I Zondag IT November L907. 30® Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. aï n Eerste Blad. en, is, n. [R Mummer 91. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen BEKENDMAKING ïw. l LANDBOUW. b Uitgever: en Ilf. m. ^z. FEU1LLETOJS. van t van heer ?nten >rden 'gent verd, in, ur. tde tie zf lids- lid- tten zen der lies Dit Blad verschijnt Womidig- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per S maanden f0.~5. Franio per poat door het geheele rijk f0.90. Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden Uitgever. aan den WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advbrtintiïn 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters 'naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Grondbelasting. De Burgemeester der gemeente Waalwijk «ukt bekend, dat hij ter Secretarie dexer jmeente, gedurende 30 dagen, ter inzage van elangheblenden heeft nedergelegd, eene op- ivo van uitkomsten bedoeld in de artt. 15, 3 en 43 der wet op de grondbelasting. De versoekrchriften om hermeting of her chatting op kosten van ongelyk, die om ver- iutiging van schattingen, welke geacht wor- (D in strijd met de wet te zijn verricht, de nwaarschriften tegen ambtshalve verbeterin- en van misstelling in de belastbare opbrengst, van onjuiste metingen en berekenigcn, oomede de bezwaarschriften omtrent de onder erpen, bedoeld in art. 43 der wet, behooren hidens de artt. 16 No. 1, 19 No. 2.23 derde d en 44, by Gedeputeerde Staten dezer Pro- incie te worden ingediend, binnen dertig igen na de dagteekenlng deze bekendma— Waalwijk 16 November 1907 De Burgemeester voornoemd Th. Dl SuRMONT DB BAS SmBELB. IJK. ïtsen tooi- [JK. ter. van ie EN. \n vervolge op onze beschouwingen ver dc Ouderdomswet" willen we hier er aanvulling een kort overzicht geven via de stelsels, die worden toegepast om hen, die van het werk hunner han den of hersenen leven, te verzekeren egen ouderdom en invaliditeit. Men kan hierbij spreken van drie oofdsystemen en wel van het Duitsche, iet Belgische en het Deensche stelsel. Het Duitsche stelsel, kortweg dwang verzekering genoemd, is wel het meest angevochte. Zoowel van rechts als van links oefent nen er een ongenadige critiek op uit. Zoo beweert links, dat het is >roof van staatswege op de arbeiders* en rechts richt zijn afkeurend oordeel tegen iet gemis aan rechtsgrond voor den hatelijken dwang* in deze verzekering m noemt het een echt Duitsch systeem van ambtenaren dwinglandij, omslachtig. en. I duur en oneerlijk, omdat het, naar men meent ten slotte toch niets anders is dan verkapte armenzorg. Nu is het wel opmerkelijk, dat minister Veegens' ontwerp het Duitsche stelsel tot voorbeeld heelt genomen. Zijn ont werp volgt dan ook in de hoofdlijnen het Duitsche systeem. Het is, evenals dit, eene dwangverzekering, doch tracht in enkele opzichten de fouten van het moedersysteem te ontwijken. Zoo b.v. in het opnemen van kleine werkgevers en het tot verzekering toelaten der vrouw, benevens het weduwenpensioen. Opvallend mag wel heeten, de houding onzer sociaal-democraten tegenover die hunner Duitsche partijgenooren. Deze laatsten toch noemen het ook door mi nister Veegens gevolgde stelsel een >roof van staatswege op de arbeiders*, terwijl onze S. D. A Pers, alias de Volk-Redactie, 't ontwerp, zoo niet warm verdedigen, dan toch in elk geval in bescherming nemen tegen Kuyper's invaliditeitswet. Met sophismen als de volgende trach ten zij nu reeds stemming te maken voor haar wellicht ook in eigen oogen riet al te best te verdedigen houding De Re dactie van het Volk stemt met den Minister in, dat vroegtijdige invaliditeit, veroorzaakt door ziekte of gebrek, ont staan in het beroep, een logische uit breiding is van de ongevallenwet, gelijk dan ook in Engeland reeds een begin gemaakt is met de toepassing van dit beginsel. Dat dus Veegens in plaats van Kuyper's invaliditeitswet een ouderdoms wet geeft, is op zich zelf geen feit, waarover de Minister lastig te vallen is*. Ei lieve, het Volk weet toch zeker evengoed als wij, dat er nog eene andere invaliditeit bestaat dan die, door ziekte of gebrek veroorzaakt wordt. En moeten dezulken dan maar wachten Bovendien, is het nog een open vraag, of dat in begin toepassing zijnde En gelsche systeem (ook een beroep op iets, wat men in één land nog maar begint toe te passen) zoo logisch Is Neen, Volk-Redactie, wij hadden direct een vernietigend veto* van U verwacht. O zeker, wel stipt ge in Uw vervolg- stukje op bovenstaande aan, dat ge be zwaar hebt tegen het stelsel van ouder- domspensionneering de aanvaarding der verzekering in plaat» van staatspension- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". IV. Daarbij hesrachte overal znlken dikken mist, iat men geen twintig stappen ver zien kon. Het was waarlijk geen wandelweer 1 Dit leheen ook de gedachte te zijn van den knecht, die miss Elsie's paard vasthield. Gij zoudt best vandaag niet uitrijden, ails Elsie, Beide hij, terwijl hij het jonge meisje in bet zadel hielp, het weder is te ilicht'l Zonder de opmerking van den kneoht te beantwoorden, gaf zy het paard eenige lieht# lisgen met de rijzweep en draafde door de dreef, terwijl de dienstknecht haar verwon derd nastaarde. Weldra bereikte zij Buchen- iolm, het geboortestadje van Constance. De 'a&ts had haar naam bekomen onwille der >oge en buitengewoon sterke beuken die het omgaven Een wijde rijweg en daarnevens Mn evengroote voetweg langs beide zijden met machtige benken beplant die zeer hoog bnnne likken samenstrengelden tot een loofgewelf, leidden naar een woonhuis dat in prachtig modernen stijl opgebouwd was, Als Elsie voor het huis kwam, naderde haar «en dienstknecht om haar in het afstijgen te helpen en het paard ter stal te leiden. Bij den eersten oogslag bemerkte zij het treurig gelaat van den knecht en terwijl zy uit den zadel wipte, vroeg zy deelnemend Wat is er, Antoon? O I miss Elsie, er is iets treurigs voor- givallen, antwoordde de aangesprokene ern- 'tig. Hebt gij het nog niet vernomen? Wat is er gebeurd vroeg Elsie angstig. By het gedacht dat Constance iets slechts we dervaren was, verbleekte zij plotseling. Er is toch aan uwe jonge meesteres niets hwsads overkomen neering, doch uw oppositie is zoo tam, dat die houding kwalijk te rijmen is met de woede, waarmede ge destijds Kuy per's ouderdoms- en invaliditeitsverzeke ring aanvielt- Maar, 't Is waar ook, minister Veegens is een roan van links. en Kuyper was nu eenmaal de gehate >socialistenfresser". Neen, dan vinden we resoluter en opbouwender werken, wat de Prov. Gr. Ct. wil. Ook deze ontwikkelt een bezwaar tegen het ontwerp Het kan de beperking der verplichte verzekering tot arbeiders, en wel tot diegenen, die minder dan f 1000 loon verdienen, niet goed vinden. Zij weet wel, dat men haar antwoorden kan Bij welk bedrag moet dan de grens getrokken worden Kan men ieder ver plichten zich te verzekeren Zouden dan niet in den overgangstijd de lasten voor den staat te zwaar worden Maar dit alles vindt zij geen reden, om eenerzijds aan een deel van de burgers te schenken wat aan allen in dezelfde mate toekomt, en om anderdeels die burgers, welke in niet veel mindere mate dan de arbeiders gebukt gaan onder den druk van de zorg voor den ouden dag, zoo geheel anders te behandelen dan de werklieden. De beteren onder dezen zullen zeiven van zulk een afwijking van het gemeene recht niet gediend zijn en Inzien, dat zij vaster zullen staan, indien zij het voor recht van zich op weinig bezwarende wijze pensioen te kunnen verschaffen, ontleenen aan hun kwaliteit van Neder- landsch burger en niet aan die van nog-niet f1000 verdienend werkman. Vergeet ook niet, zoo gaat de Prov. Gr. Ct. verder, dat bij de gestadig rijzende loonen binnen afzienbaren tijd vele be kwame werklieden in de groote centra boven de grens zullen groeien. Deze kant van de zaak is volgens haar door de Regeering te weinig bezien en in de Memorie van Toelichting maakt zij er zich te kort af. Stuit een meer algemeene regeling of de uitbreiding van hef begrip werkman tot ver boven de loongrens van f 1000 op onoverkomelijke bezwaren, dan blijft nog te overwegen de vraag, of de Staat aan hen, die meer dan f 1000 verdienen, althans niet dezelfde zekerheid kan aan bieden als aan den werkman. De vraag m. a. w. of een Rijkslijf die wordt verwacht, meer g. n. middenstand ten bate rentebank, aan den z. zal komen dan aan de eigenlijk gezegde werklieden* of zulk een bank niet naast of met de ouderdomsrenttbank moest worden opgericht, ten eerste den niet-werkman, die vast ouderdoms-pensl- oen wil genieten, althans dezelfde zeker heid te geven als den werkman. Zij meent, dat amendeering van het wetsontwerp in dien zin Instemming zou oogsten en de wet meer nationaal en democratisch zou maken. Waarlijk dit denkbeeld, verdient ern stige overweging, 't Zou het proletarisch carakter van het ontwerp geheel wegne men en zeer zeker 't ontwerp maken, tot een, dat niet een gedeelte der natie, maar 't geheel ten goede kwam. En thans, na deze Indirecte uitweiding de volgende twee genoemde stelsels, doch deze in een tweede artikel. O moest ik op deze vraag niet ant woorden zei de kneckt eenen traan afgevegende die in zijne oogen biggelde. Miss Constance is ontvoerd En niemand weet waarheen 1 Elsie beefde van schrik. Het was alsof een onsiohtbare hand haar eenen hevigen slag had toegebracht en haar ten gronde wilde werpen. -- Onmogelijk 1 riep sij verdwaald nit, en zocht eenen steun, want zy wankelde. Wie, wie zou ze ontvoerd hebben Wie zou tot zulke ongehoorde daad bekwaam zijn Daarover heb ik den ganschen dag na gedacht, wedervoer de man. Ik heb haar sinds gisteren avond niet meer gezien en dezen morgen is hare verdwijning ons eerst bekend geworden. Maar Jenny, die bij haar was, is ontroostbaar. Nina. Jenny's zusters, is met haar gegaan, met miss Constance, die eenen brief voor haren vader hier gelaten heeft. Eenen brief riep Elsie wellicht zal die eenig licht over die verdwijning gevea. Zij verliet aanstonds den knecht, liep de trappen op, ijlde door de gangen en trad in de kamer, waar Constance's vader zich bevond. Hij zat in eenen grooten zetel en wrong wani opig de handen. Een brief lag neven hem op de tafel. Walter Leslie was een man van zeventig jaren, sneeuwwitte haarlokken omgolfden zijn edel en eerbiedwaardig aangezicht. Als bij Elsie gewaar werd, wilde hij opspringen en haar te gemoet snellen, maar zyne zwakke krachten weigerden hem dien dienst en mach teloos zonk hij op den stoel wederom neder Te laat, miss Liddon, te laat 1 gij komt te laat, riep hij met bittere stem nit. Zy is weg voor altijd; zij, het licht mijner oogen, de eenige steun en troost mijner oude jaren 1 mijn dierbaar kind 1 mijn schoone Constance 1 Zy is weg 1 Zijne ziel stroomde over wanhoop, bittere spijt, vertwijfeling vervulden zijn hart, hy verborg zijn aangezicht in beide handen en barstte in een vloed van tranen los. Elsie trad voor hem, knielde aan sijne voe ten en sprak met bewogen stem, terwijl sy zyne handen drnkte Lieve mijnheer Leslie, troost u, schep moed 1 Ik ben overtuigd dat wij miss Con- stance weldra gelukkig sullen wedersieuik bid n, geef, u niet aan bittere smarten over. De grijsaard scheen niets te hooren. Zyne oogen zagen met verdwaalden blik in bet rond als zag hij geen enkel voorwerp, maar als volgde hij de verzwindeade beelden die zijne opgewonden verbeelding hem voor den geest bracht Wat heb ik da* gedaan om soo zeer gestraft te worden, riep hij met gebroken stem uit. Welke schuld rust op my dat de steun mijner oude jaren mij ont rukt wordt? Ik heb zoover ik weet niets kwaade gepleegd, en toch ontneemt my de Hemel wat mij het dierbaarst is op aarde 1 In voorspoed waren wy van vele menschen omringd die zich onze vrienden noemden, maar helaas 1 nu de tegenspoed mij pijnigt, verlaten mij allen 1 En nn beeft men mijn eenig kind geroofd., nooit zal ik ze wederzien O 1 Con- stance.... o Constance I.... De onstilbare smart welke in zijn binnenste woedde, gaf aan zijne stem een hartroerenden klank. Elsie's lippen beefden, bittere tranen ont sprongen hare oogen en beletten haar te spreken Hare oprechte deelneming in het verlies ha- rer vriendin maakte den ouden man nog g voeliger. Zijne oogen verloren den wilden strakken blik, doch geen enkele traan kwam nog zyn bedroefd hart verlichten. De slag die hem trof was zoo hard, zoo smartelijk, dat hij er ale in verstikte. Hy legde zyne handen op Eleie'e hoofd, welk# op de arm- lennen van zijn zetel rustte en reide vriende- lijk Arm kind 1 Gy beminde haar 1 ik weet het waarom weent gij toch Gij hebt wel licht nog vele aidere vriendinnen die u zoo liefhebben, als sy maar ik heb niemand meer, ik ben gansch alleen gansch alleen in het leven 1 Er is niemand ter werold die rich om den ouden gebogen man bekommert sedert zyn eenige dochter hem uit zyn armen gernkt werd, zonder de minste verklariig te laten over het lot dat haar te wachten staat I.. Zonder een laatsten blik, «onder een taar wel ging zij van mij weg 1... Elsie had in hare smart en in hare deelne ming voor den ouden heer, den brief dien Con ■tance achtergelaten had, geheel vergeten. Na Tegen de slakkenplaag. Veelvuldig waren dit jaar de klachten orer de slakkenplaag, menige bof eu akker werd er erbarmelijk door geteieterd. De slakken waren dan ook in heur element vocht behoeven se om te kunnen tieren en zich te vermenigvuldigen, en dssr man keerde het dezen somer niet. De voo» ons sobtdelijke slakken behooren tot de naakte slakken en de beruchtste van deze ie de grauwe vcldslak of akker aardslak, welke wel eeu halven deeimeter lang kan worden, maar in het najaar wanneer «ij pas «it het ei te voorschijn komt (vele komen eerst in het najaar uit) niet langer ie dan één centimeter, eu in simengetrokken toe- ■tand slechte een paar milimeter. De grauwe veldalak is grauw, soms met roode tint, op den rug, lichtgrijs, bijkans wit aan den buik, langwerpig, glad, met donkere voelers. Men vindt se het heele jaar door, tal'ijk of minder talrijk naar gelang de weersge steldheid. In den herfst siet men se meer dan in 't voorjaarwanneer namelijk de somer gunstig voor haar ontwikkeling is dus nat, sooals die van 1907 by uitstek was en ook het nejasr ie vochtig, dsn komen de alskjei reede in dit eeisoen uit iet ei gekropen. Geen wonder derhalve, dat thans vele hovenier» met deze diertje» in rijke raat» zitten opgeschept. En wanneer se zoo, bij het invallen van de konde, ver dwijnen, dan kraaie men geen victorie, want de lieve diertjes zijn dan volstrekt niet voor goed verdwenen. Ze zijn elechte in den grond gekropen, diep verscholen, et blijven daar in verstijfden toeetend tot de voor- aarszon se weer wekt. Alsdan begint liet lieve leventje. Ze eten dan al haar best echte lekkerbekken als ie sijn van al wat jong en malsch «n sappig is. Ze eten van den morgen tot den avond en van den avond tot den morgen, want se vragen niet naa: dag of nacht, maar alleen Ia het vochtig, is het nat En is dit het geval, dan komen ts te voor-chijn, om zich te goed te doen een de malsche sla-plantje», san de kool, de jonge klsverplantjee, de bladeren vsn het koolzaad, de knollen, het jonge graan, aardbeien en (gevallen fruit, komkommer en augurken, jonge boontjes en pompoenen, kortom, al wat maar malsch en eappig i», i» san heur g'ding. Zoo kout het, dat se snik sen groote verwoesting kunnen aanrichten, dat de land bouwer of hovenier er wanhopig door wordt. Een slak kan, naar men zegt, wel 400 eieren leggen per jaar. Velen onzer zullen ze meermalen gezien hebben hoopjes van 6 tot 15 op vochtigs plaatsen, onder 't gras, moe of in apleten van den grond. Daar verioholen verdragen ze de felste koa en droogteineengedroogd, zwellen ze later door de vochtigheid weer op. Gelakkig, dat de alak natuurlijke vijanden heeft. Allereerst de droogte, meer nog de sou. Haar lichaam acheidt steeds slijm af, bij droog weer en op drogeu grond het meest. Houdt echter de droogte aan, dan gaat «ij te gronde door aitdrogiug. Tot de verdelging der slakken die onder gunstige omstandigheden eeni ge jaten oud kunnen worden vinden we krachtige meiewerking by versehillende die ren. Stellen we dese vrienden op prijs 1 Vervolg de mollen niet te zeer I Dood geen padden en kikvorachen in uw tuin, die daar geen kwaad, maar louter goed doen Staak uw vervolging van kraaien en spreeuwen Laat, zoo mogelijk, uw varkens, eenden, kippen en daiven vrij rondloopen op den geteisterden grond I Maar met dat al 't is waarzult ge in vele, in de ergste gevalle*, niet ge- hoi pen sijn. Wat dan verder te doen De eorzaak te veel vooht wijst als voor dacht zij er weerom aan en verlangde hem te lezen. Wellicht sou ay erin «lagen den duisteren sluier, dien Conatanoe's oplichting bedekte, op te lichten Mag ik den brief van Constance eens lezen vroeg zij bevend. Ja, ja, hier ie hij Gij hebt het recht, haar vaarwel te leien, het laatste vaarwel eener vriendin. Elsie nam den brief nit ayne hand en las gejaagd en haastig den zelfden inhoud Mijn goede en lieve Vader. Eer gy dezen brief leest ben ik reed» ver van mijn geboortedorp 1 maar treur, noch klaag om mij Ik hoop spoedig te kunnea Ik kan, ik wil na nog nietieg- c gedwongen be erlaten, maar g scheiding mij te «martelyk om als eenige ver klaring te geven. Ik wil n voor het oogen- blik geene verder# bijzonderheden mededeelen; Constance. Elsie las den brief met verwondering en verslagenheid. De brief gaf niet de minste ophelderingdoch een geheim scheen in eiken regel van den brief besloten. Wat kon mies Constance aansporen haren ouden vader en haar geboortedorp te verlaten 1 Elsie verzonk in diepe gedachten, en hoe meer lij nadacht, hoe duisterder haar het voorval scheen. Dui zenden redenen loebt «ij op geen enkel wet tigde dit plotseling verdwijnen. Elsie staarde den ouden man aan die met gesloten oogen op den zetel leunde. De opgewondenheid, de kommer, het zwaar verdriet had hem overweldigd. Hy scheen te slapen. Stillekene etond Elsie op en beval eene oud# dienares by M. Leslie te waarna zy langzaam, in gedachten verslonden het huis verliet. Zy was zoodanig in ge dachten verdiept dat aij hat gemisch van lichte etappen niet hoorde en plotseling ver schrok. als eene klaar klinkende stem riep Elsie Zy keerde «ich spoedig om en ontwaarde een persoon, wier donkere oosen, ietwat bruin gelaat, kleine sierlijke gestalte, en ronde vormen verrieden, dat aij een kind van het zonnige Frankryk, voor zich bad. Het was Jenny 1Ar rong#, de halfzneter van Nina. Nina'a vader, die het ambt van opsiena* te Buchenholm waarnam, had zijne vrouw door den dood verloren, als Nina nog een kind was. Een jaar na die treurige gebeurtenis moest hij naar Londen, waar hij eene schoone Fran- sohe vrouw leerde kennen en beminnen. Zjj was weduwe en had eene dochter, welke te Parijs bij hare grootmoeder woonde. De Fransche vrouw stemde toe in de neiging die Nina's vader haar toedroeg en beide vereenig- den zich in het huwelyk. De jonge vrouw liet hare dochter mtParys kernen en trok met den nieuwgetrouwden echtgenoot het opzienerehuis te Bucheiholm in. Constance Leslie vond, als zij nog kind was, vesl vermaak met Nina, die haar bestendige speelmaat was, en die ze later al» kamermeisje en gezelschapsjuffer uitkoos. Jenny ondertos- ■chen wist door haar gevlei weldra in het hart haars stiefvaders te dringen, «oodat zy zijne lievelinge werd. wat des te beter gelukte daar zyne eigene dochter in het heerenhuis verbleef. In zulke omstandigheden moest de moeder er geene groote pogingen voor doen om vader te aoen besluiten hare Jenny te Parijs in een opvoedingsgesticht te plaateen van waar «y een jaar voor den aanvang onzer geschiedenis terugkeerde... Als nu op haren r^ep miss Elsie staan bleet, naderde zy met geheimnisvol gelaat enna naar alle kanten gekeken hebbende om zich te overtuigen dat niemand haar bespeurde, zeg de hij Is juffer Elsie in huie geweest Ja, antwoordde de aangeeprokene ver wonderd: Hebt gij geenen argwaan over het verawy- nen van Conetance uit het ouderlijk hui» en weet gij wie «y als gezellin verkozen heeft (Wordt vervolgd.) t. r> "o - .k,A. ,r r«ii i De Echo van het Zuiden, ft'aalwpscbe en Laigstraatsehc Courant, p 0- bult geene veraere Dijionunrucuou ik bid n, myne afwezigheid, die, ik hoop bet van korten duur zal zijn, met moed en gr rustheid te dragen. Myne getrouwe Nina volgt mij. Elsie die ik bemin en die my lief- heeft, zal, zooals ik durf hopen, eene tweede teedere doohter zyn voor n tot den terugkeer van uwe teergeliefde

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1