jSummer 6(5 Zondag 19 Augustus 1906 29e Jaargang Tweede Blad. BRIEVEN UIT BE HOOFDSTAD OF VAM ELDERS. BUITENLAND. België. Frankrijk. Duitschland. Rusland. Een noodkreet, vriendelijke lezer, een benauwde kommervolle snik dat... elders. Niets, niemendal heb ik om over te pennen. Niets viel er voor in de hoofdstad des Rijks, niets wat werkelijk waard is in deze brieven te worden besproken. Geen maatschappelijk vraagstuk» geeft mij aanleiding U met de noodige geleerdheid op cijfers, statistieken en oeconomische stellingen te onthalen, geen kermesse d'ete of te nauwe sluis red mij heden uit den kwellenden nieuwsnood, geen winkel- of kortsluiting helaas, zet mij of de halve stad in vuur en vlam, geen Middenstandpostzegelverzamelaars-, ge neeskundig- of behangerscongres biedt zich aan om over te wauwelen, kortom geen stinkende Amsterdamsche grachten of schoone concerten, geen feesten of begrafenis 't is stil bladstil in de wereld van het nieuws. Orampzalige die ik ben, waar is het eind van deze kommervolle komkommer tragedie 't Is Zondagavond. Maandag vraagt de post copie! He, je bent in dergelijke onbeschrijfelijke momenten van je reinsten komkommertijd in staat een journalistieken verlanglijst in elkaar te draaien, waaruit je minstens een week of zes copie kunt zuigen Bijv. Brand in het Koninklijk Paleis op den Dam, de vlammen slaan tengevolge van de felle N. O- wind over naar de rokken van Naatje. 2e. Een langdurige doch ongevaarlij ke ongesteldheid van onze burgemeester. (Ik ben geen hartstochtelijk wielrijder, dus een wraakoefening tengevoh van de nieuwe rijwielverordening behoeft de arglistige lezer niet te denken Intusschen kan een handig journalist uit dit, den hoofdstad bedreigend gevaar, minstens vier kolommen slaan. 3e. De instorting van de Beurs 's middags om 2 uur. Commentaar over bodig, zes brieven vol! 4e..-.. Ja, zoo zouden wij door kunnen redeneeren en een lijst vol wenschen opstellen die behoorlijk voldaan, onze goede, oude Amstelstad geheel onderste boven zou keeren. Een man van het vak weet overal raad op, en zonder nu direct zijn toevlucht tot reuzenkomkommers of telken jare terug- keerende zeeslangen te nemen, moet hij de hem toevertrouwde plaatsruimte weten te vullen. Een der wegen welke tot de bronnen van het nieuws leiden, is voor den onder- geteekende de gezellige en goed gepla veide Leidschestraat, Prinsengracht halt..,, ge staat voor het woonhuis van vrouw Justitia, in de wandeling het Pa leis van Justitie genaamd. Het is in den regel oud-nieuws geduldige lezer, dat wij U voorzetten van uit dit huis, waar men het recht spreekt, de ondeugd straft, de eerbare maatschappij beveiligt vooi den booswicht, hij zij 't dan door geboorte of opvoeding. Dagelijks immers verschijnen zij voor de heeren rechters. Legio is het aantal dieven, valsche munters, vechtersbazen, zakkenrollers en zwendelaars, dat hier dag aan dag, week aan week, jaar op jaar verschijnt, om te hooren uitspreken de straf welke de beleedigde maatschappij eischt voor het aangedane kwaad. Legio, zijn de vaste habitués, de oude bekenden, die koud onverschillig sedert jaren reeds plaats nemen in 't bankje, om te hooren twee weken, een maand, een jaaren ze komen en gaan met dezelfde onverschilligheid, waarmee een werkman zijn 10e kind komt aangeven. Wat praat ik van nieuwsnood. Neen er is nog «nieuws» genoeg al is het leelijk nieuws, zoolang ze verschijnen in ont zettende regelmaat op de Prinsengracht. 't Is een 24 jarige blondinne die thans zit onder het oog van allen. Vuurrood zijn haar wangen en ik zie niet of er tranen van schaamte schitteren in heur oogen, want wagen doet ze 't niet, de leden op te slaan.... bang dat ze is onder de blikken «van allen». «Allen dat zijn de straks deftige rechters en de griffier, de jeugdige verslaggevertjes van groote en kleine bladen, die hier fel-brutaal of met cynische blik of ook wel. scherp-onderzoekend 'r beloeren, omdat er «copie» te maken is uit het schier ongeloofelijke geval, van dat naieve «juffertje. «Allen» dat zijn de habitués van de publieke tribune, de baliekluivers en leegloopers die niets beters te doen hebben, dan hier te zitten luisteren, naar en te ginnegappen om wat leuke zetten, die straks hun «confraters» die nou de nor in gaan, den rechters lappen. Het land hebben ze in, want niet bijster veel verstaan ze van hetgeen Jaantje fluisterend den heeren rechters vertelt. O, de mannen met de witte beffers hebben geen last met deze beklaagde, die hakkelend, stotterend, nu zoekend naar woorden, dan ratelend in koorts achtige opgewondenheid, doet d'r ver haal. Als winkeljuffrouw verdiende ze reeds vroeg wat «mee» ze was als kind van 14 jaar d'r gekomme, zoo van 't atelier, dat te zwaar voor haar was, niets dan loopen met de groote zware doos. Schik hadden zij allen gehad in het trouwhartige en gewillige kind, dat «knap» opgroeide onder de oogen van haar strenge moeder, die «allewel 'n gewoon mensch toch even goed wist wat fatsoen was als de groote!» zooals ze graag van haar zelf getuigde. Jaantjes vader was machinist en reeds 25 jaar was hij aan dezelfde fabriek verbonden, Jaantje was daarom, zooals de winkeljuffrouw en meneer en mevrouw zoo dikwijls verklaarden «een kind van door en door fatsoenlijke menschen Toen kwam de »geliefde« of liever een ploertje, dat Jaantje, onnoozel kind als ze was, aanzag voor een mensch, maar dat ploertje was in werkelijkheid niets anders dan een vieze duivel met walgelij ken hartstocht, een duivel met fijne tong, die 't lichtgeloovig, trouwhartige kind in verzoeking bracht en Gij ziet waarde lezer, tot zoover 't oude verhaal, maar 't is nog niet uit 1 Radeloos, niet wetend wat te doen haar strenge ouders niets te doen waar 't lag, ze.... O God.... op de wal stond ze reeds om.... weer sleepte ze voort d'r moeie lijf. om weten, wendde zij zich tot een dier vele bloedzuigende slangen, die helaas bij honderdtallen in onze schoone hoofdstad in hun krotten liggen op de loer om onnoozele kinderen, domme schepseltjes en radelooze meisjes te grijpen met hun grazende knijpers, om ze daarna te doen bloeden.... bloeden.... om ze uit te persen hun laatste geld.... en ze daarna te drijven in het leven van misdaad en schande. Bijna krankzinnig van angst vroeg ze aan het smerige wijf of juffrouw »Eva« thuis was. O, zeker, komt Uwes maar boven. Komt u voor de kaart. Dan volgde zij willoos 't vette wijf in 't lu- gubremal-opgesierde. van petroleumlucht doortrokken hol, en zette zich bevend tegenover de »koffiedik«, die met loe rende oogen haar prooi onderzocht en kort en goed, haar uit de kaarten *haar toekomst* vertelde. »Maar f 5.bij je vriendelijkte 't wijf tegen het overspannen meisje, niks hoor, niemendal I Ze moet dan maar een briefje teeke nen dat zij, Jaantje, f20.aan de vrouw schuldig bleef. Jaantje teekende, met bevende hand, zelf niet begrijpend, hoe ze het aan zou leggen, om ooit zooveel te kunnen be talen van haar 50 ets. zakgeld. Maar daarover wou ze nu niet denken. Geen week daarop kwam de eerste brief »strikt persoonlijk* en Jaantje die nooit gejokt had, loog haar moeder lachend voor, dat ze kwam van een meisje van de winkel, dat een andere betrekking had. Ze kon haar moeder toch niet vertel len dat dat wijf om haar centen vroeg, en dreigde dat ze anders alles, alles aan haar ouders zou schrijven, dat zij haar zou oproepen in de Amsterdamsche lantaarn, zoo'n fijne madam, als zij was, wanneer zij niet zorgde, dat zij Zondag wat van haar liet hooren. 't Bidden en smeeken hielp dien Zondag niet, toen 't arme kind voor de vieze vrouw op de knieën lag en haar vertelde hoe 't niet ging, hoe ze toch van 50 ets. niet meer kon betalen, hoe-.. Maar woedend was ze opgesprongen en het huis uitgevluchtover de taal die dat wijf durfde spreken. Ook had ze dadelijk weer spijt gehad, over haar brust optreden, wetend dat 't wijf het er nou niet bij zou laten. Toen zij dien Vrijdagavond om 6 uur naar de winkel ging in stille wanhoop verfrommelend den brief, waarin 't stond >Zend geld of morgen heb je schandaal*, toen dook 't plan, 't helsche plan plotseling in d'r verbeelding op, rijpte meer en meer. Ze moest, ze zou 't nemen, ze wist Ze lag zoo verleidelijk, geheel gevuld met zilver en goudgeld, zoo verlokkend op 't glazen tafelblad, en de eigenares die druk praatte met den chef onder het doen van haar keuze, keek er niet naar om. »Jaantje jij kan naar huis toe gaan, kind had de oudste juffrouw al twee maal gezegd. Plotseling schrikte ze op diep verzon ken in gedachten, van wat zij thuis zou zeggen en wat zij morgen doen moest wanneer zij door dat wijf voor haar vader en moeder als een meid van de straat zou verschijnen. Wat had zij toch gedaan dat zij in de klauwen van zoo'n monster moest vallen Weer keerden allen zich met den rug naar het kind dat stil pakte haar boeltje, het onaangeroerde brood, het smetloos schortjedan flitste het fel en plotse ling in haar op, greep ze willoos naar het ding op het glas, rolde het terwijl de winkel met de schitterende lampen om haar danste en draaide, snel in 't schortje en zei toen onhoorbaar goei'n avond. Weg vluchtte ze.... weg..,, als.... Groote God want ze was een dievegge. Het was beleedigend voor den chef zoo wantrouwend, die dame zich betoc- nend. Het gebeurde nota bene zes maal per dag, dat dames hun beursjes thuis hadden laten liggen, maar wilde zij, hem was 't goed en dra was een agent ont boden. Fel viel het lamplicht op het ver toornde gelaat van de deftige patroon, die stond in de eenvoudige kamer, ont daan keek hij naar het half bezwijmde kind dat lag aan de voeten van haar vader, die bleek als een doode stond te waggelen en met scheen te hooren het snijdend gegil van zijn in-fatsoenlijke vrouw en willoos neerviel toen de stille pelisie d'r meenam. Gek peinst ie zich de gansche nacht naar de oorzaken van die daad, van zijn kind I Het zal U onverschillig zijn lezer, te weten door hoeveel maanden dit men- schenleven verwoest werd. Al zou 't een week, een dag, een uur geweest zijn, de vinger van het pu bliek zou toch gewezen hebben, op de dievegge. Maar recht eischt gij.... ik weet het, zooals ik en ons rechtsgevoel kan niet bevredigd zijn, voor deze in ferieure wezens, wier ziel even zwart is als de kunst die zij beoefenen en wier geweten jaarlijks belast wordt met hon derden gevallen van zelfmoord, misdaad en ontucht, voor dus deze parasieten als weleer de heksen en duivelskunste naars, zij 't dan ook niet door vuur of brandmerk, dan toch door het rasphuis onschadelijk zijn gemaakt. M. S. V. D. dat antwoord, zeggen we, is de pause- Republiek te doen is lijke encycliek »Gravissimi officium* ver- Gelukkige lezers, die door zulke leugen- schenen, waarin de paus de onbillijke bladen worden voorgelicht..,, scheidingswet veroordeelt en de bis- j In de Fortnightly Review van deze maand staat een artikel over België's positie bij een mogelijken Fransch-Duit- schen oorlog. Het bevat den raad aan België, zich zoo sterk mogelijk te maken en vooral de stelling Luik niet te ver- waarloozen. Kan Luik het bij een schen ding van neutraliteit van Duitsche zijde een paar weken uithouden, dan is het doel van zulk een schending gemist en dan kan Engeland bijspringen om die neutraliteit met geweld van wapens te handhaven. En, zegt het artikel, mocht er tusschen België en Holland een mili taire alliance tot stand komen, zoodat twaalf millioen menschen van hooge intelligentie gereed zijn om schending van gebied te weerstaan, dan zou dit de verwezenlijking zijn van onze liefste wenschen. Nadat gisteren de telegraaf het ant woord der Fransche bisschoppen op 's pausen encycliek »Vehementer Nos« had gebracht, waarin een veroordeeling van de wet op de scheiding van kerk en staat te lezen was, o.a. op grond daarvan, dat het concordaat, gesloten tusschen de Fransche regeering en den H. Stoel, niet dan na onderhandeling van beide partijen en met wederzijdsch goedvinden kon worden opgezegd, na schoppen aanmaant de kerk te beschou wen als zijnde in dagen van vervolging en der regecring geen concessies te doen. Dat is duidelijk genoeg De paus acht het oprichten van vereenigingen voor de eeredienst niet mogelijk, zonder dat de heilige rechten der kerk worden geschon den- Betreffende de andere vereenigingen, de kanonieke vereenigingen, zegt de en cycliek, dat het niet geoorloofd is hier mede een proef te nemen vóór men de zekerheid heeft, dat de rechten van den paus en het gezag der bisschoppen over de goederen der kerk en over de heili ge gebouwen geheel en al verzekerd blijven. Verder zegt de encycliek, dat ten onrechte is beweerd, dat de H. Stoel het oog heeft op plannen buiten den godsdienst, dat de republikeinsche re- geeringsvorm hem aangenaam zou zijn en dat hij op de krachten der oppositie zou rekenen om dien omver te wei pen Zoo de kerk zich ditmaal lastiger toont dan in dergelijke gevallen buiten Frank rijk, dan komt dit omdat in die gevallen de oppositie en de macht van het kerkelijk bestuur gehandhaafd bleven, en de toestand niet zoo volkomen on draaglijk was, zooals thans in Frankrijk. Frankrijk heeft een wet gemaakt niet tot afscheiding, maar tot onderdrukking van de kerk. Het heeft den godsdienst een hevigen oorlog aangedaan door den brandfakkel te werpen in de hevigsté twistpunten, zonder dat de fout daarvan neerkomt op ons, die uit liefde voor het dierbaar Fransche volk moedig onrecht vaardigheid op onrechtvaardigheid heb ben verdragen. Ten slotte vermaant de paus de Fran sche Katholieken te strijden zonder hef tigheid, doch met kracht enin een vol komen overeenstemming tegen de god- delooze Scheidingswet. »Roine heeft gesproken* schrijft de Univers boven een korte beschouwing over de encycliek. De kerkvervolgers hebben den Paus willen ignoreeren, terwijl zij wetten maakten, die de Kerk betroffen. Zij zegden het Concordaat op, zonder zich zelfs te verwaardigen daarvan het Vati- caan kennis te geven. Zij zeiden zoo luid en zoo dikwijls, dat zij baas waren in alles en over alles, dat zij zijn geëindigd met het te gelooven. En onder elkaar maakten zij hun wet tegen de Kerk. Welnu, die wet zal niet worden uitge voerd. Er zullen geen vereenigingen voor den eeredienst worden opgelicht, De Paus heeft beslist, dat zulks niet zal geschieden. Die vereenigingen waren de grondslag van hun werk en nu ze niet zullen worden gevormd stort alles ineen. Door het woord des Pausen wordt de arbeid van 't »Bloc« tot nul gereduceerd, on mogelijk gemaakt. Welke houding zullen de wetgevers thans aannemen? Slechts twee wegen zijn mogelijk een nadere overeenkomst, of vervolging. Voor de eerste is noodig, dat de wet in overeenstemming worde gebracht met de vrijheid der Kerk en den eerbied voor haar hierachie. En geschiedt dit niet de Univers schijnt ernstig te betwijfelen, of het geschieden zal dan is de vervolging onvermij delijk. Welnu, zegt het blad, laat ze komen 1 De Kerk heeft alles gedaan, om ze te ontgaan maar vreezen doet zij ze niet. Negentien eeuwen hebben Haar geleerd, dat de doornige paden der vervolging Haar altijd leiden ter overwinning, ter vernieuwing In gelijken geest laten ook andere katholieke bladen zich uit. De gematigd-liberale pers bladen als de Temps en Rèpublique Pratifaise verklaren door de encycliek teleurgesteld te zijn en verwachten daarvan nieuw onheil voor de Kerk(?). En de radicale en socialistische pers anticlericaal bij uitnemendheid toont zich hevig ver bolgen. Op haar gewone onbeschaamde manier keert zij de rollen om en stelt zij Ook in de Engelsche, Duitsche en Italiaanschc pers vormt de encycliek het onderwerpt van uitvoerige beschou wingen. De strijd. Meer dan één blad, vooral in Duitsch- land, waar herinneringen leven aan pijn lijken strijd en zwaarbevochten zegepraal, herinnert bij de beschouwingen der Fransch-Roomsche gebeuttenissen met het woord Culterkampf aan den oorlog, die voor ruim dertig jaren in Pruisen tegen de Kerk werd beproefd. Maar één groot onderscheid is er tus schen daar en in Frankrijk, tusschen toen en nu de Duitsche katholieken waren vol levendige belangstelling en dappere offervaardigheid, terwijl helaas het katholieke PYansche volk ook nu nog in dit ernstig oogenblik zoo goed als onverschillig blijft. Een vreemdeling ziet denalgemeenen toestand vaak beter dan de eigen land genoot, terwijl om deze dingen te verstaan een katholiek beter in staat is dan een die vreemd is aan het leven der Kerk, en van waarde tot beoordeeling van den toestand is dus wat de Parijsche correspon dent der Kölnisc/ie Volkszeitung terstond na het bekend worden der encycliek schreefOnder het groote publiek heerscht volledige onverschilligheid. Dat is het treurige de Paus aanvaardt den strijdt maar hoe groot is in Frank rijk zijn leger. Keizer en Koning. De ontmoeting van keizer Wilhelm en koning Eduard heeft Woensdag te Kronberg plaats gehad en de telegram men deelcn op verschillenden toonaard mee, hoe hartelijk het was. De beide souvereinen hadden elkander in geruimen tijd niet gezien (de Engelsch- Duitsche naijver en wie weet welke mo tieven meer werkten maar thans was alles weer pais en vree. Of het lang duren zal Binnenkort zal de Engelsche koning nu ook een samenkomst hebben met den keizer van Oostenrijk. Men beweert, dat er in deze conferen ties druk gesproken wordt over het lot van den Czaar. Dr. Emile P'ischer, de winner van den Nobelprijs voor scheikunde, maakt bekend, dat het hem gelukt is uit steen kool een product te bereiden, dat de zelfde voedende eigenschappen heeft als biefstuk en eieren. Wat zullen de kolen nu duur worden Uit Rusland zijn de berichten helaas al weer even droevig als eiken dag. Ten gevolge van de voortdurende re* volutionnaire bewegingen, de talrijke rooversovervallen en de bloedige bot singen tusschen de verschillende natio naliteiten is de geheele Kaukasus in staat van beleg verklaard. Een bizonder ern stig karakter hebben in de laatste tijd de gebeurtenissen in de districten Sjoes- ja en Sangesoes aangenomen, waar tal rijke gewapende benden in het openbaar de troepafdeelingcn aanvallen. De auto riteiten hebben evenwel genoeg troepen tot haar beschikking om de onlusten te onderdrukken. De Tartaren doen niet mee aan de revolutionnaire beweging maar vechten wel met hun erfvijanden: de Armeniërs. Uit Warschau wordt bericht Het was gisteren een feestdag en duizenden hadden Warschau verlaten. Niemand verwachtte dan ook de bot singen, die hebben plaats gehad. Naar men zegt, hebben de revolutionnairen wraak willen nemen wegens het arres teeren van 140 socialisten, werklieden bij de hoogovens der voorstad Praga. Te 10 uur viel te Warschau de eerste agent in het Wala-kwartier, een uur later werden een agent en twee soldaten in de hoofdstraat de Marsjalsdaja neerge- legd. Kort daarop kwamen uit alle wijken berichten van nieuwe moorden op agen- Rome aansprakelijk voor al hetgeen I ten, gendarmes en soldaten. gebeurd is. Het beruchte blad de Lanterne meent dat het Vaticaan krachtig en voor goed moet gekastijd (sic) worden voor deze beleediging terwijl de Petite Rèpublique zonder blikken of blozen beweert, dat het den Paus om de vernietiging der Steike detachementen voetvolk, dragon ders en kozakken rukten tofn uit en joe gen allerwege het volk uiteen met zweep slagen, met de banjonet en met geweer salvo's. 's Middags werden twee bommen ge worpen in den politiepost in de Kolo-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 5