Zondag 19 April 1908.
31^. Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
SUN LIGHT
Nummii 3k2,
1
AN TOON TIELEN.
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING.
ÖE
LANDBOUW.
i
Uitgever:
FEUILLETON
f AA L W IJ K. Telefoonnummer 38.
Men kan het teerste weefsel
met Sunlight veilig wasschen.
Wit goed wordt witter, en gekleurd
goed wordt levendiger van kleur, zoo
dra Sunlight slechts gebruikt wordt.
zachte zeep of andere wasch-
middclen Uw goed boschadigen
en de kleuren hebben doen
verschieten,
denk dan
eens aan
het woord
Sunlight.
„ZALIG PASCHEN
In den tuin.
De Echo van het Zuiden
en LangNtraatsfkr Courant,
Dit Blad verse' ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e 111 s p r ij s per 8 maanden f 0.~5.
?ran< o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden «n den
Uitgever.
Advkrtbntibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 'Jmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden «pecisle zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
e-Bchuldigdc belasting, gestraft volgens de
gemeeütewet.
Waalwijk, 14 April 1908.
De Gemeente-ontvanger \an Waalwijk,
C. R S. van der Heijden.
HONDENBELASTING.
De ontvanger der gemeente Waalwijk brengt
in herinnering de verplichting v*.n iederen
eigenaar of bezitter van een of meer honden,
die aan de belasting onderworpen zijn, om
daarvan jaarlijks IN DE 2e HELFT DER MAAN D
APRIL ten zijnen kantoren aangifte te doeu.
Yerzaim v'ap amgifte, verkeerde opgaaf van
het get^l honden, onjuiste vermelding van de
klasse, waartoe zij behooren en in het algemeen
alle ontduiking of overtreding ter zake van
deze belasting, de poging daartoe of de mede
plichtigheid daaraan, alsmede verzet bij de
invordering der belasting, worden, onverminderd
de verplichting tot betaling ot aanvulling der
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
XII.
51)
Mylord, deze vrouw heeft u en uwe
nicht Elsie, gewichtige mededeelingen te doen
Geloof haar in alles, want het is de waarheid
al wat zij u zeggen gaat. Ik zal ondertusschen
bij den lijder blijven.
De graaf verliet het bed van zijnen zoon
en ging naar den ingang der andere kamer.
Hij verschrikte, als hij de Heideheks zag en
een duistere wolk betrok zijn gelaat.
Wat zou mij deze vrouw te zeggen hebben?
vroeg hij op ruwen toon-
Het zijn mededeelingen van het grootste
gewicht, antwoordde de gravin, die in de
andere kamer terugging, waar in het midden
de kleine Albina stond. Zij nam het kind in
hare armen, streek de zwarte lokken van zijn
voorhoofd en beschouwde het een wijl in zijn
engelachtige oogen, met verrukking fluis
terend
Hoe gelijkend is het aan hem
Zij drukte dan het kind aan hare borst en
kuste het driftig. Dan nam zij de kleine bij
de hand, ging met haar de trappen op, waar
de graaf, als uit eenen droom ontwakend, nog
immer roerloos stond.
Ga dan, mylord 1 Er is geen tijd te ver
liezen, voor wat de vrouw u te zeggen heelt.
Zij liet de voorhangsels achter haren rug
tojvallen en bevond zich met de kleine
Albina vóór den stervende.
Hare woorden, die zij tot den graaf ge
sproken had, hadden het oor van Joris
geraakt. Hare stem die hem onvergetelijk
was bijgebleven, die hij zoo dikwijls in zijne
droomeu gehoord, die hij zoo levendig in
zijnen geest bewaard had, als hij, bij stillen
avondstond, droomerig aan den boord van
Wellicht heeft menige Christenziel zich
w el eens dc vraag gesteld, welk kerkelijk
feest het hoogste is. Hoewel deze vraag
eene ïjdele genoemd mag worden, daar
èn Kerstmis èn Paschen èn Pinksteren
ieder in verhevenheid en diepte van
beteekenis even hoog staat, kan toch
niet ontkend woiden dat Kerstmis pakt
door zijne tastbare bekoorlijkheid en
Paschen ons in zijn »Resurrexit» den
sleutel geeft van het »Waarom Was
Christus niet door Zijne goddelijke macht
verrezen, de kerk ware op aardsche
fondamenten gebouwd en dus voor
beschikt ter vernietiging. Dochaan
vankelijk slechts tellende een dozijn arme
visschers als overtuigde aanhangers, telt
zij thans millioenen kinderen, over alle
werelddeelen verspreid. Dit feit, in onzen
tijd van verwording en vervloeiing, is
alleen teekenend genoeg, om den god-
delijken oorsprong van de Kerk te be
wijzen Immers, alles is veranderd rondom
haar, maar zij leeft in immer bloeiende
jeugd voort, ondanks de vijanden die
haar met steeds klimmende woede blijven
bevechten. En juist het groote aanpas
singsvermogen van Christus Kerk, on
danks de rotsvastheid harer leer, of beter
juist door de rotsvastheid van die leer,
daar deze de levenswet is voor alle
tijden, wekt zij nog meer de woede op
harer vijanden. Deze zien in, dat zij
noch daadwerkelijk noch wetenschappelijk
iets tegen de »rots van Petrus» ver
mogen.
O zeker, zij kunnen ze sterk met haar
wereldlijke overmacht bemoeilijken, zij
kunnen ze zelfs voor een oogenblik
uiterlijk aan banden leggen, doch van
haar innerlijkheid blijven ze af. Z. H.
Pius X heeft dit met zijn jongste ency
cliek duidelijk aangetoond.
Zeer sterk komt het >Universeele» van
de Katholieke leer uit in dit tijdperk
hetwelk heet >de eeuw der democratie.»
Leo XIII loochende in zijn »Rerum No
varum» de voorspelling van velen, dat
zijn schip in het waler schouwde en in ver.
beeldiug met haar sprak die stem daalde
als een lenigende balsem in zijne ziel. Hij
richtte zich op, boog zich zijwaarts om in
de kamer rond te schouwen, hij gevoelde
de pijn zijner wonde niet meerMaar hij
zag de gestalte niet van de geliefde, die bij
meende te mogen aanschouwen. Was het
slechts zinsbegoocheling geweest? Was het
hare stem niet geweest die hem tot haar riep
Ik kom lispelde hij en hij zonk iB de
peluw van zijn bed weder.
Daar hoorde hij nogmaals hare stem. hij
deed alle geweld op zijn eigeu en zag rond.
Hij had zich niet bedrogen. Daar stond zij,
de geliefde zijner jeugd, schoon en bekoorlijk,
gelijk voorheen.
Hij strekte de handen naar haar uit en zij
ijlde naar hem toe.
Adeline riep hij.
Joris was het antwoord.
De zoolang gescheideuen lagen in elkanders
armen
Adeline 1 gij mijn alles, myne vrouw
riep Joris, overstelpt vau vreugde en geluk 1
De graaf had deze woorden gehoord als hij
de trappen afsteeg. Als van den bliksem ge-
troflon bleef hij wederom staan, de handen
op de borst geperstdan wilde hij zich om-
keerpn, maar Elsie voor erger gevolgen vree-
zende, vatte zijno hand en trok hem voort
naar de plaats waar de Heideheks hem af
wachtte.
Ondertnsschen schenen de bside echtgenoo
ten in elkander te herleven zij stortten tranen
vpn vrengde en baadden zich vol genot in dit
zoo onverwachtte als gelukkige samenzijn...
XIII.
Het duurde eenigen tijd, alvorens de graaf
door de woorden van Joris gansch ontsteld,
wat bedaarde. Hij zag eerst de onde vrouw,
dan Elsie vragend aan, als verwachtte hij
ongeduldig op eene verklaring vnn de gehei
men die hem omringden.
Wat wil dat zeggen? vroeg hij eindelijk
aan Elsie- Wat zou Joris met de woorden
welke hij daar nit sprak willen bedniden
Deze vrouw zal het ons verklaren, ant-
thans het verouderde van het Katholieke
stelsel zou uitkomen.
Hij, de Paus der werklieden, gaf eene
sociale grondwet, zoo kerngezond de
mocratisch, als de heeren die meenen
het monopolie van de democratie te
bezitten, het wenschen konden En men
zag toen het verschijnsel, dat de herders
der geloovigen de mannen en vrouwen
te samen riepen in het opbouwende
midden der christelijke vereenigingen,
opdat grooter vrijheid en hooger recht
den volkeren niet tot vloek, maar tot
zegen zou worden, opdat ook de katho
lieken niet buitengesloten zouden worden
door de groote massa, die wenscht
mede te spreken over den gang der
dingen in de moderne samenleving.
En algemeen klonk de kreet, de leuze
van den modernen, socialen kruistocht
met christelijk katholiek marschtempo
»Vereenigt U, Leo XIII wil hetl» En
door den mond van den Plaatsbekleeder
Gods sprak Christus en een nieuw
»ResurreXit» deed het katholieke leven
die baan des tijds opgaan, door Leo
XIII in vaste lijnen aangegeven. En de
bisschoppen namen dat woord van hun
Paus over en ook onze katholieken gord
den op hun woord zich aan tot den strijd
tegen de ongeloovige vereenigingstrits: so
ciaal democratie, vrijzinnig-democratie en
liberale-economie. En algemeen bloeiden
op die bonden van katholieke organisatie's
en alle wèldenkenden meenden, dat nu
toch wel het standpunt van het rationa
lisme, ook door vele katholieke patroons
eenmaal aangehangen, zou overwonnen
zijn. Doch ziet, daar kwamen de Hil-
varenbeeksche en Maastrische quaestie's
en het bleek tot groote verbazing van
velen, dat het woord van Paus en
Bisschoppen door die katholieke werk
gevers, van wie enkelen als steunpilaren
der kerkelijke parochie fungeerden, totaal
genegeerd werd, dat voor hen het sociale
8n economische »Resurrexit» niet ge
klonken had, dat hun gedachtengang
nog alijd vastgeroest zat in het starre
conservatisme. En er ging een kreet
van verontwaardiging op 1 Maar daar
nevens ging ook een licht op over de
oorzaak waarom het socialisme in den
laatsten tijd in het Zuiden zooveel voort
gang maakte, zelfs zoo, dat een der
weinige lichtpunten in het jaarverslag
der S. D. A. P. is het veldwinnen ran het
socialisme in het Zuiden des land! Voelen
die heeren thans nog niet, hoeveel
kwaad zij berokkenen met hun onver
dedigbare, ja sterk laakbare houding
Voelen zij niet dat zij door dit ruwe
optreden tegen het vereenigingsleven de
katholieke organisatie als 't ware met
lamheid slaan
Mogen zij door dit Paaschfeest wakker
geschud worden uit hun verstijfden
gewetensslaap, moge voor hen het heer
lijke »Resuriexit» ook de verrijzenis uit
hun anti-katholieke houding tengevolge
hebben. Het katholieke vereenigings
leven zal er hooger door bloeien, en aan
de socialistische propaganda zal een
sterker »tot hiertoe en niet verder» toe
geroepen worden dan door tal van katho
lieke redevoeringen.
Welnu dan, dit Paaschteest luidde
voor onze streek in 't bijzonder, maar
voor onze provincie en ons land in 't
algemeen een nieuw tijdperk, in van
krachtig opbloeien van het katholieke
leven. Het »Resurrexit» geve ook aan
elk onzer lezers afi onderlijk eene her
nieuwing en reiniging, zoo teekend en
heerlijk vastgelegd in den christeliiken
groet
x j ILJ_# .-j.i_ij.iii bi niirr"~r~ir~"
woordda Elsie, die dacht dat de Heideheks
gansch net geheim van lady Grensville kende
Die oude vrouw daar die oude hek»
riep de graaf verachtend. Wat kan rij van
mijnen zoon weten? 'Wat mag zij mij nopens
hem te zeggen hebben
Oude heks 1 herhaalde Margaretha Weil
op waarschuwenden toon Mylord, gij zoudt
met een weinig meer eerbied van de groot
moeder der gravin Grensville moeten spreken
Wat raast ge daar? riep de graaf ontzet
uit. Lady Grensville d« kleindochter der Hei
deheks Onmogelijk I. dat kan niet zijn
Bedenk u, oom Lady Greusvilla heeft
u aangemaand alles te gelo..v*n wat deze vrouw
u vertellen zou herinnerde Elsie.
Zoo?... Laat ons dan hooren, sprak hij
•en weinig kalmer tot het oude wijf, terwijl
hij de hauden voor zijne oogen sloeg Wat
wondere dingen gebeuren er toch dezen nacht
fluisterde hij nauw hoorbaar.
Luister dan Ik zal u alle» vertellen.
Zij schoot eenen stoel bij voor den graaf
en eanen voor Elsie. Als beiden neergezeten
waren, nam zij tegenover hen plaats en be
gon
Mijn naam is Margaretha Weil Ik ben
in eon dorp van het zuidelijke Frankrijk ge
boren en opgevoed Daar, in mijne geboorte
plaats, woonde ik tot over vele jaren Maar
dit deel mijoer vertelling kan voor u geen
belang opleveren en ik zal kort zijn. Ik had
eene dochter, een wonderschoon meisje. Een
man, ver boven haar, in rang en vermogen,
verliefde op baar »n huwde ze op haar acht
tiende jaar Uit dezen echt spro>t een kind,
ren» dochter, met name Adeline, de tegen
woordig» gravin van Grensville. Haar vader
was rijk, zoo als ik reeds zeide en zij werd
al» dame opgevoed. Zij had nauwelijks haar
veertiende jaar bereikt, als haar vader stierf
ook hare moeder overleefde hem niet lang
Adeline had niemaud die baar aantrok Wel
had zij bloedverwanten van vaders %ijdn
Maar deze wilden er niets van wet*-n, daar
haar vader tegen den zin der familis ge
tronwd was. Daarom nam ik Adeline bij mij,
en zij werd mij mettertijd liefmaar er is
slechts een kleine stap van groote liefde tot
wruakzochtingen haat, gelyk ik weldra tot
't I» een mooie d»g, de zon schijnt, de
lucht is zoel, nu gaan we met den zaadzak
naar buiten, in den hof, in ons tuintje, om
ecu eu ander te zaaien. De grond ligt reeds
omgespit, de zon en wind hebben de aarde
wat doen opdrogen en de eerste heeft met
haar koesterende stralen de bedden en
bedje» verwarmd. Waar deze reed» wrder
ineen zijn geslagen ot zijn dichtgeslibd, daar
dienen we den bovengrond eerst met de
hark ot de achoffel los «e maken en daarna
gelijk te lurken. Vooral wanneer we lijn
zaad willen uitzaaien, moet de aarde goed
verkruimeld zijn; bevat de grond veel grint,
dan neme men de moeite de groote steentjes
althans te verwijderen waar een steen ligt,
kan geen zaadkorrel ontkiemen
Het zaaien is een kuost, nu niet eene,
die niet door ieder met een beetje goeden
wil geleerd kan worden, maar toehaan
miju groote spijt ondervinden moest.
Al» Adeline zestien jaar oud was, bezocht
een jonge Engelsche edelman ons dorp Hij
noumde zich Bir Joris Harting». Zijn voorko
men was dat eens waren edelman», maar ik
kon een zeker onuitlegbaar gevoel van mij
nut weren, dat hij d- gene met was voor wel
ken hij zich uitgaf. Vau den eersten dag
voelde Adeline een groote neiging voor hem
Hij had met haar w. ten keunis te maken en
ik kon het niet verhiuderen dat hij dikwijls
bij onB in huis kwam Dan las hij haar iets
voor of vertelde van de schoouh-den en schil
derachtigheid van vreemde Ludru, die hij
bezocht had. En zij zat bij hem en luisterde
alsof buiten hnar en hem. ni- ts me> r ter wereld
was Tevergeefs waien mijne berispingen,
mijne waarschuwingen, dat zij zijne woorden
niet gelooven zou Zij beminde bem met al
den driftigen gloed van hnar jeugdig hart en
zij schonk hem een grenzeloos vertrouwen.
Hoe dikwijls heb ik ze met bij schoone
heldere avondstonden bespied, als hij aan hare
voeten zat, de guitaar bespeelde en de oude
balladen van «ijn vaderland zong.
Dan schenen beiden in en voor elkander
alleen te leven en vergaten de geheele wereld.
Maar deze schoone droomen die voor Adeline
eene gouden toekomst schenen, zouden met
lang duren Het gebburde, gelijk ik het haar
voorspeld had.
De voorname Engelschman had haar niet
bemind, had haar met valsche beloften gepaaid
en dan, zonder een enkel vaarwel haar toe
te sturen, heeft hij heimelijk het dorp verlaten,
gelijk hij er gekomen was...
Dan kwamen bittere haat en wanhoop mijne
ziel bestormen. Ik vergat dat degene die de
ellendeling laffelijk vei laten had. mijne klein
dochter was. Ik dacht alleen op den smaad,
op den laster, dieD zij op onzen tot dan toe
onbevlekten naam bad getrokken
Mijne kleindochter Adeline, die altijd en
met iedereen zoo bescheiden geweest was,
diende tot spot vnn kuapen en meisj-s vau
het dorp die zich over dit voorvul spottend
verheugden. Ik weet niet meer wat ik tot
haar moet gesproken hebben, maar op zekeren
morgen vond ik haar bed, onaangeroerd
Adeline wa» verdwenen 1...
De graaf zag met duistere blikken ten
gronde. Hij dorst ook niet opzien als de onde
een weinig ophield van spreken. Elsie'B oogen
waren vol bezorgdheid op den lord gericht.
Zij kend», ja. het einde der geschiedenis.
Hoe zi.u hij thans de onthullingen der oud»
Heideheks ««nhooren.
- Waar Adeline gevlucht was, weet ik
niet, ging de onde vrouw voort. Mnar ik zou
het weteB Ik zou haar opzoeken, har»
schuilplaats ontdvkkHu. haar volgen tot aan
h-t eind der wereld 1... Ik verkocht myn
huis en al wat er in was en verliet het dorp.
Drie maanden lang doorzocht ik Frankrijk
zonder haar spoor te ontdekken. Eindelijk
giugik naar Parijs.
Het scheen mij onwaarschijnlijk dat Adeline
zich naar deze groote stad zou begeven heb
ben, waar niemand ze kende, die haar opnemen
kon maar ik wilde toch mijn hoofd uitwerken.
Ik was h t zoeken nog niet moede, en ik
doorwandelde alls dagen de wijde straten der
groote hoofdstad.
Zekeren dag als ik voorbij eenen prachtig»n
winkel trok, viel mij eene uitstalling van
prachtig handwerk in het oog. Adeline in een
klooster opgevoed, was zeer behendig gewor
den in stikken van stoffen. Eene soortelijk»
bezigheid had haar wellicht. 11 hiertoe e»n
middel van bestaan verschaft In de tentoon
gestelde «tukken erkende ik er ean dat zy
voor haar verdwijnen, geëindigd had. Ik trad
den winkel binnen en vroeg naar den naam
der werkster die dit stuk vervaardigd had.
Tot verdere verklaring voegde ik erbij, dat ik
bijzondere redenen had, om die vraag t» stellen.
l)e vrouw des huizes kon mij toch maar on
nauwkeurig inlichten. Eene jonge en snelle
vronw had haar onlaDgs dit werk te verkoopen
aangeboden, en daar het bijzonder schoon
was, had zij het voor baren winkel aauvaard
(Wordt vervolgd.)
g leerd moet zij «orden en velen zijn er,
die na jaren nog steeds over grheele of e-
deeltelijke mislukking van hun zaais-l hebben
te klsge», omdat zij niet met oordeel zaaien.
Bij het zaaien moet msn rekening houden
met het zaad, de grootte der korrels
liet weer en den bodem. Wie zijn zaden te
dii-p wegstopi, ze te diep onderharkt, doet
ze. verslikken in plaats van ontkiemen, en
o, dat geschiedt nog zoo vaak. Hoe kleiner
de zaadkorrels, des te minder bedekking
behoeft ze; in 't algemeen mag als regel
gelden dat het laagje aarde tweemaal zoo
dik moet zijn als het zaad. Hoevelen harken
er maar flink op los, onverschillig welke
zad»n ze hebben uitgestrooid. Zoo moet het
dikwijls verkeerd loopen. Om behoorlijk te
ontkiemen, hebben de zaden vecht, lucht en
warmte r.oodig. Men zaaie of pote dus zoo
diep, dsl de korrel voldoende vocht vinde,
maar tevens van de indringende dampkrings-
ucht en de zonnestralen den invloed onder-
vinde. 'i Spreekt van zeil, dat op hoog.n,
drogen grond wat dieper gezaaid en gepoot
moet wor len, dan op lag? en vochtige. En
is in 't midden van den zomer de aarde
uitgedroogd soms zoo droog als asch
dan boude meu ook hiermee rekening, niet
door het zaad dan zoo diep mogelijk weg
te stoppen, wat gelijk zou staan met be
graven, maar door te gieten en wel vóór
men zaait, en door daarna het bed te be
schaduwen, door er iets over te leggen, nog
beter door er een scherm of eenige takken
aan de zonzijde voor te plaatsen. Dst gieten
geschiede ook met oordeelNiet zoo over
vloedig dus, dat de aard» tot slik wordt en
het zaad niet behoorlijk kan worden ouder-
ge harkt.
Vreest men voor uitdroging, dan doet men
go d de aarde na het zaaien aan te drukken,
waardoor Jien het afsnijden der groenten
later ook vergemakkelijkt. Dil aandrukken
kan men doeu door met den platten kant
der schop de aarde plat te slaan. Wil men
het bed er netjes hebben uitzien, dan ge
bruikt men daarvoor eeu vierkant plankje
met handvat. In sommige streken heeft men
spt-ciaal daarvoor vervaardigde tuinklompen.
Men onderscheidt bij het zaaien drie ma- H
nieren het. breedwerpig of uit de volle haud
zaaien het op rijen-zaaien, en het zaaien
in putjes of pootgateu, ook poten genoemd.
Het eerste is niet zoo gemakkelijk, vooral
uiet als men met weinig zaad een tamelijk
groot bed moet bezaaien. Men neme dan