Rummer 81
Dortderda
October 1906.
29e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST.
Eerste Blad.
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
buitenland.
feuilleton.
Krachtkèrels.
Duitschland.
Frankrijk.
Italië.
Rusland.
Bulgarije.
BI'NNF.NL AN?.'-.
TJ I T 6 E V E K
WAAL WIJ K. Telefoonnummer 38.
^'?rr< "^rrs^wKiKs^si^ja^' ymaaaaBS.
■mrzzi mtaam&rxz s
t:i:^r.T,'!2 ..:- rr
Willi I wij lis i'lie en I<an<cslnials«lie Courant,
Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per S maanden f0.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
Advïrtbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer yoordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
De uitsluiting te Enschedé
De staking en daarmee de uitsluiting
te Enschedé is dan ten einde.
De drie dozijn anarchisten, die de
aanleiding tot al de ellende der laatste
weken zijn geweest, hebben dan eindelijk
het hoofd in de schoot gelegd.
Hun bedrijf kan niet krachtig genoeg
worden gelaakt.
Zij wisten dat hun staking de uitslui
ting van 8000 mede-arbeiders moest uit
lokken, en toch gingen zij er toe over.
Maar ook de Enschedésche werkgevers
staan zooals wij reeds betoogd hebben
schuldig.
Zij pasten de uitsluiting toe, hoezeer
de georganiseerde werklieden part noch
deel hadden aan de eigenmachtige sta
king van een handjevol ongeorganiseer
den, ze noch goedkeurden, noch konden
verhinderen.
Intusschen schijnt in den boezem der
Fabrikantenvereeniging zelf verzet te zijn
gerezen tegen de mechanische, absolute
toepassing van het uitsluitings-artikel in
haar reglement.
Tot dusver moest uitsluiting volgen,
d. w. z. moesten alle aangesloten fa
brieken worden stop gezet, zoodra bij
een lid der vereeniging vijftig werklieden
in een staking waren betrokken.
Thans is door de fabrikanten het be
trokken artikel in dezer voege gewijzigd,
«dat de stopzetting niet zal plaats hebben,
indien de algemeene vergadering met
'een meerderheid van 2/s der geldig uit
gebrachte stemmen besluit, den maat
regel niet uit te voeren.»
Dit is niet veel, maar het is toch iets.
Niet veelindien iets meer dan één
derde der stemming zich voor stopzetting
verklaart moet deze volgen.
Niet veel: daar iets meer dan één
derde der stemmen beslist, hebben een
paar groote werkgevers door hun stem
menmacht de beslissing in handen.
Het is iets daar in de aangebrachte
wijziging althans de erkenning ligt opge
sloten, dat het beginsel der mechanisch
werkende uitsluiting niet deugde.
Deze eerste stap kan door andere
worden gevolgd-
Verbetering in den toestand kan echter
eerst komen doordat alle werklieden tot
een der organisatie toetreden.
Dan pas vervalt de altoos dreigende
mogelijkheid, dat vandaag hier, morgen
ginds een handvol ongeorganiseerden
zonder voeling, zonder overleg met de
organisaties, den boel er bij neergooien
en al hun mede-arbeiders aan het bijna
zekere gevaar eener uitsluiting bloot
stellen. (Hgz.)
Het bestuur van de radicale en radicaal-
socialistische partij in Frankrijk heeft een
motie aangenomen, waarin het verklaart dat
de so.heiuingswrt onverbiddelijk en onver—
4iiderd toegepast moet worden, en dat geen
li.l der partij aan eenige onderhandeling met
het Vaticaan mag deelnemen; vooris dat de
eigendommen der kerk in alle gemeenten,
waar geen eeredienst-vereeuigingen er aan
spraak op maken, aan instellingen van wel
dadigheid behooren over te gaan.
Hierdoor wil men de katholieken dwingen,
leg n tien wil van den Paus schismatieke
vrr-t nigingeu van den eeredieust op te
richten, maar succes zal men er niet mee
hebben, daar er tot nu toe nog slechts
negen schismatieke vertenigiugeu bestaan op
de 4-0.ÜOÜ parochies.
Her aantal jeugdige misdadigers neemt
in Frankrijk ontzettend toe. In 1850 waren
er 13000 misladige kinderen. Nu zijn er
30.000, terwijl de bevolking nauwelijks is
toegenomen. Het alcoholisme, zoowel bij de
ouders als bij de kinderen zeiven, zal wel
de hoofdschuldige zijn, zegt het Tijdschrift
v Geneeskunde.
Het huwelijk van de Duitsche kanonnen-
koningin. Enkele weken geleden ging 't
verhaal, dat het huwelijk, alsook de uitzet
van Ftüulein Bertha Krup, de beroemde
jonge Duitsche kanonnen-koningin, naar
gezegd wordt, des wereld's rijkste erfgename
zich zouden kenmerken door Spartaanschen
eenvoud. Nu kan worden meegedeeld, dat
mevrouw Krup ten behoeve barer beide
dochters, Bertha en Barbara, welke laatste
in 'i voorjaar van 1907 trouwt, bij Berlijn-
sche naaisters in 't geheel voor 100.000
mark bestellingen heeft gedaan. Ruim drie
kwart daarvan moeten dienen voor den
uitzet van de jonge millionaire, wie Baron
von Bohlen Hal bach, in tegenwoordigheid
van den keizer zal leidm naar hel mooie
kapelletje, dat nu bij de Krupp-Villa Hiigel
bij Essen, is gebouwd:
Op den avond vóór het huwelijk wordt
het gewone Duitsch voór-huwelijksfeest
bekend onder den naam van Polterabend
te Hügrl gevierd, doch slechts de onmiddel
lijke familieleden van de bruid en den
bruidegom en de voornaamste huwelijksgastcn
r.ul'eu tegenwoordig zijn.
De Keizer, die den 14-n October aankomt
zal een prachtige kamer in de villa betr'k
ken en uen dag na het huwelijk naar Bonn
gaan om een nieuw monument voor Keizer
Wilhelm den Groote te onthullen. Het is
nog niet bekend, of ook de Keizerin op
het huwelijk zal tegenwoordig wezen.
In het geheel worden honderd en veertig
gasten uitgenoodigd.
Herr von Bohlen Halbach, die na zijn
huwelijk met Friiulein Bertha, het officieele
hoofd zal worden van het Krupp-fortuin,
groot 400.000 000 mark, brengt te Essen
drukke dagen door om zich de groote
kanonnen- en pantser-industrie een beetje
eigen te maken. Hij tracht oaluurlijk ook
zich bij de 40.000 werklieden in te werkeu
en hun sympathie te verwerven.
De gemeenteraad van Essen zal Fraulein
Bertha op haar huwelijksdag een zilver
tafelservies, ter waarde van 15.00') mark
ten geschenke geveu.
«>e Messar/ero, die het eerst den leugen
heeft verspreid, dat pater Carones met een
ro:neiu8che schoone naar Amerika gevlucht
zou zijn, herroept nu zelf den laster. Dat is
om aan de. handen der justitie te ontkomen.
Maar de zwerm bladen en blaadjes, die den
pikanten leugen hebben helpen verbreiden
herroepen niets.
Pater Cnroues is met de Kooning Albert'
in New-York aangekomen en keek vreemd
op, toen hij zooveel reporters oui hem heen
zag. Hij deelde mede, wat wij al wisten, dat
hij een hospitaal gaat stichter, zooals zijn
orde er al verschillende in Amerika heeft.
Nog eens, de laster is nu weerlegd, de
eerste lasteraar herroept uit vrees voor de
justitie, maar de laster blijft nog hangen,
waar justitie noch eerlijkheid eenigen in
vloed heeft.
helen, die op tien minuten afstands van
hel dorp zijn doodgeschoten. De bcude
keerde daarop terug, plunderde een voornaam
huis uit, overgoot het met petroleum en
stak het vervolgens in brand. De eigenaar
van het huis, zijn vrouw, zijn nicht en de
dienstbode zijn omgekomen. Kapitein Poeves
is er heengezonden tot het instellen van
een onderzoek.
28)
Roman vau de Zee
door
JOS. SCHELLEKENS.
VIII.
Te Sebastopol is een bomaanslag op
getieraal-majoor Doembadhechef van bet
garnizoen, gepleegd, toen hij in zijn rijtuig
naar de kazsrne van het regiment van Brest
reed. De generaal werd licht gewond en
schoot op den wegloopenden dader. Tusschen
dezen en de soldalen, die bij de kazerne
stonden, kwam liet tot een gevecht. Hij
slaagde er echter in te ontkomen.
De gebouwen, die aan de kazerne grenzen,
zijn door de troepen omsingeld en er worden
daar huiszoekingen gehouden. Men denkt
dat verscheidene personen de hand in den
aanslag hadden. De koetsier en twee solda en
die den generaal vergezelden, zijn zwaar
gewond.
Bulgarije gaat het volgend jaar het leger
met tien regimenten versterken. Ondertus-
schen schijnt het, dat het gevaar voor een
gewapend conflict tusschen Bulgarije en
Turkije met den dag alneemt. Niet onmo
gelijk, dat Turkije de politiek in Macedonië
ten gunste van de Bulgaren gaat wijzigen.
SALONIKI, 7 Oct. Een bende van
50 man is het dorp Vraraa binnengedrongen
en heeft zich meester gemaakt van 9 nota-
„Och mijnheer, wat zal ik u daarvan
zeggen? Wij vrouwen in 't modistenvak
moeten wel als vakmenschen internationaal
zijn, doch overigens heb ik mij met 't
feminisme weinig ingelaten. Waarom zou 'k
ook mijn jonge leven volproppen met allerlei
gewichtige vraagstukken Dat vind ik goed
voo»" dames, die zich voor, achter of midden
in het z.g. geleerde proletariaat plaatsen.
Laten die die gewichtige fineesen maar
uitvechten.*
„'k Zou zoo zeggen, dat U, zonder het
te willen, er toch al een aardigen kijk op
hebt.. VVij, kunstschilders, laten veelal in
dat opzicht ook maar die liefhebberij aan
anderen over. Ons vak ligt wel een beetje
buiteu al die prozaische beschouwingen, al
voelen we ze dan vaak zelf aan den lijve".
„Hoe dat zoo?*
„Wel, 't gaat ons meestal als die prole
tariërs, tenminste, wat onze beurs betreft,
'n echte proletariërs-beurs. Maar daarom
houden wij nog geen diepzinnige betoogen.
Onze jonge bent schildert maar weer wat,
tracht de kladderijen te- verkoopen en lukt
dat nifct, welnu, dan maar gepompt, bij den
een of ander, die wel een buitenkansje heeft
gehad.
U kunt nooit raden, waarvan ik nog
slechts kort geleden leefde*.
„Ja, dat zal moeilijk gaan".
Dan zal 'k 't U zoo kort mogelijk trach
ten te vertellen.
En Tom zet zich in vertellens-postuur,
terwijl een geheimziunig lachje zich om zijn
mond plooit.
„U moet dan weten, dat nu ongeveer
een half jaar geleden een vriend van me en
ik zoo goed als geheel geldeloos op straat
stonden. Beiden hadden we geen familie
meer, we wisten niet waarheen en wat te
doen.
Daar komen we op 't idee, van het wei
nige, dat ons nog restte, een kermiswagen
te koopen en een ouden knol eu met deze
op reis te gaan, om dan hier, dan daar te
schildereu en onze kunstproducten zoo goed
en kwaad als 't ging aan den man te
brengen.
De reis ving aan, onze eerste standplaats
was een klein Limburssch dorpje. Toen we
daar aankwamen, werden we onder uitbun
dig gr joel van de schooljeugd binnengehaald.
Deze meende zeker, dat wij een paar rei
zende straatartisten waren. Hoe gek die
bengels opkeken, toen ,wij onze schilders-
benoodigdheden voor den dag baalden, kan
ik u waarlijk moeilijk beschrijven.
Wij maakten eeij landschapje met renige
van die bengels op den voorgrond. Toeval-
lig waren deze een paar kinderen van eenige
dorpsnotabelen. Eu waarachtig, deze kochten
onze aquarellen voor een aardig sommetje
aan. Dat was voor ons een openbaring. L'
kunt begrijpen, dat wij onze notabelen
kunst-speculatie in die richting voortzetten.
Maar aliijd gelukte ons deze truc niet.
Toen wij dan ook bij Maastricht kwamen,
hadden we, behalve wederom een bijna leege
beurs, een mooie verzameling aquarellen en
penteekeningen. Terwijl we nu op 'n avond
in onzen woouwagen aan een goeden Lim-
burgbehen pot bier zaten en onze hersens
Mi uister Staal.
Men meldt uit Den Haag aan de Tel.,
dat zich bij het onderzoek der begroo
ting een sterke oppositie geopenbaard
heeft tegen het beleid van den minister
van Oorlog, generaal Staal.
Z.Exc. moet vrijwel tusschen twee
vuren zitten. Van rechts en van vrij-lib.
zijde valt men minister Staal heftig aan,
omdat hij te veel wil bezuinigen en ook
ter zake van zijn plannen met het blij
vend gedeelte.
Van radicale zijde daarentegen vindt
men dat zijn bezuinigende maatregelen
niet ver genoeg gaan, dat niet radicaal
door den minister van Oorlog wordt in
gegrepen.
Door dezelfde politieke richting zijn
volgens het blad bezwaren geopperd
tegen de plannen van den minister van
Marine om een nieuw schip aan te
bouwen.
Het Hof.
Het Koninklijk Echtpaar in het buiten
land 1
In het lustslot Pillnitz (het zomerver
blijf van het Saksische hof op 7 K.M.
van Dresden) werd Zondagnamiddag een
familietafel en maarschalkstafel, (deze
laatste voor de hovelingen, enz.) gehou
den. Aan het diner namen ook Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik deel.
Koningin Wilhelmina bezocht gis
teren te Dresden de tentoonstelling van
kunstnijverheid, in 't bijzonder de afdee-
lingen techniek, volkskunst en kerkhof
kunst.
De Vegelwet.
Van bevoegde zijde wordt aan »Avi-
pijuigden met allerlei speculatieve denkbeel
den, ripp op eens Dolf zoo heet mijn
vriend uit: Eureka! Gevonden, ouwe
jongen I
En hij sprong als éeu dolle Archimeves
in de enge ruimte rond, welke manoeuvre hij
niet eerder staakte, dau toen hij zijn vinding
rijken bol geweldig stootte tegen de lage
zoldering van ons uniek woonhuis.
„Die verdkast" riep hij geërgerd.
Kom, huppelende August, zei ik, vertel
op, wat jo gevonden hebt
„Een eenig idee, korel, lurainues, een
idee, een Edison waardig!"
„Vertel dan toch op", achreeuwde ik hem
weer toe, „ik brand van nieuwsgierigheid 1"
En daar deelde hij mij mede, dat wij hier
in een van die grotwoningen eene kunst
tentoonstelling moesten organiseereu, „Je
zult eens zien", riep hij uit, „hoeveel be
zoek wa krijgen
Maar kérel, wat geeft ons dat We krij
gen er toch geen dubbeltjes mee binnen
„Stommerik, we moeten ook entree hef
fen Elke bezoeker moet een kwartje beta
len. En weet je, wat we er da nog bijdoen
We gaan onzen wagen van binnen met
panee'ien beschilderen, en die laten we dan
zien voor een dubbeltje per persoon. Je suit
eens zien, we worden nog Croesussen 1"
Hier pauseert de heer van der Schakel
even, danr hij zich voor een oogenblik occu
peert met zijn horloge, dat stil is blijven staan.
Toos ziet glimlachend toe. Zij viudt haar
medereiziger wel 'n aardigen jongen. Wel
verbaast haar een weinig zijn vertrouwelijke
mededeelzaamheid zij is toch totaal vreemd
voor hem, doch zij schuift dit op ziju
artistennatuur.
„Om dan verder te gaan, juffrouw
maar ik verveel u toch niet met m'n ver
haal
„O, in 't geheel niet, meneer, 't Is zelfs
heel interessant."
„De tentoonstelling werd gearraugeerd,
de wagen, dien" wij voor en na van heel
lieve paneelen voorzien hadden, werd mede
Ier bezichtiging ge*te!d endaar
had op 'n middag de plechtige opening
plaats. Wij hadden er eenige notabelen voor
warm weten te maken. Deze hadden op hun
beurt, alleen om de originaliteit van 't
geval, anderen aangestoken met hunne
Linr buigsclra geestdrift, zoodat op dien
gedenkwaardigeu raiddag heel het Limburg-
sche dorpskuustpubliek op de been wa».
Wij van onze zijden hadden gezorgd voor
'n pompeuse ontvangst der autoriteiten.
Onze laatste centjes offerden we aan 't
harmoniegezelschap, dat met stalen gezicht
en in vollen kunsternst de delegatie's af
wachtte, om dan met 'n vroolijke marsch
io te zetten. Daar kwamen ze, de burge
meester met den geheelen gemeenteraad,
en een drom van nieuwsgierigen,
De burgemeester stak 'n aardige speech
af, de harmonie beschetterde ze met fanfare's,
de eere-wijn hoe we er aan kwamen,
weet ik heuech nog niet werd aange
boden kortom, 't was „up to date." En
de resultaten Schitterend, in één woord
schitterendVooral 's avonds kregen we
veel bezoek, als we onze grot-expontie
hadden verlicht met toortsen. Dan was Y
ook werkelijk 'n frappant gezicht, als het
helle koloriet van onze aquarellen gleusde
in hei flikkerende, rose toortslicht.
Maar laai me nu niet verderjdeze prettige
herinnering achteraf verzaten door iets, wat
als onaardig zou kunnen worden opgevat.
Ik ben die goede Limburgers nog dankbaar
dat ze ons zoo'n aardig duitje bezorgd
hebben, waut niet alleen ontvingen we heel
wat aan entree, maar ook verkochten we
verschillende van onze schilderijen.
We trokken dan ook hoogst voldaan
België in, waar helaas onze nomadenleven
tragisch eindigde. Daar toch maar laat
ik u eerst nog eens iets vertellen, van onze
avonturen, die we vaak met onzen woon
wagen beleefdeu. Altijd was de ontvangst
in een dorp, wat we doortrokken, niet zoo
aanmoedigend. Meermalen dan eens gebeurde
't toch, dat we er door de politie werden
uitgezet. En of we dan al bij hoog en laag
beweerden, dat we nette, fatsoenlijke kunst-
schilders waren, gantlemans, 't mocht ons
uiemandal baten. Woonwageus waren nu
eenmaal bij de verordening op ja, hoe
weet ik 't, dat 't zoo'n dorpsveldwachter
noemde verboden en daarmee basta. Nu
wij trokken dan maar weer grtroost verdsr,
om soms op de volgende plaats door met
steenen-werpende straatjongens ontvangen te
worden. Soms ook kwamen we een echten
kermiswagen tegen, welker bewoners dan
halt hielden, ons kameraadschappelijk toe
spraken cn brutaal weg in orzen wagen
doordrongen. Eens zelfs Hebben wij er met
alle geweld 'n dronken vrouwmensch uit
moeten weren.
Helaas, aan alle goeie dingen komt 'n
eind. Juist was ons den dag te voren een
mooi bod op ons paard gedaan, toen het
beest den volgenden dag stierf. Dat was 'n
heele slag voor ous. Wij verkochten onzen
wagen aan 'n timmerman, die de geschilderde
paneelen nog voor 'u aardigen duit winst
van de hand deed enzie daar
nu, de bron voor mijn reis naar 't moderne
Babyion."
(Wordt vervolgd.)