Donderdag 12 Maart L908.
31®. Jaargang.^
J
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
UNUBHT
Nummer 21.
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
Eene Beantwoording
ÖE
FEU1LLKÏ OA.
U 1 T g E v e u
De Echo van
ttunvynstur tl! liOII£S(niillS('ll(' CoIIFdllt*
Dit Blad verse: ijut "Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fO-^ö.
Frarno per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, iugezondeD stuiken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
der
W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38.
Advertentie* 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8inaal ter plaatsing opgegeven,
worden 'Amaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel. -
Men kan het teerste weefsel
met Sunlight veilig wasschen.
Wit goed wordt witter, en gekleurd
goed wordt levendiger van kleur, zoo
dra Sunlight slechts gebruikt wordt.
zachte zeep of andere wasch
middelen Uw goed boschadigen
en de kleuren hebben doen
verschieten,
denk dan
eens aan
het woord
Sunlight
OP DE
Vragen van den Alg. Bond van
R. K. Kiesvereenigingen.
V.
De 10e vraag is
>Behooren zoowel degenen die van
wege de Overheid, als zij, die door
kerkelijke en particuliere liefdadigheids
instellingen blijvend bedeeld worden van
het kiesrecht te worden uitgesloten, of
Van „DE ECHO VAN I1ET ZUIDEN".
40)
VII.
alleen de eerstgenoemden (pag 132 s.q)
Ook over deze quaestie is het de
Commissie niet eens.
Eene meerderheid is wel voor uitsluiting
Zij zegt o.m. het volgende: In de meeste
landen zijn van het kiesrecht uitgesloten
degenen, die van overheidswege onder
steuning erlangen en wel om twee redenen.
Ten eerste verkeeren zij in een staat
van groote afhankelijkheid tegenover de
overheid en hun oordeel bij 't uitbrengen
hunner stem zal dus te zeer bepaald
v*orden door motieven, ontleend aan die
positie. In de 2e plaats verkeeren zij
in een staat van groote afhankelijkheid
tegenover verschillende overheidsper
sonen en zal de wijze, waarop deze
personen zich van hunne ondersteunings-
taak kwijten, ongewild misschien, maar
toch niet te onderschatten, in onge-
wenschte mate de richting der stem van
de geholpenen beïnvloeden.
I.i Nederland is men in de kieswet
Van Houten konsekw ent gebleven, door
ook aan hen, die door particuliere ver-
eenigingen worden onderhouden, het
kiesrecht te ontzeggen. Immers, zij zijn
even afhankelijk als ja misschien nog
afhankelijker dan die bedeeld worden
door de overheid, aangezien voor de
laatste bedeeling rechtens plicht is,
terwijl van de particuliere vereenigingen
rechtens slechts eene vrije daad van
naastenliefde is.
Deze meerderheid wenscht echter
vrije genees- en heelkundige hulp, koste
loos geneesmiddelen, onderwijs, kinder
verpleging e.d. niet onder bedeeling te
rekenen. Deze mogen in geen geval
verlies van kiesrecht als gevolg na zich
sleepen. Deze maatregelen toch stiekken
in den regel niet tot onderhoud van
levensvoorwaarden in het algemeen
belang.
Eene minderheid en te veronder
stellen is, dat deze dezelfde is als die
zich voor algemeen kiesrecht verklaarde
is tegen de uitsluiting der bedeelden
gekant. Sinds het kiesrecht zoo
voert zij aan geheim is geworden,
is de vrees denkbeeldig, dat de bedeelden
eene afhankelijke stem zouden uitbrengen
En als zij niet denkbeeldig is, dan is er
geen reden om hetzelfde euvel niet ook
te duchten bij al degenen, die in dienst
en in 't bijzonder in persoonlijken dienst
Elsie knielde neder, bedekte haar gezichl
met beide handen en bad voor de zegepraal
der Engel8chen. Met angst verwachtte zij den
aanvang van den strijd. Een minnut scheen
haar oen eeuwigheid Zij hoorde het driftig
heen en weer loopen op het dek, vernam de
verwarde hulp en noodkreten en daartusscheu
de overheerschende bevelen van den kapitein.
Het wachten werd Elsie ondragelijk. Zij sprong
eindelijk op en riep
Ik verdraag het hier niet lauger; lk
moet den strijd zien 1.
Zij ging de trap op en bleef aan de boven
ste trede staan. Opeens hoorde zij een oor-
verdoovend gekraak en een dikke wolk om
hulde de eene zijde van het schip. De bezetting
van het handelsschip had de zeeschuimers
eene volle lading in het gezicht gezonden, als
deze hunne haken uitwierpen.
Het schreien en kreunen der gewonden en
stervenden \eivulde een oogeublik de lucht
maar dau volgde bet wraakgeschrei der overige
zeeschuimers.
Dood aan den moordenaars, vooruit
kameraden, volgt mij 1 riep kapitein Negus
met donderende stem, terwijl hij den degen
in de hand, van zijn schip op het vijandelijk
dek sprong, gevolgd van wraakdorstige zeeroo-
vers
Er ontstond een heete strijd gevloek geschrei
en gekreun vermengden zich op schrikbarende
wijze.
Voorwaarts 1 slaat ze allen dood spaart
geenen enkele 1 boorde Elsie door de zware
stem van den kapitein, als de vijand begon te
wijken.
Met God en St. Joris, dood den Piraten
kreet men tegen.
Wakker hielden de Engelschen stand tegen
de woeste aanvallen der zeerooveremaar
langzaam, step voor stap, moesten zij wijken
voor de verpletterende meerderheid, den weg
van den afto ;ht met bloed bevlekkend. Plot
seling stoven zij uit elkander en de roovers,
op ééneu troep te zameu gebracht, stonden
vóór den mond van een monsterkanon geladen
met poeder en ijzeren stukkeu. Vei schrikt
bleven de piraten eenen oogeublik staan maar
de stem vau den kapitein donderdo
Vooruit de bloote d'gen in de rechtpr
hand, de pistool in de linker: Dood den
kannonnier
Doch te laat Terwijl hij nog sprak, loste
het schot op de aanvalle'B dood en vernieling
zaaiend
Op hetzelfde oogenblik schoot kapitein Npgus
zijn pistool af en velde den kanonnier.
Dood den Piraten, pchreeuwdeu de En
gelschen die met vernieuwde woede op hunne
vijanden aanstoven.
Immer heviger werd da strijd. Woldra zou
hij teu einde zijn aan de overwinning des
roovers viel niet meer te twijf- len dit schenen
de aangeranden te beseffen, want zij sloegen
als waanzinnigen en hopeloozen in het rond
en menige roover viel nog stervend op het
dek neder.
Sidderend, bleek en roerloos van schrik had
Elsie den bloedigen strijd aanschouwd. Nu
twijfelde zij niet meer dat de mannen bij wie
zij in gevangenschap leefde echte piraten waren
en hij, die zij trots alles achtte, was hun
aanvoerder
Het was haar ala vatte eene ijskoude hand
haar naar het hart, terwijl zij zag hoe ouder
de handen van den kapitein, de eene na den
anderen van de mannen, viel, die niets anders
misdaan hadden dan pogen hunnen eigendom
en hun leven te verdedigen.
Een donderend, eindeloos hoera barst los uit
den mond der pi rat n als de laatste man van
de bezetting van het. handelsschip in hunne
handen viel De roovers zegepraalden maar
duur stond hun die zegepraal. Meer dan de
helft lagen dood of stervend op het vijandelijk
schip.
Zij brachten de gewondeu en de gevangenen
op hun eigen vaartuig en alles, wat op het
van een ander werkzaam zijn.
Daarbij komt nog, dat de armen zeer dik
wijls hun nooddruftige omstandigheden
toeschrijven aan verkeerde toestanden,
uitvloeisel van verkeerde wetten of
minder goede overheidsbemoeiingen. Het
is daarom in het belang van den vrede,
indien ook zij door hun kleine stem hun
meening kunnen zeggen in de groote
landszaak.
Ons komt dit laatste standpunt niet
alleen zeer sympathiek, maar ook logisch
voor, zoodat wij ook in deze staan aan
de zijde dier minderheid.
Omtrent de 11e vraag, die aldus luidt
»Indien het kiesrecht is een door de
overheid toegekende bevoegdheid, heeft
de Overheid dan ook het recht te eischen
dat van het kiesrecht gebruik gemaakt
wordt (stemplicnt) (pag. 168 s.q.) valt
op te merken, dat de Commissie zich
in haar geheel verklaart voor stemplicht
en wel onder de volgende bewijsvoering
Voor het rustig staatsbestuur, zooveel
mogelijk in overeenstemming met de
wenschen en nooden van het volk als
geheel, is het noodzakelijk, dat het parle
ment de meest getrouwe weerspiegeling
zii van wat er in de verschillende kringen
en groepeeringen van de maatschappij
wordt geducht en gevoeld en van de
regeering wordt verwacht. Waar op eene
bevolking van 5,500,000 zielen slechts
150 afgevaardigden de volksvertegen
woordiging uitmaken, is dit doel enkel
in groote trekken te bereiken. Maar
voor zooverre het dan ook inderdaad
te bereiken valt, geschiedde het met
groote nauwkeurigheid. Indien 10 of
20 of 30 of 50 pCt van de kiezers zich
van deelneming aan den strijd onthouden,
is die nauwkeurigheid er alles behalve.
Hiertoe is noodig dat elk kiezer, niet
uit wettige redenen verhinderd, zijn stem
uitbrenge.
De verkiezing in den aanvang dezes
jaars in Duitschland gehouden voor den
Rijksdag, levert ons een waarschuwende
illustratie van de hooge noodzakelijkheid
eener stemverplichting. Aldaar is op
gericht uit haren politieken dommel en
gejaagd naar de stembus der z.g. kleur-
looze middenstof en deze is bij onze
•buren voornamelijk oorzaak geweest, dat
op eenmaal een gansche ommekeer werd
gebracht in de constellatie der parlemen-
veroverde schip van «enige wnarde was De
lading bestond in rhnm, koffie, suiker en
andere waren. Nadat alles op het piratenBchip
gebracht was, werd het handelsschip in brand
gestoken, aan zijn lot overgelatenen de roo
vers vervolgden hunnen weg de zee in.
Het scheeu Elsie als had het afschuwelijk
tooneel maar één oogenblik geduurd, maar de
hoog iu deu hemel glanzende maan bewees
haar dat de slachting verscheidene uren ge
duurd had lias had het schip vuur gevat en
de vlammen Btegen hoog de lucht in, als wil
den rij den hemel bereiken en hem om wraak
bidden voor de afgrijs-lijk© moorderij.
Plotseling steeg eene geweldige vuurzuil
naaf omhoog waarc p een vreeselijke knal
volgde. De piratenbritrg zelve alhoewel reeds
op tamelijkeu afstand van het geplunderd
schip, beefde en schokte onder den indruk
der machtige ontploffing.
Het vuur had eeu poeder\oorraad aangerand
en de outploffiug teweepgebi acht, die het
vernielingswerk kwam voltrekken.
Weinige minuten later gleden de baren
vreedzaam over de plaats been, waar het
schip gezonk n was, en het licht der maan
flikkerde over de lichtbewogen golven, in wier
schoot, dezen nacht, zoovele schuldelooze
slachtoffers begraven waren
Maar als het schip in bet diep verzonk,
als er niets meer van te zien was, was Elsie
zoo geweldig ontroerd geweest, dat, als zij,
oiu de piraten door te laten, in de kujuit
nederdaalde, al hare krachten haar verlieten.
Het was gruwzaam, oumeDSchelijk wat zij
taire groepen, terwijl niets er op duidde
dat het volk in zijn geheel ook werkelijk
sinds de jongste verkiezingen in 1904
van overtuiging was veranderd.
»Deze massa kon plotseling te voor
schijn treden, ondet den invloed van een
opwinding, welke deze dan ook zij, de
meerderheid omverwerpen, de regeering
verslaan, in één woord werken als een
onweder en een katastrophe, om terstond
daarna weer te vervallen in onverschillig
heid en werkeloosheid. Een goede en
nationale regeering moet behoed blijven
voor dergelijke toevalligheden."
Vandaar dat de ordelijke-maatschap
pelijke en staatkundige ontwikkeling van
een volk stemplicht zeer gewenscht
maakt. Dit wordt trouwens bewezen in
Belgié, waar men sinds de grondwets
herziening van 1893 den stemplicht heeft
en waar hij uitstekend werkt.
Stemplicht zal bovendien aan een
ander soort misbruiken voor zoover zij
nog bestaan den kop indrukken
Wij hebben het oog de stemaanjagerij
met haar ophalen en bepraten van kiezers
met vaak minder ware voor spiegelingen
en beloften, gepaard aan het schenken
van alcohol. Al die onwaarachtige ver-
kiezings buitensporigheden zullen met
invoering van kiesdwang verdwijnen,
althans sterk verminderen
Ook principieel is tegen stemplicht
niet veel in te brengen, liet kiesrecht
is immers volgens onze opvattingen geen
natuurrecht, maar 't wordt in 't belang
van den staat geschonken. Welnu, dan
heeft ook de overheid het recht, den
kiezer den plicht op te leggen zijne
fuifctie waar te nemen.
Men houde echter wel in het oog, dat
met stemplicht niet is bedoeld, dat men
verplicht zijn stem op candidaten heeft
uit te brengen. Deze verplichting kan
moeilijk worden opgelegd Met stemp icht
wordt niets anders ingevoerd dan op
komstplicht- Hij, die dan werkelijk meent
zijn stem niet te kunnen of te mogen
uitbrengen op een der candidaten, kan
een blanco biljet in de bus werpen.
Op deze wijze worden onthoudingen
wel niet onmogelijk gemaakt, zij dragen
echter niet meer het onaangenaam ka
rakter van massa-onthoudingen, maar
blijven beperkt tot op zich zelf staande
uitzonderingen.
Vraag 11 wordt dus ook door ons,
evenals door de Commissie, bevestigend
beantwoord, zoodat wij ons hier ten
volle voor stemplicht verklaren.
De vragen 12 en 13 kunnen gevoege
lijk bijeengenomen worden, beide hebben
toch betrekking op het stelsel van even
redige vertegenwoordiging. Terwijl vraag
12 luidt: >Zijt gij vóór of tegen invoe
ring van een evenredige vertegenwoordi
ging ongeveer zooals in België bestaat
(pag. 173 sq), dwingt ons vraag 13 ant
woord te geven op het volgende »Is
invoering eener evenredige vertegen
woordiging van zooveel belang, dat een
oplossing van het kiesrechtvraagstuk
zonder haar onbevredigend dient te
heeten (pag. 176 sq.)
Daar onze artikelenreeks over deze
mater'e toch al zooveel eischt van het
geduld onzer lezers, zullen we dit onder
deel, hoeveel er ook over te zeggen valt,
zoo kort mogelijk behandelen, te meer,
wijl we reeds vroeger over dit stelsel
vrij uitvoerig geschreven hebben.
Omtrent het Belgische stelsel, welks
detailleering ons nog eenige artikelen zou
kosten, wenschen we alleen dit op te
merken, dat wij er, evenals de commis
sie, mei bijzonder genoegen kennis héb
ben mede gemaakt. Met haar gelooven
we, dat het aan den eisch van te geven
een "getrouwe weergave van politieke
volksgroepeeringen in hunne numerieke
sterkte vrij voldoende beantwoordt.
Dit dus aH antwoordt op vraag 12.
Vraag 13 eischt een meer uitvoerig
antwoord, dat de Commissie dan ook
geeft in Hoofdstuk VI, afdeeling B. Zij
somt daarin eerst op de nadeelen van
het meerderheidsstelsel, welke ongeveer
hierop neerkomen
le. Het laat den wetgever toe, om
door middel van een bepaalde formatie
van de districten een partij in min of
meer talrijke gevallen tot minderheid te
maken. Het gevolg daarvan is, dat deze
belangrijk zwakker in de vertegenwoor
diging voor den dag komt dan het per
centage der uitgebrachte stemmen.
2- Een dergelijke indeeling in distric
ten ontkent vrijwel het politiek verband
tusschen de burgers van den staat. Niet
gelet wordt op hunne natuurlijke groe
peering, op de door hen uit eigen be
weging gevormde politieke gemeea-
gezien had... De schrik die hare ziel bij deze
vreeselijke, nachtelijke tooueelen overweldigde
b-roofde haar van alle wilskracht alle» draaide
voor hare oogeu hare zinnen verbijsterden
en zij zonk op de onderste trappen der kajuit
bewuBteloo» neder...
VIII.
Hoelang Elsie daar bewusteloos gelegen had
wist zij niet maar plotseling week de onmacht
die hare zinnen beving, weder van baar weg
Zij h"Orde een luid gerucht van stemmen iu hare
nabijheid en met inspauning van al hare
krachtan atond zy reeht, steeg de trappen der
kajuit op, sleepte zich iu hare «cabine", waar
van zij do denr achter zich sloot. Maar dan
zonk zij krachteloos en gebroken neer op eeneu
zetel en hield de handen voor hare oogen
als wilde zij de wreede beelden verjagen die
onophoudend voor haren geest kwamen spoken.
Nooit had zij zich in haar leven zoo ellendig
gevoeld als op dit oogeublik.
Waarom had het noodlot haar in de handen
van piratrn geleverd, waarom mo«st zij getuige
zijn van die barbaarsche toone>l;n die steeds
voor haren geest kwamen zwev-n?... En zy,
die hem immer zoo beleefd, zoo vriendelijk
bejegende, omdat zijn voorkomen, eerbiedig
gedrag hare achting gewonnen had die hem
had kunnen b-mioneD, nau hem kou zij nu
slechts met afgrijzen denken Zij wist nu, dat
alles, wat men van hem vertelde, niet over
dreven was zij wist dut uit zijne groote
oogen den dood bliksemde Zij dad zijne zachte
stem, onheilspellend als die van eenen leeuw,
hooreu brullen, als de bloedigste schouwspelen
voor hare oogen plaats haddeu. Op welke
manier zou zij hem nu bejegenen, hem, dien
zij verachtón moest?...
Gedurende verscheidene dagen bleef zij in
de kajuit en als eindelijk het verlangen naar
frissche lucht haar op het d k dreef, verwijlde
zij daar slechts korten tijd, en vermeed met
den kapitein en de overige mannen in aanra
king te komen, wat niet altijd mogelijk was.
Heel waarschijnlijk had kapitein Negos de
verandering in haar bemerkt, maar het wat
ook klaar dat hij zich daar weioig om be
kommerde. Het scheen baar, dat hy nog veel
fierder en minder spraakzaam geworden was
maar zijn gedrag jegens haar zorgeloos en
onbedwongen, een teeken dat hij ze als vreemde
dame belandelen wil le en geenszins daarnaar
omzag wat zij over hem of de voorvallen van
dien nacht dacht.
Als hij ze ontmoette, sprak hij eenige woor
den met haar en m- akte b-merking*n over
het eene er andere ding alsof er niets voor
gevallen was maar hij nad r Ie haar niet dan
bij toeval Hij leunde dikwijl", iu gedachten
verzoDkeD, tegPD den mant of aau de zijde
van het schip, en, als Elsie's blik hem trof
wanneer zij zag, hoe zijn groote oogen droevig
mijmerend in het water staarden, gelijk den
avond voor dien schrikkelijken nacht, als hij
eenige schreden in zijn verledeD gedaan had,
en gewis meer zon verteld hebben, ware het
ongelukkig koopvaardijschip daar niettnsschen
gekomen... dan werd haar hart weder geroerd
en alhoewel zij ook voor hem schrikte en
geene verschoouing voor zijne handelwijze
vond, toch moest zij bekennen dat het bijzon
dere omstandigheden, een soort van wanhoop
moest geweest zijn, die hem aangezet hadden
zich bij deze gewetenlooze menschen aan te
sluiten...
Maar wanneer hij uit zijne droomerijen
ontwaakte en zijne oogen op haar vielen,
stond zij op en ging zij in de kajuit waar zy
gansch ongestoord zich kon overgeven aan
zoete gedachten over hare geboorteplaats.
Sylla bleef gewoonlijk op het dek, gelukkigen
ongezien om in de nabijheid van den kapitein
den geheimen minnaar, te kunnen verwijlen,
waimeer hare mededingster, waarvoor zij Elsie
nog immer aanzag, zich verwijderd had.
Maar des nachts, wanneer zij slapeloos op
liet bed lag, hoorde Elsie lichte, slepende
stappen in de tegenovergestelde kamer, die
door den kapitein bowoond was. Dikwijls in
frissche maauheldere naohten. als zij tevergeefs
den slaap had afgewacht, om aan de schrik-
tooneelen harer verbeelding te ontkomen, die
haar de bloedige aanranding herinnerden,
op het dek vluchtte, om daar den nacht in
den vre.de en de opwekkende zeekoelte weder
de gerustheid des harten te bekomen, dan, als
zij op het touwwerk rustte, zag zij Sylla
heen8luipen, in eenen hoek zich verbergen en
den kapitein bespieden, die rusteloos heea en
weder ging.
De wangen van het arme meisje verbleekten
dag bij dag en Elsie vreesde eene ernstige
ziekte voor Sylla, indien niet aanstonds eene
andere rienting aan den gaDg der gebeurte
nissen kwam.
H/t whi op eenen drukkenden zomernamid-
dner, acht dagen na den schril' kelijkeu avond.
De brandende lucht had Elsie op het dek
doen gaan, waar zij, omwaaid door den zoelen
zeewind, in het lommer zat, het rollen der
baren aanschouwde.
(Wordt vervolgd.)