Donderdag 5 Maart L908.
31®. Jaargang.
r
ummer 19.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Zwerende Wond,
Goud.
Eerste Blad.
ÖE
ANTOON TIELEN.
Een
Dit nummer bestaat
_uit_ TWEE Bladen
U itgevek:
gehouden in een vet warm Sunlight**
Zeepsop, wordt direct PIJNLOOS; het
werkt ZUIVEREND en zal zeer spoe«
dig genezen. Ji Geen middel is een=
voudiger, heilzamer en verrassender,
zelfs in gevallen van bloedvergiftiging.
SUNLIGHT ZEEP is zoo zuiver als
Het Vastenmendement
van onzen Bisschop.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
België.
Engeland
Amerika.
Duitschland.
Rusland»
W A A L W IJ K- Telefoonnummer 38.
h
i iMfi)
Waalwijksclie en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt- Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Fran<o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
Advkrtbntiün 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Z. D. H. Mgr. Van der Ven, Bisschop
van 's Hertogenbosch, behandelt in zijn
herderlijk schrijven twee onderwerpen
de waarde van het vasten en bidden om
straffen en rampen af te weren, en de
beteekenis van het huiselijk- of familie
leven.
Omtrent het eerste zegt Z. D. H. o. m.
Rampen zonder tal, vreeselijke rampen
treffen het menschdom en wie weet, wat
ons nog boven het hoofd hangt om de
zonden der wereld, die voortdurend
Gods gramschap en verbolgenheid wek
ken rampen en ellenden, die wij nog niet
kennen en die, hoe vreeselijk ook, nog
maar een nietig voorspel zijn van hetgeen
den zondaar wacht in het andere leven,
na den dood. Wat zullen wij doen om
Gods gramschap te stillen en Zijne wraak
te voorkomen Profiteeren in den
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
38)
VI.
Maar Sylla zag in de talrijke samenkomsten
dat beiden slechts liefde voor doel hadden, en
haar hart ontbrandde in haat tegen hare ge
waande mededingster. Als de kapitein Sylla
meedeelde dat hij Miss Liddon ging mede
nemen op zee, vond zij daarin eene bevestiging
van hetgeen harë inbeelding sinds lang als
zekerheid beschouwde.
Hij kan zich van het meisje niet scheidon
dat hij bemint, dacht zij vol bitterheid. Hoe
veel keeren ging hij vroeger niet weg en liet
hij mij hier alleen in de eenzaamheid zijne
terugkomst afwachten, zonder aan mij te den
ken, zonder zich om mij te bekommeren
Maar zy bemint... zy kan hem zoozeer niet
beminnen als ik hem bemin, die gaarne voor
hem sterven zou... Maar nooit zal zij de ziine
worden nooit al moest ik ze voor mijne
oogen vernietigen
Niet wetend welk besluit Sylla genomen
had, zat Elsie zekeren avond alleen in hare
slaapkamer, het hoofd in de handpalmen rus
tende, droomerig voor zich schouwend. Zij
dacht aan Sylla en rlen kapitein.
Over hare eigene gevoelens voor en tegen
hem, kon eij zich geene rekenschap geven.
Zij sidderde bij do gedachte aan zijne misdaden
maar eene onweerstaanbare neiging trok haar
niettegenstaande tot hem, zonder dat zij zioh-
zicbzelve daarover nitleg kon geven. Menig
maal, als hij toevallig van het verleden ge
waagde, was zijne stem treurig, dat het haar
ter harte ging en als zij dan zijne zwaar
moedig blikkende oogen zag, zuchtte zij diep
en verwonderde zich telkens over wat hem
mocht aangezet hebben om hoofdman eener
rooversbende te worden...
Misschien, als zooveel andere, had hij liefde
geest der kerk van de dagen, die
aanstaanden zijn u verwijderen van de
zonde en alles, wat met den ernst dezer
dagen niet bestaanbaar is neerknielen
voor den Allerhoogste met een rouw
moedig hart in boete en gebed. Wie
weet, of God Zich daardoor niet zal
laten bewegen, om veel terug te houden,
wat anders misschien ook over ons
komen zou.
Ten opzichte van het tweede onder
werp constateert Z. D. H., en betreurt
dat het familieleven hoe langer hoe meer
dreigt te verdwijnen. Als oorzaken noemt
Mgr. de tallooze vereenigingen, die
tegenwoordig dag aan dag verrijzen, en
de algemeene zucht, vooral onder de
jeugd, om uithuizig te zijn en in het
gewoel der wereld
ln den breede schetst Z. D. H. de
waarde van een' braaf familieleven, de
noodzakelijkheid om goede huisgezinnen
te vormen en in stand te houden, de
beteekenis van een goede opvoeding,
die in hoofdzaak van de ouders en wel
van de eerste jaren, voornamelijk in het
huiselijk leven afhangt.
Intusschen is Z. D. H. er ver af, bij
zijn vermaningen om het familieleven in
eere te houden of te herstellen, een
spaak te willen steken in het wiel van
opgevat en was hij daarin bedrogen geweest,
dacht zij... Maar wat zal er van Sylla gewor
den Ik zou willen weten of hij in hare
neiging deelt?... Ik wil met hem daarover
spreken, zoo gauw hij wederkejrt.
Zij 6tond op en giug naar de deur der
kamer Zij sloeg de zware voorhangsels weg en
de nevenkamer welke zij intrad was niet ledig,
hoewel zy dit verwachtte. Voor de tafel rat
de jonge kapitein in eenen stoel geleund het
hoofd op de handen, met droeve blikken voor
zich ziende, zonder iets anders te zien dan
beelden van herinnering, als beelden van het
verleden. Elsie had hem vroeger nooit zoo
gezien. Hij was steeds kommerloos en vrien
delijk geweest als hij haar te gemoet kwam
en nu zat hij daar ingekeerd het hart vol
smartelijke gevoelens, welke zich in ziine
oogen, en ook in zijne trekkeD weerspiegelden,
zoo kluitr, zoo diep dat Elsie meende met hem
te lijden. Zij beschouwde hem een oogenbhk
plotseling nochtans trok zij zich terug, als
langs den anderen kant de deur openging en
Sylla binnentrad.
Nu, Sylla, wat scheelt er, vroeg de
kapitein zich tot haar wendend.
Ik kom u vragen of miss Liddon boeken
meenemen zal, wedervoer Sylla.
Zi.rg daarvoor, mijn kind, antwoorde de
kapitein vriendelijk. Het is goed dat gij daar
aan denkt, want het mocht voor miss Liddon
te vervelend zijn, indien ze niets te lezen had.
Het meisje ging weder de kamer uit, liet
haar oog navorschend rond gaan als zocht zij
iemand nauwelijks had Sylla het vertrek
verlaten of Elsie trad binnen.
Ah miss Liddon, riep de kapitein op
staande, Sylla is zooeven hier geweest om te
vragen of zij eenige boeken voor u aan boord
zal meenemen. Ik heb voor u geantwoord, als
gij wegens die kleinigheid niet verstoord zijt.
Ik ben tevreden dat gij zulks gedaan
hebt 5ii dank u daarvoor, zeide Elsie. Is Sylla
geneigd mede op z.ie te gaan
Sylla, vroeg de jongeling verrast. Ik heb
er nog niet over gesproken, maar dat is klaar
wyl zij u vergezellen moet.
Zij is sedert eenige dagen zeer bleek
geworden, wierp Elsie op, terwijl zij zich op
eenen atoel, rechtover den kapitein, nederliet.
het vereenigingsleven.
Wij zullen Ons wel wachten af te
keuren of te willen belemmeren, wat de
Paus, de Stedehouder van Jezus Christus
zoo hoog heeft aangeprezen en zoo
krachtig bevorderd Wij beschouwen
zijn woord: Vereenigt U, dat door de
heele wereld heeft geklonken, als een
wenk uit den hemel, en Wij zouden
niets liever wenschen dan dat het ook
zoo door al onze diocesanen werd be
grepen. Wij verlangen dan ook niet
anders dan het vereenigingsleven, naar
den geest der Kerk, zooveel mogelijk
te bevorderen. Doch ééne zaak is er,
die Wij u niet wenschen te verbergen.
Uit eerbied en hoogachting voor het
familieleven, dat toch zeker ook na ligt
aan het hart der Kerk zoowel als aan
het hart van God, meenen Wij de ver
eenigingen te mogen verzoeken, om hare
vergaderingen, buiten eenige noodzake
lijkheid of hoog nut, niet te vermenigr
vuldigen. Uit hoofde van hunnen arbeid
op de werkdagen zijn vele vaders na
genoeg den ganschen dag afwezig en
als er dan nog dikwijls op Zon- en feest
dagen moet vergaderd worden, dan
schiet er voor het familieleven niet veel
meer over, te weinig althans, om het
huisgezin gelukkig te maken en dien
invloed te verwekken, die waarlijk de
ouders aan de kinderen en de kinderen
aan de ouders hecht. En dit is erg
jammer, want daar ligt juist de kracht,
die in een gezin zooveel goeds kan
uitwerken. Daarenboven mag men hierbij
ook nog wel in 't oog houden, dat men
langs dezen weg aan het huiselijk leven
zou kunnen ontwennen. Het leven van
den mensch toch is grootelijks eene ge
woonte. Maar eene gewoonte wordt
soms als een tweede natuur. Wie ge
woon is thuis te blijven, is nergens liever
dan thuis en zoo behoort het te zijn
zeker bij een vader des huisgezins. Maar
wie gewoon is uit te gaan, kan het ten
laatste thuis niet meer vinden. Nu, wat
er volgen zal, als dit het geval is met
een huisvader, is niet te overzien. Dan
krijgt men allerlei verwikkelingen. Liefde
en vrede gaan het huis uit. De geest
van tweedracht komt er in met al het
onheil, dat hij verwekken kan en het
huisgezin, dat eerst een aardsche hemel
was en zijn moet, wordt als eene soort
Ik vrees dat zij hersensziek is.
Hoe? ik versta u niet, zeide de kapitein
op eenen toon die haar overtuigde dat zijne
gedachten zich weinig met Sylla bezig hielden
Ik dejk dat zij bemint, verklaarde zij.
Een zwakke, ongeloovige glimlach speelde om
des hoofdmans lippen.
Ik zelve heb nooit bemind en kan bijge
volg daar niets van ondervonden hebben, zei
de Elsie maar ik geloof dat zij bemint en
dat wel hopeloos. Ik z >u willen weten wie de
gelukkige is die het voorwerp is harer liefde
Ik heb daar nooit aan gedacht maar
als gij het begeert, zal ik er eens naar vragen
antwoordde de kapitein.
O neen, geef u die moeite niet. bad
ElBie. Het kan zijn dat ik me vergis. Morgen
vertrekken wij, niet wa*ar voegde zij er ras
bij, om het gesprek eene andere wending te
geven.
Morgen avond antwoordde kapitein
Negus. Ik zal mij niet eerder gelukkig voelen
dan als ik weder op mijn schip zal zijn.
Toen dat gesprek tnsschen beiden nog eenige
minuten geduurd had, vertrok de kapitein om
ta zien of zijue bevelen uitgevoerd werden en
liet Elsie alleen. Zij wist niet dat de jonge
man gausch onbekend was met Sylla's liefde
en ondervond, dat het moeilijk lukken zou
dit gevoel in hem te ontsteken...
Zij zuchtti. Wat zal dat bij het driftig
gestel van het meisje uitbroeden, zoodra een
toeval of eene gebeurtenis haar de oogen zal
openen en baar tot overtuiging zal brergen,
dat zij hopeloos beminde en nooit kans had
hare grenzelcoze liefde bekroond te zien
Elsie beefde bij die gedachten...
Zeide haar misschien «ene zachte inwendi
ge stem hoe het driftige meisje door hare
rampzalige liefde zou verscheurd worden
VII.
De kajuit de Waternimf was zeer genopg-
lijk ingelicht en smakelijk versierd, zoodat
Élsie, alhoewel aan luister gewoon, verrast
aan den ingang staan bleef, als de jonge
kapitein haar den volgenden avond naar het
schip bracht.
Het was overal donker, als zij het «chip
van hel.
Naar nu verluidt zal het nieuwe over
neming» voorstel inzake den Congo eerst
Dond-rdag aan liet parlement wo'den voor
gelegd. Voorgesteld zou worden in de plast»
van het, kroondomein een fonds van 60
millioen te scheppen, voor het uitvoeren
van werken ten alg^meenen nutte in België
Dat Zou slechts de helft zijn van het bedrag,
dat eerst gevraagd werd. Daarentegen zou
de Belgische -taat gedurende twaalf of vijftien
jaren drie millioen per jaar ter beschikking
des konings stelles voor wetenschappelijke
ondernemingen in het Congoland. Van een
bijzondere, tweede civiele lijst is geen sprake.
Ontwapening of niet.
Hef Engelsche Parlement heeft zich weer
een» de weelde veroorloofd om te spreken
over de beperking der oorlogstoerustingen.
De radikaal Murray M^cdnnald diende
een motie in, luidende, dat met het oog op
de voortdurende vriendschappelijke betrek
kingen van Engeland met de buitenlandache
mogendheden, de uitgaven voor oorlogstoe
rustingen een verdere vermindering moesten
ondergaan.
Minister Asfluitu heeft met die motie heel
aardig gemanoeuvreerd. Hij diende een amen
dement in, waarin werd verklaard, dat het
Huis de ministers zou steunen in al zulke
bezuinigingen op de uitgaven voor legeren
vloot als overeen te brengen zijn met een
behoorlijke verdediging van het Engelsche
gellied.
Let op den laatsten zin.
Bezuinigingen, zooveel als overeen is te
brengen met de belangen vau Engelands
verdediging. Eu als men nu de redevoering
leest, die Asquith hierbij hield, dan ziet
men, dat voor Engelands verdediging
noodig geacht wordt het hebben van een
vloot, die even sterk is als die van twee
der sterkste mogendheden samen.
Als dus andereu huu vloot versterken,
moet En 'eland het ook doen.
En anderen versterken geducht.
Gelooft gij nu iets van die bezuinigings
redevoeringen.
bereiktenmaar de kajuit was helder ver
licht. De knpitein wees Elsie hare kamer aan
en keerde i>p het dek terug, om de uoodige
bevelen tot den aftocht te geven.
Nog dien nacht zeilde het schip de opene
zee in. Het verblijf was daar al even zoo
eenzaam alB in de ouderaardsche zalen van
het Heidchofmaar toch voelde Eisie er
zich veel vrijer Zij kon de frisuche lucht
inademen, doD blauwen hemel aanschouwen,
het spel der baren gadeslaan, en, wat zij het
m-este deed, was op verlossing hop*n
Hare gedachten hielden haar un meer dan
ooit bezig met hare verwanten op Wallhorst
Zij dacht aan de gravin GreDsville, die zij
zeer ziek verlaten had wat was er van haar
geworden Zij dacht aan haren broeder en
zijn gedurig twisten m°t de huishoudster en
lachte onwillekeurig als zij zich «en toonrel
tusgchen beiden verbeeldde. Dan werd zij
weder zwaarmoedig. Zij dacht aan de insge
lijks k-anke mrs. Howard en hare dochter
aan den ongelukkige sir Walter Leslie, wien
het verdriet om de verloren dochter naar het
graf sleepte. Maar meest nog dacht zij aan
den grnaf Grensville, aan haren oom, aan
hare vriendin Constance en aan haren neef
Lord Percy
Zij had van de roovers niet vernemen op
welke wijze de graaf en zijne gevangenen
het Heidehof verlieten en vreesde dat leze,
ondervonden hebbende dat zij daar geweest
was, Constance naar een andere pl«ats gedaan
en haar lot nog onverdraaglijker gemaakt
had Hoe ijverig en krachtdadig lord Percy
naar het geliefde meisje zoeken mocht, zoo
bleef het toch nog altijd te betwijfelen of
zijne pogingen met goeden uitslag zouden
bakroond worden en Elsie begon zich af te
vragen of het niet bpst zou zijn dat Robin
zich aan den wil zijns vaders onderwierp en
lady Emraelina huwde om alzoo Constance
uit dn gevanyenschnp te verlossen..
Zulke gedachteu martelden haar onophou
dend..,
Het einde van een schoenen zomerdag
brak aan. De zon had gedurende d d gan
schen dag bare verzengende stralen op het
dek van het schip gezonden en het werd zoo
onuitstaanbaar heet, dat de kapitein een zail-
Weer een aanslag
President Figueroa Alcorte van Argen
tinië, die zijne waardigheid juist twee jaar
bekleed heeft, stapte aan zijne residentie
uit ziju rijtuig, toen een man een bom voor
zijne voeten wierp, zonder dat deze echter
spong, zelfs toen de Presidtnt de onbegrij
pelijke onvoorzichtigheid had haar ter zijde
te schoppen alvorens binnen te gaan.
Het helsche werktuig, uit een verfblik
vervaardigd, bleek meer dan £0 pond ont-
plolbare stcffen te bevatten. De dader is
een Argentijner van 22 jaar en wordt voor
krankzinnig gehouden. (Jok hecht men aan
de daad geen politieke beterkenis.
Volgens de Prensa heet hij Solano en ia
bij zijne inhechtenisneming een dolkmes in
zijn bezit gevonden. Hij verklaarde anar
chist te wezen maar weigerde te zeggen of
hij medeplichtigen bad. Nog drie anarchisten
zijn aangehouden.
In 1893 telde de uisuwerwetsche Duit-
sche vak vereenigingen 246.000 leden, er waa
80U.000 ink. in kas. Twaalf jaren later
ludden dezelfde vak vereenigingen 1.250.000
leden eu een bezit van 16 millioen mk.
Op het oogenblik zal het led ntal tot 2
millioen en hel bezit tot ongeveer 30 mil
lioen mk. sijn geklommen. Dat ia nu de
t-n dooile opgeschreven vakbeweging.
Ter dood gebracht I
Zeven terroristen, door den krijgsraad
wegens een ondernomen aanslag tegen groot-
vor»i Nikolass en tegen den minister van
justitie, ter dood veroordeeld, sijn gistermor
gen jopgehangen onder hen was ook, naar
«eraeld wordt, de italiaanscheond rdaan Mario
Cal vino, voor wien de italiaansche Regeering
gratie had gevraagd.
Uit nadere berichten blijkt, dat de itali
aansche Regeering erin geloopen is. De
socialist Binsolati had «rop aangedrongen in
de Kamer, dat voor Calvino gratie zou wor
den gevraagd.
Socialisten beschermen wel waardige lui.
Want de russische Regeering heeft geant
woord, dat deze Calvino had voorgegeven
journalist te zijn, als zoodanig het gebouw
van den Rijksraad was binnen gedrongen
doek uitspannen liet.
Allen waren op het dek vergaderd en
Sylla was daar ook.
Haar wit kleed omhulde in xwierige vouwen
hare Blanke gestalte Haar lang zwart haar
speelde in lichte krullen om het voorhoofd en
daalde in prachtige golvingen langs en om
hare schoone schouders Hare groote oogen
wareu droomend op het gelaat van den
kapitein gericht, welke op kleinen afstand
van baar tegen de boratwering leunde, den
blik op h«t zilverglaiizend water gevestigd.
Menigmaal zweefden hare oogen dan naar
Elsie, dan naar dru kapiteiu toe en uit dien
blik spraken haat en nijd.
Eindelijk was de zon ondergegaan en de
westelijke avoudroodstralen verzwoude voor
het aunbrekende uistf-r Een lichte wind blies
verkwikkt-Dd en verfrissend op de vermoeide
scheepslieden
D« zeilen begonnen te zwellen en het schip
gl ed langzaam over het water
Da mannen stonde» op uit hunne liggend#
houdingen en nieuw leven begon op het dek.
Ook Elsie stond op en ging naar de andere
zijde van het schip waar de kapitein, nog
immer in gedachten verzonken, tegen de
borstwering leunde.
Als Sylla ze zag van plaats veranderen
ging zij ook naar een andere plaats van
waar zij, zelve ongezien, beide zien kon en
bespieden
Een heerlijke avond, kapitein, zei Elsie
tot hem gaande, men ziet niet dikwijls zoo
eeu zonnenondergang.
De kapitein hief het hoofd op als ont
waakte hij uit eenen diepen droom en Elsie
zag op zijn gezicht dezelfde, treurige, smar
telijke uitdrukking, die zij reeda vroeger op
dien avond vóór hunnen aftocht uit Engeland,
bemerkt had.
Hij trachtte te glimlachen, maar het waa
een bittere lach die over zijn gelaat schoof.
Dan Btr»ek hij met de hand over het voor
hoofd. als wilde hij met geweld de gedachten
verjagen, die htm niet verlaten wilden.
(Wordt vervolgd.)
i