Summer 102 Zondag 23 December 1906 29e Jaargang Tweede Blad. ATTENTIE. BEKENDMAKING. MENGELWERK. Radicale maatregelen in China tegen het Opiumgebruik. Reclame. Met het oog op de a.s. feest dagen hebben wij dc volgende regeling getroffen. De volgende week zal ons blad dechts éénmaal verschijnen en wel Zaterdagavond *21) December a s. Het volgend, Nieuwjaarsnummer verschijnt Dinsdag 1 januari a.s. In dit nummer bestaat gelegen heid als andere jaren aan vrienden, begunstigers en bekenden een keitwt-nsch te brengen, tegen den geringen prijs van 30 cent. Geen gemakkelijker, doelmati ger middel, om met zijne wen- schen de inwoners van Waalwijk, Baardwijk en Beso-jen, de ge- heele Langstraat met omgeving te bereiken, dan een nieuwjaars wensch te plaatsen in ons blad. d>.t door zijne algemeene versprei ding schier in elk huishouden wordt gelezen. DE ADMINISTRATIE. Het beste, mooiste en bil- lijkste Druk" erk bekomt men bij de V\ aalwijksche Stoomdrukkerij 0—WlglIWf' «T~l r' NATION ALE-MILITIE. INSCflKIJVINü. Burgemeester en Wethouders der gemeente W.alwijk brengen ter openbare kennis, dal de mannelijke ingezetenen, geboren iu hei jaar 1888 zich ter inschrtjviug voor de Nationale Militie behooren «an te melden ter Gemeente- Secretarie. tusBchen den 1 en den 31 Januari 1907, roet ov»rlegging van een kosteloos verk rijgb a> uittreksel uit hunne geboorteakte, indien zij elder- zijn geboren. Voor die inschrijving zal meer bepaald aittin worden gehouden op de werkdagen, des tooi middags van 9 rot 12 uur, zoodat tuen verzocht wordt zooveel mogelijk op die uren zich aan te melden. Vorder wordt de aandacht gevestigd op dr artikelen 13, 14, 15, 16, 18 en 161 d r Mititiewot 1906 Waalwijk, 16 December 1906. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk K. DE VAN DER SOHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Alom heerschtte blijdschap cn vreugde, de Kerstmisvreugde hing als met een waas van huiselijk genot over de stad, en de kinder-kelen zongen hun hoogste lied in de glinstering van al die pracht en rijk dom, die van den Kerstboom hen tegen lachte. En ook Rietje was gewend, om met haar lieve Moetje en Paatje zoo heerlijk om dien Kerstboom te dansen en springen, maar thansja maatje was reeds eenigen tijdziek, meende de kleine, en daarom was ze lief en stil, opdat maatje goed zou rusten en spoedig beteren; wel zeker, de Kerstboom werd gevierd zoodra maatje hersteld was, zoo straks vertelde haar pa 't haar nog. En dan begaf ze zich zacht-trippelend met een innig-minnenden gloed in haar kijkers naar maatjes kamer, om met haar bezig te zijn haar zoo liefdevol toe te spreken, haar te omhelzen en haar dat genot te gunnen, dat alleen een moeder smaakt, die teeder liefheeft. En sinds eenige dagen had men de lieve uit de kamer verwijderd gehouden.... En nuwat was dat, wat schoone bloemen, wat zag zij?.... Schuchter stond het kleine blondkopje met d'r groote droomoogen op den drempel der als chapelle ardente ingerichte zijkamer naar binnen te staren. Midden in den kamer stond de lage met witte lelies gesierde baar. Er om heen stonden kaarsen te branden. Door spleten tusschen gesloten blinden glip pend daglicht mengde zich met matten die het kind, angstig wat te besluiten op den drempel hield.. Of ze binnen zou gaan Moeke 1 geruststelde 't van d'r frissche kinderlipjes, de angsttrekjes ver gleden, maakten plaats voor een blijde tinteling in d'r donkere oogen, verlangend gevestigd nu op de geruststellende ge stalte. Voorzichtig sloop ze nader. D'r lange lokken bewogen golvend om d'r lief ge zichtje dat in spanning vertrok bij iedere bewegingd'r gestalte schokte van in houding terwijl ze de vuistjes saamge- knepen voor zich uithoudt, d'r ellebogen stijf tegen d'r zijde gedrukt, om haar gang te verlichten, langzaam op haar teentjes naar de baar kwam. Moeke 1 D'r kleine handje streelde zacht de witte hand der doode. Strak staarde ze in de verstijfde trekken van 't lieve ge laat, dat in donkere lijsting van bruine haargolven door matten kaarsenschijn beglansd werd Moeke 1 Liefkoozend gleed het mollige handje over de gevouwen handen, die een tuiltje bloemen omklemd hielden in kille doods- verstaring. Moeke, beleefde d'r aardig vlei- stemmetje de doodsche stilte der rouw kamer moeke, mag Rietje een bloempje, moeke heeft er toch zooveel, toe, moeke, een bloempje maar. In spanning bestaarde het'kind de ge sloten oogen der doode, verwachtend vast, dat ze open zouden gaan. Moeke 1" hoe was 't mogelijk, dat ze niet luisterde, moeke, moeke", d'r handje liefkoosde vleiend nu het gezicht der doode, beroerde zacht de zijige blonde lokken, die golfden op 't witte kussen. Dan plots trekt ze d'r handje terug voorzichtig. - Moeke slaapt. Rietje zal wachten tot ze wakker wordt. Op d'r teentjes sluipt ze zachtjes de sombere kamer uit, onhoorbaar betrippen d'r xkleine schoentjes het zware tapijt. Aan de deur blijft ze staan, starend een wijle nog, of Moeke misschien ontwaken zal, op het moederlijk. Daar meent 't kind de moeder te zien lachen en met een paar blijde huppelsprongetjes is het weer bij de baar.. Moeke moeke 1 mag Rietje één bloempje van u, ééntje maar Weer staren d'r verlangoogjes hopend op de verstijfde trekken, die onbewogen blijven voor d'r vleistemmetje voor de eerste maal nu. Er glipt iets van spijt over d'r gezichtje. Moeke slaapt nog 1 en weer gaat ze weg heel stil Een kwartier later is ze er weer, met haar liefste vraagstemmetje, waarmee ze altijd d'r wenschen bij Moeke te ver krijgen wist, vragend om een bloempje, moeke heeft er toch zooveel, die mooie roes zou ze zoo graag hebben, als moeke nu maar eens wakker werd. Moeke 1 Moeke 1 Weer bestreek het kleine handje het lief gelaat, rustend vragend d'r oogjes op de u wacht, de stilte die zwaar blijft hangen om haar heen, begint haar wat te be nauwen en met aandrang herhaalt ze Moeke, moeke, verdrietig dan moeke slaapt nog. 't Kind staat bewusteloos een oogen- blik. In stil gepeins bestaren haar oog jes het tuiltje in moeders gevouwen handen. D'r rijst een vermoeden in 't kleine kinderbreintje, dat Moeke niet hooien wil, zich net houdt alsof ze slaapt. En met meer aandrang nog, vleiender, klinkt hoog haar vraagstemmetje in trieste kamersomberte Moeke Moeke 1 Een paar groote tranen doffen haar heldere kinderoogjes. Moeke wil niet luisteren en een somber vermoeden nevelt in haar hoofdje Moeke is zeker boos op haar, anders doet ze nooit zoo. Moeke, niet boos zijn op Rietje, Rietje zal heel zoet zijn. D'r blonde kopje zinkt voorover, d'r lief gezichtje gaat schuil in moeders witte wade, d'r blonde lokken spreien zich naast die der doode op het wit van 't blanke kussensloop. Moeke moet niet boos zijn op Rietje, schokt zacht haar snikstemmetje, verdoffend in 't witte linnen. Dan heft ze weer heur hoofdje, strekt in aandrang Rietje zal heel lief voor u zijn, lokt haar stemmetje. De vingers der doode glippen uit elkaar en zacht glijden de bloemen naast de baar op den grond. 't Kind schrikt, staart een oogenblik onthutstsmeekend, hulpzoekend, kijkt ze met groote schrikoogen naar haar moeder. Dan ziet ze de bloemen naast de baar, raapt ze op en de handen van haar moeder omklemmend reikte '/e het de doode vleistemmend Moeke mag de bloemen allemaal alleen hebben, maar niet boos zijn op Rietje. Toe, neem ze nu moeke. Rietje hoeft er niet één te hebben. In wachthouding staat ze er, hopend, dat moeders hand zich verzoenend naar de bloemen strekken zal. En als ze de lieve gestalte onbewo gen blijven ziet, drukt haar weer de stilte rondom ze legt de bloempjes voor zichtig op de borst der doode en ver laat gehaast wat, maar stil de kamer. Moeke deed zoo vreemd. In de hulskamer vindt haar vader Rietje voor het venster stil voor zich i uit naar buiten starren. Rietje 1 Met een schrik wendt ze zich, kijkt verstrooid met tranen in de groote oogen haar vader aan, begint dan plots be droefd te schreien. Wat scheelt er aan, Rietje vraagt hij. Moeke doet zoo vreemd, zij wil heelemaal niet naar Rietje luisteren. D'r propt iets in de keel van den vader, hij houdt zich toch goed. Maar heeft Rietje dan niet gezien, dat moeke slaapt 't Kind staart een oogenblik voor zich uit, als in gedachte, vraagt dan En als ze wakker wordt, krijgt Rietje dan een bloempje van Moeke En is Moeke nu heusch niet kwaad Neen schokt het in zijn keel Gerustgesteld nu, begint het kind te spelen, onderbreekt haar spel spoedig weer en vraagt Zou moeke nu al wakker zijn En als tegelijk het dienstmeisje de kamer binnenkomt, fluisterde ze: Geen leven maken, Rietje, moeke slaapt. Haastig gaat de vader de kamer uit. En weken na dien dag nog, als Rietje een stem hoorde wat luider dan ze gewoon was in de stille woning, waaruit met de moeder alle opgewektheid was heengegaan fluisterde zacht haar ver- maanstemmetje Geen leven maken, moeke slaapt. staat zijn dagelijks meer dan twee of drie Het Chineesch gouvernement zal in uur te werken, hun overigen tijd door- zijn strijd tegen den opium alle beschaafde brengen in de soezerijen en droomerijen van de opium. Eene andere reden waarom de regee- de gansche ring de hervorming over vele jaren laat bedreigt. landen op ziin hand hebben. De geesel heeft eene afmeting aangenomen, die bevolking in haar physiek China heeft besloten het opiumgebruik af te schaffen. Men oordeele over het kei zerlijk edict: Elke nieuwe plantage van pavotten _B 0_, wordt verboden; de bestaande moeten gesloten ^noederoogen. Ze jaarlijks met een tiende verminden. Ieder opiumgebruiker moet zich laten inschrijven in een spiciaal register en hij kan zijne inkoopen alleen doen in een bepaald aantal winkels. Elk jaar worden een bepaald aantal vergunningen gesloten zóó dat er na tien jaar geen eene meer bestaat. De opiumrookerijen, dat zijn de pu blieke plaatsen waar men zich door dat goedje bedwelmt, worden alle ambtshalve gesloten. Ieder opiumrooker in dienst eener openbare administratie zal op straffe van betalen ontslag in een tijdsverloop van 3 tot 6 maanden geheel onthouder moeten zijn. Langs dezen weg zal China zich kunnen herstellen van de wond, waaraan het kwijnt. Het komt er nu maar op aan, dat de overheid de hand houdt aan de uitvoering van het keizerlijk besluit. Het gevaar van verslapping is te grooter omdat het eene zeer belangrijke cultuur betreft waardoor slechts eene trapsgewijze afschaffing mogelijk is. Het eerste jaar zal men zich wel actief betoonen, maar later 1 Het is niet te gelooven hoeveel onge- lukkigen zich in China ruineeren met loopen is gelegen in de omstandigheid, dat men evenmin een opiumrooker, als een morphinegebruiker of een jenever drinker kan genezen door hem op eens zijne ontzenuwende praktijk te laten sta ken Men moet voorzichtig handelen door dagelijks de dosis te verminderen. De opiumrooker kenbaar aan zijne loodkleu rige tint, aan zijn vermagerd gezicht, aan zijn koortsachtigen blik, is een ware zieke. Somber en zwijgend vindt hij nergens vreugde dan in het verslinden van het rampzalig kruid. Maar na eenige trekken valt hij in een diepen slaap, die, naar men zegt, vol is van wonderlijke droomen, zoodat hij zich een kunstparadijs schept maar met het gevolg, dat hij on tijdig aan eene beroerte sterft. In de rookerijen neemt iedere klant plaats op een veldbed, waarnaast zich bevindt een tafeltje waarop een pijp met een kop, wat opium, eene naald, eene lamp en een aschbakje. De rooker neemt met de spits van de naald een stukje opium ter grootte eener erwt, dat hij aan de vlam der lamp brengt en ver volgens legt in den kop van zijn pijpje. Daarna ademt hij weelderig den rook totdat de bedwelming intreedt en de ontzinde rooker op zijn bed neervalt. Men vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat het Chineesche volk heeft kunnen weerstand bieden aan een opiumverbruik dat door de vorming der nationale cul tuur altijd vermeerderde. Tal van landbouwers hebben inderdaad de granen vervangen door de pavotten, waarvan het sap verzameld in April ge middeld verkocht wordt voor 14 francs het K. G. Men ziet tegenwoordig on metelijke pavotvelden in twaalf op~de achttien provinciën. Er was een tijd, dat Engeland al zijn opium aan China leverde en het was naar men beweert voor het behoud dezer clandisie, dat het den oorlog verklaarde dien men het zoo zeer verweten heeft In 1833 bleek den Keizer dat zijne onderdanen bij de 600 millioen francs uitgaven aan opium, die voor een groot deel uit Indië kwam. Ontsteld, verbood het gouvernement het gebruik van opium en beval de kisten in beslag te nemen, die men nog mocht trachten in te voeren. De bedoeling was uitmuntend maar de Chineesche commis saris Lin ging in zijn ijver zoover, dat hij de Engelsche kooplieden tegen zich in het harnas joeg, rteds woedend omdat zij meer dan 22000 kisten opium in zee hadden moeten werpen. De verhouding verergerde meer en meer, een Chinees werd gedood in een twist met matrozen vervolgens had eene ontmoeting plaats van zeeroovers waarbij een Engelschman ernstig gewond werd. Men beschuldigde hiervan de Chineesche autoriteiten te Canton, er hadden woelingen plaats en de commissaris Lin vaardigde een decreet uit tot uitdrijving der vreemdelingen. Den 3 November 1839 vielen 2 En gelsche oorlogschepen eene Chineesche vloot aan en versloegen deze - daarop begon de oorlog, die met het verdrag van Nanking den 29 Augustus 1843 eindigde. Engeland wachtte zich wel den opium handel in dit verdrag te vermelden en het verweerde zich zelfs dien beschermd te hebben niettemin durfde het arme China na eene oorlogsvergoeding van 21 millioen dollars te hebben moeten en na definitief afstand gedaan Te Wenchouw telt men op 60000 inw. 1130 opiumrookerijen, Te Tchefou 132 op 32000 inw. En het getal Chineezen, die thuis opium rooken is verbazend Het kwaad zal men zeggen, neemt niet weg, dat het ra* werkzaam blijft Inder daad evenaart niets het weerstandsver mogen van den Chinees. Moge de opium hen, die er geen on matig gebruik van maken, al niet onbe kwaam lot werken maken, dat verdooven- de werkt op den duur nadeelig op de hersens van een volk en weerhoudt het in zijd intellectueelc vlucht. Dit is het geval met China, dat in vergelijking met wat het was onder de Dynastie der Ming's nog slechts eene ontzenuwde natie is. De opium heeft hetft den Chinees ontaard en hem onder vreemden invloed gebracht. Men begrijpt dus dat het Chineesch gouvernement met of zonder verlof van Engeland een oorloog zonder genade zal voeren met het afschuwelijk vergif. Kinderen mogen niet rooken. Uit onderzoekingen o. a. van dr. Ber- tillon, blijkt, dat bij scholieren de roo- kers te zoeken zijn onder de slechte leerlingen. Zelfs 't beperkt gebruik van tabak heeft tengevolge onregelmatigheid in den polsslag, bloedbederf, bleekheid, verma gering, hartkloppingen, vermindering van het aantal roode bloedlichaampjes, sto ringen in de spijsvertering, bleekzucht enz. Bij kinderen, die ophouden te rooken en die geen organisch gebrek hebben, verdwijnen al deze onregelmatigheden zeer spoedig en meestal zonder eenig spgor na te laten. hT'VeftCZuHa, dat sommigen nog als een barbaarschSatiAJ3eschouwen, wordt elk kind, dat op straat röökt door de politie voor den commissaris ■ie na het streng berispt te hebben, het naar zijne oudeis laat brengen. In dit opzicht kan men in Holland nog van Venezuela leeren. In Denemarken zijn ook nog pas strenge maatregelen genomen tegen het rooken door kinderen. te hebben van het eiland Hong Kong zich niet te verzetten tegen den invoer van opium. De Engelsche bladen schijnen leelijk opgekeken te hebben bij de kennisneming van het besluit van het Chineesche gouver nement tegen den opium. De Times schreef met een grooten zucht: »Indien China ons aantoont, dat het »zijn opiumverbruik slechts wil verminde- »ren en zulks ter goedertrouw, dan zullen »wij de gelegenheid voor eene overeen- istemming ten aanzien van zulk een be langrijk onderwerp niet uitsluiten.» De Times spreekt dus slechts van een -in zich aan het opiumgebruik over te geven, verminderd gebruik en eischt daarvoor De opium speelt in dat ommetelijke overleg met Engeland, rijk denzelfden rol als bij ons de alcohol Is het niet ongeloofelijk, dat't Chineesch om weer goed te maken maar het misbruik is nog gevaarlijker. 1 gouvernement de bewilliging noodig heeft Zal Waalwijk helpen. Deze openhartige verkluring door een in woner van hei nabijzijnde Culemborg gege ven, zal velen mannen en vrouwen hulp en egen verschaffen. Zij i9 rol bemoediging «u hoop. Mej. de Wed. vaq Heme, wonende Wal 26 ie Culemborg, meldt onsRuim anderhalf jaar had ik geleden aan Rugpijn en aan een nieraandoening. Ik werd erg geplaagd door scherpe pijnen in mijn lendenen en in het smalle gedeelte van deu rug, somtijds w»8 de pijn zoo hevig, dat wanneer zij mij overviel, ik mijn handen op uiiju rug moest houden en stil moest blijven zitten. Gok had ik veel pijn op dr borst, ik was zeer zwak en werd niet verkwikt door uiiju slaap, die immer zeer rustig was Nadat ik verschillende medicijnen te verge» f»gebiuikt had, prpbearde ik Fosters Rugpijn Nieren Pillen en het verheugt mij een weldaad be wezen hebben. Na een dag of vijf werd de pijn in de rug wat minder en toen ik twee doozen had ingenomen, gevoelde ik mij plicht rekenen ze te wijzen op Uw afdoend genees middel. Ik ondergeteekende verklaar dat het bo venstaande waar is en machtig U het pu bliek te maken op elke wijze die U goed dunkt. De bovenstaande oprechte, eenvoudige ge tuigenis bewijst dat wanneer de nieren aan. getast zijn, de ru zwak wordtde pijn komt voort uit de nieren, die in het onderste ge deelte van de rug geplaatst zijn. Pleisteis en zalven kunnen deze pijn uiet verhelpen daar ze de uisren welke de smart veroor zaken niet hereiken. Fosters Rugpijn Nieren Pillen bereiken de nieren zelf en zijn een speciaal middel voor de nieren en blaas. Verzeker U dat men U de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft, dezelfde die M'j- van Heme gehad heelt. Wij waarschu wen tegen namaak en maken koopers er op attent, dat op iedere doos de handteekening van James Foster voorkomt. Z'.j zijn te W aalwijk verkrijgbaar bij d<* firma Wed.Orie-Domoulin, in aandrang om weer goea te maKen maar iict uinutma gouvrracmctu uC B- - „„-hisdt franco na ont- wat ze in d'r kinderangst meent misdaan Alle maatschappelijke standen deelen Van het kabinet van St. James om een uo„twissel f 1 75 voor &n of kaarsenschijn tot geheimzinnigen schemer moeder naar zich toe te trekken. Ie hebben, haar hand uit om die der deze passie en er zijn vele Chineezen, inwendigen maatregel van openbare zede- verstandig zeer ontwikkeld, die niet inlijkheid te nemen I vangst van postwissel h f 10.voor zes doozen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 5