Nummer 82
Zondag 14 October 1906
29e Jaargang
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws
MENGELWERK.
Uit Baard wijk s verleden.
Keelame.
Welkom in de familie.
Uittreksel uit een Resolutie Boek
der Heerlijkheijdt van
Baardwijk.
II.
Op Zaturdag den 9 Maart 1793 is
ons door de franschen ten sterksten en
onder bedrijging van straf geordonneerd
binnen den tijd van omtrent seve uure
aan hun te besorge 3400 pd. brood,
1200 pd. vleesch, 30 karre ieder bespanne
met twee paarden en bij ieder kar 12
sakken. Dat hij daarvan de onmogelijk
heid wetende, wel getragt hebben de
Fransche van dien onbillijken ijs te doen
afsien, dog, daarin niet kunnende slage,
sijn wij genoodsaakt geweest met allen
spoed twee Beeste te koopen, die te
doen slagten, soomeede sooveel brood
te late bakke, karre en sakke te besor-
gen als mogelijk was. En des onaange-
sien kon men goedvinden den mede-
ondergeteekende J. G. Swaan in Arrest
te neme, en, onder veele mishandelinge
cn bedrijgingen gedurende eenige uuren
te houde,
Aldus genoteerd tot ons in- en ten
eijnde bewogen bij ons ondergeteekende.
Was geteekend
F. V. De Werken, Drosst.
Ab. van Herwijnen.
J. van Baardwijk.
J. G. Swaan.
Mij present,
Wm. BOESER, Secretaris.
Voor afschrift conform.
De Secretaris van Baardwijk,
J. A. I. VAN HEIJST.
ment, in deszelfs plaats ter wagt te willigheden insolentie of straatschenderij boomgaard te komen en zei met een huis heeft overgebracht.
Reglement voor de nagt wagt te
Baardwijk
Alsoo de Municipaliteit van Baardwijk
hoogst nodig geoordeelt hebbende dat
binnen deesen dorpe des snagts zal gaan
een behoorlijke wagt zoo heeft de Mu
nicipaliteit voorn, goedgevonden daar
omtrent bij vernieuwing te Arresteeren
het naarvolgende Reglement.
Art. 1.
Den vorster zal dagelijks op order van
Regenten des voormiddags ter wagt
citeeren soodanige en sooveel manschap
pen, als hem door Regenten zal worden
opgegeven en geordonneert.
Art. 2.
Den vorster zal gehouden zijn een
leijstje te formeeren van de manschappen
bij hem op order van Regenten ter wagt
geciteerd, en 't zelve tijdig besorgen
aan den wagt hebbende Officier, Regent
of Corporaal waarvan aan hem een lijst
zal worden ter hand gestelt en aange-
weesen de order door hem daarin te
houden.
Art. 3.
De wagthebbende Manschappen zullen
gehouden zijn, des savons soo draa het
slaan van den Appel zal ophouden, be
hoorlijk gewaapend 't zij met Riek, Vork,
en soo het gevoeglijk kan geschieden
met een scherp geladen snaphaan aan
het wachthuis (dat van Regenten zal
worden aangeweesen) te verscheijnen,
als wanneer door den wagthebbende
Officier de naamen van de wagt ver-
scheinende Manschappen zal worden
opgeleesen, en die bij het oplecsen van
haare naamen zal mankeeren, zal ver
beuren ses st. en diegeene die een uur
naar den Appel eerst ter wagt com
pareert, zal verbeuren twaalf st., en die
in het geheel niet ter wacht compareerd
zal verbeuren Dertig st., alles ten be
hoeve van de wagt, ook zal niemand
van de wagt hebbende manschappen de
wagt mogen verlaaten zonder consent
en voorkennis van den wagthebbende
Officier, die in alle deswegens de orders
van Regenten zal moeten observeeren.
Art. 4.
Bij ieder wagt zal een Officier, 't zij
Regent of Corporaal present zijn, die
insgelijks op bepaalde plaats en tijd zal
moeten verscheijnen op Poene van de
bovengemelde boetens.
Art. 5.
Iemand der Officieren, 't zij Regent
of Corporaal, uijthoofde van Absentie,
in dispositie, ouderdom, of te uijt anderen
hoofde het niet convenieerende zijn beurt
zelfs in Persoon waar te neemen, zal
konnen volstaan een ander bekwaam
Persoon naar vereijsch van dit Regie-
zenden en zijnen Post doen waarneemen. op
Art. 6.
De wagt doende Manschappen zullen
zig soigneus hebben te wagten van
vloekken, zweeren, questie of rusie op
de wagt te maaken, dronken op dezelve
te verscheijnen, of zig daar in drank te
buijten te gaan, en op behoorlijken tijd
weder ter wagt verscheijnen, ten zij oij
toeval dat zulks zoude permitteeren en
noodsaaken, welke ter beoordeeling van
den wagthebbende Officier zal afhangen.
Art. 7.
Geene Persoonen beneden de Sestien
Jaaren zullen op de wagt mogen ver
scheijnen, alsmeede geen die door hoo-
gen ouderdom, of te aan gebrek des
Lichaams onbequaam geoordeelt worden
en diegeene welke geen manspersoonen
in hunne huijsen mogten hebben of om
eenige reeden niet zoude kunnen de wagt
in Persoon waarneemen, en Egter van
vermoogen zijn, worden gelast zonder
eenige verschooning daartoe eenbequaam
Persoon in hun plaats ter wagt te
zenden.
Art. 8.
De wagt hebbende manschappen zul
len in alles Exact de orders en beveelen
van den wagt hebbende Officier, 't zij
Regent of Corporaal moeten gehoor-
saamen zonder eenig het minste tegen-
zeggen.
Art. 9.
De wagt zal alle Vreemde en onbe
kende of maar in 't minst Suspecte per
soonen aanhouden en dezelve aan het
wagthuis overbrengen, en soo den wacht
hebbende Officier zulks noodig oordeelt,
aldaar bewaaren, tot dat daarvan des
smorgens vroegtijdig aan den Drossaart
Rapport zal zijn gedaan, en daarop de
noodige orders gestelt, en voor soo verre
zij eenige Huijsbraaken of diefstallen
mogten ontdekken, zullen zij gehouden
en verpligt zijn, die niet alleen te stunten,
maar ook al hun vermoogen aanwenden,
de dieven te apprehendeeren, aan te
houden en in het wagthuis over te bren
gen en dezelve met Assistentie van de
door hun te ordonneerende manschap
pen te bewaaren tot dat daarvan de
nodige kennis zal gegeven zijn aan den
Drossaart alhier, en nadien het zoude
kunnen gebeuren dat de dieven huijs-
breekende of suspecte persoonen Resis-
teerden, of tegenweerden ten einde de
Apprehensie of aanhouding te ontkoo-
men, soo werden de wagthebbende man
schappen gelast van hunne wapenen wel
degelijk gebruijk te maaken, soo dat zij
niet onbeproeft gelaaten hebben, om
hen 't zij in der minne of door gewelt
en gebruik der waapenen te Apprehen
deeren.
Art. 10.
Dat mede ingeval de dieven, of andere
suspecte personen ten getallen mogten
zijn zoodat de wagthebbende Manschap
pen zig niet sterk genoeg kennende om
dezelve te konnen Apprehendeeren de
wachthebbende Officier order zal geven,
om met de trom, door een van zijne
wachthebbende manschappen Allarm te
laaten slaan, zonder welk geval niemand
ten tijden van de nagt de trom zal
mogen roeren.
Art. 11.
Die geene welke van de wagtdoende
manschappen, in een eenig poinct aan
deze bovenstaande Articulen mankeert
of daar tegen zondigt, zal telkens ver
beuren eene boete van twaalf st. ten
behoeve van de wagt, voor welke boetens
de meesters en vrouwen der schuldige
Manschappen aanspreekelijk zullen zijn,
tot het doen van welke Calange en inning
der boetens, de wagthebbende Officier
bij deeze word geauthoriseert en gequa-
lificeert.
Art. 12.
Ieder Officier zal des morgens naar
het afgaan van de wagt aan den Drosst
't zij schriftelijk of mondeling Rapport
doen, en Exact kennis geven, soo er
iets op de wagt mogt voorgevallen zijn
en soo deesen van Pligt versuim kan
worden achterhaalt, en overtuijgt iemand
verschoont te hebben, de schuldige of
ongehoorsaame niet gecalangeert zal
insgelijks verbeuren eene boete als boven.
Art. 13.
Een ieder der wagtdoende manschap
pen word op het Ernstigste gewaar
schouwd en aanbevoolen van zig zorg
vuldig te wachten om tijden hunner
wagt, eeDig geraas en getier te maaken,
alsmede van Eenige de minste moed-
de straaten te pleegen, op poene
niet alleen van te incuretren eene boete
als boven maar bovendien dat tegen
dezelve naar Wetten en Placaaten deser
Landen, als verstoorders der gemeene
Rust en Pleegers van Publicq gewelt,
op het rigoureuste zal worden gepro-
cedeert,
En ten Einde hier van niemand igno
rantie pretendeeren zal deese worden
gepubliceert en geaffigeert ter plaatse
alhier gebruijkkelijk.
Aldus gedaan en gearrésteert in den
Regthuijze van Baardwijk!
Op heeden den 23 November 1700
zeven en negentig, bij alle de Munici-
paliteitsheeden.
Was geteekend:
G. VAN Heijst, Drosst.
W. de Vries.
L. J. Klerx.
G. van Besouwen.
J. Schilders.
Wouter van Besouwen.
Jan Loeff.
J. B. Muskens.
J. Kolster.
Ads. Krol.
Mij present,
Wm. BOESER, Secretaris.
Voor eensluidend afschrift.
De Secretaris van Baardwijk,
J. A. J. VAN HEIJST.
vriendelijken glimlach
Kom er maar gerust
De dader, werd oogenblikkelijk aan-
voor uit, ik gehouden en ter' beschikking van den
trotsch op, dat je mijn zwager procureur des konings opgesloten.
Vrecselijke dood
er niet aan, gaf ik j^en werkman, Marillat genaamd, is
te Grenoble op een vreeselijke wijze ge-
Waalwijksche ziekten.
Er is niets wat iemand meer uit ziju hu
meur brengt, niets wat uw geduld meer op
e proef stelt dan jeulcing der huid. Aam
beien maken u bijna kraukzinnigze hou-
len u den geheelcn nacht wakker. Prikkelende
huiduitslag is even slecht, en even moeilijk
te genezen. Dergelijke kwalen worden met
den dag erger. Dank zij verklaringen ge-
ijk de volgende beginnen de menschen in
\.t zien dat zij een geneesmiddel ouder hun
bereik hebben tegen deze ziekten.
De Heer J. Scbriek, woDende buiten de
Veerpoort te Leerdam, meldt ons; Langen
tijd heb ik veel te lijden gehad van in-en
uitwendige aambeien, die somtijds bloedden
<n veel pijn veroorzaakten. Ik had reeds al
het mogelijke daarvoor aangewend,, doch
zouder baat. De jeuking was onuitstaan
baar en ik kou slechts meer loopeu. Toen ik
van Foster's Zalf hoorde, dacht ik niet dat
een oude man als ik van vier en zeventig
jiar daar og succes mee zou hebben, doch
ik weuschte htt te probeeren en hoe zal ik
ti mijn dankbaarheid betuigen, want na een
paar dagen was ik toch van mijn hind-rlijke
en pijnlijke kwaal genezen. Ik zal Uw zalf
da" ook met vertrouwen ku"uen aanbevelen.
Ik ondergeteekende verklaar dat het bo
venstaande waar is en machtig U het pu
bliek te maken op elke wijze die U gotd-
dunkt.
Verzeker U dat men U de echte Fester's
Zalf geeft, dezelfde die de Heer Schriek
gehad heeft. Wij waarschuwen tegen na
maak en maken koopeis er op attent, dat op
iedere doos de handteekening van James Foster
voorkomt. Zij zijn te Waalwijk verkrijgbaar
hij de firma Wed. Orie-Duuioulin, Markt.
Toezending geschiedt franco na ontvangst
van postwissel a f 1,75 voor of flO.
voor zes doozeu.
ben er
wordt.
Maar ik denk
ten antwoord.
Nee, natuurlijk nietlachte hij
maar een ander praatje, kan je me niet
honderd gulden leenen voor drie maan
den. We worden nou toch familie.
Ik trachtte zijn gevoelens niet te kwet
sen, maar ik vrees dat het alleen bij
trachten gebleven is Wij hadden juist
gedineerd en ik zat op de veranda een
sigaar te rooken, toen een vreemdeling
regelrecht naar me toe kwam en zei:
Ik ben Sarah's oom Simon. Heeft
ze je al over mij gesproken,
Ik kan 't me niet herinneren.
Misschien heeft ze 't ook verge
tenmaar kan je me misschien honderd-
vijftig gulden leenen voor een jaar. Als
je Sarah trouwt, dan blijft het toch in
de familie en komt 't later wel terecht.
Ik maakte me van hem af en begon
me zelf af te vragen in wat voor gele
genheid ik verzeild was geraakt. Ik
overlegde nog wat ik doen zou, gaan
of blijven, toen Sarah's moeder aan mijn
weifeling een eind maakte. Zij kwam
met haar breiwerk naast me zitten en
zei
Misschien denk je Sarah is koel
en stug maar dan zou je je vergissen.
Ik weet dat ze verliefd op je is, en den
gelukkigsten echtgenoot ter wereld van
je maken wil. Wees dus maar niet ver
legen als je bij haar met je vraag voor
den dag v\ ilt komen en als je me hon
derdvijftig gulden wilt geven om er haar
uitzet voor te koopen.
-- Dat was het laatste, zuchtte de
arme kerel. Ik was er nu ziek van en
smeerde 'm terstond en de rest van
mijn vacantie bracht ik door op een
boerderij, waar ik mij te voren verge
wiste, dat er geen Sarah's waren om mijn
gemoedsrust te verstoren en geen bloed
verwanten die mij voor een boerenleen
bank wilde verslijten.
Ik had het plan opgevat mijn va
cantie door te brengen bij een boer op
't land, zei Jansen, de zaak werd beklon
ken en ik nam er mijn intrek. Nu wilde
het toeval, dat de boer een knappe
dochter had, en zoo gebeurde het, dat
ik reeds den eersten dag met haar aan
't bloemenplukken was, met haar in den
boomgaard appelen zamelde, en haar
vergezelde op een bezoek aan een an
deren boer. Den avond van dien dag
zaten wij nog laat op, zingend en spe
lend op de harmonica. Den volgenden
dag nam haar vader mij mee in de
schuur en zei
Gerrit, nou je toch lid van de fa
milie wordt wou ik je even vragen om
vijftig gulden te leen-
Wat meen je vroeg ik.
Liefde, gaf hij ten antwoord, met
een knipoogje naar mij en naar het huis.
Zoo beleefd als ik kon, maakte ik mij
van hem af, maar vóór het middag was,
wenkte zijn zoon Sam mij om in den
Dieptrcurlge zaak.
Te Berlijn heeft eergisteren de vrouw
van den fabrieksarbeider Berger terecht
gestaan die in hare wanhoop over zijne
voortdurende mishandelingen van haar
en hare kinderen, haar jongetje, van een
jaar vergiftigde en ook haar vierjarig
dochtertje bijna om had gebracht. Het
was een droevige zaak. De ongelukkige
moeder had een heelen dag met het
rampzalige plan in het bosch rondge-
loopen. 's Nachts liet zij de kinderen
daar slapen, en toen het jongste kind
wakker was geworden, gaf zij het een
sterk vergif waaraan het spoedig bezweek.
Toen haar andere kind ontwaakte, zei
zijKindje, de kleine Wouter is dood,
wil je naar je vader terug. Het kind
antwoordde Neen, moeder, ik wil niet
naar vader terug, ik wil liever met u
doodgaan.
De voorzitter vond dat een eigenaar
dig antwoord vooi 'n kind. Maar de
beklaagde zeide dat zij met haar doch
tertje al meer erover gesproken had, of
zij niet liever samen »naar onzen Lieven
Heer en de engeltjes" zouden gaan. En
het kind wilde dat liever dan eiken dag
opnieuw door haren vader geslagen te
worden.
De man die als getuige gehoord zou
worden, weigerde iets te verklaren.
De gezworenen beantwoordden de twee
vragen naar de schuld van de beklaagde
ontkennend, en de rechtbank heeft haar
daarna vrijgesproken.
Drievoudige moordpoging.
Gister nacht rond half een kregen op
de Veemarkt te Antwerpen eenige zee
lieden onder elkaar twist, die op eene
bloedige manier eindigde en zeer erns
tige gevolgen had kunnen hebben. Een
van hen, zekere Aug. Filon, geboren te
Gabrick, trok in het hevigste van den
twist eensklaps een revolver uit den zak
en vuurde hem af op zijne makkers.
Drie schoten had hij gelost en alle drie
troffen.
De slachtoffers zijnPaul Kruger,
welke aan de hand werd getroffen
Ernest Ribenau, die een kogel in den
buik had bekomen, en Marie Winker-
ling, dienstbode, die in de borst werd
getroffen.
Dokter Hodeige heeft de drie gekwet
sten de eerste zorgen toegediend, waarna
men alle drie naar het Stuivenberggast-
dood. Hij was in een boom geklommen,
om noten te plukken, toen hij het even
wicht verloor en in zijn val den electri-
schen draad van de tram vast greep.
Door de draad voerde een stroom van
12,500 volt, die den ongelukkige onmid-
delijk doodde- Het lijk kon niet vervoerd
worden vóór de electrische stroom was
afgesnedenondertusschen waren een
\oet, een hand en de geheele rechter
zijde van den werkman tot ascb verbrand.
Ongeluk.
De automobielrennen om den Vander-
bilt-beker Zondag op Long Island bij
New-York gehouden hebben maar even
aan 31 menschen 't leven gekost en tal-
loozen gewond. Het is, zeide de heer
Vanderbilt in een interview, gewoon on
doenlijk de Amerikanen aan orde en
tucht te wennen. In Amerika kunnen
dergelijke rennen niet meer gehouden
worden.
Een zonderling ongeluk heeft op
de Buffalo-baan te Parijs plaats gehad.
Een motorwielrijder kwam te vallende
toeschouwers bogen over de leuning
heen om den verongelukte te zien. Op
hetzelfde oogenblik kwam een tweede
motorrijder en stiet tegen de hoofden
van een aantal toeschouwers. Twee per
sonen bleven dood, twaalf werden ernstig
gekwetst.
Vuurwerk in den tuin.
Hcusch, 't is waar, zonder Ruysch uit
Utrecht kunnen wij vuurwerk in den tuin
hebben en dit bij warme avonden af
steken ook.
Brand of ongelukken zijn buitenge
sloten.
De plant, die ons het vuurwerk koste
loos levert, heet in onze taal het Essche-
kruid en in de wetenschap is zij bekend
als Dictamnus fraxinella- Zij behoort
thuis in het zuidelijk gedeelte van ons
werelddeel en groeit in ons klimaat op
een zonnige standplaats in den open
grond uitstekend en blijft zonder bedek
king over. Zij behoort dus tot de vaste
planten.
De bladeren zijn gevind en verschil
len in grootte naarmate zij hooger of
lager aan den steel geplaatst zijn.
De stengel wordt afgesloten door een
bloemstengel, waaraan een aantal licht
purper of wit gekleurde bloemen komen.
In vollen bloei is de plant hoogstens
een halven meter hoog cn is dan het
beste geschikt om ons het vuurwerk te
toonen. Men moet nl. weten, dat èn
stengel èn bloemsteeltjes, bloembladeren,
meeldraden en bezet zijn met een aan
tal kliertjes, die vol met olie gevuld en
licht ontvlambaar zijn. Wanneer het nu
warm weer is en men houdt een lucifer
bij den stengel, dan ontstaat een violet
kleurige vlam, die sissend langs alle dee
len der plant gaat en een verrassend
effect te weeg brengt.
Wie dat voor het eerst doet, denkt
dat zijn plant verbrand iskomt men
den volgenden morgen bij de plant, zoo
staat deze frisch en fleurig alsof er niets
gebeurd ware en met een paar dagen
kan men 's avonds weer vuurwerk laten
zien.
Het is nu tijd om deze even merk
waardige als fraaie plant te planten,
waarom wij er de aandacht op vestigen,
liedorven worst.
Te Vaals zijn door het eten van be.
dorven worst veel menschen ongesteld-
Er wordt gemeldt, dat er 230 menschen
ziek zijn, te Vaals zelf 130 en in de
omgeving ongeveer 100. De kinderen
zijn er het slechtst aan toe.
Nader wordt gemeld
't Is thans een uitgemaakte zaak, dat
de vergiftiging van een aantal gezinnen
te Vaals (L.) toegeschreven moet wor
den aan bedorven worst. Deze was af-
slagerij van zekeren
de personen, welke
gegeten hebben, zijn
komstig uit de
Kleinschmidt. Al
van deze worst
ziek geworden.
De vergiftiging toont als uiterlijke
kenteekenen opzwellen van het onderlijf
en hevige, pijnlijke brakingen.
Hoewel tot nu toe geen der betrokken
personen in levensgevaar verkeert, zijn
de vergiftigde personen zeer zwak, voor
al de kinderen zijn er erg aan toe.
De dokters uit de plaats en uit Aken
hebben de handen vol werk en zijn van
den morgen tot den avond in het plaats-
LS. VAN DER SANDEN.
- 1
r- x xutt—.ae* 9