Donderdag 14 Mei 1908.
31'. Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
DE
iN u inn Hi
AN TOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Eladen
Militair schoeisel.
FEUILLETON.
1 T O EVER:
W AALWIJ K- Telefoonnummer 38.
Men kan het teerste weefsel
met Sunlight veilig wasschen.
Wit goed wordt witter, en gekleurd
goed wordt levendiger van kleur, zoo
dra Sunlight slechts gebruikt wordt.
zachte zeep of andere wasch-
middelen Uw goed boschadigen
en de kleuren hebben doen
verschieten,
denk dan
eens aan
het woord
Sunlight.
V
ni Laiigslraalsclif Courant,
Dil Bl'.d verse ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
b'raw o per post door het geheele rijk f Ü.90.
3rieveningezondeü stuiken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever1!
aan
den
Advbrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsiug van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Nederland en België.
Men weet, dat ei een commissie van
Nederlanders en Belgen bestaat, die
streeft naar een nog betere verstand
houding tusschen beide landen.
Zeer populair kan men tot dusver niet
zeggen dat deze beweging in ons land
geweest is. Men is ze niet vijandig,
maar wel tamelijk onverschillig gezind.
De voornaamste reden daarvan lijkt
ons deze, dat de Belgen, althans een
tamelijk luidruchtige groep der Belgen
veel verder wilde gaan dan waarvoor wij
Nederlanders te vinden zouden zijn.
Die Belgen dan streefden naar een
militaire conventie, een bondgenootschap
tusschen Nederland en België.
Daarvan nu komen wij niet in. Alleen
reeds niet, omdat een dergelijk bondge
nootschap uit den aard onze militaire
lasten nog zou verzwaren. Ze zijn al
zwaar genoeg-
En al hebben nu de meer bezadigden
in de Belgische groep, en al hebben de
leden der Nederlandsche afdeeling hel
denkbeeld van een militair bondgenoot
schap geheel achter de bank geschoven
alle wantrouwen is daarmee nog niet
weggenomen. Men vreest dat te avond
of morgen dat plan weer zal opduiken.
Om nu voorgoed die vrees te bezwe
ren kan de Nederlandsch-Belgische com
missie niet beter doen dan voor gemeen
schappelijke belangen op het gebied van
handel en verkeer met kracht op te
komen.
Wij noemen het tot stand komen eener
postunie.
Er bestaat wel reeds een afzonderlijk
verdrag tusschen de beide landen ten
aanzien van het posttarief, maar de voor
deden, die het geeft, zijn toch niet van
ingrijpenden aard.
We moeten komen tot een uniform
tarief voor de beide landen op den voet
van het binnenlandsch verkeer.
Wat Duitschland en Oostenrijk reeds
lang hebben tot stand gebracht voor
een grondgebied, hetwelk dat van Ne
derland en België te zamen meer dan
achttienmaal overtreft, kan ook tusschen
deze twee laatste staten zeer gemakkelijk
worden verwezenlijkt.
En zoo is er meer wat de goede ver
standhouding bevorderen, het weder-
zijdsch verkeer verlevendigen kan.
Laat men daar alle aandacht aan wij
den en voorgoed den droom opgeven
van een »kleine groote mogendheid» op
militair gebied. (Huisgezin.)
iu,i ia ii.i ui |ijr V"'
In 't kort is in militaire klingen een
pennestrijd gevoerd over de kosten
van het militaire schoeisel. Er wordt
beweerd dat dit veel te duur was en
dat schoenen die beduidend minder in
prijs waren, even zoo goed zijn als mili
taire schoenen.
Schoenen, zoo wordt beweerd door
den Heer Dudok van Heel, die in
alle garnizoensplaatsen voor t 2.95 a
f 3._ te koop zijn, zijn even deugd
zaam als de schoenen waarvoor het
rijk f 4.45 betaalt. Wij laten hieronder
volgen, hetgeen door den Heer A. W.
Ruiter, Kapitein-Intendant te Amsterdam
daarop is geantwoord
De prijs van de militaire schoenen
en het militaire laken.
Minister van Oorlog, ik waarschuw
U, het Rijk betaalt veel te veel voor
de militaire schoenen en voor het mili
taire laken."
«Schoenen, even deugdzaam in het
gebruik als die, waarvoor het Rijk
f 4.45 betaalt, zijn in alle garnizoens
plaatsen te koop voor f 2.95 a t 3.00
hetzelfde laken, waarvoor het Rijk
f4.30 per meter betaalt, is te koop voor
f 3.60«.
«Nog eens, Excellentie, het Rijk
«betaalt veel te veel*.
Het vorenstaande is de korte inhoud
het toevoegsel eener Memorie,
E. Dudok
Aflevering
1907 van De Militaire Gids, aan den
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
XVI.
58)
Het leefde in het huis der oude vrouw
Weil, de grootmoeder van Adeline. De oude
vrouw is hier in de nabijheid komen wonen
om hare kleindochter te bespieden en ze over
hare ongehoorzaamheid te straffen, daar zij
meende dat Adeline, Joris volgde, zonder wet
tig getrouwd te zijn- In blinden haat daar
door ontstoken, vervolgde zij de arme Adeline
tot heden toe, om eindelijk te ondervinden en
te erkennen boe onredelijk en wreed zij jegens
hare kleindochter had gehandeld
Elsie trad binnen om de graaf de mede-
eijnen te geven, die den dokter aan den zieke
had voorgeschreven om zijn smarten wat te
verzachten.
ledereen die aanwezig was, scheen afgetrok
ken en met zijn eigen gedachte bezig te zijn.
De graaf had het geneesmiddel genomen en
lag met gesloten oogen te rusten. Elsie was
stillakeijs bij Constance gekomen en onderhield
zich fluisterend met haar.
Plotseling op6nde de graaf de oogen en
maakte een haastige beweging met de hand.
De gravin ging naar het bjd en greep de
hand van den lijder.
Knielt neder dat ik u zegene stamelde
de graaf met zwakke stem. Ik voel dat ik
sterven ga.
Robin ging tot Constance. Hij nam haren
arm en bracht haar bij het bed van zijnen
vader, waar zij beiden neerknielden. De gravin
legde de kille banden van den stervende op
de hoofden der verloofden.
God zegene n, mijne kinderen, fluisterde
hij bidt voor mij, opdat God mij in genade
ontvange.... Joris ik kom.... verzoend!
De blik der wijd opengesperde oogen ver
doofdeeene doodsche tint spreidde zich
over zijn gelaat... de handen vielen krachteloos
op het bed neder... de graaf van Grensville
was ontslapen
Volkomen stilte heerschte in de kamar,
alleen door gezucht en geween der aanwezigen
onderbroken....
Zoo was dan, met het herbloeien van hun
geluk, voor Robin en Constance ook diepe
treurnis in dit huis getreden, in hetwelk met
den dood van den graaf, het schrikkelijk drama
dat wij beschreven hebben, een einde nam
De diepe smart, welke de gravin in dezen
enkelen nacht trof, zon de laatste weemoeds-
druppel zijn, die in haren levenskelk vallen
zou.
Zij verstond den heiligen plicht, haar leven
toe te wijden aan het geluk van haar kind..
Kon zij een liefderijker en edeler doel ver
langen.
Sir Walter's vreugde beschrijven bij het
wederzien zijner dochter die op denzelfden dag
van het overlijden van den graaf in gezelschap
van Robin naar Buchenholm werd gebracht
is onmogelijk. Hij wanhoopte rerda Constance
ooit weer te zien. Een gevoel van haat wortelde
zich laDgs om dieper in zijn hart, voor htm
die de oorzaak was van al zijn lijden.
Als Constance dan op den sterfdag van den
graaf kwam en hem bad den afgestorvene te
vergeven, dan bedaarde de storm zijner ziel
onder den indruk der zachte, teerdere w orden
zijner dochter en hij gaf zich aan een uitbun
dige vreugde over om het Wederzien, op welke
alleen de smart en htt treurigs lot, welke d
familie der Grensville's trof, een lichte schaduw
vermocht te werpen.
Drie dagen na de schrikkelijke gebeurtenissen
welke het Heidehof en het fiere graaflijk slot
van Wallhorst tot tooneel hadden, had de
begraving in den familiekelder plaats van den
graaf en van zijnen zoon Joris. In vrede
ruBten zij nu nevens elkander, door den dood
vereenigd, zij die door blinden haat jaren lang
SeBcheiden waren totdat ze eindelijk, op den
oord van het graf, elkander wedervonden en
elkander de kus der verzoeuiug ga\en. De
gravin weende menige stille traan voor de
met bloemen versierde grafzuil, in welke het
volle geluk harer liefde gedaald was. Onder
degenen die bij de teraardebestelling der beide
van
welke door den heer A.
van Heel, blijkens de 11e
van
Minister van Oorlog is ingediend, en
waarvan het uittreksel, in vermelde afle
vering voorkomend, mijne belangstellen
de aandacht heeft getrokken.
Stel, dat waar was, wat de samen
steller van de Memorie te dezer zake heeft
beweerd, dan zou het Rijk voor de mili-
taiie schoenen en hét militaire laken, in
rond getal, per jaar f120.000 te veel be
talen. En aangezien de wijze van aan
schaffing al jaren achtereen dezelfde is,
terwi'l de prijzen in die jaren betrekkelijk
weinig hebben geschommeld, valt uit
de bewering van den samensteller det
Memorie als het waar was niet
anders af te leiden, dan dat de 15 fa
brikanten, die aan het Leger de schoenen
en het laken leveren, al jaren achtereen
veel te hooge prijzen hebben bedongen,
en dat de aanschaffing van de militaire
scnoenen en het militaire laken jaren
lang is opgedragen geweest en nog is
toevertrouwd aan personeel, dat voor
zijn taak in het minst niet is berekend.
Immers, indien wordt verondersteld,
dat de aanschatfing geschiedt door
voldoend deskundig personeel, moet het
tevens onmogelijk worden geacht, dat
de schoenen en het laken door het Rijk
hooger worden betaald dan met de gelds
waarde ervan overeenkomt. Nu is het
personeel, waaraan de aanschaffing van
de schoenen en het laken voor het Leger
is opgedragen, uit den aard der zaak,
niet onfeilbaar maar het kan toch, even
eens uit den aard der zaak, ook niet
zoo naief, noch dom genoeg zijn, om
zich ten aanzien van de prijzen zóó bij
den neus te laten nemen, als het geval
zou moeten zijn, indien de heer Van
Heel gelijk had.
Ik zou den steller der Memorie daar
om bij dezen gaarne atvragen, of hij niet
gelooft, dat reeds lang vóór hem andere
personen, inzonderheid fabrikanten, tot
de ontdekking zouden zijn gekomen,
dat leveren aan het Rijk gelijkstaat met
het exploiteeren van een goudmijn Eu
zoo ja, of hij dan niet tevens inziet, dat
zijn betoog berust op onkunde van het
onderwerp, waarover hij schrijft
De heer Van Heel kan in het minst
geen deskundige zijn op het gebied van
schoenen- ot lakentabricage- Ware hij
dat wèl, dan zou hij dat gedeelte van
zijn Memorie, hetwelk over de prijzen
van schoenen en laken handelt, niet heb
ben kunnen schrijven.
Nu ben ik niet in de gelegenheid ge
weest een paar schoenen te onderzoeken
van f3.00, die, volgens het uittreksel
uit de Memorie, even deugdzaam in het
gebruik zouden zijn als de militaire
schoenen. Wel zou ik bij benadering
kunnen vermoeden, welke soort schoei
sel wordt bedoeld, doch dan staan
twee vermoedens tegenover elkander en
de waarheid blijft zoek. Daarom heb
ik gemeend, omtrent de qualiteit van
dergelijke schoenen het gevoelen te
mogen vragen van een deskundige, die
geen leverancier voor het Leger is en
wiens -gezag daarom, naar ik vertrouw,
ook door den heer Van Heel kan wor
den erkend.
Welüu, de heer E. W. Klijberg-Pernot
te Waalwijk heeft mij te dezer zake de
volgende verklaring gegeven
Ondergeteekende E. ff. Klijberg-
Pernot, Voorzitter van den Algem.
Bond van Schoenfabrikanten, genoeg
zaam bekend
le. met de eischen, waaraan militaire
schoenen moeten voldoen om te wor
den goedgekeurd;
2e. met de qualiteit van de schoe
nen, welke in winkels voor 2.95 of 3
gld. per paar verkocht worden, in
tijden waarin voor militaire schoenen
f4.45 wordt betaald, verklaart hiermede:
dat schoenen van 2.95 a 3 gld. per
paar, naar zijn meening, in geen enkel
opzicht wat qualiteit van het leder en
degelijkheid van bewerking betreft,
door een deskundige gelijkwaardig
kunnen worden geacht met militaire
schoenen van f 4.45 per paar
dat schoenen van 2.95 a 3 gld.
per paar, welke in het oog vaa een
niet-deskundige eenige overeenkomst
hebben met militaire schoenen, slechts
kunnen gemaakt worden van leder,
dat afkomstig is van, of gelijkwaardig
is met de minste soort afval, dat verkre
gen wordt bij de vervaardiging van
militaire schoenen."
(get.) E. W. Klijberg-Pernot.
Deze verklaring kan mijnerzijds slechts
worden aangevuld met de opmerking,
dat meermalen, laatstelijk nog in de jaren
1901 en 1905, bij het Leger proeven
zijn genomen met lichter militair schoei--
sel, en dat dat schoeisel niet heeft vol
daan.
Het door den steller der Memorie
bedoelde laken, dat voor militair laken
van t 3 60 per meter zou moeten door
gaan, terwijl het Rijk f 4.30 betaalt,
heb ik wel kunnen onderzoeken. En
daaromtrent veroorloot ik me te ver
klaren
le- het is geen militair laken, al heeft
het er veel van op het uiterlijk
2e. het zou onmogelijk te verkrijgen
zijn in de hoeveelheden, welke voor net
Leger noodig zijn, omdat het wordt
gemaakt van afval, verkregen bij de ver
vaardiging van militair laken
3e. het is minder sterk dan het mili
taire laken
4e. het zou met f 3 60 per meter veel
te duur betaald zijn, omdat het hoog
stens 1 3 waard is, waaruit volgt
dat de heer Van Heel in z'jne mecr-
bedoelde Memorie den Minister van
Oorlog den weg heeft gewezen, om voor
een koopje van slechts f 3.60 per meter,
door tusschenkomst van een lakenhui»,
laken aan te schaffen, dat ware het
afgestorven de laatste oer bracht, bevond zich
Arnold Liddon, die ondertusschen van Dublin
weder naar Wallhorst gekomen was. Elsie had
hem van alles onderricht. Zij had ook aan
Robin en Constance, de treurige geschiedenis
van Joris verhaald en deze wisten nu zooveel
te beter de smarten te schatten die Adeliae
moest lijden.
Maar ook sir Walter volgde de lijkstoet en
vergezelde naar het graf de man die in blinden
haat gem zooveel kommer had berokkend. Het
geluk van Constance had hem met allen ver
zoend, en hem doen vergeten wat hij tijdeus
de afwezigheid zijner dochter had moeten
onderstaan Door zijn tegenwoordigheid bij
de begraving, bewees hij hoe greotmoedig men
zijn kan en hoe de brave christen zich wreekt
op zijne vijaudtn.
Diepe rouw heerschte nu te Wallhorst.
Duister en verdrietig, als een herfstdag, was
het in het slot; doch dikwijls zaten op stor
mige avonden aan den gezelligen haard Robin
en Constance, in het geluk der liefde sl< chts
voor elkander levend, terwijl de kleine Albine
door Elsie en de grootmoeder Weil in bet
lezen onderricht werd.
Lady Grensville zag er als naar gewoonte
bleek en aroomerig uit. Zij scheen in eene
andere wereld te leven, als die welke haar
omgaf....
Maar niet immer zou het winter blijven.
Bij het herbloeien der lente en der natuur zou
ook in het slot van Grensville eene nieuwe
lente ontbloeien.
Reeds verzwinden de duistere wolken welke
den horizont zoo een dreigend voorkomen
geven. Reeds dringt een lichte straal der
nieuwe gelnk6Zonne uit de nevelige verte.
Een gelukkig voorval had den vernielenden
slag afgekeerd die het op waggelenden bodem
staande huis van Grensville bedreigde. De
lentedagen zullen door gelukkige gebeurtenis
sen verhelderd worden aan wier verwezenlijking
in deze dagen van smart en rouw, geen enkel
slotbewoner dacht.
XVII.
Verscheidene maanden waren vervlogen eer
dat het groote familiedrama der Grensvilles in
't heerenhuis te Wallhorst volkomen afgespeeld
werd.
De lente was verschenen. Het gi oen priemde
door de boomeu van het park, de vogels
zongen onder de bloesemtwijgen en de hemel
was helder blauw.
In het park te te Wallhorst was een niet
talrijk maar elegant gezelschap verguderd. In
stilte zou op dezen dag een dubbel verlovings
feest plnats giijpen.
De tegenwoordige heer en meester der
familie Grensville had velen zijner vrienden
naar Wallhorst uitgenoodigd.
In vroolijk gesprek wandelden de jonge
pareu largs de kronkelwegen tusschen de
boemgroepen van het park.
Constance en Robin voelden zich te gelukkig
om nog iets anders te zien, zoo niet zonden
zij bemerkt hebben dat het paar dat hen
volgde niet minder voor elkander ingenomen
was dan zij zelvon.
Het waren Elsie Liddon en een joDge officier
der Engelsche zeemacht, een jongelingsvriend
van Robin, die langen tijd op zee verbleven
had en eerst uit Oost Indië naar Engeland
weergekeerd was. Hij bevond zich sedert
eenige weken te Wallhorst en gevoelde zich
gelukkig in bet gezelschap van Elsie Liddon
Deze jongeliag sir Gilbert Bryant, maakte
Elsie openbaar aan het hof
Het volgende paar had er genoegen in dit
te bemerken Hst waren Felicia Howard
Arnold Liddon, die in licht gesprek zich ver
maakten om al de bewegingen van de voor
gaande paren.
Felicia was eenige weken na dan terugkeer
van Arnold uit Dublin, te Wallhorst gekomen.
Elsie had gauw bemerkt, dat niet alleen de
wensch hare uioeder weer te zien, haar naar
Engeland bracht, maar dat zij hiertoe nog een
andere beweegreden had. Het zeldzame be
scheiden gedrag van Arnold jegens zijne
schoone nicht en zijne toenemende droefgeestig
heid, verstrekten hare meening, dat beiden pene
wonde aan het hart hadden, die een derde
persoon slechts heelen kon, daar geen van
beiden het wagen dorst aan elkander een
woordje te reppen.
Elsie werd die derde persoon.
Door hare tusschenkomst had Arnold aan
Mr. Howard, om Felicia's hand gebsden, en
de toestemming bekomen, daar de oude dame
de wederzijdsche liefde, der beide jongelieden
reeds lang bespeurd had.
De gravin schonk eon milde huwelijksgift
en lord Percy zocht eeng plaats voor Arnold,
die hij dan ook bekwam.
Een schoone tijd van onbewolkt geluk brak
voor de drie verloofde paren aan, wier huwelijk
zou gevierd worden bij het eindigen van den
rouw.
Intnsschen was het lord Percy gelukt Nina
en Jozef uit hunne gevangenschap aan Frank
rijke kusten te verlossen en naar Engeland
terug te brengen.
Beiden leefden later als gelukkig echtpaar
op een klein goed dat Robin hun geschonken
had.
De oude Molly, Joris trouwo dienares, werd
in het slot te Wallhorst opgenomen, doch
leefde er niet lang meer.
Het spijt over den dood van den kapitein,
door de schuld harer dochter Sylla om het
leven gekomen, knaagde voortdurend aan haar
hart, en zekeren dag vond men haar dood
liggen vóór den familiekelder, bij het graf vau
haren vroegeren meester
De zomer was vol geluk en vreugde voor
de zwa&rbedroefde familie voorbijgegaan. De
herfst was daar en met hem de tijd dat de
zegen des priesters drie liefdeparen zou inwijden
tot den echtelijken staat.
De huwelijksdag was helder en klaar, gelyk
een lentemorgen,
Zelden had men drie zoo sehoone paren
nevens elkander gezien als hier,
Uit elks gelaat skraslde de zalige vreugde
glans der liefde, maar de aanminnigste van al
was Constance, de jonge gravin van Grensville,
wier intocht in Wallhorst, da ziel zou zijn van
al het geluk dat in het slot heerschen zou.
Het huwelijksfeest was buitengewoon prachtig.
Het puik der Eugelsche aristokratie was er
vertegenwoordigd. Ook al de pachters moesten
met vrouw en dochters en zonen aan de feeste
lijkheid deelnemen
Het gansche slot was bevlngd en bebloemd,
's Avonds waren al de zalen van het beeren-
huis en de vensters en de gevels verlicht.
Ouder de hoornen en in de boschjes van ha