een
laatste wanhopige, poging. „Gij hebt nu lang
genoeg bedenktijd gehad/ zeide hij, „mor
gen zal je verloving gevierd worden/
Berta richtte zich in haar bed op, zag
haar pleegvader vastbesloten aan en ver
klaarde Nooit zal ik er in toestemmen,
den baron te huwen, eerder verlaat ik uw
huis."
Heinecke werd doodsbleek en een hevige
rilling overviel hem. Hij was verloren,
als Berta bij haar voernemen bleef volhar
den.
„Ge wilt dus mijn huis verlaten beet
hij haar toe. „Weet ge wel, dat ge dit
zonder mijne toestemming niet inoogt. Doch
hoor thans, wat ik je te zeggen heb. Dat
gij niet mijne dochter zijt, weet ge reeds
wat ge echter niet weet, is, dat je eigen
vader mij eens mijn vermogen ontstolen
heeft en hiermede er van door is gegaan
behandelde quaestie op den dag der
verschijning geëischt wordt.
Doordien èn de redactie van de
Vragen des Tijds èn de heer Van Emb
den verzuimd hebben aan den eisch
der gezonde logica te voldoen, hebben
zij echter niet alleen het lezend publiek
oudbakken nieuws opgedischt, maar ook
zich zelvcn en het «blanco deel der
natie* bij het Nederlandsche volk be
lachelijk gemaakt.
In zijn toorn over de stoutigheid der
meerderheid van Zuid Hollands Provin
ciale Staten-leden, om in Juni 1904 na
de ontbinding der Eerste Kamer als ge
volg van de verwerping der eerste
HoogerOnderwijsnovelle uitsluitend leden
der christelijke staatspartijen naar ons
Hoogerhuis af te vaardigen, schreef de
heer Van Embden in zijn Mei-copie,
anno 1905 o. a
»Door dat Rotterdam en 's Graven-
>hage 13 Statcn-leden te weinig afvaar-
«digen is het, dat in Juni 1904 de «Kruis-
«banier" in Nederland zegevierde over
»de Turken, het is, dat dcor de beguns
tiging van een Zoetermeer, een Alfen,
»een Middelharnis, dat de tweede instan
»tie onzer wetgeving bedoeld als
«zelfstandige macht, als beveiliging tegen
«volkswaan van den dag worden kan,
«gelijk zij op dit oogenblik geworden is
«tot automatische bekrachtiger van elke
«wilsuiting der eerste instantie. YVel-
«haast ten allen tijde kan een clericale
«regeering, steunend op Zuid-Holland's
«plattclandsmacht, een haar weerstreven-
»de Eerste Kamer tot zulk een werk-
«tuig herleiden. Zoo heeft de tijd, zoo
«heeft der liberalen behoudzucht onze
«vrijzinnige instellingen ondergraven".
Zoo echt, zoo eenig en zoo schoon
vond de redactie van de «vrijzinnige"
Vragen des Tijds blijkbaar deze pathe
tische en paradoxale ontboezeming, dat
zij ze woordelijk, en zonder ze te toetsen
aan den uitslag der één maand lafer
gevoerde Tweede Kamer-campagne, den
vrijz.-dem. professor in de economie één
vol jaar later nog eens herhalen liet.
Door dezen toetsings-plicht te ver
zuimen. heeft de onnadenkende redactie
van het onderhavig «denkend" tijdschrift
èn prof. Van Embden èn de «vrijzinnige
concentratie-vrienden er leelijk in laten
loopen, en bovendien de Rechtsche par
tijen niet alleen stof tot lachen en vroolijk-
heid gegeven, maar ook met een betoog
verrijkt, zeer geschikt, om bij de Staten
verkiezingen van het volgend jaar met
name de Zuid-Hollandsche kiezers aan
het verstand te brengen: «Het is een
«eisch van 's land's belang, dat de Rech-
«terzijde in de Staten-Provinciaal de
meerderheid behoudt, of m. a. w. uit-
«sluitend leden van haar kleur naar de
«Eerste Kamer afvaardigen blijft. Want
«daardoor wordt het door den vrijz.-dem.
«prof. Van Embden in de Mei-editie'06
«der Vragen des Tijds gesignaleerde
«gevaar vermeden, len dat ons Hooger-
«huis, of de tweede instantie onzer wet-
geving", in plaats van, als zelfstandige
«macht, ons tegen de volkswaan van
«den dag te beveiligen, de automatische
«bekrachtiger wordt van elke wilsuiting
«der «eerste instantie", of m- a. w. van I
«de Tweede Kamer 2en Dat der libe-
«ralen behoudzucht onze vrijzinnige in-
stellingen ondermijnen kan".
Deze waarheden als koeien liet toch
nota bene een «blanco" redactie van een
«blanco" tijdschrift van haar literairen
katheter door een even lelieblanken
professor, zij het dan ook tegen wil en
dank, en geheel en al in strijd met diens
werkelijke bedoeling, verkondigen circa
tien en negen maanden na het feit, dat
de ook door hem geliefde «blanco" ba
nier op de tinnen onzer Tweede Kamer
en van ons regecringskasteel stond te
wapperen.
En dan te moeten ervaren, dat de
«denkende,' redacteurs van een met die
zelfde blanco-idee bezield tijdschrift de
domheid begaan, van uit zijn professo
rale pen de besliste verklaring te laten
vloeien, dat de stembusuitspraak, waar
aan zulks te danken was, niets meer,
of minder dan «een volkswaan van den
dag" was. Zeer geschikt, om den heer
Verrijn Stuart een zijner mededingers
naar den door hem ingenomen leerstoel,
te doen uitroepen: «Dat komt er van,
als een man der wetenschap aan poli
tiek doet". J-
-«JS
lie wapens. Dan gaat het koninklijk patr
samen met de Zwitsarscht overheden napr
l)oinodos«>U, »nar een rrvin' van lt.dinar
«che troepen plaats heeft en daarna in 'o
groo'e zaal der douane een door den Komt
aangeboden feestmaal. GruV. teestcn zuren
in Doinodo*sola en Brieg plaats hebben.
„Almachtige God! Miju vader."
„Je vader is een ellendeling. Door een
toeval ben ik nu te weten gekomen, dat
hij zich te Rio de Janeiro bevindt. Het zal
mij niet veel moeite kosten, hem aan de
straffende gerechtigheid over te leveren."
„Dat zoudt u kunnen doen?
O, neen, neen, spaar mijn vader Mis
schien is bij arm en kan dus het gestolcne
ui l tqj-uggeven."
„Reeds vele jaren zijn er sedert dien
diefstal verloopcn. Eu ik zou voor
dit ongelukkige voorval gezwgen hebben,
indien ge gewillig mijn wensch vervuld
hadtmaar nu zult ge ondervinden, dat je
vader in mijn m9cht is en ik zal hem asn
de politie overlevereu, als ge bij je weige
ring blijft volharden.
Berta keek sprakeloos voor zich heen.
„Nu?" vroeg de koopman ongpduldig.
Eu als Theodoor terugkeert en mij aan
mijn woord herinnert, want ik heb hem
reeds mijn woord van trouw gegeven."
„Ja, dat komt er van, als ge achter uws
vaders rug iets doet, doch hiervan wil ik u
nu geen verwijten maken. Schrijf hem een
voudig, dat ge bij nader inzien hem toch
onmogelijk huwen kunt en dat ge daarom
reed» eeue andere verbinding hebt aangegaan
„Zóó iets raadt u mij aan
„Wilt ge dan liever, dat je vader zijn
leven aan de galg eindigt In Brazilië zijn
de strafwetten strenger dan hier."
Heinrcke haalde een gezegeld papier voor
den dag, gaf zijn dochter een peu in de
hand enwachtte.
Nog altijd aarzelde Berta wanhopig keek
ze om zich heen.
Daar greep de koopman haar haDd, wees
op het papier en zei „Schrijf, of ik voer
mijn bedreiging uit."
Het was het ongelukkige meisje, als 20U
De Porte heeft dan eindelijk torg-'g-'ven
aan de Engelsche eischen en is reeds be
gonnen met ontruiming van Tabah, waartoe
zij zich bereid verklaarde. Het voorbehoud
omtrent de souvereiniieit en de Engelsche.
grensposten zal nu ook wel vcrsmchen als
sneeuw voor de zon op de bedreiging ran
di n Engelsche gezant te Constantinopel, dat
binnen 24 uur volledige satisfactie werd
geëischt. De sultan, werd verklaard, wem-cht
den status qi.o op het schiereiland S.naï
niet te wijzigen. Of misschien de ongunstige
berichten uit lemen, waar de troepen slecht
gekleed eu gevoed zijn en door de opstan
delingen omsingeld c-r tov, hebben bijge
dragen
De Rijksdag heeft 21.714000 kronen
verdeeld ovrr 4 jaren, toegestaan voor dm
bouw van kazernes. In het jaar 19U7 zullen
4.400.000 kronen voor dit doel worden
aangewend.
De Eerste Kamer verwierp hel rogee-
ringsvoorstel tot invoering eener nieuwe
kieswet met 126 tegen 18 stemmen. Met
118 tegen 8 stemmen nam zij liet voorstel
aan voor algemeen kiesrecht met evenredige
vertegenwoordiging voor de verkiesingen dtr
beide kamers en tot verkorting van het
mandaat der afgevaardigden dei Eerste Ka
mer van 9 tot 6 jaar.
Koning Victor Emmanuel gaat den 16
dezer na de opening van de Simplontunnel
naar Brieg, vergezeld van ministers Sonnimo,
Guicciardini en Carmine en hoogstwaar
schijnlijk ook van koningin Elena. Te
Brieg heeft een dejeuner plaats en vooraf
een wapenschouwing van Bondstroepen van
ze krankzinnig worden. Mechanisch schreef
z-, op het papier, wat haar pleegvader voor-
zei. Nauwelijke had ze het met haar naam
onderteekend, of ze viel bewusteloos op het
kussen.
Over het gelsat van den maD, die in zoo'n
korten tijd tot een lagen, cjnischen moor
denaar was geworden, vloog een trek van
duivelsche vreugde. Deze diep gevallene,
grheel eu al vastgegrepen door de klauwen
van den duivel der hebzucht, kende geen
medelijden meer.
De pastoor, bij wien Berta steun in raad
had gr zocht, was reeds den volgenden dag
bij den koopman geweest, doch natuurlijk
zond' r resultaat. De heer Heinecke heette
nog katholiek hij was echter niet» meer
dan een naam katholiek. Als zijne zaken
het toelieten, ging hij ter kerke en dit was
nog alleen, omdat hij voor 't oog der men-
sche.n toch niet geheel en al kon wegblijven.
De priester had zich dan ook over den
uitslag van zijn bezoek al reeds van te vortii
niet veel voorgesteld, toch wilde hij, ter
wille van dat ongelukkige meisje, een laatste
poging bij den koopman wagen. Maar wat
hij ook iu 't midden bracht, de reeds geves
tigde Helde van Berta, de dubbelzinnige
positie, van den baron, het ongelukkige
huwdijk, dat uit deze verbintenis zou vol
gen, niets mucht baten.
De koopman zei eenvoudig: „Met het
grootste genoegen wil ik u een dienst bewij
zen, eer waai de heer, doch hierin kan ik u
onmogelijk van dienst zijn. Het is irouwens
aan mij, over het geluk van mijn pleegkind
te waken Ik zie de zaak geheel anders in
dan IJ Eerwaarde; het blijft dus, zooals ik
besloten heb."
En hiermede kon de waardige priester
gaan. Berta wist reeds, dat pogingen van
haar pastoor mislukt wareu niettegenstaande
dat hoopte zij nog.
Nu, men ziet, met welk resultaat.
Met geen oog verwaardigde de zedelijk
verwordene man zijn bewusteloos pleegkind.
Snel verliet hij de slaapkamer, sloot den
brief in een couvert en, toen hij hiermede
gereed was, ademde hij verlicht opthans
kon Berta niet meer terug.
VI.
Helder en koesterend scheen de Julizon.
Zij zond hare stralen in het rijk gemeubelde
salon van het Patriciërs huis. De vensters
naar de zijde van den tuin stonden opm
een geurige luchtstroom kwam er door naar
binnen.
Op eenen met blauw damast overtrokken
chaise-langue zat Berta. Haar gelaat was
bleek en zonder uitdrukking staarden beur
donkere oogen naar buiten, 'loen zich de
deur opende, kromp ze als 't ware ineen.
Heinecke en de baron traden binnen. De
koopman ging echter terstond weer heen,
Onder het voorwendsel, dat hij nog zaken te
doen had, zoodat Berta met den haar opge
drongen verloofde alleen bleef IHar in
bleeke handen, waaiop de blauwe adrren
zich scherp afteekenden, beefden zichtbaar.
„U weet natuurlijk, mejuffrouw," zoo
begon de baron, „waarom ik bier kom."
„Wenscht u, dat wij ons dadelijk naar
het stadhuis begeven?" vroeg Berta met
nauwelijks verstaanbare stem.
„Ik dacht, dat wij eerst nog eenige zaken
te bespreker, hadden."
„Ik had mijn vader opgedragen.—
„Ik weet dat. Toch zou ik gaarne per
soonlijk met u nog een en ander bespreken,
alvorens u mijne vrouw zijt."
Bij het woord „vrouw" ging er eene
ijskoude lilling over Berta.
Te Weenen overleed dezer dagen graaf
Alexander Karolyi, die een vermogen van
30 milliorn gulden heelt nagelutcn, dat
geheel voor liefdadige doeleinden inoet wor
den besteed.
Vijf jonge officieren, die een blad ge-
lukgewenscht ludden met zijn campagne
teg^n de koningsmoordenaars, zijn op non-
activiteit gesteld. Nu hebben zich weer zes
officieren te verantwoorden, die bij een leest
het beeld van koning Milaan uithingen. De
partij der koningsmoordenaars is blijkbaar
altijd nog aan het roer.
In de eerste Poema-vergadering zei de
afgevaardigde van Odessa, prof. St»jepkin,
in een redevoering o er de amnestic o. a.
het volgende „Wij moeten trachten een
geheel zuivere verhouding te schep) en lus-
schen ons en de hoogste macht. Dat wij
amnestie cischen, beteekent niet, dal we
ons tevreden stellen met een eenvoudige
begenadiging van veroordeelden, nuar tevens
dat we, er op staan, dat ons beginsel wordt
erkend. We kunnen de gevangenen niet
meer als misdadigers beschouwen, nadat de
regeeringsrorm, dien zij hebben trachten
ten val te brengen, weikelijk gevallen is.
Hoe zouden we niet amnestie eischen voor
mannen, voor wier daden we mede verant
woordelijk zijn, daar we zelf deelnamen aan
bun strijd? IKt is alleen aan het toeval te
danken, dat onze medestrijders in de ge
vangenis werden gebracht, terwijl wij thans
hier als volksvertegenwoordigers zitten. Al
hebben wij het program der revolutionaire
partijen niet goedgekeurd, al zijn wij onzen
eigen weg gegaan, wij dragen toch met hen
Zij keek den koel lachenden man voor
haar met een eigenaardigen oogopslag asn en
voor haar geest trad het beeld van een
huwelijk zonder liefde.
Deze gedachte deed haar geestkracht weer
terugkomen. Trots hief zij haar hoofd op
en sprak thans met afgemeten stem
„U zult mij spoedig uw vrouw noemen,
„Ik hoop het, want na alles wat mij uw
heer vader mij gezegd heeft.—"
„Ik zal u echtgenoote zijn," viel Berta
hem in de rede, doch alleen voor de wereld.
Van een innig en liefdevol te zarnen leven,
zooals hettusschen twee echtgenooten jast,
kan bij ons geen sprake zijn. Ik neem u
tot man, wijl mij de noodzakelijkheid ertoe
dwingt. Wat u beweegt mij na alles, wat
u door mijn vader is medegedeeld, tot vrouw
te nemm, weet ik niet. Of is het soms,
dat u er behoefte aan hebt, een tweede offer
tt bezitten, dat u, evenals de arme Emma,
tot den dood toe martelen kent?"
Een ander had zich die vlijmscherpe
verwijten niet laten welgevallen, maar de
baron lachte slechts en anlwoordde, terwijl
hij zich de moeite g?f, kalm te schrijven
„De romantische vertelling van die oude
circusvrouw schijnt heel wat indruk op u
gemaakt te hebben. Ik zal u nog in den
loop van den morgen van de ongegrondheid
van uw wantrouwen overtuigen, wijl u
weet dat immers op het stadhuis de noo-
dige papieren aanwezig moeten zijn."
De zekerheid, waarmede dit gezegd werd,
deed Berta zwygen. Kon Von Belgern zich
weikelijk als edelman legitimeeren, dan was
het toch minstens twijfelachtig, dat hij de
kunstrijder was, van wien die oude gesproken
had.
(WorJt vervolgd.)