Nummer 44
Zondag 31 Mei 1908. 31
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
f X
e
Jaargang.
A a T 0 0 N T IELE N,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING.
V", HET GEHEIM
N.
VODDENRAPER
VERSLAG
H.
FEUILLETON.
AIL.
tow—ii mé inii irnmaiigTwirninminnTiiiiii n i wwi aaaBBHHi^^^raia^^ ja
bvBBV v SB
U i 'i' G E v i: E
WAAL W IJ K. Telefoonnummer 38.
n vv
Onderzoak vau verlofgangers
GEN-
iherp
RAOUL DE NA VERY.
essen
Vooibereidend militair onderricht.
De Rooden reactionnair
1
t
BI
t Zuiden,
liansstraalsche Courant
OND
Dit Blr.d verse' ijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.5.
Franco per post door het geheele rijk fÜ.90.
Briefen, ingezonden stuiken, gelden enz., t'raufto tr, zenden jib dei-
Ui tgever.
•m**--*er.<m
Advkrtkntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden "4maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speende zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Men kan bet teerste weefsel
met Sunlight veiiij wassehen.
Wit goed wordt witter, en gekleurd
goed wordt levendiger van kleur, zao
dra Sunlight slechts gebruikt wordt.
Als zachte zeep ol andere vvasch
middelen Uw goed beschadigen
en de kleuren hebben doen
verschieten,
Sunlight
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk maken bekend, dat het onderzoek v»n
de in deze Gemeente gevestigde verlofgangers
der Militie te land zal worden gehouden alhier
op Donderdag den 11 Juni a.s., des voormiddags
te 8 uur.
Waalwijk, 23 Mei 1908
Burgemeester en Wethouders voornoem^
Th. de Surmont de Bas Smeele.
de Secretaris,
F. W. van Liempt.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
)ONK,
88cken
7 uur.
TIL
BURG
VAN DEN
NAAR HET FraNSOH VAN
i.
Maar de moederlijke stem liet zich in de
angstwekkende stilte niet hooron,
Zonder bepaald begrip van het geheimzinnige
dat iu het enkele woord dood ligt opgesloten,
steeg de angst van Max van minuut tot minuut
Help help 1 gilde hij eensklaps uit alle
macht, terwijl een vloed van tranen zijne
oogen ontsprong.
Het verwijderde gehuil van oenen hond
antwoordde hem.
Hij wachtte tevergeefs op eenige hulp.
Als ik eens alleen ging.... dacht hij ik
zou die monschen smeeken ons te helpen....
Nogmaals stek hij het hoofd uit de kar.
Hij was nn vlak tegenover het licht, dat hij
te voren opgemerkt had.
Denkende den gang van het paard niet te
kunnen \ertragen, omdat de helling afliep,
kroop Max naar het achtereinde der kar, en
liet zich van daar op den grond afzakken,
zich aan de sporten van de zigladder vast
houdende. Maar de wielen waren hoog, de
kar in gang de knaap viel.
Onder eenen gil greep hij naar zijne rechter
voet, die hem erg pijn deed, en stond wankelend
op.
Hetzij een der wielen van de kar op dat
oogenblik door eenen steen werd tegengehouden
hetzij het paard, op den vlakken weg gekomen
vermoeid van den langen rit, wat wilde uit
blazengenoeg, de kar stond stil.
I it de verte, van den kant van den weg.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk
u.aaks bekend, dat zij die wenechen deel te
nemen i.an het. voorbereidend militair onderricht,
zich daartoe ter Secretarie moeten aanmelden
vóór 1 J uli o. s.
Waalwijk, 26 Mei 1908.
De Burgemeester voornoemd,
Th. de Sui mont de Bas Smeele.
^t>i»te* i
Wat wil die man toch?
De Haagsche briefschrijver van de
Tijd heelt eerst getracht de kiesrecht
actie onder de katholieken als bespot
telijk en minderwaardig voor te stellen
en thans poogt hij weer de toetreding
van Noord Brabant tot den Bond van
R. K kiesvereenigingen te verhinderen.
De zeer logische middelen,
welke bij hiervoor aanwendt, zijn le de
bewering, dat het platteland in de zomer
maanden geen behoorlijke vergaderingen
kan houden, om over het al of niet toe
treden te beraadslagen en 2e brengt hij
in 't midden, dat Noord-Brabant, omdat
het niet mede heelt kunnen doen aan
de samenstelling van het kiesrechtrap
port, thans ook niet kan toetreden, voor
en aleer het in eene nieuw te benoemen
commissie ook vertegenwoordigd is
Wij zouden willen vragen, ot die man
soms van het politieke lotje" getikt is
Is me dat nu een houding tegenover
een dergelijk serieus, tactisch werk, als
er in den Bond verricht is 1
En dat in de kolommen van het blad,
dat der katholieken hoofdorgaan genoemd
wordt
Bij de vermelding dat de Tijd in eene
morgen- en avondeditie zou verschijnen,
gaf het Volk heel liefelijk het epitheton
dubbele volksver•dammingWij zeggen
dit het Volk natuurlijk niet na, maar als
de Tijd zoo de katholieken in zijne ko
lommen laat voorlichten, dan begint 't
er het waarlijk wat op te lijken 1
Gelukkig, dat ze in onze provincie
verstandiger zullen zijn en zich niet
zullen laten verleiden tot eene dergelijke
domme streek, als dat heerschap wenscht.
In het donkere Zuiden zit in dat opzicht
zeker nog wel zooveel gezond verstand
als in 't verlichte Noorden 1
-x-
•ii-
slapen 1
Het systeem der 3 achten dus Dat
was nu net iets voor de S. D. A PerS;
zoo'n mooie reglementeering lag precies
in de lijn der diciplinaire partij. Daarom
ook er voor gewerkt en gezwoegd de
achturige arbeidsdag was het ideaal.
Die clericale Volksbonders kwameu na
tuurlijk, heel achterlijk, met den 10-urigen
arbeidsdag Arme sukkels 1
En ziet, thans hebben de heeren op
Hemelvaartsdag eene groote meeting
gehouden voor den 10-urigen arbeids
dag 1 Hoe is het nu Worden de heeren
reactionnair
Of hebben het de clericale sukkels
toch aan 't rechte eind Hoe is 't moge
lijk, dat die zelf bewuste arbeiders nog
iets kunnen leeren van die onbewuste,
domperige clericalen
Een wijs Iman verdeelde eens het
tijdperk levens, dat een dag omvat, in
8 uur werken, 8 uur genieten, 8 uur
scheen het licht dichtbij, doch naarmate Max
voortging, scheen het zich te verwijderen,
evenals de dwaallichtjes op moerassige landen.
Doornstruiken haakten aan zijne kleedereD
en verwondden hem aan gezicht en handen
hij scheen de steken niet te voelen, maar
werkte zich los en ging steeds op zijn doel
aan.
Daar stond hij onverwachts voor ecu breede
gracht. Voor een kind is een gracht bij dag
eene rivier, waarvan de overkant onbereikbaar
is, wat moest het dan wel zijn voor den kleinen
Max in het holle van den nacht I Geen wonder
dus dat hij, de diepte van het water niet
kennende, een oogenblik aarzelde.
Misschien zou hij niet gewaagd hebben de
gracht te doorwaden, had niet een kreet, e n
enkele kreet, dien ij ditmaal duidelijk meende
te onderscheiden, zijn oor bereikt en zijnen
moed verdubbeld.
Hij liet zich langs de helling afglijden,
voelde zich plotseling wegzinken en achtte zich
verloren doch de gracht was gelukkig niet
diep en het water kwam hem slechts tot aan
de schouders en hij bereikte gelukkig den
overkant.
Rillend van koude en angst liep hij dwars
door t en korenveld heen, tut hij aan het einde
daarvan op een dichte doornhaag stuitte.
Toor dien nieuwen hinderpaal bleef het kind
staar.
Maar een hartverscheurende kreet weer
galmde door de lucht.
Eene stem riep
Max Max
Zoo ontzettend kon slechts de kreet klinken
van een in doodstrijd verkeerenden meusch.
De arme kleine stond in tweestrijd wat hij
doen zou: of naar zijne moeder terugkeeren,
of wel trachten de woning te bereiken, waarvan
eene haag hem nog scheidde.
De knaap zocht een plekje om er door te
kruipenhij vond er geen.
Terwijl hij eene opening trachtte te viuden
weergalmde nog steeds in zijn ooren de laatste
roep zijner moeder. Hij aarzelde niet langer
eu met den moed die de kracht verdubbelt en
ons in staat stelt tegelijk de smart en het
gevaar te beheerschen, greep hij de doorn
struik vast, rukte ze vaneen met oen kracht,
der Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waahvijk, betreffende den toestand
van handelde nijverheid en de
scheepvaart, over het jaar
1907.
Handel in Oost-I?idische Runder en Buf
felhuiden te Amsterdam en Rotterdam
in 1907
Vingen wij de vorige maal aan met
de woordenGroote vraag en minder
aanbod veroorzaakt hoogere marktprijzen
thans zouden wij dezen schier altijd
opgaanden stelregel kunnen omkeeren
en zeggen
Minder vraag en grooter aanbod ver
oorzaakt lagere prijzen.
Bedroeg de invoer in 1906 ruim
409000 stuks, in 1907 steeg deze tot
bijna 440,000 stuks, wederom dus een
beduidende vermeerdering. Toch drukte
de meerdere aanvoer geenszins de prij
zen. Integendeel, deze gingen in de twee
eerste maanden nog iets omhoog, voor
al wat de prima Java soorten betrof,
die bij elke inschrijving vlug van de
hand gingen. De gunstige verwachtingen
door vermeerderden omzet, grootere
export en hoogere noteeringen gewekt,
zouden zich echter niet bestendigen. De
malaise, die alle takken van industrie
drukte, oefende ook op den huidenhan-
del eene depressie uit. Doordat de leder-
prijzen niet in voldoende verhouding
konden komen tot die van de ruwe
waar, kochten de fabrikanten niet meer
dan strikt noodig was, om hun bedrijf
aan den gang te houden. Diensvolgens
hoopten de voorraden zich op en kon
den slechts met de grootste moeite
tegen belangrijke concessie's beduidende
quantums afgeleverd worden.
De hoop, dat de noteeringen door de
inschrijvingen in September tot Novem-.
ber zich herstellen zouden, bleek ijdel.
Het omgekeerde viel te constateeren.
Tengevolge der Amerikaansche crisis,
die de heele wereld drukte, werd de
markt nog meer verlaten, en kon in
October slechts Vs, in November maar
V6 van den aangeboden voorraad bij
inschrijving verkocht worden.
Nog treuriger bleek het resultaat der
inschrijving in December, toen, in weer
wil van een terugslag in de prijzen van
20 tot 30 percent, maar ruim V7 van
den voorraad van de hand ging. Van
bovengemelden aanvoer, hoofdzakelijk
bestemd voor Amsterdam, betrok Rot
terdam ruim 180000 stuks.
De verkoop uit de eerste hand bedroeg
op laatstgenoemde markt ruim 155000
stuks, terwijl de voorraad op einde De
cember geklommen was tot bijna 50000
stuks.
Met betrekking tot de verschillende
soorten valt nog het volgende op te
merken.
De Runderhuiden toonden reeds in
het begin des jaars een neiging a la
hausse, welke tot schier in Juni bleef
voortduren. Van laatsgenoemde maand
tot ongeveer begin September bleven
de verhoogde notecringen vrij wel con
stant- Toen echter begon de reactie,
die net verdere gedeelte des jaars bleet
aanhouden en de prijzen deed terug-
loopén op de boven beschreven wijze.
De Buffelhuiden genoten over het
geheel minder attentie dan de runder
huiden.
Voor goede lichte en middenwichten
bestond tot Juni nog al tamelijke vraag.
Toen echter werden ook deze meer
en meer verlaten, terwijl van zware
wichten zoo goed als geen notitie geno
men werd.
Gaven de inschrijvingen in September
en October nog eenige hoop, dat de han-
waartoe een kind op zijnen leeftijd niet in
staat geacht zou worden, kroop er door, en
liep op de woning aan.
Toen hij nader kwam, klonk het woedend
geblaf van eenen waakhond hem dreigend te
gemoet.
Uit vrees voor den hend niet verder durvende
gaan, riep Max op bartverscheurenden toon
Help Help 1
Het duurde niet lang «f het licht, dat hem
aangetrokken had veranderdo van plaatsen
eene stem riep
Stil, Castor er zijn geen boosdoeners in
het land maar er kunnen wel ongelukkigen
zijn.
De hond ïweeg dadelijk.
Wie is daar? vroeg de mnunelijke stem.
Een kind antwoordde Max.
Een kind alleen, verdwaald hernam de
stem.
Een kind, wiens moeder sterft
De man ging haastig het vertrek uit, de
plaats over, opende het hek en stond voor
Och ik bid u mijnheer, Bmeekte Max,
help mijne moeder nit de kar stijgen en geef
haar een bed voor dezen nacht.
De man vatte de knaap bij de hand.
Kom sprak hij.
Met het kind aan de hand, ging de grijsaard,
want de bewoner van het eenzame huis was
een oud man met grijze haren, de plaats over,
liefkoosde Castor, die van blijdschap op den
grond kroop, en deed Max de groote kamer
binnengaan.
Nu nam de man de lamp in da hand en het
kind in volle licht beschouwende, sprak hij
medelijdend
Gij zijt druipend nat, arme kleine.
Ik heb door de groote gracht gebaad,
antwoorde Max.
Uw gezicht, nwe handen zijn geheel
bebloed.
Ik ben door de doornhaag gekropen.
De man bleef hem stilzwijgend beschouwen.
Da kleeren. die de arme kleine geheel in
flarden gescheurd bad, waren van eene fijne
stof, zijn gezicht teer en weekelijk, zijne handen
blank en tenger alles verried dat h;i tot eene
familie behoorde, die welgesteld moest geweest
del in dit artikel zich verlevendigen zou,
de Novemberveiling sloeg alle verwach
tingen den bodem in, Nog treuriger was
'ie Decemberinschrijving. Slechts 1/8
deel van den aanvoer werd geplaatst.
Met betrekking tot de kwaliteit der
Runder- en buffelhuiden refereeren wij
ons aan hetgeen wij desbetreffende in
het vorig jaarveislag schreven.
Als wij de prijzen met die van het
leder vergelijken, dan kunnen de looiers
'alleszins tevreden zijn, wat de prijsver
mindering der huiden betreft. Zij zullen
echter ook wel inzien, dat de mat kt
haar uiterste grens bereikt heeft en een
stijging binnen korten tijd waarschijnlijk
is. Wij behoeven niet veel woorden om
dit te bewijzen, daar de ondervinding
reeds in de eerste maanden van 1908
opgedaan dit ten volle heeft aangetoond..
De handel in Java geitenvellen was
weer minder dan verleden jaar. Daar
vooral van dit artikel door Amerika op
de productieplaatsen zelve groote quan
tums betrokken werden, spreekt het van
zelf, dat toen in de Nieuwe Wereld
'genoemde crisis losbarstte, de kooplust
der handelaars als uitgedoofd was. Ook
deze vellen ondergingen een belangrijke
daling eu varieerden bij het einde des
jaars van f 1 10 tot f 1 50. Dus ook Uier
weer eene prijsvermindering van p m.
20 pCt-
Hetzelfde geldt ongeveer voor den
handel in Schapenvellen. Aanvankelijk
zeer duur, namen de prijzen in de tweede
helft des jaars wegens de uiterst gerin
ge vraag, snel af.
Dé kwaliteit van alle genoemde soor
ten was, enkele merken uitgezonderd,
over 't geheel vrij goed te noemen-
Handel in Inlandsche huiden en vellen
Het jaar 1907 staat, wat den handel
in bovenstaande huiden en vellen be
treft, met ern zwarte kool in de annalen
aangeteekend.
In geen 30 jaar heeft de handel in
dit artikel zulke minime resultaten op
geleverd als thans. Door allen bijna,
zoo handelaars als fabrikanten, is geld
verloren door sommigen zelfs groote
sommen.
Dat in onze huiden en vellen, die om
hun superioriteit onder alle opzichten,
schier een wereldvermaardheid bezitten,
zijn. Zijn grof schoeisel alleen kwam niet met
zijn fijn linnen overeen.
Klaarblijkelijk stond de grijsaard, die iu
eene aandachtige beschouwing de ïaadselachtige
verschijning trachtte te verklaren van dat
deerniswaardige kind, dat midden in den nacht
in zulk een onweer, alleeü door het open veld
doolde, voor eenig groot onheil
Hij zette de lamp op de tafel, legde zijne
breede hand op het hoofd van Max, wischte
het bloed, het water en de tranen af, die zijn
gezichtje bevochtigden, en vioeg hem met
innig medelijden
Gij zegt dat uwo moeder ziek is
Ja, zij klaagt dat zij gaat sterven.
Hebt gij haar op den wagen achtergelaten?
Ja, iu den wagen.
Reist gij met u beiden
Mijne moeder, ik en een klein zustertje.
Alleen.
Met het oude paard Cesar.
En gij denkt dut uwe moeder de kracht
zou hebben om tot hier te komeu?
Ik weet het niet, maar gij zoudt haar
toch knnnen helpen.
Kunt gij mij brengen waar de kar heeft
stilgehouden
Hier rechtover antwoordde het kind.
Kom dan mee hernam de oude man.
Hij stak eenen hoornen lantaarn aan en nam
Max bij de hand.
Nu eerst bemerkte bij dat het schaapje
kreupel ging.
Zijt gij gewond? vroeg hij deelnemend.
Misschien, maar dat is niets. Toen ik
van den wageu sprong om hulp to gaan hakn
en naar u toe te loopen, ben ik gevallen
Wees gerust, mijnheer, ik kan toch goed gaan-
De grijsaard zette de lantaarn op den grond
nam Max op den arm zonder een woord 13
spreken, vatte den lantaarn weer op en stapte
do deur uit.
Het licht van den lantaarn bescheen achter
volgens de doornhaag, waarnau Max zich ver
wond, en de g-acht, welke hij doorwaad had.
Iu weerwil van zijne hooge jaren sprorig de
man ving over de gracht en eene minuut later
vertoonde zich de effen, verlaten weg aan do
oogen van den knaap en zijnen leidsman.
Wel? vroeg de man.
Ik zie den wagen niet meer 1 antwoordde
het kind, om zich hem ziende.
Gij zult u in de richting vergist hebben.
Dut is niet mogelijk I bij stond vlak
tegenover dezen dikken boom, die op een
spook gelijkt.
Des nachts gelijken alle oude boomen op
spoken, hernam de grijsaard het hoofd schud
dend.
Ik zal eens roepen sprak de knaap,
moeder znl mijne stem herkennen.
De arme kleine vorzamolde al zijne krachten
en riep
Moeder Moeder 1
Een echo zwak als een zucht, beantwoordde
slechts zijn geroep.
Hoe heette uw moeder? vroeg de grijs
aard.
Ik noemde haar «moeder" nooit anders.
Eu hoe noemde haar uw vader?
Annita.
En de dienstboden?
Mevrouw.
Blijf hier staan, hernam do man, ik zal
een eind den weg opgaan, om te zien of ik
den wagen niet kau ontdekken.
Max klemde zich aan de b8enen van den
grijsaard vast.
Ik smeek u, snikte hij, laat mij niet hier
alleen achterlaat ons beiden zoeken,... uIb
gij moede zijt van mij te dragen, zal ik gaan.....
hard loopen als het zijn moet.... maar ik wil
mijne moeder het eerst zien.... zij zalmeenen,
dat ik omgekomen beu en van schrik sterven...
De mun nam het kind weer op den arm en
ging den hellenden weg af zoo snel als zijne
krachten het hem veroorloofden, 'ioen hij
beneden kwam, stond hij voor diie uiteen-
loopnnde wegen, allen berijbaar, eu bleef be
sluiteloos staan.
Welken moet ik inslaan, mijn God?
dacht hij bij zich zei ven.
Hij koes den middelsten en ging dien een
een eiud op.
De weg was stil en verlaten, geen gekraak
van wielen of eouig ander geluid liet zich
hooren.
(Wordt vervolgd)
'1.
f
1