Nummer 77 Donderdag 20 September 1900. 29e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. waarin opgenomen DE NOORDBHABANTSCHE POST. Eerste Blad. Kracht kérels. AHTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Ziekte verzekering. FEÜILLE7 OA. 28) m J ,n im VBBOBBKasrajinsxjSMimuïm De Echo van het Zuiden, Waahvyksche en tanxslraslsefcr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per '3 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden jan den Uitgever. 1 T G H V E li W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advkrtkntiën 17 regels f O.tiU daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden JJmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Het zooeven verschenen ontwerp van wet tot verplichting van vaste werklieden om zich en hun gezinnen te verzekeren tegen geldelijke gevolgen van ziekte en bevalling strekt de verzekeringsplicht uit tot alle vaste werklieden ouder dan 16 jaar, met uitzondering van bepaaldelijk in het ontwerp genoemde categoricn, zoo o.a. zij, die hooger inkomen hebben dan f 1200 of in de vermogensbelasting zijn aangeslagen, militairen, ambtenaren, zeelieden. Tot het «gezin4 worden ook gerekend inwonende ouders, schoonouders, groot ouders zoo zij ouder zijn dan 65 jaar. Kassen. De verzekering geschiedtóf bij een bijzondere ziekenkas, óf bij een z.g. «districtskas4 (deze is van den Staat), óf bij een «ondernemingsziekenkas4, wanneer men namelijk vast werkman is bij een onderneming, die een zoodanige kas heeft. Evenals de officieele districtszieken- kassen kunnen ook de bijzondere zieken kassen zich alleen over één gemeente of over meerdere aan elkaar grenzende gemeenten uitstrekken. De werkman is altijd vrij om de zie kenkas, waarbij hij zich wil verzekeren te kiezen. Overeenkomsten daarmee in strijd zijn nietig. Man en vrouw echter, zoo zij beiden als «werkman4 verzekeringsplichtig zijn, moeten zich bij dezelfde kas verzekeren, tenzij een der beide echtgenooten bij een onderneming is, die een eigen zie kenkas heeft of gehouden is, zich bij de districtsziekenkas te verzekeren. Dit laatste is b.v. het geval, wanneer de bijzondere ziekenkas bepaalde bedrij ven omvat, waartoe een van beiden niet behoort of wanneer men wegens niet- bctaling van de premie uit de bijzondere ziekenkas is gestooten. Bij de districtsziekenkassen wordt na melijk de premie afgehouden van het loon, terwijl de patroon tot betaling aan de kas is gehouden. Lijders aan bepaalde zeer langdurige of chronische ziekten blijven buiten de verzekering. Alle verzekeringen worden gesloten voor onbepaalden tijd en eindigen slechts óf door het eindigen van den verzeke ringsplicht óf door het verzekeren bij een andere ziekenkas. Een «bijzondere ziekenkas*, opgericht door een naamlooze vennootschap, een vereeniging of een stichting moet om erkend te worden als een ziekenkas, waar wet'telijke verzekeringen kunnen worden gesloten, daartoe het verzoek doen aan den koning. De schadeloosstelling, die in geval van ziekte wordt gegeven, bestaat behalve in de genees- en heel kundige behandeling, ook in genees middelen en «kunstmiddelen4, welke noodig zijn voor het behoud daarvan of voor de bevortiering van de geschikt heid tot werken voor zoover deze door de ziekte is verminderd, mits die kunst middelen voorkomen op de door den minister vast te stellen lijst van deze middelen4. Onder «geneesmiddelen4 worden alleen die verstaan, welke voorkomen in de Ned. Pharmakopec Verder wordt ziekengel d vergoed, wanneer de ziekte ongeschikt heid tot werken ten gevolge had en deze minstens 2 dagen duurde. Deze uitkeering geschiedt over hoog stens 180 dagen van den aanvang der ongeschiktheid en in geen geval na den 365en dag sedert den aanvang van de ziekte. Roman van de Zee door JOS. SCHELLEKENS. IV. Als de heeren bij de dames hunne op wachting maken, vinden zij deze druk bezig met het maken van toebereidselen voor den rit. Toos ziet er allerliefst uit in haar wit- mouselinen costuumpje. Met gepaste vrijmoedigheid ziet zij m»t haar donkere schitter-oogen, waarin eeu on deugend-ironische glinstering, den luitenant aaD. „U hebt uw zwaard vergeten, mijnheer. En dat is jammer, want weet u wel, dat het in onze duinen lang niet pluis is. Er waren daar allerlei booze geesten rond van kollen en kobolden." „O, d.i's niets, juffrouw. Die kunnen we wel zonder zwaard verdrijven. Bovendien, waar de muzen komen, daar blijven de geesten der onderwereld weg. „Goed geantwoord, mijnheer Van Bleek land, merkt mevrouw van Holland op. „Uw uniform kleedt u uitstekend. Zoo gaat u toch niet op expeditie, wel „Neen mevrouw, dan zien we er wei een beetje anders uit eu dan laten we ouze wapens niet thuis." n't Is jammer, dat die moordpartij daar zoo lang moet duren, 't Heeft al heel wat Hollandsch bloed gekost." „Ja mevrouw, maar nog meer Atjeesch We zijn echter nu op den goeden weg om Bij gedeeltelijke ongeschiktheid wordt 35 pCt,, bij geheele ongeschiktheid 70 pCt. van het loon vergoed In geval de Rijksverzekeringsbank (on gevallen) verplicht wordt tot schadeloos stelling, eindigt de verplichting van de districtskas. Kraamgeld wordt gegeven over de laatste 28 dagen vóór en de eerste 28 dagen na de beval ling en bij langere ongeschiktheid tot wer ken tengevolge van de bevalling over hoogstens nog 14 dagen na dien termijn. Ook hier is de vergoeding 70 pCt., resp. 35 pCt. Ingeval men in een zieken- of kraam inrichting wordt verpleegd, bedraagt «le vergoeding slechts een gedeelte van het gewone ziekte- of kraamgeld naar ver houding de betrokkene gewoon was in het onderhoud van het gezin bij te dragen. Wanneer een wet op invaliditeits- en ouderdomsverzekering mocht tot stand gekomen zijn, is de kas verplicht, behal ve het ziekengeld (kraamgeld) nog de premie uit te betalen, die de betrokkene gedurende zijn ziekte verschuldigd is, waarbij dan gerekend wordt, dat de premie loopt over een bedrag van f 1,50 aan dagloon, of f 450 jaarloon. Schadeloosstelling wordt niet verleend voor ziekte, die opgedaan is bij deelne ming aan een misdrijf of poging daartoe of tengevolge van herhaald misbruik van sterken drank. Voor bevalling wordt niets uitgekeerd, indien de vrouw niet minstens 180 da gen vóór de bevalling was verzekerd. Klassen. Voor de verzekering worden de werk lieden verdeeld in 10 klassen, waarvan de onderste minder dan f C,40 verdient, de hoogste f3,25 of meer. Voor de loonvergoeding worden ongeveer de gemiddelden geno men, terwijl de werklieden naar gelang van het werk dat zij verrichten worden ingedeeld in verschillende gevarenklassen er een eind aan te maken." „Is u al iu Atjeh geweest?" „Ik had nog niet de eer, mevrouw." „Een mooie eer, om doodgeschoten te worden", merkt Toos lachende op. „Ho, ho, juffrouw, dat gaat zoo gauw nietbovendien zit er toch meer eer in, als u wel veronderstelt." „Laat ons daar niet over twisten, kinde ren. Plicht is plicht, hoe gevanrlijk de. uitvoering soms ock is. Dat hebben we wel aan papa zaliger gezien. Een droevige trek plooit zich om den mond van mevrouw. Nel, die dit ziet, tracht het gesprek op een ander onderwerp te brengen. „Hoe hebt u geslapen, mijnheer Van Bleekland, in ons badhotel „O dank u, zeer goed, juffrouw. Wat een heerlijk uitzicht hebben er de slaapka mers op de zee De tafel is er ook zeer goed. Ik had niet gedacht, dat hier nog zoo'n uitstekend hotel te vinden zou zijn." „Nou hebt u onze opkomende badplaats toch wat te gering geschat, mijnheer Van Bleekland", merkt mevrouw op. „Sedert hier die tramlijn is aangelegd, gaan we jaarlijks sterk in vreemdelingenbezoek vooruit. Maar gaat u toch zitten, mijnheer. Het rijtuig z*l gauw voorkomen." „U gjat toch mee, mama?" vraagt Toos. „Dat was ik eigenlijk niet van plan, kind." „Kom, kom, moedertje geen gekheid Dat ritje z»l u goed doen." „U moet mee, mamaatje," zegt Nelan ders gaan wij ook niet." Nou, als 't er zoo mee staat, dan zal 'k maar mee gaan. Jullie moest anders eens te lang uitblijven! 't Is altijd goed, als er één is, di* de wijsheid bewaart tusschen zoo'n dartel groepje. bij algem maatregel van bestuur vast te stellen. Premiebetaling. Ingeval men tot de laagste gevaren- klasse behoort, betaalt men 8/s van de premie, voor zich persoonlijk verschul digd en verder de beelc premie (voor het gezin). Behoort men niet tot de laagste klas se, dan betaalt men slechts zooveel, als wanneer men tot de laagste zou behooren. Het overige betaalt de werkgever. Wanneer de premie bij een bijzondere kas hooger is dan die bij districtskas, dan moet bovendien het volle verschil worden betaald door den werknemer, zóó dat de werkgever geen schade lijdt bij de verzekering bij een bijzondere kas. Heeft men verschillende patroons, dan zijn zij gezamenlijk voor de premie aan sprakelijk, tenzij men verklaart zelf ge heel voor de premie te zullen zorgen en zoolang men dit dan ook doet. De tarieven voor de districtskassen worden vastge steld door den Minister en in de Staats courant gepubliceerd. Het tarief kan ten hoogste met 10 pCt. door den directeur worden verhoogd, wanneer de inkomsten de uitgaven niet met 10 pCt. hebben overtroffen. Htt tarief van de andere kassen wordt berekend naar de ontvangsten en uit- keeringen. Bij alle kassen is een reservefonds. Het toezicht op de naleving van de wet wordt uit geoefend vanwege het Rijk door inspec teurs, met onder zich hebbende contro leurs. Overtredingen worden gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of boete van ten hoogste f 100. Dat de werkgever moet bijdragen in de premie is daarom, Het ritje is overheerlijk. En nóg pret tiger is de pic-nic op een pittoresk plekje iu het bosch. Toos is bijzonder uitgelaten. Met plaag zieke ironie bestookt zij den luitenant, die natuurlijk stilzwijgend haar cavalier i». „Nou, mijnheer Van Bleekland, hoe be valt u ons duinlandschap Zoo iets had u zeker uok niet gedacht hier te vinden „Maar mejuffrouw, ik ben toch een Hol- l&ndscbe jongen, die toch wel weet, hoe ons landje er zoo ongeveer uitziet „Dat schijnt toch niet zoo; anders had u otis zeedorp ook niet voor zoo min aan gezien." i „U is zeker eene volleerde geografe? En kent dus alle plaatsjes, hoe kleiu ook, iu ons land at nu jui«t niet; geniën zitten ge woonlijk niet in vrouwenrokken, maar ik weet toch wel, dat ra&n op een zeedorp mooie vergezichten moet hebben." „O, bedoelt u dat Maar zeg mij dan eens, wat dit kruis daar beteekent. Het lijkt wel een grafmonumentje en dat zoo midden in een bosch." „Dat is daar opgericht ter nagedachtenis van een jachtopziener, die op die plaats dour een sirooper is doodgeschoten, niet waar, mama „Ja Toos, zoo is 't. Dat was toen een heele geschiedenis „Maar zullen we niet liever wat aan vrucHenbotanie gaau doen dan aan oudheid kunde Ik zie daar ginds zulke heerlijke bramen staan. Die smaken wel bij een boterhammetje. En met dat ze 't zegt, springt Toos al op en vliegt naar eenige braamstruiken, wier donkerroode schijnvruch- teu tusschen groene heesterbladereu lokkend wenken tot plukken. Terwijl mevrouw alleen achterblijft en het zich gemakkelijk maakt op het zachte inostapijt verwijderen zich de jongelui. Onwillekeurig raken de paartjes van elkaar af, zoodat op een gegeven oogenblik Frits alleen is met Toos, die aldoor maar ijverig bezig is haar reticule met de sappige vruchteu le vullen. De luitenant, die aanvankelijk liet strui- kenpad voor de witte gestalte der lieve zoekster effente, beeft zich nu even op het gras neer: ezet en ziet met bewonderoogen de slanke figuur zich voorzichtig tusschen het struikgewas voortbewegen. „Wal is het toch een lieve verschijning 1" denkt hij „Zou haai karakter in overeen stemming zijn met luar mooi uiterlijk En hij laat zijn erotische gedachten vrij afvloeien op den zilveren stroom der liefdes- feeren, welke ouder de onmiddellijke nabij heid van het voorwerp dier streelende over peinzingen steeds meer in illusie-glans winnen, tot hij eensklaps door een gil uit ziju liefdesdroom gewekt wordt. Hij spri igt op ziet in cie richting van Toos en bemerkt, dat deze op den grond zit, terwijl ze met een pijnlijk gezicht naar haar linkervoet grijpt. Naar haar toe te ijlen is voor den heer Bleekland het werk van een oogenblik. „Wat hebt u, mejuffrouw Uw voet b z*erd 'k Geloof verstuikt, mijnheer. Ik schoot tenminste plotseling met mijn linkervoet iu een konijnenhol, en nu doet hij mij erg pijn." „Beproefd u eens te gaan staan." Toos tracht zich op te richten. Onder een allerpijnlijkst gilletje, terwijl ze doods bleek wordt, lukt dit, doch als ze wil loopen, overmant haar de smart. Zij wankelt en zou ongetwijfeld gevallen zijn, als de luitenant dat elke dienstbetrekking zeker gemis van vrijheid en daardoor stijging van gevaar meebrengt, die voor risico is van den werkgever, evenals de bijzondere gevaren, die juist zijn bedrijf boven de gewone meebrengt. Vandaar de bere kening van het deel der premie, dat door hem en dat door den werknemer moet worden betaald. De vermoede 1 ij ke kosten worden in de Memorie geschat op een half millioen (administratiekosten), bene vens (bijdragen in de kosten der districts kassen) f 600.000 Voorts stelt de Minister zich voor, dat slechts een klein aantal gevarenklassen zal worden aangenomen. Bij 4 klassen zal de dagpremie voor den verzekerde persoonlijk en zijn gezin in de laagste loonklasse respectievelijk zijn 2,2 cent 2,6; 3 en 3, 4 cent, in de hoogste loon klasse 6,6; 8,2 9,7 en 11,2 cent. Bij de toelichting der artikelen wordt o.a. gezegd, dat de leeft ij dsgrens voor kinderen tot het «gezinbehoorend op 16 is gesteld, omdat gewoonlijk onder dien leeftijd geen loon als vast werkman wordt genoten, dat zij, die in een «inrichting4 werkzaam zijn (niet in een onderneming4 die in den regel winst beoogt en voor anderen werkt), zooals b.v. onderwijzers, niet onder de wet vallen. Bij de Tweede Kamer is nog inge diend een wetsontwerp tot wijziging van de Ongevallenwet, noodzakelijk geworden door de invoering der ziekteverzekerings wet 1907, die tengevolge zal hebben, dat de verzekerden krachtens de Onge vallenwet 1907, die tevens alle vaste werklieden in den zin van het ontwerp ziekteverzekeringswet zijn aan te merken, gedurende den eersten tijd na het onge val zullen worden schadeloos gesteld door de ziekenkas, waarbij zij verzekerd zijn. luar niet ondersteund had. Gr.il urende eenige ogenblikken blijft Toos onbewegelijk, lulf wezenloos staan, op het punt ran haar bewustzijn te verliezen. Frits weet niet, wat te 'doen. Met tril lende armsn houdt hij het jonge meisje Tast. Eindelijk komt Toos tot zich zelve. Als zij zich iu de armen van den officier ziet, ver schijnt een hoogroode blos op haar lief ge laat. Met eenigen haast richt zij zich nu op, doch dit ontlokt haar wederom eeu pijnlijken zucht. „Mag ik u mijn arm bieden mejuffrouw? Alleen kunt u moeilijk verder komen." „Helaas ja, mijubeer. Dat mij ook zoo iets thans uioet overkomen Terwijl het lieve gezichtje hoog-rood ge kleurd is, legt ze haar arm in dien van Frits en zoo sukkelt ze een eindje verder. Hoe popelt het hart Tan onzen charita— tischen held Hoeveel leed het hem ook doet, dat Toos dit ongelukje overkomen is, in stilte beschouwt hij het als eeu tortuintje dat juist hij den behulpzame arm mog bieden. Nel en Haakon, die reeds bij mevrouw Van Holland terug zijn vau\hun bramen- expeditie, gaan op verzoek van mevrouw even zien, waar Toos met den heer Van Bleekland toch zoo lang blijft. Als beiden op weg zijn, om de verlorenen te zoeken, fluistert Haakon zijn verloofde iets in 't oor, waarop deze hartelijk lacht en zegt„'t Zbu nog zoo slecht niet zijn, Haakon, als deze twee elkander in liefde konden vinden. Mijuheer van Bleekland is, geloof ik, een degelijk jongmensch, terwijl hij, al is nog slechts tweede lui'enant, zich behoorlijk kan redden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1