Rummer 93
Donderdag '22 November I DOG.
3
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCEE POST.
Eerste Blad.
Kracht kérels.
29e Jaargang,
AH TOON T IEL EN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
buitenTand.
Frankrijk.
Duitschland.
FEUILLETON.
Afrika.
BINNEN LAN
1 T G E V E R
40)
komt hij
zijn
II IIHIIIPIIII II IB HI IBill I lllll II 'I
NIMH ilfHffBUMMBMBEBI
De Echo van het Zuiden
en liigxlraatsrir Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o li it g ui e n t s p r ij 8 per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
W AALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advkrtentikn l-r*7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaats^mt®. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal Wreke?^* ^oor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij aboiuFmen* worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames l'if'-i^nt per regel.
Naar Frankrijk ,-s wederom het woord nes
l'tusen gencht.
Immers een der leugens, waarmee het
publiek daar wordt bedot, is het gebazel
over de heerschzucht der Kerk, die alle, vrij
heid zou verstikken.
Dat wordt door den Paus ontkend.
Omdat het ook niet waar is.
En evenmin is waar wat de, Franscho
bloc-pers met kinderachtig genoegen steeds
herhaalt, dat kardinaal Lecot feitelijk de
soheidingswet heeft aanvaard.
Als men de stevige rede van Piou raa-»r
had gelezen, zou men weten dat het alleen
gaat tegen de schending der hieraschie en
dat overigens niets belet om den geregelden
gang van den eeredienat te verzekeren.
De bevolkingsstatistiek voor F«auVrijk
geeft over 1905 geen bemoedigende uit
komsten. Het overschot ran de geboorten
boven de «terflcn is zoo gering, dat de gc-
heele bevolking uit dien hoof Je. slechts met
1 op 1000 i» toegenomen. Mi der gehoor: n
dan ooit en een hoo* sterftecijfer. Het *o> r-
deelig overschot was over 19l)4 nog 57,026,
over 1905 is het maar 37,120. Er zijn in
Frankrijk in 1905 10,938 kinderen minder
geboren dan in 1904, en 8968 personen
meer overleden dan in 1901. Welk een
verschil met andere landen. Frankrijk een
toeneming van 1 op 1000, Duitschland 15
op 1000, Oostenrijk 121/,, Hongarije bijna
12, België 11, Engeland ruim 12, Neder
land 15 V,, Italië ruim 10, Noorwegen 14?1/2.
Steeds dieper zinkt het weg!
De keizer verleende aan den bij hem op
bezoek zijnden Deenschen koning de keten
Roman van de Zee
door
JOS. SCHELLEKENS.
VIII.
Als door een electrischen schok getroffen,
springt de arme vrouw uu op. Zij grijpt
den kleine, en drukt deze, zelf plotseling
zenuw-schokkend van het hevige snikken,
aan haar wild kloppend hart, terwijl ze 't
met een schelle pijn-stem uitgiert „Och
F ritsje, je paatje gaat dood Je zult
hem nooit goed leeren kennen, m'n lieve
ling 1 Tom, Tom, moest ons huwelijks
leven zoo eindigen
Doch hoe ellendig bedroefd en verschrok
ken ze ook is, ze verliest haar tegenwoor
digheid van geest niet.
Vlug kleedt ze zich en haar beide kin
deren aan ze wil noch kan deze aan
iemand toevertrouwen verlaat haar wo
ning en springt op de eerste de beste tram
die ze ontmoet. Spoedig staat ze voor 't
bed van haar man, nog altijd ligt hij be
wusteloos. De kinderen heeft ze in de
kinderkamer van 't ziekenhuis achterge
laten.
Een" liefdezuster zit geduldig bij zyn bed
en houdt zijn brandend hoofd met ijszakken
koel. De bewustelooze schudt hevig met
't hoofd heen on weer. 't Is voor de arme
zuster werkelijk een zware taak het ver
koelende verband op zijn hoofd te houden.
Toos slaakt een gillenden kreet, als zij
haar man daar zoo ziet liggen, z'n armen
van de orde van den Zwarten Adelaar en
aan de Deensche koningin de Louise-orde.
Aan het galadiner bracht de keizer gis
teren een dronk uit op den koning en de
koningin van Denemarken hij bedankte
voor het bezoek, dat een voortzetting was
van de innige betrekkingen door koning
Christiaan onderhouden en sprak daarbij de
uit, dat de goede betrekkingen
tuinen beide huilen tot heil van de lan
den mochten blijven voortbestaan en dat
Gods zegen daarop moge rusten. De koning
van Denemarken dankte voor de hartelijke
ontvangst, voor de warm« deelneming, door
deti keizer batoond bij het overlijden van
koi.ing Christiaan en sprak de hoop uit, dat
de keizer een gedeelte van de voor dezen
gekoesterde vriendschap op hem zou over
brengen en dat dan de vriendschappelijke
betrekkingen tusschen beide volken steeds
hartelijker mochten worden. De koning ein-
d;gde, met een dronk op den keizer, de
keizerin en het keizerlijk huis.
Naar men weet, is de Keizer den
lantsfen tijd grol' aangevallen. Van alle kan
en. En hij kan daar moeilijk rechtstreeks
op antwooiden Kou hij maar in den Rijks-
lag verschijnen en er het woord voeren.
DjcIi wijl dit niet gaat betreedt hij andere
wegen Hij voe.de ren gesprek met een
bekend journalist uit Münclu n en liet dezen
i.'ubliek maken, wat hij, de Keizer, te zeg
gen had.
De K'izer verklaarde, dat hij door en
door optimist is, want met optimisme, komt
men verder vooruit dan met zwartgalligheid.
Dxarotn ia hij ook tegen het woord „rijks-
verdrietelijkhcid*. Hij werkt onverdroten
"oort hij weet, dat mm over zijn voor
liefde voor reizen spreekt en hem den reis-
k-izer noem', maar na ingespannen arbeid
in zijn beroep, vindt hij verkwikking in
reizen, die voor hem dubbel noodig ziju,
daar hij tegen zooveel misverstand heeft te
kampen. Hij is rltijd in 'n ondankbare stel
ling omd*t men hem geen zelfstandigheid
gunt. Gelukt mij iets, dan vraagt iedereen
„Wie heeft hem dit aangeraden en mis
lukt mij iets dan heet het „Hij heeft het
niet gekund". Bij zaken, die men bij andere
vorsteu als vanzelf sprekend beschouwt,
vraagt men bij mij altijd waarom en het
zitten beide in 't gips, z'n been ligt rechtuit
gestrekt, terwijl een zwaar gewicht aan z'n
voet hangt, 't Hoofd is dik opgezwollen,
de wangen zijn geteekend met een verra
derlijken rooden koortsblos, terwijl het overige
gedeelte van 't gelaat reeds de doodskleur
heeft.
„Barmhartige God! Moet ik je zoo te
rugvinden ?1
En buiten zichzelve van droefheid valt
ze op d'r knieën voor de sponde van den
lijder ueer.
„Sst, sstmevrouw TJ moet u kalm
houden, anders moet ik u verwijderen. De
zieke mag niet door 't minste nog meer
opgewonden worden."
„Och, zuster, hij is toch bewusteloos en
hoort me dus niet."
„Zeg dut niet mevrouw, 't zou niet de
eerste maal zijn, lat de zintuigen van een
schijnbaar geheel bewustelooze volkomen
werkten. Indien dit met uw man zoo is,
hoort hij alles en zal hem dit vreeselijk te
zijnen nadeele opwinden."
En, als had de zieke deze opmerking
verstaan, zoo opvallend knikte hij met het
hoofd van ja.
„Mijn God, hij hoort ons 1 Zag u hem
ook niet ja knikken, zuster
„NeeD, maar als u dat gezien hebt, moet
ge u doodstil houden, mevrouw, misschien
komt dan ook spoedig het volle bewustzijn
terug."
Toos trscht zich zooveel mogelijk in te
honden. Stil vouwt zij haar handen saam
en smeekt God, haar man zoo niet- te laieu
sterven.
Zij buigt zich na een korte poos naar de
zuster over en vraagt met een fluisterstem
om een priester. Een verhelderde glimlach
plooit het edele gelaat der geduldige ver
pleegster zij drukt op het knopje van ecu
eenige antwoord kan toch slechts zijn om
dat ik voor het Duitsche rijk en voor het
Duitsche volk het goede wil. „Dikwijls on
dervindt men toch ook veel goeds, en wel",
voegde de Keizer er aan toe, „het meeste
op mijn reilen, die men mij zoo kwalijk
neemt".
In antwoord op Int verwijt, dat de
Duitsche Katholieken niet alleen in gods.
dienstzaken, maar ook in het. burgerlijk
Dven zich de wet laten voorschrijven door
den paus, wordt een brief van den pau>
aan kardinaal Fischer openbaar gemaakt,
waarin de pans de Duitsche Katholieken
prijst, „die het gezag van den H Stoel
erkennen in alle godsdienstige waagstukken,
maar niettemin volkomen vrij blijven in
alle zaken, die den godsdienst uiet raken
Een herinnering.
Gisteren was het 25 jaar geleden dat
de door Bisiuarck ontworpen „keizerlijke
boodschap" van Wilhelm I werd uitgevaar
digd, welke het tijdperk van sociaal politieke
wetgeving inleidde waardoor nu ongeveer
12 millioen menschen in Duitschland teg°n
ziekte, ongeveer 20 millioen tegen ongeluk
ken en 14 millioen tegen ongeschiktheid
zijn verzekerd. Uit hoofde van deze. drie
verzekeringswetten worden elk jaar ruim
500 millioen tuk. of eiken dag bijna ll/s
millioen mk. aan wettelijke ondersteuningen
betaald. Ongeveer 2 millioen menschen in
Duitschland trekken een uitkeering wegem
ongelukken of blijvende ongeschiktheid.
Jn Polen worden steeds nieuwe dwang
maatregelen genomen 200 burgemeesters
en wethouders van de proviucie Bromberg,
wier kinderen deelnemen aan de staking,
zijn uit hun ambt ontzet. Al de koffiehuis*
houders dier provincie, in hetzelfde geval,
kregen bevel hun lokaal te sluiten. Den
priesters is medegedeeld, dat zij zullen
worden gestralt, zoo zij voortgaan het verzet
te steunen.
Ferreira is gepakt. En de Engelschen
blij natuurlijk. Kranig hebben ze 'm dat
gelapt.
Achteraf blijkt echter, dat alleen gebrek
aan water Ferreira genoopt heeft om zonder
vechten zich over te geven.
De Kaapstadïche correspondent van" Cen
tral News seint, d»t Ferreira en de zijnen
zullen moeten terechtstaan voor moord, po
ging tot moord en roof.
De prompte maatregelen door do Ka&p-
sche regee.ring genomen, hebben zware on
kosten noodig gemaakt, maar de gereed
staande troepen zijn thans ontbonden. De
korte veldtocht der Engelschen moet hebben
aangetoond, dat de landelijke bevolking in
de noordwestelijke Kaapkolonie voortdurend
sterk anti-Engelsch blijft en meer geneigd
was de mannen van F» r rei ra te helpen dan
de dezen vervolgende Engelschen.
De Bóeren-vijanden moeten er toch nog
wat uitslaan. Zij hebben de Boeren niet
kunnen beschuldigen van medeplichtigheid
aan Ferreira's inval, maar nu wordt er nog
langs een omweg gewaarschuwd tegen die
vijandige Boeren.
Opdat zc geen Grondwet zouden krijgen.
beteekenis zijn voorgekomen, om H. M.
de Koningin te adviseeren tot toeken
ning van eervol ontslag zonder de ge
bruikelijke dankbetuiging voor bewezen
diensten.
Afschaffing van retourhlljetten.
Met ingang van den a. s. zomerdienst,
1 Mei 1907 zullen op de Duitsche spoor
wegen de retourbiljetten worden afge
schaft en de prijs der enkele reisbiljetten
gebracht op de helft der oude retours.
Naar wij uit goede bron vernemen
bestaat bij j>nze spoorwegmaatschappijen
het plan -* dergelijken maatregel te
nemen.
electri'che schel en na tenige oogen-
blikken treedt een eerbiedwaardig geestelijke
binnen. Met een vriendelijken hoofdknik
groet hij de aanwezigen. Toos wenkt hem
even terzijde en nu heeft er tusschen die
twee eeu fluistergesprek plaats, dat men
haast wel de vóórbiecht van den bewuste
loozen lijder kan noemen.
Met een ernitig gelaat wendt zich de
I riester naar het bed, waarbij inmiddels
ook een der doctoren heeft plaats genomen.
Als hij ziet, dat 't gesprek tusschen de
dame en den zielzorger geëindigd is, staat
hij op en ïoept op ziju beurt Toos even
te» zijde.
Heel zacht zegt hij „Mevrouw, u ziet
hoe het roet uw man gesteld is. 't I9 mijn
plicht, u mede te deelcu dat hij nog slechts
een uur leven kan.
Toos kan zich haast niet meer beheerschen.
Zij is op 't punt van in hevig suikkeu uit
te barsten.
„Ik bid u, houd u kalm. Wenscht ge
nog de laatste wilsbeschikkingen van uw
man te vernemen, dan is het za«k, dat ge
u beheerscht, anders loopt het eerder met
hem af. Hij zal zoo tot zijn volle bewustzijn
komen. Welnu, maak van die. korte oogen-
blikken gebruik, om hem met God eu de
menschen te doen afrekenen."
Toos dankt den dokter met een stillen
hoofdknik. Als zij nu weer aan 't bed komt
komt, heeft Tom z'n oogen geopend. Eerst
heeft zijn blik iets wezenloos, al spoedig
echter tot het volle bewustzijn
toestand. Daar bemerkt hij /,'n
een diep-bedroefde trek
zijn pijnlijk-verwrongen gelaat,
korten hoofdknik roept hij haar
tot zich. Toos buigt zich over hem heen en
fluisterend komt het over zijn lippen „Een
priester vergeef me, lieve vrouw waar
van
vrouw
komt
Met
en
op
een
Miüister eu Inspecteur.
Wij lezen in de Nieuwe Crt
Omtrent de redenen, die geleid heb
ben tot het achterwege laten van de
koninklijke dankbetuiging bij het eervol
ontslag van generaal Smeding, vernemen
wij het volgende
De inspecteur heeft, zoodra hij zijn
aanvraag om ontslag aan H M. de Ko
ningin had ingezonden, een schrijven aan
de regimenis- en korpscommandanten
van zijn wapen gericht, waarin hij hun
verzocht, aan de onder hun bevelen staan
de officieren het feit zijner ontslagaan
vraag mede te deelen. Aan de genoemde
hoofdofficieren persoonlijk (dus niet voor
mededeeling aan de officieren bestemd
en ook niet als zoodanig gebruikt) werd
in dat schrijven tevens de reden der
ontslagaanvraag bekend gemaakt.
Den minister van Oorlog moet, naar
ons werd bericht, dit feit als een iodis-
ciplinaire handeling van genoegzame
zijn de kinderen
Toos geeft aan den geestelijke een teeken
en terwijl allen zich verwijderen
Toos om haar kinderen te halen blijft
de stervende man alleen achter met den
bemiddelaar tusschen hem en God.
Als Tooi 11a een kwartier weer Liuuen-
treedl met Fdtsje aan de hand en de kleine
Marie op den arm, verschijnt er op 't gelaat
van den bcrouwvollen, met zijn God ver
zoenden man een droevige», doch zalig—
tevreden trek. Fritsje, die zijn pa bijna niet
kent, komt eindelijk tot de ontdekking, dat
die verbonden, bleeke mau zijn paatje is.
De kleine vent roep', luide.„Paatje, paatje
en begint hevig te schreien, als hij zijn
moe heftig hoort snik keu Toos laat de
kinderen hun stervenden vader een laatsten
afscheidskus geven. Tom, die helaas zijn
armen niet gebruiken kan, knikt ze met
tranen in de oogen nog een laatst vaarwel
toe, waarna de zuster ze weer wegleidt, om
man en vrouw gelegenheid te geveD, onge
stoord de laatste oogenblikken met elkaar
door te brengen. Tom wenkt z'n vrouw,
dicht bij hem te komen Met een stem, die
al zachter en krachteloozer wordt, fluistert
hij: „Verg'ffenis, m'n lieveling Wat heb
ik je toch een veidriet aangedaan O, ik
beu zoo schuldig tegenover jou en m'n
kindereu. Ve geef je alles, m'n Toos,
m'n arme vrouw
Door haar tranen heen ziet deze hem
liefdevol aan een snikkend ja en eeu
innige kus is 't antwoord op deze angst-vraag.
„Na kan ik gerust sterv?ii. 't Is
beter zoo m'11 kind ik had
toch niet beter geworden.
Vraag ook om mauia en
verdere familieom vergevirg
en omhels onze lievelingen
nog eens voor mij. Vaar
een snik en Tom van der Schakel
is niet meer.
(Wordt vervolgd)
Hofwereld.
wederom
Z. H. Prins Hendrik is
op het Loo teruggekeerd.
Naar de Tel. verneemt, worden binnen
eenigen tijd op het Loo verwacht de
groothertog en groothertogin van Saksen-
Weimar en de prins en prinses van
Schwarzburg-Rudolstadt.
Celebes.
Op 1 5 dezer overvielen de marechaus
sees van Christoffel de schuilplaats van
La Sinrang in Sawietto. Daarbij werden
41 vijanden gedood 20 beaumont-ge-
weren en veel andere buit vielen in onze
handen.
Begrafenis van den Itullaanschen gezant.
De lijkdienst in de bidkapel van het
R. K. Ziekenhuis in Den Haag voor den
Italiaanschen gezant hij ons Hof, werd
heden verricht in tegenwoordigheid eener
aanzienlijke schare, die ontvangen werd
door den grootmeester, baron Sirtema
Grovestins, familielid der echtgenoote
van den overledene.
De plechtigheid in de rouwkapel werd
bijgewoond door de vertegenwoordigers
der Koninklijke Familie, den Minister van
Buitenl. Zaken, het Corps Diplomatique
en onze Ministers.
Onder de vele bloemstukken op de
lijkbaar was er een van Minister Tittoni
en ,van den burgemeester van Foggia,
de geboortestad van Tugini.
De mis werd opgedragen door rector
Zwart, waarbij een zusterkoor het requiem
zong.
Na afloop weid het lijk in den rouw-
wagen geplaatstde slippen werden ge
houden door Minister Van Tets en de
gezanten van Portugal, Engeland en Bel
gië, voorafgegaan en gesloten door de
troepen van het garnizoen, welks muziek
korpsen treurmarschen langs den langen
weg uitvoerden.
Langzaam schreed de stoet, gevolgd
door 36 rijtuigen, naar het Katholieke
kerkhof, waar 't in een der Arcade-kel
ders werd bijgezet.
Hier bedankte de Italiaansche zaak
gelastigde, graaf Delia Torre, de verte
genwoordigers der Koninklijke en Groot
hertogelijke Familie, zoomede de Nederl.
Regeering voor de betoonde deelneming.
Een Nederlandse!) Kardinaal.
De Italiaansche correspondent van de
N. R. Ct. schrijft uit Rome
In kringen, die tot de Curie in nauwe
betrekking staan, heeft het bezoek van
mgr. van de Wetering, den aartsbisschop
van Utrecht, dezer dagen hier te Rome
gebracht zeer de aandacht getrokken.
In October van het vorig jaar maakte
hij het gebruikelijk bezoek ad limina,
dat om de vier jaar plaats vindt. Men
acht het in genoemde kringen verre van
onwaarschijnlijk, dat de aartsbisschop
naar Rome geroepen zou zijn door den
Paus, die dan >in petto» zou hebben de
verheffing van den Utrechtschen aarts
bisschop tegelijk met den aartsbisschop
van Mechelen Mgr. Mercier, tot de waar
digheid van kardinaal, hetzij in het aan
staand consistorium van December, of,
wat zich beter hooren laat, bij de vol
gende kardinalenbenoeming in April.
Het is niet ondienstig even hierbij aan
te teekenen, dat sedert het begin van
de XVIde eeuw (Willem van Enkevoort)