[Nummer 81. gang. Zondag 13 October L907. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. STEMUMiSBËfcLII. I IT I100GË KRINGEN. A N T 0 0 N T IE L E N, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen LANDBOUW. FEUILLETON. Uiiöeteb: en l.insxlr Oonraiil, Dit Blad verseijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden Uitgever. den \7 A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootf letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeligc contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Het kan voortduren of zich herhalen, nog vele dagen het kan het volgend oogenblik gedaan zijn en wederkeeren, in langen tijd maar wij hebben hem toch genoten, den verrukkelijk schoonen nazomer, tot het herfstseizoen een over gang van niet te beschrijven heerlijkheid. Des schilderspenseel kan lijnen trekken en kleuren malen, die een stemming wek ken overeenkomende met hetgeen zijn ziel vervult bij de aanschouwing, de taal eens dichters kan trachten het uit te beelden in vormen die levend blijven, nadat de duisternis van den winternacht zal zijn nedergedaald over het landschap, geen menschelijke kunst vermag uit te drukken wat het wijdgeopende boek van Gods heerlijke natuur in tooverachtige illustraties te zien en te lezen geelt. Die volmaakte gamma van kleuren, tusschen het helderwit van herfstseringen tot de diepste donkere tinten der boomen massa's, waarover een lachende zonne schijn een vernis spreidt dat alles ver levendigt en tot een weelde der oogen maakt - het heerlijk sappig, met dauw bepareld, met een doorschijnend waas overgoten groen van ons polderland schap, doorsneden met zilveren linten en banden en vlakken, waarin het spie gelbeeld der schoonheid haar aanschijn nog eens weergeeft ter opwekking van een onvergankelijken indruk, het grijpt ons aan met overweldigende macht, wij willen het in ons opnemen om het nooit meer te verliezen, als een herinnering aan een schoon levensdeel. Het gaat voorbij, het is misschien heengegaan. Maar als straks de kilte is gekomen, als wij ons wapenen moeten ter verdediging der gezondheid tegen de wisselvalligheden en grilligheden van ons Noordzee-klimaat. dan zullen wij het toch hebben genoten, ons verrijkt 65) Roman naar 't Engelsch. «Zwijg 1" viel haar do heerschare» van Clyve Court in de rede, op een toon, die weinig vleiends had. Zij trad van den drera- Sel terug, beval Fortesque met. eeue gebie- ende handbeweging de deur achter haar te sluiten en mat eerst Marie's sierlijke figuur Tan het hoofd tot de voeten met een blik, die erop berekend scheen, eeue vernietigende uitwerking uit te oefenen. Toeu begon zij «Voor alles wensch ik tusschen mij en een persoon van zulk een schandelijken levens wandel iedere soort van vertrouwelijkheid te doen ophouden. Voor prinsessen van een dergelijk gehalte ben ik mrs. Eagles." Marie kon in 't eerste oogenblik door ma- telooze verbazing niets zeggen. Toen zeide zij, de wenkbrauwen fronsendnik weet niet of ik zwaar van begrip beu, mrs. Eagles, maar van hetgeen gjj daar spreekt, versta ik geen woord." «Geen woord?" herhaalde de andere, haar stem nabootsend, nllebt gij 't gehoord miss Fortesque. Zij wil nog de heilige onschuld spelen 1" nhu dat kwam er nog maar aan te kort," hernam Fortesque. nAJsof wij 't vanaf de deur niet duidelijk gezien hebben, dat zij zich om zijn hals stortte "Nu, spreek ik dat dan tegen riep Marie, het hoofd fier omhoog, nik dacht, Mrs Eagles, dat ik het in uw bijzijn zoo juist duidelijk verklaard had, dat, omdat ik mr. Vernon al van mijne jeugd af ken «Gij u ook nu nog als een kind tegenover hem gedraagt?" voleindde de booze vrouw. «In ieder geval, dat hebben wij gehoord en ons daarbij ovor uwe schaamteloosheid niet genoeg kunnen verwonderen. Een kind van twintig jaren, dan houdt toch alles op 1" hebben met iets blijvends, dat niet kan worden weggenomen. De liefelijke af scheidsgroet der langzaam verdwijnende zomerheerlijkheid is een deel geworden van onzen geestelijken schat wij heb ben een stemming opgegaard en zijn met een herinnering verrijkt. Er is bitter geklaagd en niet zonder grond. Wie beleefde een zomer gelijk dezen, zonder morren over een groenen winter en een ondermenging der seizoe nen, die hagel bracht in de hondsdagen en verlangend deed uitzien naar het hoekje waar de kachel zal moeten staan Och, ieder weet zeer goed, dat al die verzuchtingen door vele duizenden geuit, niet het minst aan den loop der dingen konden veranderen, evenmin als het eenige verlichting gaf dat de geleerden ons poogden uit te leggen hoe het toch eigenlijk kwam, dat de zomer van dit jaar zoo wonderlijk deed, zeer tot ons ongenoe gen. Men weet de schuld misschien aan de ijsmassa's, die daar in 't hooge Noorden waren losgelaten en ons nu met haar vriendelijke nadering kwamen opvroolijken en kon dan den wensch niet onderdrukken, dat die ongure dingen maar waren vastgehouden ter plaatse waar zij eigenlijk thuisbehooren, maar met dat al, van zomerweelde bleven wij verstoken, tot groot ongerief van alle vacanliemenschen het beste, wat de min of meer optimistisch aan gelegde lotgenooten elkander als troost konden toevoegen, was dat wij misschien nog wel eenige vergoeding zouden krijgen voor het ondergane leed. En ja, die hoop is verwezenlijkt. Die kentering is gekomen en heeft zich krachtig doorgezet. Door gemis van warmte in hun ontwikkeling tegenge houden gewassen hebben ruimschoots de schade ingehaald, de echte schoon heidsparelen zijn voor ons bewaard ge bleven. Het uitgesteld genot werd dubbel genot. Zoo kampt vaak het menschenleven tegen weer en wind in een tijdperk, dat een rustig bestaan verwacht en gehoopt werd. De voorbereiding tot nuttigen werkkring is doorloopen, de grondslagen voor de vorming van een gezin zijn gelegd, men meent nu kalm, met sa mentrekking van de krachten van lichaam en geest zijn taak te verrichten, zijn Marie's wangen werden donker gekleurd, nik kan er niets aan doen," hernam zy hoofdschuddend, »als gij bij deze omhelzing iets slechts gaat denkeu «Gij zelf hebt daarbij natuurlijk niets ge dacht, ging zij hoonend verder. «O, neen, gij zijt zonder twijfel ook in alle engelachtige onuoozelheid naar het rendez-vous gegaan onlangs in 't park 1" «Een rendez-vous?!" n.-'aarl" Nu begint ze nog te huichelen," bemerkte mrs. Eagles met een zijdelingschen blik op hare getrouwe. «Een rendez vous? hernam Marie op boozen toon. Wie durft volhouden, dat ik naar een rendezvous gegaan ben?" »Ik prinses verklaarde miss Fortesque vooruittredend. «Ik ben zoo vrij, o ja, gij kunt me nog zoo woedend aanzien, bang word ik toch niet. Ik stond achter een bosch, toen hij erheen kwam." «Hij? Vnri wien spreekt gij eigenlijk?" «Van wien? 11a, ha! Dat klinkt wel aardig, wilt ge nu gauw weten toen was het toe vallig mr. Vernon Hij kwam van de poort en gij van het slot en had u onderweg de oogen heel lief rood geweend Marie, die in volslagen onbewustheid ge staan had, sloeg nu de wenkbrauwen licht te samen. «Ziet gij wel, nu merkt ge wat," zeide miss Fortesque en vol leedvermaak ging zij verder rNu en toen hij dan gelukkig aangekomen was, toen gaf 't zoo'n klein gefingeerd gedoe van «Ach, zijt gij daar?" Ik wist het niet; en dan even krampachtig met het hoofd draaien, omdat hij de roode oogen zou bomerken. Ja, ja, ge hebt talent voor zoo iets prinses. Wij beleven het misschien nog wel eens, dat gij naar het tooneel gaat of in een café-chantant, als do vorstin hoe heet zij ook weer Maar dat doet niets ter zake De kleine komedie, eenmaal afgespeeld zijnde, toen begon het weenen en zuchten weer opnieuw en toen kreeg hij te hooren een lange litanie van het vele booze van mrs. Eagles, die haar den ongehoorden eisch stelde om in een bazaar te verkoopen." Marie had met een uitdrukking van wrevel toegehoord. Nu zeide zij met eene van ver plichten te vervullen. Maar dat geleide lijk voortleven, zonder te groote schok ken, het komt nietallerlei hinderpalen versperren den weg het blijft een worstelen om »er boven op te komen", allerlei tegenspoeden verzwaren den strijd. Zware wolken verduisteren het uitspansel, gure winden drijven de warmte weg, de zomer des levens, het tijdperk van volle krachtsontwikkeling van het meest intensieve genot, gaat voorbij in vruchteloozen kamp. Er is in veler be staan te weinig warmte en te weinig licht, een tekort aan vreugd en aan welbehagen en naarmate de jaren klimmen, vergaat ook de hoop op be tere tiiden. Maar ziet, er komt een overgang: de strijd is niet vergeefs ge weest, de tegenstand trekt zich over wonnen terug; de ijver vindt zijn loon in waardeering en stoffelijke vergoeding de last wordt lichter. Wel zijn dan me nigmaal de jaren, die men meende tot de beste te mogen rekenen, voorbijgegaan in strijdrumoer en heeft de opwinding der hartstochten haar uitwerking niet gemist, maar de bloemen, die nog maar schaars zich kenden ontsluiten, zij gaan nu open en de late vrucht wordt met dankbaarheid geoogst. De nadering van den levensavond brengt een stem ming van bevrediging, van verzoenende gezindheid in het worstelen tegen de ongunst van menschen en van dingen zijn de scherpe uitwassen afgestompt, heeft het karakter zijn ronding en vor ming bekomen, is het aanpassingsver- mogen geoefendde stroom der erva ringen heeft vooroordeelen weggespoeld en heldere inzichten aangevoerd en zoo treden zij, die door het leven heb ben mogen leeren, de slotbedrijven te gemoet, die niet zelden de schoonste en de belangrijkste zijn. In dien afloop van dit natuurleven, weerspiegelt zich zoo schoon den loop van 't menschen leven. De lente, de zomer, de herfst en winter des levens zoo schoon, zoo duidelijk kunnen wij ons die voorstellen bij zulk een overpeinzing. Ook 't menschenleven eindigt, de mensch neemt afscheid, en ook 's-menschen plaats wordt weer ingenomen. Maar tot stof en asch vergaan, keert de mensch weer, wij allen weten het uit de diepte onzer godsdienstige overtuiging, aan achting bevende stem «Ik heb nooit eene goede meeuing va» u gehad, miss Fortesque, maar ik hield u toch nog voor beter, dan gij zijt." «Probeer eens mij mijne leugens te toonen, als gij kunt!" schreeuwde het woedende vrouwmensch. «Dat zal ik niet beproeven antwoordde Marie rustig. «Met menschen van uw soort laat ik mij niet in." «Ik verzoek echter ook, dat gij spreekt," voer mrs. Eagles uit. «Het kwam er nog maar aan te kort, dat gij u tegenover mij op een standpunt steldet 1" Marie keek in het booze gezicht met het harde rood op de wangen en in de oogen, waarin zich de pupillen zonderling hadden saamgetrokkeD, zoodat zij aan kattenoogen deden denken. Dat zy deze vrouw vroeger schoon had gevonden, scheen haar onbegrij pelijk. ,,Ik beveel u te sprekeü schreeuwde mrs. Eagles stampvoetend. ,,Wat wenscht gij te weten ,,Of de zaak is, zooals miss Fortesque ze volhoudt" ,,Neen. Het zcogenaamde rendez-vous was een onverwacht samentreffen, geheel onvrij willig aan mijn plan en van eene booze mrs. Eagles was geen sprake." ,,Ha, ha, ha, er zijn menschen die om niets liegen, lachtte miss. Fortescue, terwijl mrs Eagles sarcastisch liet hooren „Gij verlaDgt toch zeker niet dat ik u geloof?" „Geloof wat gij wilt," antwoordde Marie met gelatenheid waarvoor de andere wel uit de huid zou springen. „Gij akelig schepsel," siste zij Ik zal u zeggen, wat ik geloof: Gij zijt eene leugenares van de ergste soort en eene slechte persoon erbij vertel, wat gij gisteren gezien hebt, Fortesque Fortesqeu liet zich dat geen tweemaal zeggen, „En als ik 't voor 't gerecht bezweren moest, sloot zij haar bericht, „dan kon ik het. Uit zijn huis kwam zij gestormd en toen ze mij zag, toen kreeg zij direct een pnrpeirooden kop als nu." „Waarachtig," lachte mrs. Eagles, „zy kan nog blozen Dat had ik niet gedacht 1 Of zij gene zijde des grafs, in heerlijken glorie. Wij weten bestemd te zijn voor een hooger leven. En wij die in het immer voortlevende woud van Gods heerlijke schepping voortleven, en geen ruimer plaats inne men, dan die van een enkel boomblad, maar die toch mee de schoonheid van 't woud, in de oase der schepping, moeten helpen vormen onderhouden en beter maken, doen wi\ het onze om zooveel mogelijk 't menschenleven, de maat schappij, het zedelijk en godsdienstig leven hooger op te voeren, opdat wij als ook de herfst voorbij snelt en de winter naakt, gerust kunnen zijn en zeggen >ik heb mijn taak volbracht." Zelfs 't wegstervend blad geeft aan dengene, die het zien wil, een schoone les. Profiteeren wij ervan Ieder op zijn terrein. In onze katholieke pers, zoo groote als kleine bladen is een polemiek ont staan, waartoe het nieuwe katholieke weekblad tde Voorhoedede aanleiding is. Dit nieuwe weekblad is onlangs, zoo als wij indertijd mededeelden, verschenen bij de wakkere uitgevers-maatschappij »Futura« te Leiden, eene firma die reeds veel goed werk de wereld inzond op sociaal gebied. Is dit nu, het verschijnen van een nieuw weekblad, een aanleiding voor de katholieke bladen tot een polemiek en voor uwe redactie om ook op deze plaats erover te schrijven, zal men zeggen. Neen, daar zit 't hem niet alleen, de kwestie is deze. Op een nog al blufachtige wijze werd de groote trom geroerd voor dit nieuwe weekblad, dat van alles en nog wat zou bevatten; maar ook hierop valt niets af te dingen. Wij willen hier alleen wijzen op een der hoofd-hoedanigheden waarom tde Voorhoedeer in zou en er in moest, en dat was wel vooral om de locale neutrale pers te bestrijden, dat was het hoofddoel, terwijl voorop was gezet dat die neutrale pers moest bestreden worden door de katholieke locale pers. Dat deze inconsequentie aanleiding was tot'polemiek in kleine en groote pers is duidelijk. Wij willen over deze zaak van onzen dat nu nog zal loochenen Spreek beval mrs. Eagles. Wat hebt ge op deze aanklacht te antwoorden „In 't geheel niets," antwoordde Marie zich met geweld tot zelfbeheersching dwingend. „Ik heb u, mrs. Eagles op de wereld ove rigens in 't geheel niets meer te zeggen, als dat ik binnen een uur uw huis verlaat." Zoo Zoo dat vertelt u me nog ferm. Ha, ha, ha Als ge niet vrijwillig gingt, liet ik je aan de deur zetten. Gelooft gij, dat ik een dergelijk persoon nog een nacht onder myn dak zon willen Marie was al halfweg tot de deur, maar nu voelde zij zich gedwongen terug to gaan en bij haar laatste nog een allerlaatste te voegen. „Aan welke kant de slechtheid is," hernam zij, het paar verachtelijk aanziende, „daaraan zal wel geen twijfel zijn." Het had den schyn, als wilde mrs Eagles met gebalde vnisten naar voren stormen, maar Marie's blik bande haar op hare plaats, Deze koude trotsche blik, waaruit de ge zelschapsjuffrouw haar bij 't afscheid nog de vorstin liet merken, maakte op de heerscheres van Clyve Court zulk een diepen indruk, dat zij in 't vervolg nog dikwijls tevergeefs poogde, hem ook in hare oogen te krijgen, nl. om zich eens trotsch en fier voor te doen, Op 't oogenblik was zij zoo woedend, dat zij zoodra zij de denr achter Marie gesloten hsd een scherpe buiging voor mis. Fortesque maakte, en deze eene klinkende oorvijg gaf. Ondank is werelds loon. XXXI. Twee uren later zat Marie in een spoorweg coupé, de afrit van den trein wachtend. De laatste indrukken, die zij in de tuinka mer van Clyve Court gekegen had. waren voor 't oogenblik als weggewischt uit hare herin nering. Voor haar geest zweefden twee beelden eene van een doode, en 't andere van een levende. In hare torenkamer op het met wit behan gen bed, omkranst van haar heerlijk gouden haar lag Kate Armitage. De wasbleeke handen rustten op haar borst, het schoone aangezicht had een vreedzame uitdrukking en om de woord zeggen en nu een algemeen kant nog een enkel wel dit. Wat moet weekblad doen om de neutrale locale pers te bestrijden, immers niets. De redactie van tde Voorhoede*de uitgevers-Mij. Futura zal toch wel beter weten wat behoort voor een lokaal blad tenminste men zou 't mogen ver onderstellen of anders moest zij niet den toon aanslaan als was zij daarvan op de hoogte. Denkt men dat men van uit Leiden een locaal blad voor de ver schillende streken van ons land kan redigeeren, nog erger, denkt men dat men één blad kan stichten en redigeeren dat voor alle streken als locaal blad kan dienen, of wil men soms het systeem gaan toepassen om een zeker gedeelte van de ruimte met nieuwtjes en ver slagen speciaal uit die en die streek te gaan vullen. Dat toch is een onbe gonnen en doelloos werk 11 Neen, niemand beter dan de redacties der locale bladen weten hoe ze voor hare streek moeten werken om er invloed ten goede uit te oefenen, de neu trale pers te verdrijven en den grootst mogelijken lezerskring te bereiken. Dat berust op zooveel eigenaardige moeilijk heden, dat 't beslist niet mogelijk is die alle vanaf Leiden of waar ook te kennen en daarmede rekening te houden neen, dan moet men zitten in 't hart der streek, waarvoor men is, waarvan men de plaatselijke politiek kent, in het kort, waarvan men geheel op de hoogte is maar dan ook, dit mag hier gezegd blijve men locaal-blad, dan moet men niet zoo dadelijk Tijdje of Centrumpje willen spelen, dan ook verliest het locale kath. weekblad zijn doel en zal het groote nut, dat het anders afwerpt, te loor gaan. Een algemeen weekblad, waarvoor wij „de Voorhoedeaanzien heeft zijn plaats, maar het trachte onder zekeren schijn van zeer bijzonderen steun en protectie niet die weekbladen concurrentie aan te doen, die in 't belang van godsdienst, actie en partij en streek van het hoogste nut zijn, die hun beste beentje zooveel mogelijk vooruitzetten en dikwijls toch met zoovele moeilijkheden te kampen hebben; daarmee is de goede zaak in plaats van gebaat, ten zeerste geschaad. Ten slotte houde zich de Voorhoede aan haar aangekondigden stelregel in het eerste nummer, n.l. om zooveel mogelijk alle polemiek met katholieke bladen te vermijden en spreke niet van bladen, die de manier van optreden, aankondi gen enz. van dit nieuwe blad op meer of minder scherpe, hoewel veelal rake wijze afkeurden, als van »een of ander kwijnend weekblaadje, dat alleen pro testeert uit afgunst en nijd». W— Bijenteelt. Het krachtige leven in de bijenwoning is voorbij, zoowel in als buiten den stok ziju de werkzaamheden sterk afgenomen. De bijen gaan hcur langen rusttijd tegemoet eu bereidden zich reeds daar op voorhet broednest werd ingekrompen en de cellen, daardoor vrijgekomen, werden gevuld met bleeko lippen speelde een glimlach, die zij in haar leven nauwelijks gekend bad. „Laat na dat weenen," zeide dit lachen, „ik heb met de ellende des levens afgerekend't is mij veel, ik ben thans gelukkig." Ja, het beeld der doode was niet het treu rigste wat Marie voor oogen had. Daar ging hij heen Jack. Door de glazeudeur trad hij op het terras. Nu draaide hij zich nog eenmaal om, en toen hij haren blik ontmoette, die hem zoo liefdevol volgde, knikte hij haarden laatsten groet toe den allerlaatsten die hij in het leven van haar zou ontvangeu Nu moest de trein zich direct in beweging zetten. Men hoorde in de verte bet dichtslaan der coupédeuren Nu kwam Roijnolds aaugeyld die tevoren in hoogst eigen persoon, op den bok van haar vieze cab gestegen was, om haar bij de afvaart behulpzaam te kunnen zijn. Hij reikte haai het biljet toe en stond met den hoed in de hand met glinsterende oogen. De goede Herri had reeds bij 't afscheid heete tranen vergoten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1