J timmer 43
Donderdag 28 Mei 1908.
31. J aai gtrng.
J
L
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
suHuetrr
1
I
I
I
t
AN TO ON T IEL EN,
)it nummer bestaat
uit TWEE Bladen
HET GEHEIM
VODDENRAPER
VEESLAG
Uit gev er
FEUILLETON.
RAOUL DE NAVERY.
I I I III llll llllllll III lllllllll IMIIHIII I II Wil III I
Ie Echo van het Zufflen
rr^zea
ei-
re
wor-
sdigt.
(Ei LMgs!niiïlS(ll( ('Olil'Ulll,
Dit BLd verse ijnt- Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.~5.
Framo per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
aawwujjiP'
W AAL W IJ K. Telefoonnummer 38.
Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opge.geve*,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels ea
advertenties bij abonnement worden «peciele zeor voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Meu kan het teerste weefsel
met Sunlight veilig wasschen.
Wit goed wordt witter, en gekleurd
goed wordt levendiger van kleur, zoo
dra Sunlight slechts gebruikt wordt.
zachte zeep of andere wasch
middelen Uw goed boschadigen
en de kleuren hebben doen
verschieten,
denk dan
eens aan
het woord
Sunlight.
n in
?sen
oen.
aii-
etns
f Staatszorg voor den ouden dag.
De Engelsche minister Asquith heeft
en voorstel ingediend tot staatspen-
ionneering, hetwelk in zijn eenvoudig-
ten vorm hierop neerkomt, dat alle
eisonen beneden zekere grens van in-
omen, uit de staatskas een pensioen
uilen genieten op den leeftijd van 70
aar. Voorloopig zal hiervoor op de
ïngelsche staatsbegrooting eene som
vorden uitgetrokken van 6 millioen pd.
t. of 72 mill, gulden jaarlijks.
Dit voorstel trekt hier zeer de aan-
acht. De oud-liberale Nieuwe Ct. staat
r
EL.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
VAN DEN
NAAR HET FrANSCH VAN
1.
I. Op weg in den duisteren nacht.
Dreigend en dof rommelden in de verte de
londerslagen van het opkomende onweer. Bij
usschenpoozen verlichte een vluchiig, vaal
ichijneel de duisternis, om deze daarna nog
les te dikker te doen uitkomen.
Het was in het begin van den zomer en
iet scheen een zwaar onweder te zullen
borden. Op 't veld was alles stil, men zou
ezegd hebben, dat de natuur van den schrik
""erstomd was door da nadering van den orkaan.
Van tijd tot tijd slechts verbrak het gehuil
an eenen hond, op eene hoeve aan eenen
letting liggende, of het akelig gekras van eenen
atuil, in een bouwvalligen muur genesteld,
e doodsche rust, die alom heerschte.
Eensklaps scheurde een verblindende hlik-
emflits het zwarte uitspansel, en de daarop
olgende donderslag scheen den grond te doen
'illen. Woedende windvlagen gierden nu
oor de hoornen, als wilden zij ze ontwortelen
o joegen verstikkende wolken stof van den
Peg op, die zij dwarrelend meevoerden.
Maar de losbarsting van het onweer bracht
eenon regen mee droog en gloeiend boezemde
'et des te meer ontzetting in de lucht werd
ezwangerd met electriciteitde bliksemstralen
10 elkander onafgebroken opvolgden, ver-
nderdeu den stikdonkeren nacht in eene fan-
'stische verlichting, wel geschikt om den
"oedigsten mensch vrees aan te jagen.
er sympathiek tegenover en wel
le. door de afwezigheid van dwang.
2e. doordat staatspensionneering het
karakter van wetgeving en bedeeling ten
bate van een bepaalde klasse mist.
3e. doordat alle, zoowel losse als
vaste loontrekkers hiervan kunnen ge
nieten en
4e. door zijn eenvoud, gemakkelijke
administratie en geringe administratie
kosten.
De Standaard staat er echter geheel
anders tegenover. Deze meent, dat de
Engelsche regeering met haar voorstel
op de gevaarlijke klip van staatssocia
lisme vastloopt.
In de Rotterdamnier verklaart prof.
Fabius er zich nog sterker tegen. Hij
zegtHet meest teekenend en hoogst
ernstige van dit voorstel is ongetwijfeld,
dat we hier met wezenlijk socialisme
hebben te doen.
In Land en Volk wil mr. J. van Drooge
een middenweg. Hij zegt te wenschen
»Een combinatie van staatspensioen en
verplichte verzekering. Als een basis
vaste rente op een bepaalden leeftijd uit
te keeren door den staat, doch verhoogd
met de vruchten van verplichte verze
kering voor degenen, die in den tijd
van werken iets hebben kunnen missen.
Wat van dit alles te zeggen
Op de le plaats het eigenaardige
verschijnsel, dat een oud-liberaal dagblad
optreedt als aanprijzer van.... staatsso
cialisme en dat alleen, om antipathie
tegendwangverzekering, terwijl in 't
aangeprezen beginselstaatssocialisme,
het zuiverste despotisme of hoogste
dwang zit, wat men bedenken kan
Ra, ra, wat is dat
Op de 2e plaats valt dit op te mer
ken, dat er heel wat te zeggen zou zijn
over dit Engelsche voorstel, ook in
verband met wat de Nederlandsche Bond
van staatspensionneering in deze wenscht.
Voorloopig wenschen wij het te laten
bij de opmerking, dat het laatste woord
over deze materie nog niet gesproken
is en dat er zelfs onder katholieken
verschillend over deze zaak geoordeeld
wordt. De nadere uitwerking blijve
echter voor eenige spoedig te geven
artikelen bewaard.
Het licht verblindde, het gerommel verdoofde
zoodat de reiziger, die zich op dat uur in het
open veld had bevonden, voorzeker het grootste
gevaar zou hebben geloopen van op een vreese-
lijke manier aan zijn einde te komen.
Gelukkig was de weg verlaten en als de
bliksem mocht neerslaan, dan zouden slechts
de groote, eeuwenoude eiken en de voor het
meerendeel half ledige hooimijten daardoor
getrofïen kunnen worden.
Plotseling mengde zich een dof gerommel
met het geluid van den donder dat gerommel
was dat van eenen wagen, die over den weg
rolde. Maar hoe zou het mogelijk zijn, dat
iemand den moed, de stoutheid zou hebbeD
zijnen tocht in zulk een onweer te vervolgen?
Hij toch zou zich blootstellen aan het gevaar
in de eene of andere slijkgracht te geraken,
ofwel, wat nog verschrikkelijker zou zijn, de
electrische stroomeu tot zich te trekken, die
elkander in de lucht kruisten.
En toch bewoog zich werkelijk een rijtuig
op den weg van Nautes naar Redon.
Het was eene armoedige kar, gedragen op
plompe wielen, ongetwijfeld nit de werkplaats
van eenen dorpswagemaker afkomstig. Een
bodem, twee zijden, in den vorm van ladders,
met ver van elkander staande sporten, vormden
de kar.
Verscheidene hoepels, waarover een zeildoek
gespannen was, dienden haar tot beschutting
voor zonneschijn of regen.
Hbt paard, dat er was voorgfcspaunen,
schudde verblind door het licht en het Btof
den mageren kop en zag angstig voor zich uit.
Men zou gezegd hebben dat het bij eiken stap
vreesde eenen afgrond voor zich te zien gapen.
In de kar zaten eene vrouw en een knaapje,
terwijl in een korfje, een klein meisje inslui
merde.
Bevend van angBt, het aangezicht \erborgen
in de handen, met de ellebogen op do knieën,
zat het knaapje achter in den wagen.
Het kon ongeveer zes jaar oud zijn. Als het
bij toeval 't hoofd ophief, word zijn liof ge-
zichtje bij het blauwachtige schijnsel van deD
weerlicht zichtbaargroote schrandere en
vriendelijke oogen, een blozende klenr, een
mond die had kunnen glimlachen, maakten
hem tot een bekoorlijk jongetje.
Klein-Ainbtenaurs-exarr en in
onze Oost.
In een onzer nummers 'der maand Fe
bruari ontleenden we aan een ander blad
eenige aardigheden, afkomstig uit werk
geleverd op de examens voor het diploma
van Klein-Ambtenaar.
Als een prachtige aanvulling daarvan
kwamen wij in 't bezit van het volgend
opstel, geleverd op het Klein-Ambte-
naars-examen door een persoon die tal
van jaren de school bezocht, zonder veel
succes zoools men zal zien. De opgave
bestond in het maken van een opstel
naar aanleiding eener zeer bekende ver
telling, die de meesten onzer lezers wel
kennen.
Nu 't epistel, dat daarover werd ge
leverd
De Tzueestraalmuzikanten.
Er was eens een man, die een houten
been had en een ridder op zijn borst.
Een houtenbeen heeft hij voor het va
derland gestreden en een ridder ten
teeken van, voor goed beleid en trouw
gekregen. Op een zondag begaf hij op
weg naar den bloementuin of inhet bosch
om wat fleizier te spelen. Hij bracht
allerlei spelletjes, zooals viool, om daar
mee pleizier te maken. Onder het loopen
bevond hij de plaats, waar hij zijn kun
sten wilde uitvoeren. Toen hij een
oogenblik daarop speelde, kwam een
man en zei tot hem geef mij de viool,
dan zal ik spelen, en je moet met je
hooge hoed rondom dansen- Toen gaf
hij de viool aan den man die het ge
vraagd heeft, en oegonnen te strijken
en het spel begint.
Maar opeens hoorde ze een geluid
van muziek niet zoover en de eene zei
tot den andere. He, wat is dat voor
een geluid, terwijl ze het geluid al wisten.
Eindelijk hebben ze gespeeld of gedanst
den ganzen dag door. Nadat hebben
ze een eindje geloopen om naar het ge
bromd te zoeken. En toen ze dicht bij
kwam, zei de eene tot den andere, wat
een mooi geluid- Ze keerden terug naar
de plaats, waar ze prettig gedaan hebben.
Daar plukten ze wat bloemen Ze spre
ken met elkaar met hun wandeling en
eindelijk groeten ze elkaar om te schei
den. De man met de houtenbeen en
een ridder op den borst begon zich te
vervelen en ging toen naar huis. Hier
mee was de wandeling heel prettig af-
geloopen.>
Men moet weten, dat het diploma voor
Klein-Ambtenaar, den weg opent tot de
Indische Ambtenaarswereld. Spoedig
heeft men dan een gouvernements- of
particuliere betrekking en zonder dit
diploma kan men moeielijk slagen. Taai"
in jaar uit ziet men de stumperds wan
hopig hun best doen maar velen maken
nog een droevig figuur, vooral in 't
Hollandsch, wat wel o. a. uit 't boven
staande blijkt.
der Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijkbetreffende den toestand
van handelde nijverheid en de
scheepvaart, over het jaar
1907.
Handel in West-Indische Huidon
Hoofdzakelijk La Plata-huiden.
Het jaar 1907 zal in de annalen van
den huidenhandel met dikke cijfers staan
aangeteekend. In beruchtheid behoeft
het voor zijn voorganger 1906 niet on
der te doen.
Niettemin zal het leerzaam blijken zoo
voor koopers als verkoopers, wijl het
opnieuw nog eens duidelijk deed zien,
hoe kunstmatig opgedreven prijzen on
mogelijk op den duur gehandhaafd kun
nen worden, zoodat zij ten slotte, meest
nog onverwacht, met versnelden pas
tot een normaal standpunt terugloopen.
Gelijk wij in ons vorig verslag op
merkten, sloot de markt einde 1906 voor
schier alle soorten zeer vast, in weerwil
dat de stocks op de voornaamste markt
plaatsen op dat tijdstip beduidend moch
ten heeten, althans heel wat grooter
waren dan einde 1906.
Het jaar 1907 zette kalm maar beslist
in, in niets voorspellende, dat die kalmte
de voorbode zou wezen van den nade
renden storm. Hoewel in Januari de
slachtingen te La Plata zeer groot wa
ren, besteedde men daar ter plaatse
b.v. voor Fraij Bentos in de wichten
van 2532 Kg. zelfs 95 francs, dat is
ongeveer 3 frs. meer dan op het Euro-
peesch continent. Toch verlokten die
hooge prijzen op de productieplaatsen
zelve de handelaars hier niet tot het
Hoewel jong, scheen hij echter ook reeds
met het verdriet keunis gemaakt te hebben,
want van tijd tot tijd schitterde er een traan
in zijne oogen.
De vrouw was ongeveer vijf-en-twintig jaar; f
de smart, nauwelijks zichtbaar bij den kleinen
jongen, had blijkbaar zeer vreeselijke ver
woestingen in het hart van de arme vrouw
aangericht.
Haar gelaat was doodsbleek en ingevallen,
hare oogleden rood van de tranen en de ver
moeienis hare stem had dien eigenaardig
treurigen klank van menschen, die veel gd-
weend hebben.
Voor op de kar zittende, hield die reizigstei
met koortsige hand de teugels van het paard
vast. Van tijd tot tijd kwam er een smart»
lijke zucht over hare lippen zij scheen de
onmacht nabij.
Op dat oogenblik kroop de ka aap naar haar
toe, sloeg zijne beide armen om haren hals en
vroeg, haar kussende
Zijn wij er haast, lieve moeder?
Ik hoop het, mijn kind,
Hoever gaar. wij van nacht?
Tot het naaste dorp.
En gaan wij dan morgen woer verder?
Ik weet het niet lieve
De knaap liet haar los en wilde nnar zijne
vorige plaats terugkeeren, maar zij ti ok hem
naar zich toe en klemde bem uiet da n eenen
arm aan haar hart, terwijl zij met hand,
die vrij bleef, het paard bestuurde, -dat van
angst hinnikte.
Maar, hernam d« jonge vrouw roe, t matte
stem, ik weet niet wat de wil van God in de
toekomst over mij beschikt heeft gij s ijt een
kiud, een zeer klein kind. Als ik ia ont
viel, zoudt gij alleen op de wijde wart'ld....
Eu mijn vader? vroeg bet kin<ï_
Uw vader zal nooit weder keert in,. n\ooit
Gij hebt geen ander verdediger meer dan den
Vader, die in den hemel ia,... Hij z*,li u.niet
verlaten, wat er ook moge gebeuren.
Vergeet nooit, uw geheel leven n:tetr dezen
outzettendeu nacht, waarin wij op reis wari 'u
naar een vreemd land, naar vreemdelingen.,.
Als gij er soms eemr.aal aan moe httwijfolei
of God de zwakken behoedt, gedenk dan hoe
wij, te midden van h'jt grootste levensgevaar.
doen van groote inkoopen.
Het was, als begreep men hier in
stinctmatig, dat de huidenprijzen haar
culminatiepunt reeds sinds geruimen tijd
bereikt hadden en de hoogere koersen
te La Plata en elders kunstmatig in het
leven geroepen waren, om de aldaar
steeds aangroeiende voorraden, liefst
zoo snel mogelijk aan de oude notee
ringen aftrek te doen vinden.
Bleek men in Amerika niet gezind tot
concessies op de prijzen, in Europa
toonde men even weinig lust tot groote
inkoopen. En intusschen groeiden de
voorraden, dank zij de vermeerderde
slachtingen, maar steeds aan. De slach
tingen bedroegen einde Mei reeds
1264000 stuks tegen 1067000 op het
correspondeerend tijdstip 1906.
Zelfs voor den niet ingewijde begon
het nu onderhand duidelijk te worden,
dat een prijsvermindering onvermijdelijk
komen moest.
Bestond er zelfs voor prima Waar
geen of weinig ambitie, secundaire soor-
ien trokken in het geheel niet de atten
tie.
Eindelijk toen de pakhuizen overvol
zaten, sommige soorten reeds den na-
deeligen invloed van het broeien onder
vonden, begonnen de verkoopers toe te
geven.
Reeds voor einde Mei liepen schier
alle soorten 1 tot 3 frs. terug. Deze
eerste daling zou spoedig door een reeks
andere gevolgd worden. Iedere maand,
zoo niet elke week, brokkelden de prij
zen af, en toen in October in Amerika
de reeds zoolang voorspelde crisis uit
barstte, die schier de geheele finantieele
wereld op haar grondvesten deed schud
den, sloeg een panische schrik op de
huidenmarkt over.
Dientengevolge daalden de prijzen in
de laatste maanden des jaars op een
ongekende wijze, zoodat de noteeringen
op einde December 25 procent en meer
zelfs beneden die van Januari stonden.
Zelfs aan die uiterst lage prijzen bleek
het nog moeielijk aanzienlijke hoeveel
heden af te doen, zoodat door den nood
gedwongen, de importeurs te Antwer
pen niet minder dan 116000 stuks hui
den in publieke veiling brachten, van
welke er maar ruim 60000 verkocht
werden.
ongedeerd bleven en ik, hoewel ziek en ster
vend, nog de kracht behield om u te zegenon
en te bidden.
De jonge moeder zweeg, de arm, die het
paard bestuurde, zonk machteloos op haren
schoot, de andere drukte hareu kleiuen Max
sterker tegen hare borst en de ongelukkige
slaakte een kreet van vertwijfeling.
Geef mij de kracht om het dorp te be
reiken, bad de jonge vrouw met vuur. Mijn
God spaar de moeder, spaar de kinderen
Eene lange stilte volgde op die woorden.
Het onweer nam in hevigheid toe. Het paard
had den top van een heuvel bereikt, en de
weg, die steil afliep, scheen geheel wit onder
het zich snel -opvolgend licht der bliksem
stralen.
Max weende minder nit angst voor het
woeden der elementen, dan nit droefheid over
het lijden zijner moeder.
De jonge moeder was achterover in het stroo
gevallen, dat den bodem van de kar bedekte.
Haar aschkleurig aangezicht, de tranen, die
nit hare oogen opwelden, verrieden de over
maat van hare smarten.
Hare kreten gingen over in een dof gekerm
zon ïgezegd hebben, dat zij zich geweld
aandeed ze in te houden, om niet den angBt
en de droefheid te vermeerderen van het kin l,
dat met een overkropt hart en roodgeweende
oogen al zijn kinderlijken moed moest \erza-
melen, om bestand te blijven tegen de in—
stinktmatige vrees, die het steeds toenemend
onweer hem veroorzaakte en de stomme ont
zetting, welke de kindsheid aangrijpt bij he
zien van lichamelijk lijden.
Ja, waarlijk 1 het was een schouwspel, in
staat' om den ongevoeligsteu mensch tranen
to ontlokken: de vrouw, gefolterd door het
dubbele lijden van het lichaam en dat kind,
heldhaftig in zijn soort, zijn snikken smorende,
om ziju moeder nog niet moer te bedroeven.
En 'beiden, zij stervend, hijheangstigd door
vuur als omgeven, dolende in eene onbekende
landstreek, en bij den akeligen glans van (ten
weerlicht den naakten en witten weg zich
eindeloos voor zich ziende ontrollen, waren
overgelaten aan het instinkt van het paard,
dat niet meer bestuurd werd.
De vrouw scheen op 't punt den geest te
geven.
Zij hief het hoofd op en riep uit, als de
Verlosser aan het kruis
Mijn God mijn God 1 waarom hebt Gy
mij verlaten
En evenals op Golgotha, antwoordde haar
het vuur des hemels.
Even daarna deed een pijnlijke stuiptrek
king haar op het stroo ineenkrimpen, en ay
riep met matte stem
Max Max 1
Het kind sloeg zijn armen rond haren hals,
bedekte het koude gelaat van zijn moeder met
warme kussen, stak het hoofd uit de kardit
met schokken en stooten voortrolde over den
weg die met diepe wagensporen doorploegd
en met groote stukken Bteen was bezaaid
Sedert eenige minuten scheen de bui af te
drijven. De hemel was nog dik bewolkt, maar
het rommelen van den donder werd zwakker.
Het werd den kleinen Mox mogelijk ver,
zeer ver, bijna op den top van den heuvel,
rechts van den weg. oen zwak maar niet van
plaats veranderend licht waar to nemen.
Aanvankelijk vreezende, dat hij zich ver
giste en slechts den weerlicht gezien had, hield
hij zijn oogen strak op dat puut gericht.
Maar het gelijke, stille schijnsel liet hem
geenen twijfel omtrent den aard daarvan meer
over.
Max meende dat de bewoner van het ver
lichte huis geen onderkomen zou weigeren
aan een paar kinderen en een zieke vrouw.
Hij stiet zijn moeder zachtjens aan den
schouder.
Willen wij uitstappen, moeder? vroeg
hij wij zullen het paard zoolang aan een
b jom vastbinden en naar gindsche hoeve gaan
wilt ge
Geen antwoord bekomend, boog Mux zien
dichter over haar heen en zegde vleiend
Er zullen hier in dit land toch wel goede
menschen zijn.... als men u maar een bed
geeft, zal ik wel, het komt ei niet op aan
waar, slappn, bij de echaapkens in den stal....
Zeg, moeder, willen wij daar gaan aanklop
pen
(Wordt varvolgd.)