!N uminer 99.
Zondag 15 December 1907.
80' Jaargang.
B
1
Toegewijd aan
Handel
11? or s
industrie en GesTieentebeüanHen
Tweede Blad.
Seoée llmisbmsl
Gemeenteraadsvergadering
ASTOON TIELEI,
MENGELWERK
LANDBOUW.
Uitgever:
JaiL H
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Chloorkalium.
II
NIEÜWKUIJK.
«7T7I' v'. v
fcSE
cho van
ei
(iwant
Dit Bl\d verse ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A. b o n n a m e n t s p r ij s per 3 maandeu f 0."5.
Fraiwo per poat door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden atulken gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
aan
den
Advertbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Het was een ontzettend warme dag ge
weest. Loodrecht had de zon haar stra
len gezonden op de stad Paramaribo, die
uitgestorven scheen. Niemand toch had
zich bij deze hitte op straat gewaagd.
Een flauw zeewindje voerde een onge
zonde moeraslucht mee- De duisternis
viel bijna plotseling in, reden, waarom
een jonge man, gekleed in een grijs
linnen costuum, opstond onder den groo-
ten boom en een klein wit huis betrad.
Een half volwassen Indiaan, met groote
donkere oogen en een pijpje tusschen de
tanden, volgde hem op den voet. Hij
stak de lamp op en plaatste die op een
sier.ijke tafel, zette de ramen nog verder
open en schoof voor de opening een
groot rechthoekig net van fijn ijzergaas
om alle muskieten en nachtvlinders bui
ten te houden.
De jonge man had plaats genomen op
een gemakkelijken rieten stoel, dicht bij
het licht. Het moest ieder opvallen, hoe
om dat knappe gelaat een lijdenstrek speel
de, dat gelaat met zijn hoog-gewelf voor
hoofd, zijn zachte oogen en den welge-
vormden neus. Donkere snor en hookl-
haar deden de blankheid zijner huid te
beter uitkomen de blakerende zon van
de West had z'n gelaatskleur niet kun
nen tanen. Maar hedenavond wat droe
vige blik, wat roodgekreten oogleden
Uit zijn binnenzak kwam een brief te
voorschijn, een brief met vele stempels
en lang adres Ja hij kende dat hand
schrift I Gelezen en herlezen had hij den
inhoud en de tijding maakte hem wild
van smart. Nogmaals hield hij het blad
in de bevende vingers en wederom vloei
den zijn tranen.
De Indiaan keek verwonderd op en
als begreep hij, dat zijn meester leed,
verliet hij de kamer. Daar buiten hurkte
hij neder op de trap.
De brief ontgleed aan de bevende
vingers van den jongen man. Nog dezen
morgen had hij gejubeld, 10 dagen nog
en ik kan vertrekken, vaarwel zeggen"
aan dit verschrikkelijk land, dat hem
eenmaal, 5 jaar geleden, zoo aantrok.
Nog ti«n dagen en ik kan de lang
verbeide terugreis beginnen, familie en
vrienden in de armen sluiten en thuis
zijn en dan zoo gauw mogelijk een be
zoek brengen aan dat kleine cforp
waar zij woont. Ja, nog dezen morgen
had hij het uitgezongen van vreugd,
dat hij haar zou terugzien, natuurlijk
gezond en wel en verlangend hem te
zien, die lange jaren was weg geweest.
Hoe heeft hij bij de gedachte alleen,
dat hij weldra bij haar zou zijn, zich
onuitsprekelijk gelukkig gevoeld 1 Nog
10 dagen en de lijdensjaren waren voor
bij 1 Nog 10 dagen en hij ging weer
herleven 1
Maar elk vreugdegevoel was thans uit
zijn hart verdwenen. Het korte hericht,
geschreven door den broeder der ge
liefde, stopte elke vreugdebron. Zij
ernstig ziek 1 En hij verre, gescheiden
van haar door onmeetbare zeeen. Die
gedachte deed ook in zijn ziel een zee
van smart bruisen. Het was zijn voor
nemen geweest eenige dagen in Rot
terdam door te biengen, na zijn zeereis,
maar de brief bevatte de smeekende
vraag, toch direct door te komen, want
het lijdende meisje vroeg met innig
verlangen hem nog eens te zien.* Ja,
hem nog één keer zien en dan sterven.*
Als door 'n bliksemslag had die brief
z'n geluk verstoordhij twijfelde, of hij
wel goed gelezen had en keek nog
maals. Ja, 't schemerde hem door z'n
tranen, maar toch stond het daar, >zoo
ernstig ziek, een teringlijdster, die lang
zaam afneemt*.
En in zijn ziel stormde en bonsde
het, een oneindig verlangen, om bij
baar te zijn, haar te troosten, maakte
zich van hem meester, de gedachte,
haar wellicht niet meer levend te zien,
spande al zijn zenuwen, hij voelde zijn
onmacht. En de gedachte aan de 10
dagen en de lange reis sloeg hem met
een doffe wanhoop. Nogmaals schemer
de de hoop als een vriendelijke ster en
wenkte hem. Een klein, hartelijk briefje
zal haar voor een poosje opbeuren. En
in zijn liefdevol hart gepijnigd door zijn
hevig lijden, schreef hij aan haar uit de
diepte zijns harten en onder het schrijven
werd hij kalmer.
Den volgenden morgen, toen de zon
weer fel blakerde op de lage huizen
van Paramaribo, was het schrijven reeds
ter post bezorgd en één dag later ver
trok de mail, die het troostend bericht
naar het vaderland zou overbrengen.
Langzaam en traag kropen de dagen
om, elke dag geleek wel een maand,
maar toch, de laatste was aangebroken.
De Indiaan, die in zijn dienst was, had
een paar zware kofters moeten kruien
naar de aanlegplaats, waar de mail ze
den volgenden dag zou inschepen. In
alle vroegte was de jongeling reeds te
bestemder plaats en het duurde hem
lang, eer het laatste sein gegeven werd
ter afreis. Gelukkig, daar zette het ge
vaarte zich in beweging. Een glimp
van geluk vlood een oogenblik over
zijn trekken. De reis was voorspoedig.
Reeds rekende hij uit, dat zijn geliefd
meisje zijn brief moest ontvangen heb
ben en dat was zoo.
Na een vermoeienden nacht had zij
des morgens den brief uit de West
ontvangen. Een blosje vloog over de
uitgeteerde wangen, gretig las ze de
laatste weinige woorden en toen schit
terde haar oog. In 't aangezicht des
doods kon ze de waarheid der woorden
beter onderscheiden. Zij wist nu, dat
hij haar liefhad! Meer verlangde zeniet
Nu kon ze rustig sterven 1 En den brief
naast haar neerleggend, viel ze in een
zachten slaap.
Ze is veel beter, meende haar familie
Hoe rustig ze slaapt! Drie, vier dagen
gingen voorbij, heel rustiggeen woord
kwam over haar lippen, een knikje was
steeds het antwoord. Maar den zeven
den dag werd ze onrustig; >Hij komt,
hij komt*, zei ze eenmaal, maar het oog
keek strakker, het blosje was verdwe
nen, de uitgeteerde wang was wit als
het linnen en de smalle hand ging
onrustig over de sprei. Nog eenmaal
zag ze rond door haai kamer, allen
aankijkend met veelbeteekenenden blik,
toen zag ze strak in den hoek, een
trekje, dat op een glimlach leek, speelde
nog een oogenblik om haar mond, een
ijselijke bleekheid overtoog haar gelaat,
een groote traan rolde over de smalle
wang en het laatste vonkje ging uit.
Het is afgeloopen 1 zei de dokter
en de smart der omstanders was ver
pletterend. Het was de zevende dag.
Daags daarna kwam met den vroegst
mogelijken trein de langverwachte Het
was maar één minuut, dat hij haar zoo
aanschouwde. Toen werd zijn geest be
neveld en met een diepen zucht en
wanhoopskreet wankelde hij door de
gang naar buiten, den tuin in en bleef
daar als waanzinnig zitten op de bank
in de lentezon.
In het loover zongen de vinken en
kwetterden de spreeuwen. Maar in zijn
ziel was het diepe droevige nacht.
selklei o.a. te Terwolde bemest.iiigsproeven
gedaan door deu betrokken rijkslaudbouw--
ïceraar.
Een proefveld werd aangelegd door den
heer J Schokkonkarap, en had de grootte
van 20 Are. Het was verdeeld in 4 perceekn
die alle bezaaid werden met „Mansholts kort-
Zooals it zei, zijn in den laatsten tijd
weer meer proeven gedaan met chloorkalium.
Het komt mij voor, dat chloorkalium voor
vele gewassen op zwaardere gronden de
meest geëigende kalivorm is. Erwten, boonen,
gerst, suiker-en voederbieten, enz. zijn alle
ook op kleigronden erg dankbaar voor een
kalibemesting en chloorkalium is overeenkom
stig de gegevens op dergelijke gronden zeer
geachikt. In het jaar 1906 zijn op de IJ-
slioo groene erwt."
Perceel I bleei onbemest, Perceel II kreeg
100 K.G. chloorkalium vau 50% Perceel
III kreeg 600 K.G superpho.-phsat van 14%
en Perceel IV kreeg 100 K.G. chloorkalium
en 600 K.G. superphosphaat. De respectieve
opbrengsten waren
Perceel I onbemest 2820 K.G. erwten
2400 K.G. stroo.
Perceel II 100 K.G. chloorkalium 2730
K.G. erwten -|- 2600 K.G. stroo.
Perceel III 600 K.G. super 2800 K G.
erwten 2560 K.G. stroo.
Perceel IV chloorkali super S220 K.G.
erwten -f- 2660 K.G. stroo.
100 K.G. chloorkalium hebben dus, ver-
gelekeu met onbemest eene meerdere op
brengst opgeleverd van 440 K.G. erwten en
200 KG. stroo.
Vergelijken we de perceelen 3 en 4 dan
blijkt de meerdere opbrengst door het chloor
kalium (met super) 420 K.G. zaad en 100
K.G. stroo. ,,In elk geval heeft deze bemes
ting uitstekend gerendeerd," schrijft de proef
nemer,
In datzelfde jaar zi;n ook op paardeboonen
bemestingsproeven geda*n niet chloorkalium
eveneens op klei.
„Het choorkalium n.üst snperphosphaat
en kalk aangewend, heeft de opbrengst be
langrijk vermeerderd."
Ook op lichtere gronden zijn proeven
genomen met chloorkali am en wsl op aard
appelen. Alhoewel de resultaten nie, zoo in
het oogspringend zijn, als op de klei, kunnen
we toch ook hier op gunstige uitslagen wij
zen. Nu en dan vinden we aanteekeuingen
als „de bemesting heeft behoorlijk gerendeerd"
of het aantal groote aardappels was op het
chloorkaliumproefveld belangrijk grooter of
„van ie 5 gevallen waren er 3 waarbij de
bemesting zeer goed rendeerde," maar over
het algemeen is men toch over de resultaten
niet zoo enthousiast. Het wil mij dan ook
lijken, dat chloorkalium in de eerste plaats
op zwaardere gronden, dus op de klei thuis
hoort, maar. op die gronden dsn ook uit
stekende diensten kan bewijzen. Het zou
daarom wenschelijk zijn, dat u.v. de bieten
bouwers het volgende jaar eens proeven namen
met chloorkalium op suikerbieten. Men heeft,
zooals duidelijk is, betrekkelijk sleohta wei
nig van dit zout noodig, van 200400 K G.
per Hectare, al naar de behoeftp. Voor som
mige gronden, Vooral daar, waar vrees be
staat door een te zorgvuldig gebruik van
zouten de structuur van den bodem te
bederven, is dit kalizout bepaald aanbevelens-
waaidig.
De Stikstolhoudende Meststoffen.
Wij komen nu tot oen vergelijking va*1
Chilisapeter eenerzijds en kalkstikstof en
kalksalpeter anderzijds en ontleenen daar
voor de gegevens aan de voordracht van
Dr. M. Weitz op het dit jaar gehouden
Landbouwkundig Congres te Weenen, uit
gesproken naar aanleiding van de referaten
der professoren Frank te Charlottenburg, en
Birksland te Chrisliania ^Vervanging van
het Chilisalpeter in de toekomst door kalk-
tik stof of kalksalpeter.*
Allereerst weerlegt Dr. Weitz de mede-
deeling, dat de salpeterlagen nog hoogstens
25-30 jaar voorraad zouden hebben. Tot
vóór 4 A 5 jaar was dit ook zoo. Maar
sedert zijn in de achterlanden van Antafa-
gasta en Tattal onmetelijke lagen .ontdekt,
waar met het opbreken der mijnen pas een
begin is gemaakt, en die alleen reeds tot
het einde dezer eeuw voldoende zijn, ook
al wordt het stijgende verbruik in aanmer-
king genomen. Uit de sedert 1902 verhoogde
8alpeterprijzen mag niet geconcludeerd wor
den een spoedige uitputting der salpeter-
lagen. De productie heeft in de laatste
jaren zelfs veel grootere afmetingen aange
nomen. De totaal-productie was in het tijd
perk 1902-1907, rond in tonnen
1 38.000; 1 426.000; 1.610.000; 1.702 000;
2.116 000. Een zeer belangrijke stijging
dus
De hoogere salpeterprijzeu hebben dan
011-
ook een gansch andere oorzaak of oorzaken
lo er werd grootere winst gemaakt, moest
worden gemaakt, omdat vroeger vele fabrie
ken met zeer gering1: win*t, andere zelfs
met verlies werktrn 2o alles is in Chiü-
duurder geworden, nog meer dan bij ons
de arbeidsloonen s eg n in rnkele districten
met 50, andere tot 100%; de kolen, welke
in 1907 nog 20 -hilling kostten, zijn thans
beneden 40-45 shilling niet te verkrijgen.
Uitlatingen van Prof. Frank z^gt Dr.
Weitz verder, heboen ongetwijfeld buiten de
bedoeling van den hooggeleerde, de dwaling
in de wereld gebracht, dat do kalkstikstol
en welke door hem gelijkgesteld werd met
zwavelzureu ammoniak en een volwanrdige
vergoeding zou kunnen zijn voor de Ch.li-
salpeter. De onwaarheid hiervan blijkt reeds
uit de mededeelingen van den Professor zelf,
die bewees dat de kalkstikstof op sterielen
zandbodem en op zuren veengrond geringer
of langzamer werkt, en als overbemesting
minder geschikt is dan de salpeterzure zou
ten, terwijl genoegzaam bekend is, dat op
bedoelde gronden de Chili juist recht goed
werkt, en in de meeste gevallen juist als
overbemesting wordt gebezigd.
Een voordeel van zwavelzuren ammoniak
boven Chilisalpeter noemt Prof. Frank, dat
de eerste meststof door den bodem wordt
geabsorbeerd, de laatste, die naar den
dergroud kan worden gespoeld, niet.
Wat dat wegspoelen der Chili betreft;
tie nieuwere onderzoekingen, waarbij een
duidelijke na werking der meststof werd
waargenomen, hebben ons geleerd, dat de
salpeterstikstof niet wordt uitgewasscheu in
die mate, als tot heden is voorgesteld.
Maar tegenover dit betrekkelijke nadeel
mag het veel grootere voordeel der directe
opneembaarheid van de Chili gesteld worden,
waardoor zij kan worden gegeven op het
tijdstip der behoefte.
Zwavelzure ammoniak en stifstofkalk
daarentegen werken niet eer, vóór ze zijn
omgezet; zóólsng blijven ze dan ook ge
absorbeerd, maar heeft de omzetting in sal
peterzuur plaats gehad, dan is er evenzeer
verlies door uitspoeling te vreezen en deze-
zal ook werkelij voorkomen, wanneer na
melijk de vervorming (vitrificeering) eerst is
geschied na het einde van den plauten-
groei.
In stede van „Vervanging vau Chilisal
peter door kalkstikstof" kau dus beter ge
lezen worden „Aanvulling* enz. Van
„vervanging" zou ook stellig moeilijk sprake
kunnen zijn, dewijl op de siikstofmarkt nog
noemenswaardige hoeveelh den kalkstikstol
zijn te verkrijgen de voorraden geven op
de vervanging van de rond 1.800.0 0 ton
chilisalpeter voorshands nog weinig hoop.
En de prijzen
Een vaste prijs werd tot heden niet ge
noemd, maar Prof. Frank gaf meermalen te
verslaan, dat de prij'.en voor kalkstikstof
aangenomen de gebruikmaking der goedkoope
waterkracht niet hooger (de cursiveering
is van ons) zouden zijn dan die van zwavel
zuren ammoniak en van Chilisapeter.
Als conclusie komt ons vrij juist vooreen
bericht der Maunheimer Handelskamer, dat
o. ra. luidt
„De vrees, dat de nieuwe vinding der
scheikunde, de bereiding van kalkstikstof
uit de lucht, van grooten invloed zal zijn
op de natuurlijke stikstofhoudende. produc
ten, Chilisalpeter en zwavelzuren ammoniak,
is tot heden ongegrond gebleken."
(Slot volgt.)
tevens als wethouder, de gemeenteb'
langen op een waardige wijze heeft b
hartigd
Hierna worden de notulen der vori^
vergadering gelezen en onverandei
goedgekeurd-
Zijn ingekomen
a. Rapport van het Dagelijksch Bestu
omtrent den toestand der gemeente-
nanciën, naar aanleiding van de, ov
het derde kwartaal, gehouden kasopn
tvti'nrr KliiL-f- rlnt" nn
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Nleuwkuik c.a. op den 7
December 1907 des voormiddags te
10 ure.
Voorzitterde Burgemeester.
Tegenwoordig de ledende Hoog,
van den Brand, Fitters, van den Besse-
laar, Mostermans Mz. en Mostermans Pzn.
Vacature Loeft".
De Voorzitter opent de vergadering,
en wijdt eenige waardeerende woorden
aan de nagedachtenis van wijlen het
lid Loeft", die als lid van den Raad dezer
gemeente ruim 36 jaren, waarvan enlvele
ming. Hieruit blijkt, dat op 21 Septei
ber j. 1. de ontvangsten bedroegi
f7515,36, de uitgaven f6196,32, zood
in kas was f 1319,04.
b. Dankbetuiging van den Heer v;
de Westelaken, notaris te Son, voor
toezending der gecollecteerde gelde
voor den hagelslag te Soa c.a:, dal
ook voor Heeren collectanten en vo
de milde bijdragen der gemeentenare
c. Brief van Heeren Gedeputeen
Staten dezer provincie, van den 17 0<
j.l., G. no- 77, 2de afd. 1ste bur., waa
bij wordt toegezonden het Koninkl
Besluit van den 9 October j.l. no.
tot goedkeuring van het raadsbesli
van den 27 Juli jl., strekkende tot vi
mindering der opcenten op de hoofdsc
der personeele belasting.
d. Brief van Heeren Gedeputeer
Staten dezer provincie, van den
November 1907, G. no. 125 2de al
lste bur., waarbij wordt toegezond
het Koninklijk Besluit van den 15 Nc
j.l. no. 40, houdende goedkeuring v
het raadsbesluit, van den 27 Juli j.l. t
verlaging van het tarief der hondent
lasting.
e. Besluit van Heeren Gedeputeer
Staten dezer provincie, van den 31 C
tober j.l., G- no. 213, 2e afd. ie bu
houdende goedkeuring der plaatselij
begrooting van inkomsten en uitgave
dienstjaar 1908, zooals die door d
Raad, in zijn vergadering van 3 Septe:
ber j.l., is vastgesteld, in ontvangst
uitgaaf ten bedrage van f9351,905,
Deze stukken worden voor kennisg
ving aangenomen.
De Voorzitter stelt aan de orde.
lo Schrijven van Heeren Gedeputec
de Staten dezer provincie, van den
October jl., G. no. 17 lste Afd. Is
Bur., waarbij dit College den gemee
tebesturen er op wijst, dat in vele g
meenten de jaarwedden der gemeenl
veldwachters onvoldoende zijn, en dai
om verzoekt, bij de behandeling d
begrooting, dienstjaar 1908, aan dit pu
de aandacht te schenken, en, wa
noodig en mogelijk, de wedden na
billijkheid te herzien- Wijders wordt g
wezen op de wenschelijkheid, om
gratificatie's, welke in vele gemeente
als toeslag op de jaarwedden, aan
veldwachters worden verleend, te do«
vervallen, en het daardoor vrijkomer
bedrag bij de vaste jaarwedden te voege
De Voorzitter wijst er op, dat bij h
vaststellen der begrooting voor hetvc
gend dienstjaar, met dezen laatst*
wensch rekening is gehouden, door c
jaarwedde van den veldwachter te ve
hoogen met het bedrag dat hij alsjaa
lijksche gratificatie ontving, zijnde d
f25, en zoodat de wedde is gebracl
v n f 325 op 1350. Het Dagelijkse
Bestuur oordeelde het dus verkregt
traktement, in verband met den »ver'.
kring van den veldwachter, alleszii
billijk, en meende daarom geen voorst
te mogen doen, het nog op een hoog1
bedrag te brengen- Het schrijven v«
Heeren Gedeputeerde Staten ziet di
ook, ten aanzien van dit punt, blijkba
op die genieenten, waar de veldwachte
een onvoldoende jaarwedde geniete
Mitsdien stelt hij, namens Burgemeest
en Wethouders voor, den verderen i
houd van voormeld schrijven voor ke
nisgeving aan te nemen.
Aldus wordt met algemeene stemm
besloten.
2o. Verzoekschrift van Andries v
Helvoirt, nachtwacht, alhier, om v
hooging zijner belooning als zoodan
De Voorzitter zegt, dat de vergoedi
van iequestant thans bedraagt, voor
a