Nummer 57 Woensdag 17 Juli 1907. 80 .Jaargang Tweede Blad JAN VAN BRABANT. Provinciaal Nieuws. lil Oorspronkelijke !Seh tsen BUITENLAND. Frankrijk. VAN VII Huwelijks- tragedie. Zij was 'n lieve blondine, met 'n me lancholisch trekje om 't soepele mondje. Haar mooie handen waren als in rechte evenredigheid gegroeid met al het heer lijks, dat ze dagelijks aan de fijne clien tèle moest overreikenze was winkel juffrouw in de voornaamste banketbak kerszaak van 'n provinciestadje. Hij was 'n lange slungel, met 'n paar beenen, die den stand hadden van 'n omgekeerde Romeinsche vijf met naar boven 'n verticaal verlengstuk er aan. Z'n mond deed hem rangschikken onder de familie der menschelijke knaagdieren z'n bovenlip was n.l. zóó kort, dat z'n opvallend kleine snijtanden geheel bloot lagen. Hij was bediende in dezelfde zaak als zij. Als hij, na afloop van z'n bezigheden, op z'n zondags door den winkel stapte, om uit te gaan, nam hij heel beleefd den hoed van z'n opmerkelijk klein hoofd en zei schuchter en met 'n eigen- aardigen neusklank »Dag juffrouw Maiie.* En hij waagde 't dan even met 'n zijdelingsch verlangblikje haar aan te zien. Marie's mondje trok zich spotziek samen en met haar liefste stem klonk 't dan »Dag, meneer Langeveld 1 Gaat u weer even 'n luchtje scheppen Meneer Langevelds bovenlip krulde zich dan nog meer samen en terwijl 't roode tandvleesch ook weer iets roods bracht daar, waar zoo juist de roode bovenlip huisde, keek hij Marie 'n on deelbaar oogenblik strak aan, om dan met 'n grinnikend .ja, juffrouw4 te verdwijnen. »Ajasses, wat 'n leelijkert 1< was dan gewoonlijk Marie's uitroep. Eiken avond herhaalde zich dit too- neeltje in denzelfden vorm, zoodat Marie langzamerhand gewend raakte aan 't anti-adonis'-uiterliik van meneer Lange veld, ja, toen deze eenige dagen met vacantie was, miste ze hem zelfs. »Hij was wel leelijk, maar had toch iets deftigs over zichmen kon hem wel aanzien, |dat hij van goede kom-af was.* En ze peinsde dan verder op haar winkelstoel»Zoo, als meneer me laatst vertelde, heeft hij nog wat geld ook. 't Zou toch wel heerlijk zijn, 'n eigen zaak te hebben en er zelf 'n winkeljuffrouw op na te houden. Neen, er waren er nog wel leelijker dan meneer Lange veld En onder 'n rose blosje erkende ze zich zelve, dat hij dol verliefd op haar was, dat had ze al lang gezien. En toen meneer Langeveld terugkwam was ze veel vriendelijker tegen hem en werd 't praatje 's avonds telkens langer. Marie vond dat hij 'n goeie kerel was - nou ja, hij was wel niet als die andere, die haar altijd opwachtte, als ze uitging en haar telkens met z'n aan zoek lastig viel maar iedereen kon nu ook niet even mooi zijn. Dat was anders 'n mooie jongen 1 Zoo'n donkere Italiaan, met zoo'n vurigen oogopslag zij hield toch wel 'n beetje van dien knappen lux-graaf. Maar neen, hij had 'n meisje, dat zielsveel van hem hield, dat kon noch mocht ze ongeluk kig maken. En Marie zocht naar nog onontdekte schoonheden in 't uiterlijk van meneer Langeveld en ze vond ze in z'n oogen ja die waren mooi bruin en in z'n handen die waren zoo zoo aris tocratisch gevormd en toen meneer Lan geveld na langen zielestrijd, die men zou kunnen veraanschouwelijken in 't welbe kende knoopen-telspel»zal ik haar vragen zal ik haar niet vragen - zal ik haar vragen den moed had haar werkelijk te vragen, nam ze hem aan. Er gloeide wel niet in haar dat felle liefde vuur, dat »twee harten gloeiend aaneen smeedt*, en zij kleurde wel 'n beetje van verlegenheid, als heur vrien dinnen haar spotlachend nazagen, wan neer ze met meneer Langeveld langs de kleinsteedsche straten liep, doch zij had nu eenmaal agezegd en Marie was 'n beetje koppig zij wilde ook b. zeggen. »Wat hadden anderen er ook mede te maken Dapper weerstond ze de crisis van 't voorstellen en ook van 't presenteeren van haar aanstaande thuis. Wel zag ze telkens bij dit conventioneele gedoe niet ingehouden verbaasgezichten soms 'n fijn spotlachje, maar zooals gezegddapper weerstond ze deze zedelijke marteling. Meneer Langeveld merkte niets van dit alles. Hij zag niet anders dan z'n mooi meisje, al 't andere zonk daarnaast in 't niet. Alleen, als hij aan z'n ken nissen z'n Marie voorstelde en hij merk te dan, dat deze haar met onverholen bewondering 'n oogenblik opnamen, dan grinnikte hij van genoegen. Hij wilde gaarne spoedig trouwen, doch hiervan wilde Marie nog niets hooren. »Zij was nog zoo jong enhaar pa wilde beslist z'n toestemming nog niet geven.* Nu, dat had Langeveld dan ook wel gemerkt. Schoonpapa in spe bleek alles behalve ingenomen te zijn met Marie's keuze. Hij negeerde als 't ware geheel meneer Langeveld. Marie's moeder scheen ook eerst zeer verwonderd te zijn, doch toen zij merkte dat haar kind nu eenmaal niet anders wilde, legde zij er zich bij neer Wel wees zij Marie op 't ongelukkige van 'n huwelijk zonder liefde de goede vrouw zag wel, dat 't hart van Marie er niet bij was doch verder greep zij niet in. En toen dan ook, na 'n jaar verkee- rens, waarbij 't van de zijde van Marie steeds 'n ebbe-teederheid bleef, besloten werd te trouwen en eindelijk de trouw dag was aangebroken, hoopte de goede vrouw, dat de innige samenleving de rest wel zou doen. (Wordt vervolgd.) en veertigjaar zijn er niet minder dan een en veertig ongetrouwd. Op het oogenblik dat de thans open baar gemaakte statistiek sloot, waren er in Frankrijk 270,943 gezinnen, dat is 318 gezinnen op elke 10.000 inwoners. En men telde 220 kinderen op 100 ge zinnen, zoodat het Fransche gezin gere kend kan worden gemiddeld te bestaan uit vader, moeder en maar twee kinde ren. Met deze cijfers voor oogen begrijpt men de treurige ontboezeming, die dezer dagen uit Parijs aan het »Journal de Bruxelles* werd geschreven. Frankrijk ontvolkt zich en gaat zijn ondergang tegemoet, werd daar ronduit gezegd. De toekomst schijnt donker. Binnen een tijdsveiloop, dat zeer kort schijnt te zullen zijn, zal Frankrijk noodzakelijk terugzinken in de rij der mogendheden van den tweeden rang en in de toe komstige vergaderingen der volken zal het weinig meer meetellen. De wereld kaart zal gewijzigd worden, zonder dat het daarbij iets zal hebben in te bren gen, gelukkig nog als het aan de ver deeling der toekomst ontsnapt. Waai lijk, het moet ver met Frankrijk zijn gekomen, zegt de Geld. als een Franschman zelf zich door de feiten en cijfers gedwongen ziet tot zulke ont moedigende besluiten. Aanslag op President Fallières. Gisteren werd te Parijs het 14-Juli- feest gevierd en dit feest heeft zich ge kenmerkt door een voorval, gelukkig zon der bloedverlies. President Fallières verliet gisterenmor gen te half acht vergezeld van Clémen- ceau het Elysée om zich naar het ma noeuvre-terrein te Long-Champ te be geven. Hij kwam daar om acht uur aan en werd met militaire eerbewijzen ontvangen, waarna hij aan generaal en opperofficieren onderscheidings teekenen uitdeelde. Te half negen had het défilé der troe pen plaats. -Omstreeks kwart over 9 was de revue afgeloopen en verlieten de troepen het terrein. Toen de president met zijn gevolg in rijtuigen naar het Elysée terugkeerden aan de avenue »Marigny gekomen was, cwam plotseling een onbekend individu op het rijtuig af en loste twee revolver schoten. De heeren Fallières en Clemenceau die in hetzelfde rijtuig zaten wendden na het lossen van een eerste schot zich om en zagen den onbekende den arm ge strekt houden en nog een tweede schot ossen. Onmiddellijk vloog een menigte op den onbekenden persoon aan en de politie had moeite hem tegen de woede van iet publiek te beschermen Hoewel het zeer druk was op de avenue Marigny werd niemand gekwetst. De aanslagpleger werd onmiddellijk naar een der bureaux van politie over gebracht en daar in verhoor genomen Hij weigerde zijn naam bekend te maken en beweerde in de lucht te hebben ge schoten om de aandacht op zich te trekken. Uit een later verhoor is gebleken dat de man die de twee revolverschoten loste een waanzinnige is, wiens eenige bedoeling het was de aandacht op zich te vestigen. Hij is een gewezen kanon nier van de marine, die meent, dat er inbreuk op zijn rechten is gemaakt. Hij beweert, volgens de bladen zich over de regeering te moeten beklagen, en wilde zich daarom wreken. De revolver, die hij voor dit doel ge bruikt heeft, was van een kaliber van 5 millimeter. De ontvolking Op honderd mannen van achtien tot vijftig jaar zijn er niet minder dan een en veertig vrijgezellen, en op de hon derd vrouwen van van vijftien tot vijf Japan en Amerika. Wat zal de toestand brengen Dat is een vraag, waarop zeer moeilijk een ant woord kan gegeven worden. Terwijl de Amerikaansche bladen wemelen van oor- logsgeruchten en pessimistische voor spellingen, wordt zoowel van Japansche als van Amerikaansche zijde alles aan gewend om te toonen, dat de Yankee's en de Japanners de beste vrienden zijn. Japansche en Amerikaansche admiraals gaven elkaar de hand, op een manier dat de persmenschen 't goed konden zien. Japanners werden door Roosevelt aan tafel genoodigd. En men toostte er op de vriendschappelijke betrekkingen tusschen beide landen. Roosevelt kreeg zelfs een kostbaar geschenk van den Mikado. Allemaal comedie Wie zal dat uitmaken. De diplomatie is ondoorgron delijk. Maarwaar hier zooveel pogingen ge daan worden om tegenover elkaar maar heel erg vriendschappelijk te lijken, daar mag men toch gerust aannemen, dat niet alles in orde is. Er hebben zich waarlijk incidenten genoeg voorgedaan om die vriendschap met reden te doen verflauwen en daar onder mag men zeker de Californische kwesties niet vergeten. Begrijpelijk is 't natuurlijk, dat het zenden van een Ame- rikaansch eskader naar den Stillen Oceaan, heel wat opwinding heeft veroorzaakt, maar Jonathan is leuk. Onder voorwend sel, dat 't de gewone jaarlijksche oefe ningen zijn, die nu toevallig eens in den Stillen Oceaan plaats hebben, weet hij zijn vloot te brengen naar de plaats, waar hij haar 't meeste noodig heeft en zal hij daar eens toonen, waartoe hij in staat is. En nu, terwijl de sedert eenigen tijd om deze redenen gespannen toestand, wat scheen te verbeteren, doet zich een nieuw incident voor, dat bezorgdheid wekt de arrestatie van een Japanschen spion in de Californische havenstad San Diego. Dat heeft de gemoederen der Amerikanen opgewonden en ernstige uitspattingen tegen de Japanners zijn te vreezen. De bevolking blijft het er voor houden dat de spion een Japansch offi cier is. En hoeveel zijn er nog van die spionnen in 't land vraagt het. De Japansche gezant in Amerika en dejapansche admiraal Yamamoto hebben, toen zij met Roosevelt aan tafel zaten, gezegd, dat het onmogelijk was. dat de te San Diego gepakte Japanner, die een fort fotografeerde, een Japansch officier was. Misschien was het wel een waan zinnige. De Amerikaansche regeering beweert ambtelijk niets te weten, daar zij geen ambtelijk verslag dienaangaande heeft ontvangen. Uit San Diego wordt de in-hechtenis- neming van nog een ander Japannei gemeld, die ook een spion zou zijn Volgens den correspondent van de Daily Chronicle te San Francisco weigert de commandant van het fort bij San Diego de namen van de gevangenen bekend te maken Zij worden in de ves- ting gevangen gehouden, omdat men vreest, dat de woedende volksmenigte hen zou lynchen, als zij in de plaatselijke gevangenis gezet werden. Gelijkluidende telegrammen uit Ame rika beweren dat de militaire overheid genoodzaakt zal zijn, de in hechtenis genomen Japanners ongestraft in vrijheid te stellen, omdat de Amerikaansche straf wet niet in dergelijke gevallen van spio nage voorziet. De Daily Mail verneemt uit Mexico: De Japanners, die de Amerikaansche Staten langs de Stille Zee over de Mexi- caansche grens zijn binnengeslopen, lellen vele duizenden. Er zijn talrijke oud-strijders uit den oorlog met Rusland onder, zelfs officieren met een medaille. In Mexico zijn nog ten minste 8000 Japanners achlergebleven. Te Vallejo zijn de verhoudingen tus schen Amerikanen en Japa'nners niet minder gespannen. Aldaar gestationeerde Amerikaansche mariniers moeten hebben gedreigd sde Japanners de stad uit te jagen". Volgens berichten uit Manilla, te New- Yörk ontvangen, zijn in het vloot-station Olonoapo (Philippijnen) belangrijke plan- en teekeningen, o. a. van het groote droogdok te Cavite, gestolen. Het dok wordt dientengevolge nu door 700 man bewaakt, 't Spreekt, dat men dien dief stal ook aan de Japanners toeschrijft. Een en ander wijst er op, dat eenige vrees voor den toestand niei ongewettigd is. Veel vertrouwen wordt er in de op rechtheid van de Japanners niet gesteld. Zij bezitten een heele dosis brutaalheid en 't zou misschien niet kwaad wezen, dat men hen eens dwong een toontje lager te zingen. Korea en de Japansche overweldigers. Onze lezers weten, hoe de Japanners zich hebben ingedrongen in Korea en hoe zij daar door slihksche streken den Keizer handen en voeten hebben weten te binden en het geheele volk als 't ware aan zich onderworpen hebben. De keizer is een dergelijke behande ling moede geworden en wel inziende, dat hij niet bij machte is daarin ver andering te brengen, heeft hij besloten afstand te doen van den troon. Ook het volk heeft genoeg van de verdrukking en heeft eene afvaardiging naar Den Haag gezonden om er op de vredes conferentie eens over te spreken. Maar de Vredesconferentie wilde zich er niet mede bemoeien. Als alles waar is wat de Koreaansche Prins Tjyong-Uiyi, die op het oogenblik in Den Haag vertoeft, vertelt en waarom zou men er aan twijfelen? dan hebben de Koreanen ook wel terdege reden om tegen een dergelijk indringen van Japan in hun and te protesteeren. Terwijl Japan zoo zei de prins protesteert tegen den toestand, waarin de Japanners in Californië verkeeren, behandelt het de Koreanen op dezelfde wijze. De Ko reaansche studenten, die in Japan onder wijs willen genieten, konden niet geza menlijk met de Japanners aan het onderwijs in de openbare scholen deel nemen, maar werden van hen afgezonderd en naar eigen scholen verwezen, waar't met de middelen van onderwijs al heel erbarmerlijk is gesteld De behandeling der Koreanen in Japan is echter niets in vergelijking met de be handeling, die de Koreanen in hun land ondervinden. Zij zijn gedwongen te dansen naar de pijpen van onwetenden, die zich als de pest over het land ver spreid hebben. Elke stad en elk dorp in Korea heeft zijn eigen treurige verhalen over de Ja pansche wandaden te vertellen, van vee diefstallen af tot gewelddadigheden te gen weerlooze vrouwen en meisjes toe. De Japansche politiemacht in Korea treedt nimmer op tegen de misdadigers van hare eigen nationaliteit, maar be schermt hen zelfs op alle mogelijke wij zen. Tegenwoordig is Japan bezig om de handelsverdragen van Korea uit de wereld te helpen, zoodat Duitsche,^Ame rikaansche en Chineesche waren uit het land worden gehouden, doch daarente gen alle Japansche artikelen vrij worden ingevoerd. Japan, zou zei de Prins tracht Korea heelemaal onder den duim te krijgen De beweging in Japan voor de ont troning van den Keizer van Korea doet te Seoel sterk haren terugslag gevoelen. Ten paleize heerscht een paniek. De keizer moet diep terneergeslagen zijn. De geregelde wekelijksche vergade ring van het Kabinet is achterwege ge bleven, daar de keizer zich ziek meldde- De Koreanen hebben aan markies Ito een mededeeling trachten te ontlokken over de maatregelen, die de Japansche regeering naar aanleiding van de uitzi n- ding van de Koreaansche afvaardiging naar Den Haag denkt te nemen. Maar Ito antwoordde dat de beslissing in han den van de regeering te Tokio lag. WAALWIJK, 17 Juli 1907. Wanlwijkseke kennis. Liet het weder de voorafgaande weken veel te wenschen over zoodat menigeen zich al had afgevraagd wat moet dat met kermis worden als het zoo slecht is", thans is het prachtig weder, een echt kermisweer, geworden, een weer dat medewerkt om bezoekers van hein de en verre herwaarts te lokken. Zondagmiddag vooral was het dan ook zeer druk, welke drukte bleef aan houden tot 's avonds toe, daar elke trein en tram nieuwe scharen bezoekers aanbracht. Op het marktterrein was het geheel den middag en avond een ge zellige drukte. Jammer echter is het dat het kermisterrein niet meer amusemen ten aanbied. Het grootste plezier is nu te vinden in het dansen waar in talrijke cafe's goede gelegenheid voor is en waarvan dan ook een zeer groot gebruik van worden gemaakt. De Volksmatinée der Liedertafel werd weder door een overtalrijk publiek be zocht. Er werd met gloed gezongen, terwijl de uitvoering der koren onder ieder opzicht te loven viel. Groot succes vooral behaalde de heer Jos Wilmont met zijn solo >Van eene Koningsvrouwe van Spoel. Ook de matinée der harmonie St. Crispijn mocht zich in een druk bezoek verheugen terwijl ook daar naar ieders tevredenheid genuanceerd werd. De Matinée der Liedertafel op Maan dag morgen, was door een vrij talrijk en gedistingueerd publiek bezocht. De Kóren onder welke vooral het Geuzen vendel van Th. v. Wamel, genoemd moet worden, liepen flink van stapel. Sur les Remparts van Saintis slaagde echter minder goed dan den vorigen morgen. De uitvoering bewees, dat de Liedertafel zich meer en meer beijvert om aan hare werken een fijn cachet te geven, welk loffelijk pogen voorzeker te prijzen valt. De solisten waren ditmaal bijzonder op dreef. De heer Jos Wilmont gaf eene herhaling van genoemde >Ko- ningsvrouwe" van Spoel, dat op niet minder verdienstelijke wijze gezongen werd dan den vorigen morgen. Veel te genieten gaven de heer J. Sars, en J. Trimbach in den prachtigen duo uit de Favoriet van Donizetti. Als solist trad voor de eerste maal op de heer A. de Ruiter die over een goede basstem beschikt. Hij debuteerde met tO Isis" van Mozait. Deze solo, w aarbij een achter de schermen geplaatst koor, zijn medewerking verleende viel zeer in den smaak, zoodat het publiek den jongen solist met een warm applaus beloonde. En wat nu te zeggen van Luciën Deze Karakterkomiek is allerwegen zoo beroemd en geroemd, dat men feitelijk over hem de loftrompet niet meer behoeft te steken, 't Zij dus genoeg hier te ver melden, dat zijne créaties en scènes ook thans weder een enorm succes hadden en het publiek niet moede werd naar zijn voordrachten te luisteren. De matinée werd gesloten met >Bier- galop van v. Paeschen Een woord van dank mag hier zeker niet onthouden worden aan genoemden heer Luciën en de solisten, alsmede aan den ijvervollen directeur den heer J. Sars en den bekwamen accompagnateur den heerAnt. Hurkmans Lz. Maandag was het over 't algemeen genomen niet zeer druk. Ook des avonds niet. Alleen de bioscope en carroussel mochten zich in een druk bezoek ver heugen. Behoudens eenige kleine incidentje^ heeft alles een kalm en rustig verloop gehad. Heden, Dinsdag, een kalme dag, vanavond op de zaal Musis Sacrum een gymnastiek uitvoering waarna bal te ge ven door de Waalwijksche gymnastiek en schermvereeniging. Droevig. Zaterdagavond had alhier een zesr droevig ongeval plaats. De heer P. V., armmeester alhier, die zijne dochter, welke hier de kermis zou komen vieren,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1