Nummer 102 Zondag 28 December 1906. 29? Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ■waarin opgenomen DE NOORD BR ABA NT SCHE POST. Eerste Blad. /t erstgedachte n Krachktèrels. AN TO ON HELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. LANDBOUW. Uit geveb EU/LLE OM. ;,a WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Nu K<üniet. Het Vermengen en Bewaren van Kunstmest. tsf- De Echo van het Zuiden, Waalwpsclie en l.iisstriitsrke Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o 11 n a 111 e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advkrtrntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters oaar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. »Vrede op aarde aan de menschen, Die van goeden wille zijn 1« Is het niet, of 't een hetlwensch is, die in onze tegenwoordige wereld tot het doode rijk der mythen is terugge drongen Aanschouwt de stroomingen, welke over de wereld vloeien, zoowel van Oost naar West, als van Zuid naar Noord I Overal volgt ons een vloed van ongeloof en zedenbederf, overal een heftig op steken van den drakenkop, die in zijn muil tracht te vermalen de eeuwenoude geestelijke spijze der mensch'neid. In de »Oudste dochter der Kerk* worden de bedienaars van den gods dienst gehoond, bespot, uit hunne wo ningen verdreven en als gevaarlijke staatsmisdadigers uit het land hunner geboorte verbannen. Wat een aangrijpende tragiek ligt in dit geweldenaars-optreden In de historische rij der Fransche hoofdfiguren schittert ons tegen een Keizer Karei de Groote, de man der wereldkerstening 1 Rijst voor ons geestes oog de reine, hoog-zedelijke figuur van een heiligen Lodewijk 1 Straalt ons lich tend tegemoet de geharnaste Jeanne d'Arc I Bezielt ons met groote geestdrift de geheiligde grot van Lourdes 1 En in datzelfde land, dat nog kort geleden was de wereldlijke beschermster der katho lieken in het verre Oosten, worden nu 48) Romau van de Zee door JOS. SCHELLEKENS. XI. Dat kan ik u heusch niet bploven, me vrouw. De manoeuvretijd breekt aan en dan zijn er weinig vrije oogenblikken voor ons, militairen, disponibel* „Mevrouw wil nog iets zeggen, maar Frits heeft reeds zijn plichtmatige buiging g'-maakt en schrijdt reeds naar den uitgang, w»ar de jouge gastvrouw met haar man juist van uog eeuige vertrekkende gasten afscheid neemt. Mevrouw Van Holland ziet de zsal rond, of zij Toos niet opmerkt, maar deze is er niet. Terwijl Frits nu naar Haakon en Ne) gaat, volgen een paar donkere oogen zijne bewegingen. 't Zijn die van Toos, die hem, hoe geheel anders bet ook lijkt, niet nit het oog iieefi verloren. Een donkere blos kleurt haar wangen. Zij s aat plotseling op. Excuseer me een oogenblik, mijnheer zegt ze haastig, en..... ze stapt vlug het salon binnen. Juist wendt Frits zich om en ziet Toos bij de pianino staan. Nu kan hij toch niet vertrekken, zonder ook vau haar afscheid genomen te hebben Plichtmatig schrijdt hij op Toos toe, die diezelfde katholieken tot striemens toe gegeeseld door de plompe uitvoering van een wet, die den godsdienst, vooral den katholieken godsdienst, als een giftig gevaar voor het land bestempelt. En in die atmosfeer van godlooche nende ministers, van een gouvernement, dat den arbeiders hun God en den he mel ontnomen heeft, zal het feest der Christenheid gevierd worden, zal klinken »Vrede op aarde aan de menschen, Die van goeden wille zijn I* Is hier niet het toppunt bereikt van de bespotting van dit hooge gedachte- nisfeest 1 En wendt nu uw blik naar Duitsch- land. Ook daar heft zich al meer en meer, onder den invloed der Fransche gebeurtenissen, de geest op, die in zijn uitingen de ontkerstening der gemeen schap bedoelt. Het centrum zal daar bestreden worden, niet als politieke, maar als clericale partij. En met wat voor middelen 1 Edele figuren, wier gan- sche leven gewijd was aan de hoogc mo raliseering der mcnschelijke samenleving, worden uit' hun graf opgeroepen en met vuigen laster besmet. Dezelfde menschen, die in hun burgerlijke samen leving zich zouden schamen over slechts een naar zóó iets zwevende handelwijze tegenover hun medclevenden in hun eigen kringen, doen zonder blikken of blozen, ja met een voorgewende zede- lijkheids-zuiverings-idee aan deze lage tactiek mede. »Vrede op aarde aan de menschen, Die van goeden wille zijn 1* En beperken we ons tot meer engen kring, zien wij daar dan niet menschen, onze eigen menschen, die vaak dwepend op hun lippen nemen die verlossings woorden van den Goddelijken mond, quasi-onverschillig de bladen van eeu uiu ziek boek omslaat. „'k Had reeds naar u omgezien, mevrouw om mij bij u te verontschuldigen, ik moet noodzakelijk vertrekken. Mag ik u teven» mijn dank brengen voor uw vriendelijkheid te mijnen opzichte, u ziet mij hoogstwaar schijnlijk in langen tijd niet weer.* Wat zegt u daar, meneer Van Bleekland? komt eenigszius geagiteerd van Toos lippen „Ja mevrouw, 't is zoo. De manoeuvre- tijd is aangebroken en u weet, dan hebben wij geen dag te onzer beschikking „Maar waarom dan nü reeds zoo vroeg vertrokken Gunt ons dan nu toch zoo lang mogelijk uw gezelschap.* „Dat zou ik gaarne doen, mevrouw, maar 'k heb morgen zeer vroeg dienst.* „Och, wat dienst'l Zal toch zeker de eerste maal niet zijn, dat u dat niet weer houdt, wat langer te blijven. Eti hebben wij bij u, als zijnde onze huisvriend, niet 'n streepje voor Frits begrijpt er niets van. Na tracht ze hem te houden en daar straks..,, zou ze spijt van haar handelwijze, hebben? Hij neemt plotseling 't besluit, recht op zijn doel af te gaau. „Och, mevrouw, hoe kunt u nu zoo op mijn blijven aandringen. Den geheelen avond hebt u mij als 't ware geignoreerd.* Toos werpt hem een eigenaardigen blik toe. Ze denkt Zou het nu tot 'u beslissing moeien komen „Hoe bedoelt u dat, mijnheer Van Bleek land „Mag ik u even naar gindscii salonnetje geleiden. Dao zal ik u het uitleggen.* Toos knikt stil van ja en beiden bege ven zich naar een dier in zacht electrisch licht badende zijsalons. Zij wijst Frits een zetel aan, terwijl ze zelt met de hand op Nu, dat wil zeggen in December en Januari. Deze beide maanden zijn de kaï niet-maanden hij uitnemendheid. Niet dat men ook in de andere maanden geen k*ï- niet-bemesting geven kan; immers, in No vember wordt in sommige streken ook reeds gezaaid eu in Februari is het zeker nog niet te. laat. Maar dat neemt niet weg, dat December en Januari de maanden zijn, waarin de meeste boeren het liefst hun k*ï- niet uitstrooien. In groote hoeveelheden wordt in deze winteraiaaoden het kaïniet gezaaid, lo. op de weide. Ik geloot niet, dat er tegenwoordig nog boer is, die weiden heeft liggen op zand of zavelgrond of hij zaait in deze maanden van 5 tot 8 balen kuïniet uit Het resultaat is zoo spre kend gewee8', dat slechts korten tijd noo- dig was, om „ksï del op weiden* op lich- practijken bedrijven, lijnrecht indruischen- de tegen het eerste en hoogste gebod van onzen Godsdienst: »Hebt uw naas ten lief gelijk u zeiven 1 Is voor dezulken niet geschreven de sociale en economische grondwet van onzen grooten paus, die het »Licht des Hemels* werd genoemd? Och, als zij tot zichzelven inkeeren en in deze dagen van heldere opfrissching en vernieuwing van den christelijken hoofdmoraal hun daden toetsen aan die grondwet en den quintessens van onzen heiligen gods dienst, dan zal de pers zich niet meer behoeven bezig te houden met wat uien zou kunnen noemen de uitwassen van een goed economisch beginsel, dat ech ter ontaard is in een onbarmhartig woe- kersysteem. »Vrede op aarde aan de menschen, Die van goeden wille zijn 1* Goddank, er zijn nog menschen van goeden wille Het zijn die welke op stille wijze dat doen, wat 't kleine Op .la, op het bleien «nd. Hel is Christuskindje op aarde heeft gebracht. r Het zijn die, welke als voormannen met volle en innige overtuiging trachten te doen, wat de Christelijke grondwet hun voorschrijft te doen. Het zijn die allen, die bij 't struikelen en vallen, doch tel kens gelouterd opstaan met volle inten siteit willen zijn imenschen van goeden wille*, menschen, wier gansche leven beheerscht wordt door het ware christe lijke levensideaal liefde, ook daar waar haat verklaarbaar was. En aan dezulken behoort de toekomst. Zij zijn de kern-phalanx der menschheid; zullen in de sceptische en ontkerstende wereld bewaren de hooge nalatenschap van 't Christuskindje, zij zullen ten slotte algemeen doen worden >Vrede op aarde aan de menschen, Die van goeden wille zijn finnen, dezen winter 50 en meer zak lieten komen. In dorpen, waar tot heden slechts kleine hoeveelheden besteld werden, zijn de bestellingen dit j«ar lien, ja twintig maal zoo groot 8o Op de aardappels. Er wor den in de den laatsten tijd veel aardappels verbouwd voor de fabrieken, ook in die streken, waar men dat lot heden niet deed, o.a. in Noord-Brabant. Deze aardappelen (o.a. Paul-Kiugers) krijgen een rijke kaïniet- bemesting 4o op de koolrapen en andere wortelen voor de Jamfabrirken. Er is in de laulste jaren voor heel wat kleine en groo- tere boeren een nieuw débouchó vooj laat stgenoemde artikelen in de hier en daar opgerichte Jam- en groentenfabrieken. Het is bekend, dat deze fabrieken kolossale boe veelheden rapen verwerken. De boeren, wel ke deze gewassen \oor genoemde inrichtin gen verbouwen en op gewicht leveren; ge bruiken voor het rapenl md zeer veol kaïn iet. Zonder deze, laatste bemesting is de opbrengst veel ge'illger. Ziedaar in hoofdtrekkeu, waartoe het kaï- aar een chaise longue geleund, blijlt staan. Haar gevu de. en toch nog slanke gestalte komt zeer mooi uit in het crème avondtoilet, dat haar bijzonder goed kleedt. Eeu eenigszins spotziek, doch vriendelijk lachtje speelt om haar uiond terwijl ze schijubaar volkomen bedaard afwacht, wat Frits te vertellen heeft. Hel zich treugirekkeu van Toos en Frits op dit oogenblik is voor de ingewijden zeer opvallend. Mevrouw Van Holland, wie niets ontgaan is, zet din ook eenigszius geagiteerd het g- sprek met haar gezelschap voart. Zij is er niet recht bij, haar gedachten zijn gecon centreerd op de twee, die zich zoo even in een e A lête* hebben teruggetrokken. Ook Haakon eu Nel, die juist eeuige gas ten uitgeleiden, is het wederom in de zaal teruglredeu van Frits opgevallen; ook zij voelen iets van een prikkelende spanning. Als ze d n ook wederom in d« zaal terug- kerren en noch Frits noch Toos zien, slaat Nel hair man even ueheimsinoig aan en fluistert hem toe „Zou het thans tot 'n declaratie, komen 't Is te hopen, want die twee menschen martelen zich onnoodig. Frits zit een ondeelbaar oogenblik beslui teloos voor zich uit te staren, dan richt hij zich met een gelaat, bleek van zieFopwin- dmg, energiek op, terwijl hij zegt: „Mevrouw Z'*udt u even willen pl ats nemen, 'k heb een ernstig gesprek met u te voeren.* „U is werkt lijk in een ernstige stemming, meneer. Nu, omdat u het dan verzoekt.* En Too* neemt tegenover hem plaats. „Sta me toe, mevrouw, eveu in 't »er- ledene terug te gaan. Het doet me leed, u weer in dat verleden te moeten terugvoeren, dat voor u 'k mag 't als intiem vriend van den huize zeker wel ztggen geen aangename herinneringen heeft.* tere. gronden ingang te doen vinden. Doch uiet alleen daar. Ook op zwaardere weiden, „jet ^„1, Jat in de.ze tijd van het j op gronden, i-elegen, vóór in den polder, teg.-u d'-n dijk aan enz. z»g ik dit j «ar het bietenland. verwonderlijk, hoe in Natstrn lijd het gebruik van k ïillet op suikerbieten is toegenomen. Nog niet lang geleden, was ik in Noord-Brabant aan het 8iHtion Wouw, waar een kolossale ris mei wagens stond, al'e vol k«ïniet, los op den wagen Men vertelde mij da»rf dal door de pluptselijken landbouwvereeniging (af- deeliug v. d. Boerenbond) niet minder dan drie en zestig wagons k*ï iet besteld wareu en <1 rit daarvan een groot g» d> elte ,o.a. voor de suikerbieten bestemd w^a. M> n zei mij daar tevens, dat aan de sinkt-rhhriek te Bergen-Op-Zoom, de inet k ïniet bemeste Wouwsche suikerbieten uitgemunt hidden, zelfs heter waren, dan suikerbieten, afkom stig uit Steenbergen en andere kleistreken. Ook schijnen cr in den laai sten tijd kali- proefvelden in deze streken geweest te zijn, die de aandacht getrokken hebben Hoe het «ij, het is een opine keljjk verschijnsel, dat hoeren, die nog nooit k ïniet gebruikten, het dit jaar doen. Iii den Prinslandschen polder zijn er Landbouwers, die, om te be- Toos ma.kt onwillekeurig een afwerende beweging. „'k Zal kort zijn, sta me dus top, verder te gaan. Er was eens een lijd, dat ik aan uw voeten legde mijn geheele persooulijklntid, mijn geheele ziel en hart, kortom, dat ik u hartstochtelijk beminde. Hier pauseert Frits even, als zocht hij naar woor den om verder te gaan. Toos is door dez« inleiding, welke al de smartelijke emotie's in haar wakker roept van dit moment af doorleefd, innerlijk zeer bewogen. Zij be heerscht zich echter en steunt alleen het hooggekleurde gelaat met haar handen. „O, mevrouw, het pijnigt mij zoo, u aan dit allea te moeten herinneren, doch het gaat thans eenmaal niet anders. Het inoet nu maar tusschen ons tot klaarheid komen. Welnu dan, Toos u staat mij toch toe u zoo te noemen ik heb je nog even hartelijk lief als (oenja, mijn hart heeft nooit, opgehouden je te beminnen, hoe wreed ge mij destijds ook behandeld hebt. Toos wil iels it 't midden brengen doch Frits grijpt zacht haar hand en zegt „Liat mij nu even uitspreken, straks is het uw beurt. De jaren die tusschen dat en dit oogenblik liggen, hsbben mij duidelijk doen inzien, dat er voor mij geen hooger, geen heerlijker geluk bestaat dan leven aan uw zijde, dan ja, Toos, m'n lieve vrouw te mogen noemen Hoe ontgoochelend hoe ook die bittere teleurstelling voor mij was, 'k heb haar altijd loege.-chreveu san de onvol doende zelfkennis van je eigen harten er is dan ook in mijn ziel nooit één glimp van 'n wrok of wrevel gevoel achtergebleven. Thans ken ik je weer sedert eeuige jaren als 'n ongehuwde vrouw en, grloof me, van 't eerst-j oogenblik af, dat ik je ontmoette als weer vrij, zweefde mij deze bekentenis op de lippen, doch en weer wacht Frits i.ordt gebruikt op weideu en bouwland. In bet algemeen is liet niet aan te be velen kunstmeststoften te knopen lang vóór men ze, noolig heeft. Niet, dat uiêii voor verlies beeft te vreez^n. Alleen ruwe (niet opgelost') guano wil wel in waarde vermiu* deren door ammoniak-vervluchtiging. Doch het bewaren heeft toch soms onaangename gevolgen, b. v. hij Chilisalpeter eu kalizou- lei), welke beide, vooral de eerste, veal vocht tot zich trekken, daardoor oplossen, door den zak loop* n en aldus toch verlies bij een onaangename pek el boel geven. De kali wordt bovendien klonterig en moet dan het gebruik fijn geslagen worden met d n hamer. Bij het vermei gen ziju het voornamelijk k,ilk en slakkenmeel, het laatste om de vrije kalk die het hevat, welke kwaad kunnen doen. Deze stoffen mogen niet in aanraking komen mei beer (st cieetmest) en stalmest, guano of bloedmeel, daar dit am* ironiak (stikstof) verlies tengevolge zou hebben. Wordt hieraan steeds gedacht? even hij is even sterk bewogen als Toos, wie twee neete traoen langs de wan gen vloeien de omstandigheden zijn in dien tijd zoo veranderd kortom, ik meende thans niet het recht te hebben je dat oude minnende hart weer aan te bieden. De mensch is zich echter niet altijd mees ter en, nu ik op den tweesprong stond of te sprvken, óf voor goed heen te gaan, nu is mijn gevoel mij de baas en.... „Lie veling, wil je de mijne wordeu, 'k zal 'n goed vader voor je kinderen zijn en een echtgenoot, wiens liefde gelouterd is in den smeltkroes der hevigste beproeving.* Hij heeft Toos' b>ide hand"n gegrepen. Deze trekt ze niet terug, maar kan ook niet spreken, zij is te sterk door dit alles aangegrepen. Eindelijk komt het zacht van haar lippen „Edele man, hoe het ik je destijds miskend. Och God, waren toeu toch m'n oogen goed open geweest, ik had 'n heel ander leven gehad.* „Mag ik dus hopen komt het bijna jubelend van Frits lippen. „Wil je voor altijd do mijne worden Het door de smartelijke herinneringen moede hoofd vau Toos legt zich stil op zijn handen, die de hare nog steeds omknellen en zacht, doch vol energie komt het van hiar lippen. „Ja, Frits, 'k wil met geheel m'n hart en ziel de jouwe worden, 'k weet, dat ge een goed vader voor m'n beide lievelingen zult zijn.* (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1