ÏM1EÏI?
Bekoorlijk
MENGELWERK.
Stükpaardjss LeUsomelksseP
Tolegranmien.
Ingezonden Stukken
gens de vlucht had genomen. Uit angst 17 a 18-jarig meisje. Daar de lijkschouw
voor schandaal had het echtpaar toen
het lijk maar aan stukken gesneden.
Maar deze lezing liet hij spoedig va
ren, om zich verder bij het gevonden
lijk te houden.
Zijn vrouw echter klampt zich vast aan
de minnaar-historie. Wie de man ech
ter is, kan mevrouw Goold niet zeggen.
Weer met haar geconfronteerd, zegt
haar echtgenoot, zich nu niets meer te
herinneren. Mevrouw Goold verklaart
dan, dat ze het ook al niet precies meer
weet, wijl ze bij 't verschijnen van den
mysterieusen moordenaar is flauw ge
vallen.
Tweede punt van verschil:
Mevrouw Goold beweert, toen ze uit
haar bezwijming ontwaakte, het lijk in
stukken gesneden te hebben gevonden,
een schuift deze vreeselijke bezigheid op
rekening van den onbekenden moorde
naar
Goold echter bekent, dat hij met een
klein keukenmes en een handzaagje het
lijk zelf heeft verdeeld. Hij was van
plan, het hoofd en de beenen te Mar
seille in zee te werpen.
Man en vrouw zijn ieder naar een
afzonderlijke gevangenis gebracht.
's Avonds heeft men in de Morgue
het lichaam van de vermoorde voor de
autopsie aaneengevoegd. Uit het onder
zoek blijkt, dat het slachtoffer van het
vreeselijke drama van achteren bij de
armen is gegrepen en dat een ander per
soon haar met een messteek den buik
opende.
Het grootste stuk van het lichaam
was nog gekleed in een elegant toilet.
Het was met een vest en een pantalon
van Goold in de doos geduwd. Ten
slotte werden onder in de doos nog een
pince-nez en een gebioken waaier van
het slachtoffer gevonden.
De laatste telegrafische berichten wijzen
uit, dat de verklaringen van mevrouw
Goold inderdaad op waarheid schijnen
te berusten. Eerst echter moet de ndam
van het slachtoffer worden gerectificeerd,
dat niet Emma Liway, maar Thérèse
William (zal misschien Thérèse William
moeten zijn) heet.
Men zou zich hier inderdaad tegen
over een drama van passie bevinden.
De moordenaar, waarvan mevrouw Goold
sprak, heet Burker, en is te Monte-Carlo
gearresteerd.
De uitleveringsformaliteiten zijn onmid
dellijk begonnen. Zoodra deze zijn ver
vuld wordt Burker naar Marseille ver
voerd, en met het echtpaar Goold ge
confronteerd.
De iu stukken gesnedcu vrouw.
Het slachtoffer van den moord te
MonteCarlo is de 37-jarige Thérèse
Williams, een dame, die te Londen woon
de, van Zweedschen oorsprong was en
de zomermaanden gewoonlijk doorbracht
in de zich vermakende wereld te Monte
Carlo.
De ware moordenaar zou zekere Burke
zijn, 24 jaar oud, die thans in de gevan
genis zit te Monte Carlo. Hij zou de in
gewanden van het slachtoffer in die stad
in een privaat hebben geworpen, ten ein
de al te spoedig ontbinding van het lijk
te voorkomen. Verder werd het lijk in
stukken gesneden door den heer en mevr-
Gold, die het naar Marseille brachten,
Burke zal nu naar Marseille worden ge
bracht om geconfronteerdte worden met
de echtgenooten Gold.
Bezwarend voor het echtpaar Gold of
Goold is wel, dat man en vrouw geen
eensluidende verklaringen hebben afge
legd. Gold had reeds verklaard, dat de
vrouw door Burke werd doodgestoken,
op het oogenblik dat zij hem Gold, om
geld vroeg. Later zei hij. dat hij bij zijn
thuiskomst het lijk aantrof. De vrouw
blijft bii de eerstafgelegdc verklaring
namelijk, dat een haar onbekend moor
denaar de vrouw heeft gedood onder den
uitroep Ongelukkige, gij hebt mij geruï
neerd Ik wreek me
Zij viel dadelijk in zwijm. Toen zij weder
bijkwam, zag zij den moordenaar bezig
het lijk in stukken te snijden.
Gold daarentegen zegt het lijk zelf
met behulp van een tafelmes en een
handzaag uit elkander genomen te heb
ben en de ingewanden uit den buik te
hebben g-ehaalden in het privaat gegooid
omdat hij gedurende het vervoer naar
Londen ontbinding wilde voorkomen. Hij
was voornemens het lijk over boord
te gooien.
Deskundigen verklaren, dat Thrérèse
waarschijnlijk door 2 mannen vermoord
is. Eén heeft haar bij de armen van
achter vastgehouden, de blauwe plekken
zijn daarvan nog te zien terwijl een an
der haar een vreeselijk'en steek in den
buik heeft gegeven.
Dubbele moord te Marseille.
Terwijl men den mond te Marseille nog
vol heeft over de in stukken gesneden
vrouw, is een dubbele misdaad ontdekt
in een in aanbouw zijnde wijk is de por
tier van een huis met hamerslagen op
het hoofd vermoord terwijl zijn vrouw,
die de dieven op dezelfde wijze hebben
aangevallen, stervende is.
Een drama.
Uit Arnhem wordt gemeld
In de vorige week werd onder Lobith
Nooit had hij zich zoo gelukkig ge
voeld. Zijn hart bonsde van vreugde.
Het was dus nu toch werkelijkheid ge
worden, dat groote geluk, waarvan hij
nauwelijks had durven droomen.
Het is waar, hij had gaarne gezien,
dat ze wat vfoolijker was gaarne had
hij dien glans dier groote blauwe oogen
verhelderd gezien door een glimlach, en
had hij gewenscht, dat die blik der
oogen wat vrijmoediger de zijnen ont
moette, want nog steeds had zij de oogen
neergeslagen, en toen haar moeder haar
omhelsde, toen was het hem zefs voor
gekomen, dat zij beefde. Maar deksels,
waar dacht hij nu aan Stond dat vrees
achtig blozen, jonge meisjes niet aller
bekoorlijkst. En, bovendien, men had
haar toch niet gedwongen »ja" te zeggen.
Had ze hem niet uit eigen beweging het
jawoord gegeven? Zeker, het zou hem
leed gedaan hebben, als zij >neen" ge
zegd had. Maar dat had zij niet gedaan.
In tegenwoordigheid harer moeder, door
deze zelfs aangemoedigd, had hij zijne
w i;-i j r, .nieuwe pet tusschen de vingers from-
het lijk uit den Rijn opgevischt van een melend haar gevraagd, of zij zijne
niets verdachts aan 't licht bracht, werd
het lijk op bevel van den burgemeester
van Herwen en Aerdt ter aarde besteld
en dit, niettegenstaande de hoofdharen
met een touw voor den mond waren sa
men gebonden.
De duitsche justitie was echter niet
zoo spoedig gerustgesteld en zette haar
onderzoek voort. Dit heeft aan 't licht
gebracht, dat men hier waarschijnlijk te
doen heeft met een laaghartige misdaad.
Het meisje werkte op eene fabriek te
Ellen in Duitschland. OP een morgen
kwam een werkman van de fabriek bij
haar en deelde haar mede, dat hij een
heer kende, die een mooie betrekking
voor haar wist Het meisje ging met
den weikman naar dien heer.
Toen het meisje 's avonds niet op den
gewonen tijd thuis kwam, werd de po
litic met een en ander in kennis gesteld.
De werkman, een jongen, werd hierop
aangehouden. Hij wist echter niets an
ders omtrent den onbekende, ook niet,
waar deze met het meisje gebleven was.
De politie had echter alle reden om
aan te nemen, dat het meisje het slacht
offer was geworden van een handelaar
in blanke slavinnen.
Op last van de justitie is thans het lijk,
dat reeds in verregaanden staat van ont
binding verkeerde, opgegraven en door
de familie als dat van het verdwenen
meisje herkend.
De duitsche justitie is den onbeken
den heer op het spoor.
Vreeselijke ongelukken
Aan de Jamfabriek te Breda is heden
middag een verschrikkelijk ong-luk ge
beurd. Een jongen van 15 a 16 jaar,
aldaar werkzaam, is door eene machine
gegrepen, eenige malen mee rondgeslin
gerd en was bijna onmiddellijk een lijk.
De jongen, Loijens geheeten, was aan
een loshangende riem van een vliegwiel
gaan hangen hij werd toen rondge
slingerd, is misschien wel honderdmaal
in de rondte gecirkeld, telkens bonsend
tegen den muur.
Het onderdeel van zijn lichaam is tot
pap geslagen. Door 't opschorten der
kleeren is hij geworgd.
(Dgbl. v. Nbr.)
Een vreeselijk ongeluk is gister
avond omstreek kwart na zes nabij het
Roode Hek te Schiedam gebeurd.
Een 5-jarig kereltje, Jan van der Stap,
die dicht bij de ouderlijke woning nabij
het Roode Hek speelde, zag zijn moeder
aankomen en liep haar tegemoet, daarbij
de rails van de electrische tram over
stekende. Ongelukkigerwijze struikelde
hij en viel juist op het oogenblik, dat
een tram zou passeeren.
Wel remde de wagenbestuurder uit
alle macht, maar het onheil kon niet
voorkomen worden, de wielen gingen
over de beentjes en sneden die formeel
af, terwijl ook een armpje zoo goed als
afgereden werd.
Wat de moeder gevoelde, die daar
haar jongste kind zoo deerlijk zag ver
minken, moet ontzettend zijn geweest,
met geweld moest zij worden naar huis
gebracht, waar zij letterlijk als een waan
zinnige moest worden in bedwang ge
houden.
Het ongelukkige ventje werd door
een man op de armen genomen en naar
het tramhuisje gebracht, waar spoedig
een dokter verscheen, die zijn onmid
dellijke overbrenging naar het ziekenhuis
gelastte.
Het knaapje was reeds bij het opne
men geheel bewusteloos en is niet meer
tot bewustzijn gekomenby aankomst
aan het ziekenhuis stierf het.
Een buurvrouw, die de afgesneden
beentjes zag liggen, raapte die op, om
ze naar huis te brengen, maar zij viel
flauw, nog vóór ze het huis had bereikt
later zijn die ook naar het ziekenhuis ge
bracht. (Schied. Ct)
vrouw wilde zijn. »Uwe moeder" zoo
had hij tot Anne gezegd heeft reeds
haar toestemming gegeven. Van u hangt
dus mijn heele geluk af. En zij had de
oude vrouw aangezien en toen zachtjes
geantwoord >]a", maar zoo zacht dal
hij het nauwelijks verstaan had.
Innig gelukkig had hij haar zijn plan
nen voor de toekomst medegedeeld Wat
zouden zij met hun drieën gelukkig zijn.
Wat een lief huishoudentje zouden zij
opzeften, en hoe zou hij lustig arbeiden,
als hem na de moeilijke dagtaak zijn
vrouwtje wachten zou.
En teiwijl het zonnetje helder scheen,
en de musschen vroolijk tjilpten in het
groen gebladerte, herinnerde hij zich
hun geschiedenis. Bijna een roman. Haar
vader, een oud kameraad, eenige jaren
ouder dan hij, en evenals hij stoker bij
een der spoorweg-maatschappijen in ons
land, was bij een spoorwegongeluk doo-
delijk gewond geworden. Voor hij de
oogen voor altijd sloot, had hij hem
gevraagd te willen waken over de vrouw
ón het kind, die hij beiden onverzorgd
achterliet. Het kind was toen een meisje
met korte rokjes nog, en hij vermoedde
weinig, dat het eens zijn vrouw zou
worden. Hij had woord gehouden en
was zijn belofte nagekomen, zonder daarin
op eenige wijze te kort te schieten en
niet alleen met raad, maar ook met de
daad had hij de weduwe bijgestaan, als
de verdiensten met het naaiwerk tegen
vielen. Het meisje werd grooter en groei
de op tot een bekoorlijke maagd.
Toen werd in zijn hart een nieuw ge
voel geboren, een gevoel tot nog toe
ongekend Hij beminde Anne. Hij trachtte
haar te vergeten, hij kon nieten hij
werd zoo afgetrokken en stil, dat het
de opmerkzaamheid trok der weduwe,
die hem ten slotte zijn geheim wist te
ontrukken. Zij had het reeds vermoed,
lang geleden al, het goede mensch, en
zonder hem te laten uitspreken, had zij
hem omhelsd en hem gezegd:
Spreek met Anne, Frederik. Zij
weet als ik, wat we u verplicht zijn.
Twijfel niet aan haar.
Dun, hernam hij, begrijp ik er nog 7 dezer genomen 2 officieren en 10
veel minder vanZiet gij, ik heb niet j manschappen werden daarbij gewond,
veel school gegaan en ik heb van die
...Vijf uur sloeg de stationsklok, en
Frederik, ontwakend uit zijne zoete
mijmering stond op.
Vijf uur I zeide hij verbaasd, ik
ben vandaag niet te vroeg. Maar één
keer, is geen gewoonte, en terwijl hij
het perron opliep, zijne kameraden vroo
lijk groetend, voegde hij er als in ge
dachten bij. Wat zal Piet Meurs, mijn
machinist gek opkijken als ik hem op
mijn bruiloft vraag.
Bliksemsnel rolde de trein voort, ver-1
dwijnend in de verte als een tooverlint,
als een monster met vurige oogen door
de invallende duisternis. Het voorlaatste
station was men reeds voorbij het eind
station was nog ver af. Piet en Hendrik
kortten zich op de locomotief den tijd
met allerlei gesprekken, terwijl, zij ook
over den weg en de seinen hun blikken
lieten gaan.
Eensklaps legde Frederik zijn hand
op den schouder van den jongen machinist
en vroeg
Scheelt er vandaag iets aan Van
het oogenblik waarop wij het eerste
station hebben verlaten tot nu toe heb
ik u de woorden uit de keel moeten
halen. Dat ben ik niet van u gewoon
Toen de andere dit niet zoo aanstonds
toegaf, vervolgde hij.
O, ik weet, wat ik zeg. Ik zie niet
graag dat gemijmer. Het leven is zoo
heerlijk. Eene onbeantwoordde liefde
misschien Kom dat zal wel weer terecht
komen. Alles komt immers in orde, als
men wilik zal er u straks een voorbeeld
van geven.
Hij barsste in een hartelijk lachen uit,
terwijl hij zich in de handen v\ reeft en
reeds vooraf naging, welk een effect
zijne woorden zouden maken, als hij
zijne trouwplannen mededeelde. Nog
nooit had hij van Anna gesproken.
Maar plotseling hield hij op.
De ander zag hem zoo treurig aan
dat het hem onwillekeurig trof, en zijn
hand grijpend, vroeg hij
Het is dus van ernstigen aard-
Vergeef mij I Maar ik ben zoo gelukkig,
dat het mij onmogelijk schijnt, dat an.
deren bedrukt zijn, als ik lach. Het ge
luk maakt zelfzuchtig. En ik durf u,
thans geen deelgenoot maken van mijn
groote vreugde.
Neen Frederik, hernam Piet, ik
neem het u niet kwalijk. Gij zijt een
goede kerel, dien ik graag mag lijden.
Ik herinner me nog goed de wenken,
die ge mij gegeven hebt, toen ik pas in
dienst kwam. Als iemand verdient ge
lukkig te zijn, zijt gij hetOok ik,
ging hij voort, was gelukkig, of ten min
ste ik geloofde dat ik het was. Maar
met een slag is al mijn hoop vervlogen.
Zij die ik bemin, kan niet de mijne zijn.
Zoo 1 zeide Frederik. Ze is dus
niet erg gemakkelijk te voldoen, de
jonge dame Nu, ik weet wat gij waard
zijt en ik begrijp waarlijk niet, waarom
zij u heeft afgewezen 1
Zij bemint mij,'' antwoordde Piet
eenvoudig en juist daarom lijd ik nog
meer.
Frederik keek hem verrast aan.
dingen niet veel verstand Ik begrijp
slechts één ding men houdt van elkaar
en trouwt. Kom, ging hij voort, terwijl
hij hem de hand drukte, ik ben oudei
dan gij, veel ouder, en ik ben uw vriend,
dus vertel me eens alles.. Als gij iets
op uw hart hebt, is niets beter dan dat
gij het uitstortdat geeft altijd eenige
verlichting.
Toen haalde Piet uit zijn zak lang
zaam een brief te voorschijn en hem bij
het licht houdend, zeide hij Luister,
dat is haar afscheid
Hij las
Piet, het moet tusschen ons uit
zijn. Ik had u mijn hart gegeven, maar
de erkentelijkheid, die ik aan een ander
verschuldigd ben, legt mij de verplich
ting op, mijn woord terug te nemen.
Toen mijn vader stierf, heeft ons een
vriend geholpen, gered, mijne moeder
en mij, wij zijn alles hem alles verschul
digd. Die vriend nu, bemint mij. Gis
teren heeft hij mijne hand gevraagd.
En ik heb »ja* gezegd. Ik weet dat gij
er door lijden zult, want ik lijd zelve
maar al zou het mijn dood zijn, ik moet
deze schuld der dankbaarheid afdoen.
Laat ons elkaar niet weerzien.
En de onderteekening luidt Anne.
niet waar riep Frederik uit, de hand
krampachtig op de borst geklemd, met
rollende oogen als een waanzinnige het
antwoord afwachtend, terwijl het hem
toescheen, alsof de grond onder zijne
voeten wegzonk.
Piet deed een stap achterwaarts
Wie zegt u dat
Het meisje dat ge bemint, is Anne,
hij dien ze trouwt ben ik.
Piet had zich een weinig hersteld, hij
begreep thans volkomen de verschrik
kelijke bleekte van dien braven kerel,
dien hij zonder het te willen, zoo had
gegriefd. Eensklaps hoorde hij den stoker
achter zich hevig snikken en hem de
hand reikend, zeide hij
Frederik, vergeef mij.
Frederik greep de hand die de ander
hem aanbood. U vergeven, riep hij
uit. Ach, ik ben een dwaas Gij
kondt niet weten, dat ik dwaas genoeg
ben, om een meisje van dien leeftijd
lief te hebben Ik ben. u eigenlijk
dankbaar, dat ge mij voor mijzelven
gered hebt
Daar Piet dit volstrekt niet met hem
eens scheen, ging hij voort:
Ja, gij hebt mij gered In een enkel
oogenblik is mij de waarheid duidelijk
geworden. Ach 1 ik heb vreeselijk gele
den, maar het is nu voorbij. Ik had naar
mijne zwarte handen en mijne grijze ha
ren moeten kijken. Niet als de bladeren
vallen bouwen de vogels hun nestAn
na bemint u, zij moet de uwe zijn. Gij
zijt voor elkaar geschapen Ik weet wat
mij te doen staat.
Frederik 1 riep Piet verschrikt uit
O, vrees niets, hernam hij, pogende
te glimlachen, ik zal geene tranen in
uwe vreugde mengen. Bovendien, ik ben
genezen. De slag was hard, maar hij
heeft zijn doel getroffen
En toen Piet hem nogmaals in de
rede wilde wallen, zeide hij
Geen woord meer. Ik verlang één
ding, dat Anne nooit wete, wat er tus
schen ons is voorgevallen.
En toen de trein stilstond, was het
hem als gingen de wielen der machtige
machine over zijn eigen hart.
Den volgenden dag waren Anne en
hare moeder bezig eenig naaiwerk te
verrichten, toen er op de deur werd ge
klopt. Het meisje ging open doen. Ver
baasd bleef zij staan toen zij Piet in ge
zelschap van. Frederik zag.
Bonjour, riep de laatste en zich
tot de moeder wendend
Ik heb eene verrassing voor v,
moedertje ik heb u gisteren om de hanc
van Anne gevraagd, maar dat was niet
voor mij, dat was voor dezen braven
jongen. En hij wees op Piet.
Deze beefde en durfde nauwelijks na
der treden, en het meisje meende te
droomen.
Ik heb mijn doel bereikt 1 hernam
Frederik kom, geeft elkaar nu maar de
hand en den verlovingskus, maakt 't nu
maar met elkaar af, wat deksel. En zacht
jes duwde hij Anne in de armen van den
jongen mandan, toen de moeder hem
in de rede wilde vallen, ging hij voort:
Wat drommel 1 Ik heb toch nu
het recht om over haar hand te be
schikken, ze behoort toch aan mij
Piet en Anne staarde hem aan, de
oogen vol tranen, geen woord vindend
om hem te antwoorden.
Kom, 't is nu in orde zeide hij
laat me nu niet huilen als een kind...
En gij, moedertje, voegde hij erbij, zich
lot de vrouw wendend, binnen een maand
bruiloft hoor
terwijl 2 man sneuvelde.
Schout-bij-nacht Philibert is aangeko
men hij seintVoeg bij," dat bij de
verdediging van het consulaat 5 matro-
zen sneuvelden. Zonder de tusschenkoms!
van de kruisers hadden de troepenaf.
deelingen het niet langer kunnen uithou.
den. Generaal Drude sloeg een aanval
van 6000 ruiters af.
TANDZJER, 9 Augustus. Casablanca i?
door 2000 man bezet. De stad is gehee.
geplunderd en in de asch gelegd. Dt
Spanjaarden hebben, naar 't heet, 2 doo-
den en 15 gewonden bekomen.
TANDZJER, 9Aug ustus. De Franscht
consul te Casablanca heeft een brief ontj
vangen van Moelaf Hamin, waarbij amb
telijk het optreden van Frankrijk wordt|
goedgekeurd en waarin de hulp vanj
Frankrijk wordt in geroepen om dej
schuldigen te straffen.
MADRID, 9 Augustus. De minister van
binnenlandsche zaken deelde heden
mede, dat de regeering besloten heeft
nag een oorlogsschip en een grooterc
troepenmacht naar Marokko te zenden,
om de Europeanen te beschermen. Vijf.
honderd man zullen onmiddelijk vertrek
ken.
ANTWERPEN, 9 Augustus. Zeven
honderd Engelschen hebben heden ge
werkt, maar daar zij door 500 stakers
met steen worpen werden bestookt, moest!
de politie geweld gebruiken.
De bond der patroons deelde den bur
gemeester het besluit mede om uiet de
afgevaardigden der werklieden to onder
handelen.
De houtlossers hebben den arbeid ge
staakt.
PARIJS, 9 Augustus. Het bombarde
ment van Mazagen wordt ambtelijk niet
bevestigd.
Generarl Drude seint; Casablansa is
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Drunen 9 Augs. 1907,
Mijnheer de Redacteur
De ernst, welke te rechter tijd moet
voorzitten, heeft blijkbaar geweld gele
den bij den inzender van het bericht
omtrent den brand te Drunen, verleden
Woensdag. De sckrijver doet het voor
komen alsof alleen de 3 heeren fietsers
en een paar schoenmakers den brand
gebluscht hebben, en daarna zich uit
bundig een lof toe te zwaaien (want ik
veronderstel dat een der fietsers de be
richtgever is) van heb ik jou daar. Het
werkzaam aandeel van die heeren is
toch mij noch een der aanwezigen be
kend, wel hebben wij er drie fietsers
naar zien kijken, maar van water dra
gen enz. weet niemand hier iets. Neen
alleen daar 't zoo krachtig en practisch
optreden van den eigenaar der schuur
die niettegenstaande de brandwonden
die hij aan zijn handen kreeg, toch on
vermoeid bleef doorwerken, en bijge
staan door de de heeren A. Robben,
G. van Huiten en G-v. Drunen, die hem
zoo flink ter zijde stonden, is 't alleen
te danken dat de brand gestuit werd.
In plaats van aan de fietsers, zou 'l
beter op zijn plaats zijn deze personen
lof toe te zwaaien, die dan ook ten volle
verdiend is en dit is niet mijn gevoelen
alleen, maar van elkeen die erbij tegen
woordig geweest is. Verder wordt als
oorzaak opgegeven broei. Nu kan elk
een die geen kind meer is, begrijpen dat
rogge, welke één dag te voren bij droog
weer binnen gereden is, den anderen
dag niet in braud zal vliegen tengevolge
van broei, maar er moest toch een
brandoorzaak opgegeven worden, en
►vat was nu eenvoudiger dan broei
Ik hoop dat de inzender in 't vervolg
de noodige zelfbeheersching zal leeren,
welke anderen is opgelegd.
Dank, M. d. R. voor de plaatsing.
Uw Dr.
De Correspondent voor Drunen.
zonder borgen be
schikbaar. Op land,
huizen, schepen enz.
Ook voorschotten
voor alle doeleinden.
Zeer billijke voor
waarden. Br. fr. HOLLA NDIA 859, Hce*
ten gracht AMSTERDAM.
TILBURG.
Levert met succes snelloopende
volgens de nieuwste constructie
Reparatiën on levering van
Ballen, Laken, Queuea enz,
wordt elk gezicht door lozend, jeugdig-
Irjsch uiterlijk, zucht**, blanke huid, en
verblindend schoon teint.
Dit alles bewerkt de echte
van BERGMAN Co., Radebeul
niet fabrieksmerk /,Stokpaardjes*
50 ets. p. st. bij AN TOON T1ELEN