I IK
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
aktoon tielen,
Eerste Blad.
DE WRAAK DER HEIDEHEKS,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
BEKENDMAKING.
il it I 11 i j sm IB V ua MM <t« 11^
WINNEN LA
FEUILLETON.
I T G E V E li 1
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
65
75
71
84
98
95
116
107
116
115
131
107
149
152
esi
Courant
Dit Bkd verse1, ijiit- Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.~5.
Franr o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden ;an der.
Uitgever.
Advertbntikn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Do Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat het onderzoek der lotelingen, die din
gen naar het bewijs, hetzij voor militaire be
kwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid,
hetzij voor beide, en zich daartoe in do maand
December 1907 hebben aangemeld, wordt gehou
den op den 16 Januari 1908 des voorraiddags ten
IQ1/* De deelnemer# moeten op dat tijdstip aan
wezig zijn in de Citadelkazerne te 's-llertogen-
boscb (op de binnenplaat# bij het wachtlokaal.)
Waalwijk, 2 Januari 1908.
De Burgemeester voornoemd,
Th. de Surmont du Bas Smecle.
Vreeselijke cijfers.
Verschenen is de tiende jaargang (1905)
der crimineele statistiek, waarvan de
inleiding wederom werd bewerkt door
mr, J. R. B. de Roos.
Over de beweging der algemeene
criminaliteit wordt in deze inleiding een
vrij gunstige diagnose gesteld. En ook
wat betreft de recidive.
Maar dan vervolgt de schrijver:
Geeft nu de loop der algemeene cri
minaliteit, voor zoover die uit de cijfers
der onherroepelijke veroordeelingen dooi
de Rechtbanken uitgesproken, kan wor
den afgeleid, geen reden tot zorg, een
zeer zorgwekkend verschijnsel is, dat de
meer ernstige misdrijven wel sterk toe
nemen.
De volgende cijfers hebben betrekking
op twee groepen, waarvan de eene wordt
gevormd door de veroordeelingen wegens
moord, doodslag, mishandeling met zwaar
lichamelijk letsel of doodelijk gevolg, de
andere door die wegens verkrachting,
vleeschelijke gemeenschap met kinderen,
feitelijke aanranding der eerbaarheid,
ontuchtige handelingen met bewusteloo-
zen of kinderen en ontucht door ouders,
voogden, onderwijzers enz- Voor deze
beide groepen van misdrijven waren de
cijfers in de jaren 18961905 aldus:
Moord enz. Verkrachting enz.
1896 58 93
1897 74 101
1898 70 86
In tien jaren is dus het cijfer van de
ernstige misdrijven tegen den persoon
en die tegen bet leven verdubbeld, en
dat van de misdrijven tegen de zeden
gestegen met 2/s, terwijl de verhoudingen
per 1,000,000 inwoners achtereenvolgens
stegen van 11,85 tot 20,90 en van 19
tot 27,38.
Een ontzettende vooruitgang voor
zeker.
Hoe blijkt uit deze cijfers, dat de heer
Regout niet overdreef, toen hij in de
Tweede Kamer bij de behandeling der
begrooting en op den Katholiekendag
te 's Hertogenbosch en ook den heer
Houben van Waalwijk met nadruk op
kwamen tegen de infame propaganda,
welke door gewetenlooze individuen voor
de ontucht wordt gemaakt en de gru
welijke resultaten schilderde, welke daar
van het gevolg moeten zijn
De vuilhandelaars, de pornografen en
andere speculanten op de bestialiteit
staan schuldig aan deze schrikbarende
toename van de vergrijpen tegen de
zedelijkheid, waarmee de vergrijpen tegen
het leven dikwerf ten nauwste verband
houden.
Een krachtig optreden der overheid
yvordt door deze feiten steeds meer ge
boden.
Want terwijl eenerzijds de aangroeiende
misdaad haar oorzaak vindt in de ver
spreiding van het zedenbederf, draagt
anderzijds daartoe ook bij de omstandig
heid, dat het kwaad al te slap wordt
tegengegaan.
Strenger maatregelen, om de eerbaar
heid en het leven te beveiligen, zijn
noodig en ook iets minder «clemente"
gevoelens bij de rechters.
Herhaaldelijk kan men constateeren,
dat een betrekkelijk onbeduidende dief
stal bijna even zwaar wordt gestraft als
doodslag.
En het is vooral bij vergrijpen tegen
het leven en tegen de zedelijkheid, dat
de ontoerekenbaarheids-theorie haar
invloed doet gelden.
Zoo zwelt het aantal «ontoerekenbare"
moordenaars en wellustelingen, die hun
lage driften op de schandelijkste wijze
trachten te bevredigen, steeds aan.
En men kan er wel zeker van zijn,
dat, wanneer geen stevige hand ingrijpt,
over 10 jaren de tabel der hierbedoelde
misdaden nog heel andere cijfers zal te
aanschouwen geven.
Wat zich thans eenvoudig verdubbelde,
zal dan wellicht verdrie- of vervier
voudigd zijn.
De inleiding van mr. de Roos wijst
op een aoodstand, waarin zoo spoedig
mogelijk moet worden voorzien.
Er is groot, zéér groot gevaar in
uitstel 1
i
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
XII.
22)
Kort daarop riep de klok de gasten aan tafel
in de eetzaal, en de familie uitgenomen de
gravin en mevrouw Howard, vergaderden in
de spyszaal. Het maal verliep als gewoonlijk.
Arnold Liddon trachtte meer dan eens een
gesprek te beginnen maar het kon hem niet
gelukken. Robin was nadenkend over hetgeen
hij gehoord had. Lord Grensville was zoo
uitsluitelijk met dat bezig, wat hij van zijnen
zoon verlangde te weten, en wat deze hem
zeggen wilde, dat hij nauwelijks hoorde wat
de anderen zeiden en zijne gemoedsgesteltenis
ging zoodanig op Elsie en Felicia over, dat
deze met een ja of een neen Arnolds vragen
en bemerkingen beantwoordden, zoodat deze
zich gedwongen zag den heerschenden toon
aan te nemen en insgelijks te zwijgen. Einde
lijk was de tafel afgediend en het kleine ge
zelschap ging in het salon. Lord Grensville
liet zich in de nabijheid der schouw op eenen
sofa neder, hij hield een dagblad in de hand
voor zijn aangezicht, maar zijn starren blik
verried dat hij geenszins aan 't lezen was.
Arnold hield Robin gezelschap, maar toen hij
bemerkte dat deze nog immer zoo zwijgend
was, en niet bereid scheen, op zijne vragen
antwoord te geven, wendde hij zich af en ging
buiten
Hier heerscht zulke drukkende zwoelte,
dacht hij, dat elk oogenblik een onweder
losbreken kan. Het beste is zich bijtijds uit
de voeten t emaken, tegen dat het onweder
losbreekt
De twee meisjes hadden reeds vroeger de
zaal verlaten Elsie om de gravin, Felicia om
hare moeder gezelschap te houden.
Zoo bevonden zich nu vader en zoon alleen
en het oogonblik, door beiden verhmgd, was
f 96 000 zoek bij „Oorlog".
De Siaten-Generaal hebben in 1905
f 32.055.76 toegestaan voor verhoogde soldij
en wegens het verleenen van den effectieven
rung van sergeant-majoor (opperwachtmeester)
aan sergeanten (wachtmeesters), sergeanten
majoor en opperwachtmeesters-titulairs, die
zijn aangewezen om zoo noodig de plaats
van een luiteuant te vervullen.
Diezelfde som is voor hetzelfde dool voor
het jaar 1906 toegestaan en voor 1907
uitgetrokken, maar belanghebbenden
hebben het geld, hun door de Staten-Gene-
raal toegedacht, niet ontvangen.
De heer Duymaer van Twist heeft met
minister Rsppaid over deze saak een onder
houd in zijn kabinet gehad, waarbij de chef
der afdeeling tegenwoordig was. Ook daar
kon de zaak met tot klaarheid komen. Men
kon niet nagaan voor welke doeleinden het
geld besteed was.
Ons dunkt, ieder commentaar bij deze
zaak overbodfg. f'ad.
Naar aanleiding van bovenstaande wordt
door het Correspondentiebureau van wel
ingelichte zijde het volgende gemeld
Op 1 Juli 1905 werd aan de vroegere
„sergeanten, bestemd om zoo noodig de
plaats van een luitenant te vervallen*, de
zoogenaamde „kwartjessergeanten" de effec
tieve rang eD de aauvangssoldij van sergeant
majoor toegekend. De sergeanten genoten
tot dusver gemakshalve alleen het wapen
der infanterie beschouwende, bij aan
stelling f 0.82 per dag na 3 jaar dienst
f 0.92 per dag; na 6 jaar dienst f 1.22
per dag.
Van 1 Juli 190o af kregen zij alten de
aanvangssoldij van sergeant-majoor, zijnde
f 1,22 p-r dag. Nu spreekt het vanzelf, dat
personen, die reeds vóór hun bevordering
in de hoogstbetaalde categorie waren, van
de f 32.000 niets hsbhen ontvangen. Maar
er zijn anderen die sedert genoemden datum
f 0.30 en weer anderen die f 0.40 per dag
zijn vooruitgegaan.
Het kan dus alleen de vraag zijn, of het
totaal van het aan elk der beide laatste
categorieën uitbetaalde f 32.000 of minder
bedraagt. In het laatste geval is er geld
overgebleven, dat dan echter niet kan
„zoek geraakt" zijn omdat er hier te lande
de „Rekaukamer" bestaat, die zoodanig
„zoek laken" onmogelijk maakt.
De Kabineterleis.
HetHaagsche correspondentiebureau meldt:
Maandagavond is in Den Haag een bijeen
komst gehouden van mr. Th. Heemske k
met een vijftal katholieke Kamerleden,
waarbij ook dr. Kuyper tegeuwoordig was.
Bevolkingsstatistiek.
Aan de statistiek van den loop der be
volking in Nederland over 1Ü0G, die thans
door het Centraal Bureau voor de Statistiek
is uitgegeven, wordt het volgende ontleend
Op' het einde van 1906 bedroeg de be
volking 5,672,237 zielen, waarvan 49,6
pet. mannen en 50.4 pet. vrouwen. Bij beide
geslachten was de toeneming, evenals ia
vorige jaren, ongeveer gelijk en bedroeg
1 44 pet. Door meer geboorte dan sterfte
zou de toeneming 1.57 pet hebben bedragen,
zoodat 0.12 pet. afueming werd waargeno
men door meer vertrek dan vestiging. In
de laatste 10 jaren heeft ons land door
meer vertrek aau vestiging 28.484 personen
verloren.
In de groote gemeenten met meer dan
20.000 inwoners bedraagt de totale toene
ming 1.75 pet., waarvan 1.50 pet. door
meer geboorte dan sterfte en 0.25 pc*, door
vestigingsoverschot. In de overige gemeenten
was de totale toeneming 1.25 pet., welke
de resultante was van 1.61 pet. toeueminp
wegens geboorte-overschot en 0.34 pet.
wegens meer vertrek dan vestiging. Nog
altijd wordt dus het platteland ontvolkt, om
de bevolking der groote steden te versterken,
lntusschen wordt dit verschijnsel minder en
blijkt uit de cijfers voor 1906, dat naaet
enkele zich snel uitbreidende groote gemeen
ten (Apeldoorn, Enschedé, VGravenhage,
Nijmegen en Rotterdam) er anderen zijn,
waar de toeneming betrekkelijk genug is.
In niet minder dan 15 van de 24 groote
gemeenten bleef het toenemiugspercentage
souis ver beneden dat van het rijk (Amster
dam, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht,
Gouda, Groningen, Haarlem, Den Helder,
's-Hertogeubosch, Leeuwarden, Leiden, Maas
tricht., Utrecht en Zwolle.
Het aantal levend geborenen, dat 170,052
bedroeg (in de verhouding van 100 meisjes
tot 104 jongens) was in de vethouding tot
de bevolking 30.4 per 10ÜU inwoners, weer
kleiner (en wel 0.3°/00) dan het vorig jaar.
Sedert 1860 werd het hoogste relatieve ge
boortecijfer aangetroffen in 1876, nl. 37-1
per 1000 inwoners. Sedert daalde het schier
regelmatig tot het cijfer van 30.4 in 1906*
gekomen. Robin ging langzaam de zaal op en
af, de handen op den rug eD het voorhoofd in
dikke rimjJbls gevouwen. Wellicht dacht hij
eraan waar en hoe hij beginnen zou, om Jenny's
vermoddens te doorgronden zijn vader, over
het dagblad ziende, staarde eene wijl hem na;
dan stond hij op, legde het dagblad op de
tafel en vroeg
Zijt gij vandaag in de stad geweest
Robin
De aangesprokene keek op als ontwaakte hij
uit eenen zwaren droom.
Ik was van plan er naartoe te rijden,
maar ik ben er niet geweest, antwoordde hij.
Ik zag u daar straks naar huis terug
komen, waar zijt gij geweest
Naar Buchenholm.
De stem des jongelings klonk schor.
Ahhebt gij diegene, die uw bezoek
onwaardig is, aangetroffen
Ik vond daar meer dan ik verwachtte,
wedervoer Rubin, dubbelzinnig.
De graaf was verlegen.
Zoo is miss Constance van hare reis
teruggekeerd vroeg hij spottend.
Een gloeiend rood kleurde het aangezicht des
jongelings maar hij beheerschtte zich en ant
woordde kalm
Zij was het niet die ik hoopte aan te
treffen, want ik vernam, eer ik van hier
wegreed dat zij verdwenen was. Nochtans
vertrok ik naar Buchenholm om wat nadere
bijzonderheden te vernemen over hare vlucht,
daar ik voor doel heb haar op te zoeken.
Daar heb gij eene zware taak op u ge
nomen, zei de graaf. Miss Leslie zal wel zor
gen, dat de vrienden welke zij zoo heimelijk
verlaten heeft, haar niet zoo licht wedervinden.
Gij zult zoo laDg moeten wachten ze weer te
zien, tot zij berouwhebbend tot haren vader
wederkeert. En dat kan lang duren
Robin sidderde van aandoening en veront
waardiging maar hij bedwong zich geweldig
dreef hij de driftige woorden terug die op het
punt waren zijne lippen te ontvallen.
Beiden zwegen. Lord Grensville hield het
zwijgen van zijnen zoen voor eene op hem
behaalde overwinning wiens voordeelen hij
dacht niet te mogen verliezen.
Ik heb mij, gelyk gij weet, nooit om
Een valsch oordeel over het vereenlgings-
lcvcn te Waalwijk.
Wij lezen in »De Leerbewerker*
Eenigen tijd geleden stond er in het
Huisgezin* een bericht uit Waalwijk,
dat niet onbesproken mag blijven.
Het behandelde namelijk het vereeni-
gingsleven te Waalwijk en daaraan was
tpegevoegd het woord «treurig1.
Waarom werden die twee woorden
aan elkander gekoppeld.
Omdat de R- K. Vakvereeniging der
Looiers opgedoekt was.
Dit laatste is waar, doch indien de
correspondent van genoemd blad beter
ingelicht was, dan zou hij het woord
«treurig* in de pen gehouden hebben
en den werklieden van Waalwijk en
Besoijen zoodoende niet verweten heb
ben, dat ze niet op de hoogte zijn van
den tijd; niet met den tijd medegaan.
Wat is dan de'oorzaak, dat die Vak
vereeniging niet meer bestaat.
Alhoewel er verschillende redenen voor
op te noemen zijn, zal het voldoende
wezen om de voornaamste en meest
doorslaande even te behandelen.
Verreweg de meeste looiers die in
Waalwijk en Besoijen hun ambacht uit
oefenen, wonen in het naastbijzijnde dorp
Sprang, dat om zoo te zeggen geheel
protestant is.
Wanneer men nu weet dat in onze
statuten van Leobond en Vakverenigin
gen de bepaling staat, dat men R. Katho
liek moet zijn om lid te kunnen worden
van genoemde vereeniging dan zal de
die Leslie's, bekommerd, ging hij voort, en
wist dus ook niet welke 's meisjes neiging was.
Eerst voor weinige dagen, hoorde ik van haar
gewagen en zeggen dat zij zich met een on
bekende heimelijk verwijderd heeft.
■Zwijg, vader, riep thans Robin, zich zeiven
niet meer meestei. Gij moogt dat meisje niet
verdenken, daar gij ze niet kentzoo laat
mij u zeggen dat het eene reine, edele ziel is,
vol kinderlijke onschuld dat zij een zacht en
teeder gemoed bezit, dat niet toelaat te ver
onderstellen dat zij hareu ouden vader omwille
van eeDen man op die wijze verlaten zou. Het
moeten andere gewichtige reden geweest zijn,
die haar op zulken weg brengen konden. De
algemeene zienswijze is die niet welke gij daar
zooeven uiteenzet. Alhoewel men haar verdwij
nen niet uitleggen kan, toch weet iedereen dat
zij tot geene slechte daad bekwaam is, maar
dat zij door den list van eenen misdadiger,
of door bedreigingen en valsche beloften, tot
haar vluchten moet gedwongen geweest zijn.
Als een gloeiend zwaard gingen Percy's
woorden door lord Grensville's hart en een
hoog rood betiok zijn gelaat. Hij voelde dat
die beschuldigingen rechtstreeks tegen hem
gericht waren en toGh wist hij geene opwer-
pingen te maken, wilde hij zich zeiven niet
verraden.
Ik wil u uwe goede meemng over het
meisje niet ODtnemen, zeide na eene wijl, de
graaf op luatigen toon maar gij moet inzien dat
miss Leslie niet verdient dat gij u om haar
bekommert en den tijd verliest dien gij beter
gebruiken kunt. Ik heb u reeds vroeger daarop
opmerkzaam gemaakt dat de dochter van sir
Walter Leslie geen goede keus voor u ie. Gij,
een Percy, een erfgenaam van Walhorst de
toekomende graaf van Grensville, mag op iets
beters aanspraak maken, als op de dochter van
eenen edelman wiens goederen belast zijn. Ik
heb u vroeger reeds gezegd dat ik u sinds lang
eene u waardige levensgezellin verkozen heb,
die ingezien haren stand, haar vermogen en
hooge betrekkingen, u nabij komt
En wie was 'die princes? onderbrak
Robin spottend.
Eene der rijkste jonkvrouwen van het
land, lady Emelina.
Robin lachte luidkeels en riep misprijzend
Die stijve salondame, zonder geest, zon
der kennis, zonder verstand, ja zonder leven
Die zioh in schitterende kleeren kleedt om de
blikken der wereld op baar te trekken, der
wereld die met haar lacht. Die is mijne door
u uitverkoren vrouw Ik herinner mij nu
dat gij reeds vroeger dat plan besproken hebt,
maar ik dacht dat gij van hetzelide liadt af
gezien na mijn gedacht er over gehoord te
hebben.
En dan nog moet ik aandringen daar
uwe bemerkingen gewoonlijk ongegiond zijn*
Emelina is een schoon en welgevormd meisje,
die u onder alle opzicht ten volle waardig is.
Haar vader weuscht hare verbinding met u,
even zoo zeer als ik, en als eene gehoorzame
dochter zal zij aan de begeerte van haren
vader voldoen.
En ik herhaal, dat ik in dit geval my
aan uw gebod niet onderwerpen zal, sprak
Robin vastberaden. Indien ik trouw, dan zal
het met een meisje zijn dat ik bimin en dat
mij bemint. Ik wil met mijne echtgenoote
door het leven gaan in geluk en tevredenheid.
Dat is gansch onmogelijk, wanneer de gr. nd-
veste van 't geluk, de liefde, niet voorhanden
is. Indien u iets aan mijn welzijn gelegen is,
trek dan uw besluit in en laat mij het meisje
huwen wie deugden een borg zijn voor mijn
toekomstig geluk.
Nuoit zal ik mijne toestemming geven in
het huwelijk van mijn kind met een meisje
dat heimelijk het vaderhuis verlaten heeft
Vader riep Robin in edele verontwaar
diging, matig uwe woorden...
Is het niet waar Is zy mot gevlucht i
God weet met wien en waarheen, haren vader
en haar geboortedorp verlatende om de grillen
van haar hart te volgen?
Gij zult hot u berouwen; vader, zulke
verdenkingen tegen haar uit te spreken, riep
Robin met sidderende stem uit gij weet dat
het onwaarheid is, dat Constance zóó zou zijn,
gïlijk gij ze daar afschildert!.. Ik wil en zal
hemel en aarde bewegen om /e te vinden en
dan zult gij uwe woorden bitter berouwen en
moeten intrekken.
Zoo gij mij het tegendeel bewijzen kunt,
anders niet, spotte de graaf. Overigens het
zal lang dureD eer gij se vinden zult 1
Zoo lang niet als gij wel denkt, weder
voer Robin. Daar ik een spoor heb, zal ik
weldra mijn doel bereiken.
Hoe? gij hebt «tamelde de graaf ver
schrikt en het bloed vlood terug naar zyn
hart.
Ja, ik heb het spoor van Constance s
verblijf gevonden, zei Robin met vastberaden
stem.
Hij zag aan de plotselinge verandering zyns
vaders dat zijn vermoeden gegrond was en
ging derhalve voorzichtig voort.
Ik weet dat Constance in een Grensvil-
lesch rijtuig weggevoerd is als zij het vader
huis verliet, en weldra zal ik weten wie de
man... de waaghals was die haar wegleidde I..
Als van den bliksem getroffen, stond de
graaf daar aan den grond genageld het was
hem alsof de grond onder hem openscheurde
en dat de duivelen hun offer in den gapenden
afgrond des verderfs gingen trekken.
Maar slechts één oogenblik duurde 's graveus
ontroeringgeweldig schudde hij ze van zich
af, want het gold rasse vastberadenheid om
zijnen zoon zijne zwakheid niet te laten be
merken en, trots het voordeel door Robin reeds
veroverd, toch de zegepraal te behalen.
Wie zeide u dat eene Grensvilsch koets
Constance ontvoerde? bruiste de graaf na
eenen oogpink stilzwijgen.
Iemand uit Buchenholm, die den wagen
herkende vooraleer hij met den buit weg was,
luidde Robin's antwoord Als ik daar zoo
even terugkeerde, zocht ik bij het stalperso
neel, of wellicht iemand hunner, in dien storm-
achtigen Dacht, van hier naar de stad of
ergens elders gereden was. Na lang vragen,
heb ik gehoord dat de koetsier Jozef in dien-
zelfden nacht met u, vader, naar de stad ge
reden is en dat men sedert paard noch wagen
te zien kreeg. Ik neem de vrijheid u tevra-
geD, vader, waar koetsier en gespan verble
ven ziju?
Heb ik dan aan mijnen zoon rekenschap
over mijn doen en laten te geven
(Wordt vervolgd.)