jVuiiimer 60
Donderdag 80 Juli 1908.
81ü. J aai gang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
NEDERLSi Eil VENEZUELt.
A N T O O N T I E L E N,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
BEKENDMAKING.
Arbeidsduur voor vol-
wassen mannen.
HET GEHEIM
VODDENRAPER
Ai
FEUILLETON.
ÜITO E V E
RAOUL DE NA VERY.
De Echo van het Zuiden,
Waahvijksdic rs
Courant,
Dit Blad verse ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5.
Fraino per post door liet geheele rijk f Ü.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco tc zenden .tan den
Uitgever.
W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38.
Advkrt«ntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels kd
advertenties bij abonnement wordeu speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cant per regel.
WinterdicHStregcling Staatsspoorwegen.
Het Gemeen'ebestuur van Waalwijk mnakt
bekend, dat ter Secretarie alhier, ter inzage is
nedergelegd een exemplaar van de door de Maat
schappij tot exploitatie un Staatpepoorwegen
ontworpen winterdienst regeliug 1908/09.
Kveptneele opmerkingen betrfffonde dat dienpt
regelings-outwerp, behooren vóór of op 5 Au
gustus aanstaande, rechtstreeks Ie worden ge
zonden aan den AliHister van Waterstaat.
Waalwijk 20 Juli 1908.
Het gemeentebestuur voornoemd,
I)e Burgemeester
In. DE SUKMONT DE BaS SMBELE.
De Secretaris
F. W. VAN LlEMPT.
i
(INGEZONDEN.)
III.
Wanneer ter verkrijging van een ma-
xiir.um-arbeidsduur staatsbemoeiing wen-
schtlijk en gerechtvaardigd heet, is dit,
1 omdat het particulier initiatief niet instaat
i is, deze zaak te regelen. De meeste
patioons immers zijn bang, door dezen
■-^maatregel schade te lijden, wat aanvan-
I kelijk ook dikwijls het geval is zij gaan
r althans niet over tot zulke verandering,
'F naar het oordeel van sommigen hebben
de arbeiders toèh vrijen tijd genoeg
enzde ondervinding tenminste leert,
dat zij niet vrijwillig besluiten tot ver
korting van den arbeidsduur. Wanneer
de arbeider een uitgebreide vakorgani
satie bezat en een flinke weerstandskas,
zou hij bij overmatigen arbeidsduur tot
staking kunnen overgaan doch omdat
beide factoren in ons land nog veel te
wenschen overlaten, gaat de werkman
slechts zelden tot staking over, om ver
korting van arbeidstijd te verkrijgen. In
vier jaar tijds hadden er daarom van de
488 stakingen slechts 41 betrekking op
'iien arbeidsduur. Bovendien moet staking
een uiterst middel blijven, daar zij alles-
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
VAN DEN
NAAR HKT FraNSCH VAN
17.
Hoor mij aandachtig aau sprak de eerw.
heer Bernard, uwe papieren zijn in orde, der
halve kunt gij in Parijs blijven, en al slaagt
gij al niet zoo dadelijk in uwe nnsporingen
omtrent uwe vrouw en kind, hebt gij immers
toch nog een ander doel te bereiken
De eerherstelling vroeg de galeiboef.
Juist, de eerherstelling voor uwen ge
schandvlekten naam, dio evenwel do naam
is van een eerlijk man voor uwen zoon, die
u zal teruggegeven wordenvoor de nage
dachtenis van haar, die gij beweent.
0 I riep de ongelukkige uit, gij hergeeft
mij tegelijk de hoop en den moed.
Vind den moed in u zeiven, de hoop zal
u door God gegeven woi den 1 Gij moet leven
om eene edele en groote taak te vervellen, gij
moet leven om cp uwe beurt degenen te ver
troosten on te bevredigen, die lijden en ver
twijfelen gij moet leven om hun de woorden
te herhalen, die ik u heb laten hooren. Ik
geloof aan uwe onschuld, lik geloof aan de
toekomst.
Maclou zonk voor den priester op de
knieën.
Morgen zullen wij raad verschaffen.
7- Ik kan n mijne dankbaarheid alleen be
tuigen door mijne onderwerping, antwoordde
■Maclou.
Ga dan in die haugmat liggen, en slaap
wel.
Mijn vriend, sprak deze, zijnon bescher-
behalve bevorderlijk is voor den vrede
tusschen kapitaal en arbeid, voor de
welvaart van een land, of, zooals Leo
XIII zegt, «strekken dergelijke stakingen
niet slechts- den werkgevers zoowel als
den arbeiders zeiven tot schade, maar
benadeelen zij evenzeer op gevoelige
wijze handel en nijverheid en in hel
algemeen het openbaar belang. Boven
dien geven zij, gelijk bekend is, aanlei
ding tot gewelddadigheden en onlusten,
en verstoren den vrede in den staat.4
De staat moet dus optreden, wanneer
zijne hulp noodzakelijk is.
Welnu, beperking van den arbeids
duur, ook voor volwassenen, is wen-
schelijk, èn voor de arbeiders zelf,
opdat zij kunnen leven als cnristen-
mensch, èn voor de industrie welke
belang heeft bij eene gezonde, krach
tige, ontwikkelde arbeidersklasse, èn
voor de geheele maatschappij, omdat
haar belangen ten nauwste samenhan
gen met de welvaart der arbeiders en
den bloei der industrie. Ook is het
wenschelijk, en in hooge mate wen
schelijk, dat die beperking tot stand
kome, zonder dat de arbeiders genood
zaakt zijn, nu hier, dan daar, en telkens
weer hun toevlucht te nemen tot
werkstaking.
Verschillende landen hebben dan ook
reeds bepalingen getroffen omtrent ar
beidsduur. Pater Raaymakers meent, dat
voor ons land op dit oogenblik eene
wet in den geest van het Fransche
wetsontwerp van 10 Juli 1906 het beste
zou zijn, tenminste wat den arbeidsduur
voor volwassenen betreft. Volgens dit
wetsontwerp mag de arbeidsduur, voor
zoover niet geregeld door bijzondere
wetten, in fabrieken, werkplaatsen, ate
liers, timmerwervjn enz. niet langer zijn
dan 10 uur per dag Die beperking zal
eerst in werking treden vier jaar na de
afkondiging der wet. Onmiddelijk na de
afkondiging is de arbeidsduur beperkt
tot 11 uur en na twee jaar tot 10V2.
Voor winkels, magazijnen, handelskan
toren enz. wordt slechts een onafge
broken rusttijd van 10 uren voorge
schreven.4
De bezwaren tegen staatsbemoeiing
in deze zijn verschilleed, naar gelang
de personen, van welke re uitgaan.
Teiwijl de oude liberale school, die de
meling eene kleine portefeuille toereikende,
ik ben arm ouder de armen, da \r allee wat
ik bezit, aan de behoeftigen toebei: oort. Weee
niet beleedifjd door de geringheid van dezen
onderstand. Ik doe wat ik kan. Detgeen gij
daar mbt is toereikend om hier eer van die
handelszaken te beginnen, waarvan men kan
leven en die de aandacht niet op u \estigen.
Zie rond, zoek, overleg en kom bij mij terug
als gij iets meent gevonden te hebben.
Maclou bracht de hand des jeugdigen pries
ters aan zijne lippen.
Ik beu gewapend voor den strijd, sprak
hij, daar gij met mij strijdt.
En de pastorij verlatende, stapte de ont
vluchte galeiboef de rue Bonaparte af,
eene onbekende toekomst tegemofet trede t de,
die hem met ontzetting vervulde.
Drie dagen lang doolde de arme man door
de straten van Parijs, zoekende naar e.me
broodwinning. Voorzeker, hij wilde werk.m,
maar hoe, waaraan hij kende niets. De
kleine som, waarover hij kon beschikken, liet
hem geeno keuze dan tusschen eenig ambacht,
dat geenen leertijd vordert of een van dia
bedrijven, welke met de jaargetijden afwis
selen, en zonder een groot kapitaal te vorderen,
nochtans eene genoegzame winst afwerpen om
er van te leven.
Hij bezat de geschiktheid niet om allerlei
kramerijen aan den man te brengen, dat zag
hij al dadelijk in hij sprak met de lieden die
groenten rondventen, dat paste voor hem ook
niet hij berekende wat de verkoop van post
papier en onveloppen kon opbrengen en dit
was te weinig de verkoop van volksliedjes
stuitte hem te zeer, en na drie dagen zoeken
en rondloopen, was de ongelukkige nog even
ver gevorderd.
Hoewel gereed om te werken, verloor hy
daarbij niet uit hot oog, dat hij een doel, zijne
eerherstelling najagende, zich vele uren vrijen
tijd moest verzekeren. De justitie had hem
onrechtvaardig veroordeeld, maar zij had zich
vergist in den misdadiger die misdadiger be
stond.
De brand, die zijne werkplaatsen, zijn woon
huis vernielde was aan geen ongelukkig toeval
te wijten. Neen, er was eene misdaad gepleegd
en de onschuldig veroordeelde wilde en moest
staatstusschenkomst tot een minimum
beperkt, heeft afgedaan, is ook het zelf
bewustzijn van den volwassen man, voor
wien het vernederend zou zijn, dat de
staat tot hem zijne beschermende hand
uitsteekt, van geen waarde.
Immers, waar de man onbeschermd
iswaar de volwassen man practisch
beschermd wordt tegen diefstal en hon
derd andere dingen, die schadelijk zijn
voor zijne gezondheid enz., daar is voor
hem ook deze bescherming geen schan
de. Een ander bezwaar is de invloed
welken verkorting van arbeidsduur zou
hebben op het loon. op loonsverlaging,
die gevreesd wordt door den arbeider,
op verhooging van het loon per stuk
of per uur waarvoor de werkgevers be
ducht zijn. Daar tegenover staan de
tallooze en deugdelijk bewezen voorbeel
den van onverminderde productie bij
korteren arbeidsduur, men vreest ein
delijk, dat door wettelijke beperking van
den arbeidsduur de concurrentie met het
buitenland onmogelijk wordt. Dit bezwaar
geldt noch wanneer de opbrengst de
zelfde blijft, noch voor talrijke bedrijven,
waarin die concurrentie niet gevreesd
behoeft te worden. En bovendien hce
dikwijls moest de concurrentie met het
buitenland niet als spookbeeld tegen
een sociale wet dienst doen, terwijl toch
de resultaten van die wetten die vrees
ongegrond maakten,
Natuurlijk blijft het bij aangelegenhe
den als deze een zeer yoorname factor,
dat de gevolgen zoo gunstige als on
gunstige worden verzameld, opdat lang
zamerhand eene zoo uitgebreid mogelijke
statistiek over verschillende bedrijven
aantoone, welke waarschijnlijke gevolgen
eene algemeene verkorting van arbeids
duur zullen hebben De uitkomsten van
een achturigen arbeidsdag schijnen zoo
ongunstig te zijn, dat de socialisten hun
streven nog lang tot de vrome wenschen
zullen zien behooren.
Maar verkorting is voor velen noodig
doch deze moet geleidelijk geschieden,
en hiermee ontwikkeling hand aan hand
gaan, dan zal die verkorting ook strek
ken tot voordeel van arbeider en in
dustrie, tot heil van den staat.
T.
eu zijne vakvereeniging altban3 bij ons,
nog niet krachtig genoeg, om hem te helpen
den schuldige vinden.
Eene andere bedenking hield den rampzalige
bovendien nog tegen, telkens als hij op het punt
was zijne keuze op een gemakkelijk beroep te
bepalen- Hij kende den fijnen reuk van de
politie, de papieren van Maclou Taupiu zouden
misschien niet geuoegzaam wezen om zijne
identiteit to bewijzen, als men ooit op den
inval kwam hem te vragen wie hij was en van
waar hij kwam.
Hoe zou hij de uitoefening van een winst
gevend en weinig tijdroovend beroep vereeni-
geu met de onbekendheid, waarin hij wegens
zijn verleden moest leven
Op zekeren avond, dat hij afgemat en bijna
moedeloos naar zijne woning wederkeerde,
hoorde hij achter zich een lustig refrein van
een lied zingen, hetgeen hem het hoofd deed
omwenden.
De man, die zong, bad eene draagmand op
den rug, ceue lantaarn in de linker, eenen
haak in de rechterhand en zocht uit het op
straat liggende vuil, de papieren, de beenderen,
de scherven \au flesscnen alles wat geen
waarde meer heeft voor den gewoaon mensch
en welke de handel bemachtigt om ze te schiften
en nieuwe gedaanteverwisselingen te doen
ondergaan.
De voddenraper zong lustig voort, terwijl
hij, hetgeen van zijne gading was, oppikte en
met eene regelmatige beweging over zijnen
schouder in de mand wierp, en gebogen
voortgaande, zijnen nachtelijken oogst inza
melde.
Maclcu ging op den nederigen werkman af
en bleef voor hem staan
He wel? vroeg hij, hoe gaan de zaken?
Het gaat er eveneens meê als op de beurs,
mijnheer, er zijn dagen van rijzing en dagen
van daling Men werkt hard en verdient
niet veel, daar kunt gij op aan.
En op hoeveel schut gij uwe mand als
zij vol is
Tusschen eanen frank en eeneD frank
vijftig.
Ik wil een koop met u Bluiten.
Laat hooron.
Ik geef anderhalven frank als gij mij
argezelt naar eene h. rherg.
Bekendhernam de voddenraper. Gy
Velen denken dat alleen de uitzetting
van den Ned zaakgelastigde, den heer
Reus, aanleiding is tot het conflict met
Venezuela
Neen, ongeveer zoolang Castro presi
dent is, heeft hij alles in 't werk gesteld
omNederland en vooraldeNederlandsche
onderdanen op Curacao zooveel moge
lijk dwars te zitten.Van de laatste gebeur
tenissen noemen we o. m. 't volgende
De pest was in Venezuela uitgebroken
de internationale sanitaire voorschriften
eischen dat schepen uit besmette havens
in quarantaine blijven, deze werd natuur
lijk ook door de Ned. autoriteiten op
Venezolaansche schepen in Curacao toe
gepast. Uit wraak daarover verbood Castro
elk transito-vervoer van Hollandsche
schepen tusschen Curacao en Venezuela.
Geen Hollandsch schip mocht in eene
haven van Venezuela lossen of laden.
Curacaosche werklieden mochten niet in
een der havens werken enz. Tyranieke
dwangmaatregelen, zooals men ziet, die
voor onze kolonie van 't allergrootste
nadeel waren.
Twee Nederlandsche schoeners werden
zonder eenige redenen door eenige Vene
zolaansche oorlogschepen gedwongen op
volle zee bij te draaien en zonder vorm
van proces in beslag genomen.
En nu met den gezant I Als deze per
soon om een of andere reden door pre
sident Castro niet meer de gewenschte
tusschenpersoon was, had hij de Neder
landsche regeering moeten verzoeken
hem terug te roepen, maar 't strijd tegen
elk begrip van 't volkenrecht den
vertegenwoordiger eener bevriende natie
plotseling 't land uit te zetten en is 't eene
grove beleediging Nederland aangedaan.
Dit is zeker dat op eene of andere wijze
genoegdoening moet worden verkregen,
onze waardigheid als natie eischt dit
niet alleen, maar Nederlandsche onder
danen vragen bescherming tegen de
willekeurige beleediging en benadeeling
hen bij voortduring door Venezuela aan
gedaan.
Stellen wij 't volste vertrouwen in de
regeering.
De N. Rott. Crt. van Zaterdag-avond
wijdt een artikel aan onze vloot in ver-
behoort tot degenen, die de vreemdsoortige
arbeiders doen babbelen, cm betgeen zij u
vertellen, later in de boeken te zetten, niét
waar Zie, zoo waar als ik Gobe-Mouche
heet, ik heb gepraat met Eugène Sue, ge
klonken met Dölvau en meegewerkt met Pyat,
toen hij zijn drama de Voddenraper van Parijs
schreef Ik ben er niet te hooghartiger om,
luaar ik heb voorname kennissen in Parijs, dat
verzeker ik u,
Welnu vader Gobe-Mouche, gij vergist
u ik schrijf noch romans, noch drama's en
toch zou ik wat met u willeu praten.
De voddenraper hief zijn lantaarn tot de
hoogte van Maclon's gelaat op, en zegde, vol
daan over zijn onderzoek
Neem mij niet kwalijk, dat ik u eensin
oogenschouw neem, mijnheer. Ik vroeg mij
af of gij soms niet tot de politie bohoordet.
Want van het brood der verklikkers zou ik
voor alle schatten van de wereld niet willen
eten I Uw gelaat bevalt mij ofschoon gij er
uitziet alsof gij het zingen en het lachen af
geleerd zijt. Wat kan men er aandoen? Ver
drietelijkheden zijn als een drank uit de
apotheek, men moet ze slikken Al gaat het
icmaud juist niet altijd naar den zin, men
moet zich toch maar wijsgeerig in zijn lot
schikken Maar komaan, ik n9em uwe uit-
noodiging aan Linksaf, op Belleville aan naar
de Zingende Pad, een huis, vermaard om zijne
kreukelen en appeltaartjes.
Toen Maclou de afzichtelijke kroeg binnen
trad, kon hij zich niet onthouden aan zijnen
gast zijnen walg en verwondoring te kennen
te geven.
Drommels I antwoordde Gobe-Mouche,
wij zijn niet in den Rocher de Cancale of bij
Chevet, maar men kan iu dit huis voortreffe
lijk een konijn klaar maken en zijne klandisie
is gevestigd eene sreer bonte klandisie en
dikwijls hernieuwd, om de waarheid te zeggen
vol zonderlinge typen en modeldeugnieten. M,
Gérard de Nerval heeft hier meer dan eens
gesoupeerd Ook al een, die met de viach-
vrouwen en de straatvegers at, om hunne ge
schiedenissen te hooren verhalen.
Maclou Taupin bestelde een avondmaal, dat
kostbaar mocht heeten voor de plaatp, waar
hij zich bevond, en toen eene tiesch witte wijn
band met het Venezolaansche incident.
De zaken hebben zegt het blad
sedert door het uitzetten van onzen
minister-president te Caracas en door
het onopgelost blijven der geschillen, op
welker uit-den-weg-ruiming de regeering
den 26sten Juni jl. nog uitzicht meende
te hebben, eene meer ernstige wending
genomen en als de onvermijdelijke nood
zakelijkheid, waarvan de minister van
buitenlandsche zaken in de Eerste Kamer
sprak, tegen aller wensch, toch ten slotte
mocht ontstaan, zal Nederland de volle
maritieme macht moeten ontwikkelen
waarover het, ter bereiking van het eind
doel, zal dienen te beschikken. Behalve
in geld zal in dit uiterste geval ook in
persoonlijke uitoefening van plichten een
deel der natie zich opofferingen voor
het algemeen belang moeten getroosten.
De mogelijkheid bestaat fcoch dat ter
bemanning van de vloot, dan wel om te
voorzien in de maritieme diensten bin
nenslands, een of meerdere lichtingen
van de zeemilitie in werkelijken dienst
zouden geroepen worden. YVaar de re
geering niet dan bij onvermijdelijke
noodzakelijkheid tot uiterste maatregelen
haar toevlucht zal nemen en dus ook
van de zeemilitie alleen onvermijdelijke
diensten zal vergen, zijn wij er van over
tuigd, dat de Nederlanders, die aldus
geroepen kunnen worden tot behartiging
van de algemeene belangen der natie,
aan dien oproep met volle instemming
gehoor zouden geven.
Het vraagstuk der bemanning van de
vloot komt, als over een deel der zee-
milit'e kan beschikt worden, in een ge
heel ander licht dan wanneer de marine
autoriteiten alleen op het vrijwillig dienend
personeel zijn aangewezen en, practisch
gesproken, wordt in dat geval de te-ont
wikkelen maritieme macht alleen begrensd
door het aantal voor het doel geschikte
en valide schepen. Daarbij doet zich de
gunstige omstandigheid voor dat enkele
categorieën van schepen, die voor een
hedendaagschen zeestrijd, met modern
materieel, niet zouden medetellen, voor
een maritiem optreden in West-Indië
goed zijn te benutten.
Voor zulk een doel bezit de Neder
landsche marine
drie pantserschepen van het type
Kortenaer,
de toDg vau Gobe-Mouche had losgemaakt,
vroeg hem de galeislaaf, met de elleboogeu op
do tafel leuueud
Hoeveel geld is er noodig om zich als
voddenraper te vestigen
Zes frank, antwoordde Gebe-Mouch»
drie frank voor de mand, twee frank voor de
lantaarn, een frank voor den haak.
En men verdient per nacht
Dat is verschillend- Ik heb nachten ge
had van twintig frank. Er komen wel eens
buitenkansjes voor versta mij goed, ik bedoel
geen schelmstreken. Als ik een zilveren lepel
vind tusschen eenen hoop koolbladeren en
scheurpapier, haast ik mij, dien ann zijnen
eigenaar terug te zenden. Men geeft mij echter
eene fatsoenlijke belooning, en deze is mijn
eigendom.
„Vodden, scheefgeloopen bottienen, ijzer
werk, linnen brengen nog al veel op. Als
men meer wil verdienen en de moeite niet
ontziet, zoekt men zelf het opgornapte nit en
verkoopt het later aau de kooplieden bij het
pond anders doet men gelijk ik, men maakt
een akkoord met eenen opkooper voor eene
volle mand, en men bekomt anderhalven
frank. Zoudt gij soms lid van de gilde willlen
worden
Misschien, nntwoorddo Maclou.
Welnu mynheer, gij zult u daarmee
niet verlagen. Wy tellen op dit oogenblik,
onder de Broeders van de Voddenmand, twee
voormalige notarissen, dertien geruïneerde
groothandelaars en drie prefekten. De prefek-
ten houden het leven geen van allen vol
Gij schijnt van uw beroep te houden
Wat zal ik daarvan zeggen Men moet
zich wijsgeerig in zijn lot schikken Door
altijd vodden te zien, wordt men van lieverlede
een wijsgeer. Alles wat schoon, schitterend,
frisch, geparfumeerd was, moet eenmaal tot
ons komen 1
„In de mand het balopscbik der groote dames,
dut zooveel geld gekost heeft, dat menige
behoeftige daarvan jaren lang zou kunnen
leven in de mand de valsche blonde of zwarte
haarvlechten, met goud betaald, en voor wei
nige stuivers afgesneden van het een of ander
braaf meisj
(Wordt vervolgd.)