Summer 16. Zondag 23 Februari 1908 31®. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Zwerende Wond, Goud. Eerste Blad. DE i ui li iinuvnv v AHT00N TIELEN. Een Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen BEKEMDMAKIM G. Eene Beantwoording LANDBOUW^ gehouden in een vet warm Sunlight» Zeepsop, wordt direct PIJNLOOS; het werkt ZUIVEREND en zal zeer spoe dig genezen. A Geen middel is een voudiger, heilzamer en verrassender, zelfs in gevallen van bloedvergiftiging. SUNLIGHT ZEEP is zoo zuiver als FEUILLETON. U 1TGEY E R n i i i ii ii i i i 111mii i i iri~ SSZ^SSi^S^f^£Z3^'. 33 tsnr-j» en liiiiurslraiitsclK ('iiiiiaiit, Dit Blad verse ijnt- Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5. Franco per post door het geheele rijk i 0.90. Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden .'an den Uitgever. WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advkrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel BURGEMEESTER en WETHOUDERS xun Waalwijk maken bekend, dat de op heden dooi hen vastgestelde Kiezerslijsten voor de Kamer v«n Arbeid voor het schoenmakersbedrijf op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter intage zijn nedergelegd. Waalwijk, 15 Febraari 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Tn. DE SURMONT DE BAS SMEELE. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. OP DE Vragen van den Alg. Bond van R. K. Kiesvereenigingen. II. De derde vraag luidt »Meent gij, dat eene nieuwe regeling van het kiesrecht zóó urgent is, dat desnoods eene herziening der Grondwet Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". 35) V. Wat zou hij nu beginnen? De geheele geschiedenis zou niet alleen in Wallhorst rraar ook in Bncheuholm bekend zijn en zijn naam zou niet dan met vermale- dyding uitgesproken worden Hij mocht het niet wagen in zulk oogenblik, in zulke omstandigheden naar het slot terug te keeren, waar alles tegen hem zou getuigen. Wat bleef hem dan nog over te doen Vluchten Was zijne eerste gedachte Maar welke zegepraal was zulks voor zijne vijanden niet 1 Hij knarsetandde van woede. Neen, die vreugde zou hij hun niet gunnenten minste zou hij zeggen dat hij tot zijn spijt voor haastige zaken op reis was en niet dat vrees hum voortgedreven had Hij hoopte met En geland voor eenigen tijd te verlaten, de zaak gauw zou vergeten worden en hij dan gerust nog gernimen tijd kon weerkeeren. Nu moest hij zijnen droom, het huwelijk van zijnen zoon mot misB Emmelina opgeven, maar dat kon hem niet aanzetteu te Wallhorst te blijven. Zijn misdaad was aan het licht gekomen en hij moest er op bedacht zijn de kiemen van het schandaal te verstikken, wat hem, zijns inziens, niet moeilijk zon zijn, daar hij rijk was. Het beste middel om den schijn der vlucht te verbergen, scheen hem eenen brief aau zijne echtgenoote te schrijven, in welken hij melden zou, dat dringende zaken zijne afwezigheid noodzakelijk maakten en het hem niet moge lijk ton zijn persoonlijk van haar afscheid te nemen, Nauwelijks had bij dit gedacht of zich tot den knaap wendende, zegde hij Mag ik u een briefje voor Lady Grens- ville toevertrouwen aan het voortarbeiden aan de sociale wetgeving; moet voorafgaan. (Pag. 214 s. q.) Ook in dit opzicht bestaan er drie minderheden in de commissie. De voorstanders van het kenteeken- kiesrecht, d. i. feitelijk een soortgelijk kiesrecht, wat we thans in de wet Van Houten hebben, meenen, dat de voor deden eener kiesrechthervorming op het oogenblik niet kunnen opwegen te gen de nadeelen eener grondwetsher ziening. Deze laatste toch brengt teweeg eene groote politieke beroering, zij slaat de volksvertegenwoordiging voor mis schien geruimen tijd met werkeloosheid en onvruchtbaarheid, zij verlamt den wetgevenden arbeid. Deze commissieleden zouden ook in het daglicht willen plaatsen, dat het volk geenszins dringt naar grondwets herziening. Zij onderstreepen de uitspraak Grondwetsherziening is geen volks wensch, zelfs geen volks waan van den dagI4 Daarnaast staat het lid der Commis sie, hetwelk zich voor organisch kies recht uitsprak. Aan den anderen kant is hij van oordeel, dat eene definitieve oplossing van het kiesrechtvraagstuk in de naaste toekomst moet geschieden. En aangezien naar zijn overtuiging zulks De knaap knikte toe. De graaf trok een zakboekje uit zijnen jas en rukte er een blad uit eu bij begon haastig te schrijven Mijne dierbare Adeline Zaken van het grootste gewicht roepen mij van hier weg het is zóó dringend dat het mij onmogelijk is vóór mijn vertrek u nog eeu- maal te zien en van u afscheid te nemen. Ik hoop biuuen eenige weken terug te zijn en n dan gauscb hersteld te vinden. Iutusschen blijf ik uw geliefde echtgenoot, REGINALD, graaf van Grensville. Hij vcuwde het blad zorgvuldig toe en reikte het den kuaap, terwijl hij hem een geldstuk in de hand ..tak Let w«<l op. doe uwe zending goed, an ders zou het u slecht bekomen. Let bijzonder op, dat gij aau niemand zegt dat gij mij ge zien hebt Als zij u vragen waar gij mij aan getroffen hebt, zeg te Stanton of eene andere plaats ver van hier gelegen Zeer wel, mylord, zei de knaap en zette zich op weg naar Wallhorst, gelukkig een geldstuk ontvangen te hebben De graaf zag hem na totdat hij uit het gezicht verdwenen was. Als hij in de nabijheid van het oude Heidehof kwam, viel het hem in dat er eene schuilplaats was die hij nog niet doorzocht had. Misschien en dat niettegen staande het zeggen van den knaap kon Con stance zich daar nog verborgen houden. De jonge dame. die hij met Elsie gezien heeft kan ook een ander meisje geweest zijn. murmel.ie hij. En dan nog, wie zou het anders dan Con stance geweest zijn? Maar waar mag Elsie zich gedurende den nacht opgehouden hebben Het was laat als zij hier aankwam en zij kan op dien tijd naar Wallhorst en weder naar het Heidehof gekomen zijn Zij moet zich toch in het oude gebouw schuil gebonden hebben zonder dat het mij gelukt is haar te vinden Hij wou verder rijden, doch het was als trok hem eene onzichtbare hand naar het oude Heidehof. Voorzichtigheid is de moeder der wijshsid niet kan plaats hebben zonder herziening der Grondwet, is daarmede de wensche- lijkheid der herziening aangetoond. Noch tans bestaat er voor genoemd lid geen aanleiding om die herziening urgent te achten. De minderheid der Commissie, die pleitte voor algemeen stemrecht, slaat op eenigszins ander sta idpuntzij zou zelfs om de kiesrechtkwestie alleen de Grondwet willen gewijzigd zien- En zij grondt haar meerling hoofdzakelijk hierop dat een richtig staatsbestuur niet ver oorlooft, dat elke wet haar moreel eftect niet ontleent aan haar oorsprong, maar aan haar meer ot minder gelukkig uit- ge allen-zijn- De oeconomische, sociale en staatkundige ontwikkeling van een volk kan slechts gebaat zijn bij wetten die hun levenskracht danken aan de me dewerking van allen. Vooral in de hui dige phase van sociale wetgeving springt dit in 't oog. Een wetgeving, hoofdzakelijk gemaakt voor den werkman, voor den handel- drijvenden en industrieelen middenstand, voor de landbouwers, behoort tot stand te komen onder medezeggingsschap van al de vertegenwoordigers dier standen. Ook voor den rustigen gang van zaken in den staat is het wenschelijk, dat de kiesrechtkwestie finaal van de baan komt. Bovendien zijn deze heeren van meening, dat, al komt er wat politieke beroering en stagnatie in de wetgeving, dit toch veel beter is dan dat voort durend de alarmklok zal worden geluid. Niet alleen zoo zeggen zij ten slotte dat de nieuwe machine even goed of beter waar zal leveren, maar zii zal ruimschoots weten in te halen, wat er is verloren gegaail door het opruimen der oude. Wij behoeven zeker niet te zeggen, na hetgeen wij destijds in onze reeks artikelen over het kiesrechtvraagstuk schreven, dat wij volkomen aan de zijde staan der laatste woordvoerders. Ook wij achten de eindoplossing van het kiesrechtvraagstuk beslist urgent; trou wens in 't begin van ons eerste artikel deden wij dit reeds uitkomen. En dat ook andere, zelfs anti rev. bladen als b. v. het »Friesch Dagblad4, er zoo over denken, blijkt uit hetgeen dit eenige dagen geleden schreef! Het blad zou zich niet weinig verblijden, indien het overleg, door mr. Heemskerk, den ka binetsformateur, gepleegd, met alle par tijen rechts, daartoe geleid had, dat Grondwetsherziening mede ter definitieve regeling van het kiesrechtvraagstuk, als eerste punt op het regeeringsprogram werd gebracht. Summa summarum, ook de derde vraag moet o. i. beantwoord worden met een beslist»Ja, eene nieuwe re geling van het kiesrecht is thans zóó urgent, dat desnoods eene herziening der Grondwet aan het voortarbeiden der sociale wetgeving moet voorafgaan.4 En thans de vierde vraag >Behooren de grondslagen van het kiesrecht voor de politieke lichamen in de Grondwet tehuis oi kan aan de wet worden overgelaten die te regelen?4 (Blanco artikel in .de Grondwet) (Pag. 212 s. q Het antwoord hierop kan o. i. kort zijn. Wij gaan in dezen geheel met de Commissie mede, waar zij zegt: Dat eene kiesrechtregeling, voorzoover hare hoofdbestanddeelen betreft, in de Grond wet behoort te wotden geschreven,lijdt bij de Commissie in haar geheel (curs. van ons E. v h. Z.) geen twijfel. Zoo lang de noodzakelijkheid eener grond wet zelve nog niet op goede gronden kon worden aangetast, zal moeilijk zijn te betwisten, dat daarin dan toch zeker de opdracht aan het volk, om aan de wetgevende macht mede te werken, moet worden opgenomen e uitgewerkt. Bovendien, geen enkel serieus politiek man, behalve natuurlijk de geniale uit vinder der concentratie-politiek, be lichaamd in een blank velletje papier, heeft zich voor het blancoisme verklaard zelfs de sociaal-democraten wilden de grondslagen van het kiesrecht nog vast leggen in de grondwet. En hierbij kan nog aangevoerd worden dat in verreweg de meeste landen het kiesrecht in de grondwet is opgenomen, zelfs de nieuwste regelingen, zooals die in Wurtemburg en Oostenrijk zijn in dit opzicht de traditie getrouw gebleven. Ons antwoord kan derhalve niet anders luiden»Ja, de grondslagen van het kiesrecht voor de politieke partijen be- hooren in de Grondwet thuis geen be spottelijk blanco gescharrel l4 Ten slotte voor ditmaal de 5e vraag: »ls het kiesrecht een den burger van nature toekomend recht of is het kies recht eene bevoegdheid, die door de Overheid wordt toegekend aan die bur gers, die vermoed worden de geschikt heid om te kiezen te bezitten ?4 (Pag. 13 s. q Ook bij deze vraag behoeven we niet lang stil te staan, daar het in details bekijken van deze betrekkelijk zuiver theoretische vraag ons zou doen afdalen in wijsgeerige bespiegelingen. Laten we er dan ook alleen dit van zeggen dat wij het volkomen eens zijn met de Com missie, waar zij eenstemmig verklaart, dat de eenig juiste opvatting in deze de volgende is De bevoegdheid om te kiezen is eene publiekrechtelijke functie (dus geen van nature toekomend recht) of juister het uitvloeisel eener opdracht van wege het Staatsbestuur om in het algemeen belang eene publiekrechtelijke functie te vervullen. Die functie is dan het medewerken tot de samenstelling van publiekrechtelijke lichamen als de Staten-Generaal, de Provinciale Staten en Gemeenteraden zijn. Reeds in Mei 1869 schreef Prof. Buijs in »De Gids4 >De tijd is lang voorbij, toen men droomde van een natuurlijk recht voor allen, om door hun stem invloed op het Staatsbestuur uit te oefenen.4 Hoewel de theorie van het kiesrecht als een natuurrecht de oudste is, heeft zij toch èn door de latere historie èn door de gezonde wijsbegeerte reeds lang afgedaan. Kiesrecht is derhalve eene bevoegdheid, door de wettige overheid aan de burgers toegekend. zei hij tot zich zeiven. In alle geval kan het geen kwaad dat ik nog eenmaal zoek. Hij gaf ziju paard de sporen en reed op het huis toe. Hij had niet bemerkt dat van de audeie zijde van het wond een andere ruiter kwam aangerend, achter een kreupel- bosch stil hield en zijDe bewegingen gadesloeg. Deze ruiter was Kobm ziju zoon. Als Robin Wallhorst hnd verlaten, had hij in de bos achen omgedwaald niet wetende waar zich te wenden, niet wetende wat te begiuneu. EeiBt tegen den morgen had hij besloten in de nabijheid van Wallhorst te blijven, om zijnen vader te kunnen bespieden; want hij dacht, dat deze, zoo hij waarlijk Constance had op gelicht, haar van tijd tot tijd bezoekeii zou, in wrik vermoeden hij door het lang uit blijven zijns vaders versterkt werd. Hij reed naar de stad, nam eene kamer in een hotel, deed zich eenige verversching op dienen en reed dan verder. Den ganscheu dag zweefde hij in de omstreken van Wallhorst, maar zag zijnen vader niet. Tegen middernacht keerde hij naar zijue nieuwe woning in de stad terug. Maar 's morgens vroeg was hy reeds weer te paard, op weg naar het slot van Wallhorst. De zou stond diep in den hemel, als hij zich op den woudweg bevond, op welken de graaf den knaap aansprak en ondervroeg. Het was aau dezelfde plaats van den weg, waar eene buiging is, dat hij eene stem vernam, die hij bIb die van zijnen vader erkende. Onwille keurig hield hij zijn paard in en luisterde. Hij sprong af eu ging een paar Btappen verder naar da buiging toe. Dan zag hij in de nabij heid van zijnen vader te paard, den knaap het briefje toereikende. Lord Percy wilde zich terugtrekken, maar in hetzelfde oogenblik ging de knaap voort en sloeg de baan in waar hij stond, terwijl de graaf do heide opreed. Lord Percy wachtte geduldig tot dat de knuap bij hem was eu vroeg hem Waar gaat gij naartoe, jongentje? Naar Wallhorst, luidde het antwoord. Wat gaat gij daar doen? De gravin eenen brief dragen vanwege den graaf, mijnheer. Lord Percy schuddehet hoofd. De graaf zond de lady eenen brief 1 Wat mocht dat beduiden Het was hem gemakkelijk geweest den knaap door een stuk geld den brief te ontfutselen, maar zulks kwam bij hem in de gedachte niet. Het gevoel vnn eer en hoffelijk heid lieten zulke gedachten in hem niet op komen. Robin sprong weer te paard eu sloeg den zelfden weg in dien zijn vader genomen had. De knaap zag hem een ooienblik verwonderd aan en ijlde dan naar Wallhorst toe. Als Robin den uitgang vau het woud bsroikt had, zag hij zijnen vader in de verte over de heide de groote baan oprijden Vast besloten, zijnen vader te volgen, reed hij langs drn zoom vau bet woud, zoodat hij h» m steeds id het oog hield, zonder zelf gezi«u te worden. Een w inig daarna onttrok een kn upelbosch, dat tussclun beiden log, den graaf aan Robins blikken Deze verliet dan den woudzoom. reed op het boscbje toe en bereikte hetzelfde intijds om zijnen vader in het Heidehof te zien bin nengaan. Als een bliksemschicht vloog Robin de ge dachte door het hoofd "j Zou hij CouBtance in dit huis gebracht hebben eu ze hier gevangen houden Onmogelijk En toch, wat zou bij hier anders te verrichten hebben Ik moet het wbIbd Hij gaf zijn paard de sporen en sprong in galop de heide over, met het inzicht zijnen vader teverrassen en Constance's lot te kennen. Als lord Grensville aan het oude gebouw gekomen was, bond hij zijn paard als gewoon lijk aan eenen boom, begaf zich in htiis om alles nog eens goed te doorzoeken. Hij steeg in de kelderruimte af, dau doorzocht hij bet gelijkvloers, het eerste verdieping, maar alles was te vergeefs eu kwaadgeluiiud keerde hij naar de kamer terug, in welke nog de rijkus— sens lagen, terwijl hij halfluid tot zich zeiven sprak Constance is wezenlijk weg Ik bad mij de moeite van het zoeken kunnen spaeen maar nu, zonder lang toevep, weg vhd hier, om kapitein Hawke op zijnen zeetocht te vergezellen 1... maar wat is dat Hij bleef staan en luisterde. In de kamer, welke den vcrigen nacht nog tot gevangenis Voorjaarsbemesting der Weide Als het voeder in den stal opraakt, moet de weide gereed zijn. Hoe eer de wei in het voorjaar gras geeft hoe boter. Gras melk en grasboter en graskaas leveren de meeste winst, er mogen dus wel wat uilgaven voor de weide gedaan worden. Zij heeft in den herlst mis schien eenige bemesting gehad, misschien ook uier, in het voorjaar moet men zich in beide gevallen nog enkele uitgaven getroos ten. De mogelijkheid beslaat, dat gij gedu- rrude den winter of in het n»jaar kaïniet en gediend had, hoorde hij het gerucht vau stappen, vaste maustappeu. De graaf wilde zich in allerijl gaau verbergen maar seffens beducht hij zich anders. In alle geval wilde hij weten wie de indringer was. Stillekeus ging hij naar de deur, die niet \ast gesloten was. Hij wilde door de spleet zien, maar nog bad bij de deur niet bereikt of deze werd geopend en ep deD drempel ver scheen Robin- Roerloos stonden vader en zoon tegenover elkander 1... A De graaf deinsde eenige schreden achteruit en verbleekte. Zijne knieën wankelden en zijne og'-n staarden vol schrik op zijnen zoon, als ware eene bovennatuurlijke verschijuing voor hem kom.n staau. R, bui stond pal als een marmeren beeld, met verheven kalmte en met koude blikken zijnen vader beziende, terwijl een spottende glimlach om zijne lippen speelde. Gij hier? spiak eindelijk de graaf het lange stilzwijgen brekend óat hem geheim zinnig scheen. Ge schijnt mij hier piet verwacht te hebben, mylord antwoordde Robin kalm. Wat komt gij hier doen? riep de graaf die zijne kalmte nog niet herwonnen bad. Ik zoek degene die gij hier gevangen houdt. Ik houd hier niemand gevangen, riep de graaf met onzekere stem. Als dat eene leugen is, is het de eerste niet die gij tegen mij uitspreekt, wedervoer Robin koudweg. Sir!... riep de graaf dreigend. Lord Percy wees met den wijsvinger op de rijkussecs die op den grond lagen. Gij hebt mij gezegd dat gij den wagen den nacht, waarin miss Leslie verdween, in de stad te herstellen hadt gegeven en hier liggen de kussens ervan!... Wilt gij mij dat uitleggen Ik ben inderdaad u een kiemen uitleg schuldig. JSjet over het verblijf van den wagen antwoordde Robin, zijt gij mij eene uitleg-- ging verschuldigd, maur wel over het verblijf van Constance. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1