Nummer 64 Oondenia^ 13 Augustus 1908. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. Algemeene Nederlandsche Bood van Schoenfabiikanten. 31®. Jaargang Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen HET GEHEIM VODDENRAPER ANTO ON T IEL EN, Uitgever: FEU1LLETON RAOUL DE NA VERY. Waalwykscie «n liaiigslraatscke Courant, 1' *-1 J-LmiJkJül»JLUImixt-U--! IllII L1111 Ll_l _lII II. O Dit Blad verse! ijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Franc o per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advert2Ntiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. In het hotel van mejuffrouw de Wed. Sanders, Looiersbeurs te Oisterwijk, had Zondag- 1.1. de algemeene tevens congres- vergadering- plaats van donateurs en leden van den Algemeenen Nederland- schen Bond van Schoenfabrikanten. Als iets nieuws, werd bij deze gelegen heid eene tentoonstelling en wedstrijd gehouden, uitgeschreven door de afdee- ling Oisterwijk voor de schoenmakers gezellen, uitsluitend aldaar wonende. Is het lieve plaatsje Oisterwijk op zich zelf reeds schoon en aantrekkelijk, thans was het dit, door het van schier alle huizen wapperende nationaal dun doek, in nog meerdere mate. De opmerking moge hier vooraf ge maakt worden, dat het bestuur der vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer er slag van heeft om haar gemeente aantrekkelijk te maken. Ten 12 uur werden op het mooi gebouwde raadhuis het hoofdbestuur en congresleden, welke in grooten getale waren opgekomen, door den Edelachtb. heer Burgemeester, den heer H. van Beek hoven, en den raad ontvangen. Het is, zoo sprak de burgemeester, mij niet alleen een groote eer, maar ook een groot genoegen, de leden van den Algemeenen Nederlanschen Bond van Schoenfabrikanten hier te mogen ontvangen, te meer daar gij zijt de vertegenwoordigers eener industrie, zoo belangrijk voor de gemeente, waarvan ik de eer heb aan het hoofd te staan. Gij zijt gekomen om uwe belangen te bespreken en in onderlinge samen werking den bloei en den vooruitgang uwer industrie te bevorderen. Overtuigd als ik ben, dat dit ook voor deze ge meente een zaak van algemeen belang *s\. *s mÜ steeds aangenaam ook mijnerzijds belangstelling voor die indus- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". VAN DEN NAAR HET FraNSOH VAN 21. trie te toonen. Nogmaals, mijne heeren, het is mij aangenaam u in dit huis het welkom toe te roepen, in welk gebouw tevens gelegenheid is gegeven de tentoonstelling te houden van 't door Oisterwijk's inge zetenen gemaakt schoeisel. En nu, mijne heeren, moge uw arbeid van heden voor u voldoening geven, en na moeite volle taak Oisterwijk u tevens doen zien zijne aangenaamheden. Moge Oisterwijk u inderdaad toonen, wat het zoo gaarne van zich zelf gelooft, ol. dat het is eene aangename en ge zellige plaats, waar de vreemdeling gaarne verblijft en gaarne nog eens terugkomt. Nadat het krachtig applaus, dat op deze door den grijzen buigervader zoo kloek uitgesproken rede weerklonk, tot bedaren was gekomen, nam de heer E. W. Klijberg-Pernot, Voorzitter van den Bond het woord en zei dat hij het als Voorzit ter van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Schoenfabrikanten een plicht acht namens dien Bond den burgemees ter dank te brengen voor de hartelijke ontvangst en sympathieke woorden lot den bond gericht. U hebt daar in uw rede gezegd moge Oisterwijk u toonen wat het zoo gaarne van zich zelf gelooft, namelijk dat het is een aangename en gezellige plaats, waar de vreemdeling gaarne verblijft en gaarne nog eens terugkomt. Burgemeester, ik beaam die woorden ten volle. Toen wij van morgen Oisterwijk aan het Kerkeind binnen reden werden wij getroffen door het algemeen gevlag. Dat was een blijk geven dat men het op prijs stelde, dat de schoen- tabrikanten bier bijeen kwamen om voor de belangen van deze industrie te beraadslagen. Het doet mij een genoegen uit uw mond te hebben mogen hooren dat gij deze industrie een warm hart toedraagt. Maar geen wonder Hier, te Oisterwijk zelf zijn gevestigd een groot aantal patroons en vele werklieden, die allen veel voor de Schoenindustrie ge voelen en welke industrie een grooten tak van nijverheid voor Oisterwijk uit maakt- Eu dat men die industrie hoog schat, wordt wel bewezen door de oprichting van eenen cursus voorpatroon- teekenen, welke op initiatief van de patroons werd opgericht. Een compagnieschap tussohen u en mij I En waarvan juffrouw Florence getuige zal zijn; deze beurs bevat 1000muntstukken, neem ze aan en maak er zulk gebruik van als gij wilt. Weet gij wel, dat de door u gevonden armband 20,000 frank bij eenen juwelier waard is 't Is een aandenken mijner moeder, en dos voor mij van onschatbare waaide. Ik zou daags daarna de som door middel der dagbladen uitgeloofd hebben aan den persoon, die hem mij terug zou brengen. Ik draag hem altyd hij is mij onuitspreke lijk dierbaar. Ik acht mij dubbel gelukkig hem u terug gegeven te hebben, mejuffrouw. Dus neemt gij mijn voorstel aan, niet waar Ik weiger. Eene smartelijke uitdrukking vertoonde zich op het gelaat v*n het jonge meisje. Falot verweet zich de zekere hardheid, waarmede hij tot haar sprak. Het arme kind was met verantwoordelijk voor de herinnerin- gen, welke de naam haars vaders in zijn geheugen opwekte. Zij was tot hem gekomen met de erkentelijkheid in het hart, eene dank- betuiging op de lippon, zij kwam met eenen glimlach op het gelaat en met van goedheid stralende oogen, het was derhalve onrecht vaardig haar aldus te behandelen. Maclou hervatte dns op hartelijker toon Ik geloof echter, mejuffrouw, dat wy hot toch wel met elkander eens zullen worden Eindelijk riep Angelie uit. Eergisteren nacht heb ik niet alleen uwen armband gevonden ik heb ook een jong meisje van uwen leeftijd, verkleumd, van koude stervende, op de sneenw uitgestrekt gevonden de ongelukkige was van uitputting neergezegen; zjj had in geen vierdagen gegeten Mijn God riep Angelie, de handen ineenslaande uit, gebeuren er znlke dinger) in rarys, vindt men er zulke ellende En wij meenen onzen plicht vervuld te hebben als wij eenigo behoeftigen bezoeken, als wij den prijs van een nutteloos kleinood aan de armen schenken En weet gij waar dat meisje woont Ik dacht wel dat de Voorzienigheid haar te huis zou gaan vinden. En gij ziit begonnen met de vertegen woordiger van de Voorzienigheid te zijn. Wilt gij het werk voortzetten, mejuf frouw J O van ganscher harte 1 Gij wildet mij beloonen omdat ik een voudig mijn plicht had gedaan, my betalen voor eene eerlijkheid, waartoe ieder mensch verplicht is. Welnu doe voor Coluinba, het geen ik onder geen voorwendsel hoegenaamd mag of wil aannemen. En als gij die brave en bittere ellende verlicht, dan zal ik uw schuldenaar zijn. Mejufvronw Nerval stond op en een zak boekje te voorschijn halende, maakte zij zich gereed^ om te schrijven Gij hebt gezegd: mejnff'er Columba.... Rue Rodier, no. 17. Ik zal er binnen een uur zijn, sprak het meisje. r Zij nam een visitekaartje on reikte het den voddenraper over met de woorden Ziehier mijn adresdat kind is stellig met de eenige ongelukkige die gij in Parijs kent. Ik ben lijk vrees niet te vragen voor degenen, die ondersteuning behoeven. Ik zal er misschien misbrnik van maken mejuffrouw. Angelie keek nogmaals verwonderd het vertrek rond en verliet toen de woning van vader Falot. De gouvernante gaf het adres van Columba aan den koetsier op, en het rytuig reed in Met genoegen nam de Voorzitter deze gelegenheid te baat om te memoreeren den grooten steun, die de schoenindustrie hier ter plaatse steeds van wege het gemeentebestuur in het algemeen, maar van den burgemeester in het bijzonder mag ondervinden. Doch dat èn patroons èn werklieden belangstelling toonen, bewijst wel de tentoonstelling, die aan deze vergadering door de .afdeeling is verbonden en die zoo aanstonds zal doen zien, welken hoogen trap de schoenindustrie ook hier te Oisterwijk heeft bereikt. Nogmaals bracht de Bondsvoorzitter dank aan den burgemeester èn sprak den wensch uit dat hij nog lange jaren tot meerderen groei en bloei zijn scepter over Oisterwijk zou zwaaien. Hierna nam de heer C. Kooien, voorzitter van de afdeeling Oisterwijk, het woord bracht, hoewel dit de Bonds voorzitter al zoo meesterlijk heeft gedaan, dank aan den Burgemeester voor al hetgeen hij voor de industrie heeft ge daan en nog doet daar waar hij zulks kan. Ook bracht hij dank aan den Bonds voorzitter en verdere bestuursleden voor den ondervonden steun bij het organi- seeren der tentoonstelling. Namens de afdeeling bood de heer Kooien den burgemeester het eere-lid maatschap aan dat, hij vertrouwde het, door den burgemeester wel zou willen worden aanvaard, althans de afdeeling zou dat op hoogen prijs stellen. De heer Burgemeester hoewel in principe er tegen om het eere-lid- maatschap van welke vereeniging ook te aanvaarden, wil voor de afdeeling Oisterwijk van den Ned. Bond van Schoenfabrikanten een uitzondering ma ken, en wel omdat de schoenindustrie voor Oisterwijk de grootste tak van nijverheid is. Hij sprak den wensch uit, dat hij zijne zwakke krachten moge geven tot meerderen groei en bloei van de afdeeling Oisterwijk. Na deze wederzijdsch uitgesproken sympathieke woorden, werd de eerewijn aangeboden. Alsnu werd tot opening van de ten toonstelling, welke in de benedenlokalen van het raadhuis werd gehouden, over gegaan. De Bonds-voorzitter, de heer Klijberg, snellen draf de rue de Belleville af. Hemel! juffrouw Florence, zeideAngelie tot de gouvernante, wat hebben wij daar een zonderlingen voddenraper aangetroffen. Hij heeft manieren van eenen man van de wereld en eene wijze van spreken, die mij met stijgende verbazing vervuld heeft. Dit is zeker, die man heeft voorheen eene geheele andere plaat» in de wereld ingenomen. Ik had nog geeD drie woorden met hem gewisseld, of ik noemde hemMijnheer. Hij gelijkt geheel en al op eenen held uit eenen roman. Terwijl het rijtuig zijne bezoekster meevoer de, zonk vader Falot als verpletterd neer op den stoel, welken Angelie Nerval zoo even verlaten had. Nerval millionnair mompelde hij, Ner val, wiens fabrieken en gieterijen eertijds met de mijne niet in vergelijking konden komen, en die, ik geloof het zeker, afgunstig was op mijn toenemenden voorspoedHem is een dubbel aandeel van 't geluk geschenkenZijne dochter is een engel van bevalligheid en schoonheid En ik heb mij bijna hard jegens haar getoond Ach dat kwam, omdat ik van dat oogenblik met pijnlijke bitterheid het lot van dien man vergeleek met het mijne. Hij heeft zijn vermogen zien verhonderdvou digen, hij heeft zijne dochter behouden, hij En haar aanziende, dacht ik aan mijne vrouw, aan mijn kind, aan alles, wat ik beween en misschien nooit zal wedervinden I Mijn God, mijn God I snikte de ongelukkige, op de knieën vallende, soms octstaat er bij my twijfel aan eene gerechtigheid. Die twijfel is eene godslastering. Ik erken het, ik beschul dig er mij van. Neen, ik vermeet mij niet te vragen, waarom Gij den eenen met overvloed zegent en den onderen den bitteren kelk en de broodkruimels van de tafel aanbiedt Misschien verricht ik mijne handelingen niet met het oog op U alleen en heeft het weinige goed, dat ik doe, een te persoonlijk doel. Ach, Heer 1 mocht elke traan, dien ik droog, elke smart, die ik verlicht, mij meei en meer uwe barmhartigheid waardig te maken. Lang bleef vader Falot in overweging ver zonken. De naam von Nerval had hem eensklaps gaf zijn hooge tevredenheid te kennen over hetgeen de tentoonstelling biedt. Eene prachtige collectie, alles ver vaardigd door gezellen van Oisterwijk, bewijst dac men na ernstig streven wat vermag. Spreker bracht in herinnering hoe in de oude tijden de Grieken en Romeinen met elkander in de kunst wedijverden, hoe in de middeleeuwen bewijzen van bekwaamheid moesten worden afgelegd om den meestergraad te behalen of een bewijs als gezel te verkrijgen en hoe thans wedstrijden en tentoonstellingen worden georganiseerd om den werkman aan te moedigen zich te bekwamen en die bekwaamheden te kunnen toonen. En dat dergelijke wedstiijden in het belang zijn van de industrie behoeft, zei spreker, zeker wel geen nader betoog. Men heeft het in de laatste jaren kunnen zien dat de industrie daardoor een hoogere vlucht heeft genomen. Men heeft in Nederland al te lang stilgezeten. Er moet gewerkt worden. Voorts bracht spreker dank aan allen die hadden bijgedragen tot het welslagen van deze tentoonstelling. Een bijzonder woord van dank bracht de Voorzitter nog aan den heer Paanakker, een goed bekende naam bij de schoenfabrikan ten, die zoo geheel belangeloos groen en bloemen heeft afgestaan om deze tentoonstelling nog beter tot haar recht te doen komen. Nadat door den heer Kooien nog een woord van dank was gesproken tot den Voorzitter werd een bezoek gebracht aan de teekenschool. Daar was een zeer fraaie collectie patroon-teekeningen voor heerenschoei sel tentoongesteld. Den vervaardigers daarvan komt een bijzonder woord van lof toe. De afdeeling Oisterwijk is flink voor den dag gekomen. Er was op het ge bied van fijn Heerenschoeisel en fijn Burgerschoeisel mooi werk te zien, het geen ons reeds van te voren bekend was, daar de jury ons verzekerde dat zij een uiterst moeilijke taak hadden gehad. Trouwens, het kleine verschil van punten geeft dit aan. Ten half twee uur had in het hotel van mejuffrouw de Wed. Sanders de vergadering plaats van het hoofdbestuur. teruggevoerd tot de dagen van zijn geluk en het gewicht van de smart, dat hij op zijne schouders torschte, verpletterde hem in dien stond van moedeloosheid. Het. duurde lang eer hij die kalmte en die opgeruimdheid terugvond, welke hem in den laatsten tijd eigen geworden waren. Terwijl de voddenraper met dien aanval van moedeloosheid worstelde, legde mejuffrouw Angelie den afstand af, die haar van Columba's woning scheidde. De rue Rodier is een der leelijkste straten van Parijs, gezoomd met trottoirs, waarop een mensch en een hond elkander, niet kunnen voorbijgaanbestraat met ongelijke steen klompen, morsig als eene riool, bezet met vervallen huizen, ellendige winkels van han delaars in oude kleeren, oude kaas, oude meubelen, schijnt zij vergeten te zijn bij de verfraaiÏDg van die wijk. Het rijtuig botste over de steenou, de wie len dreigden de kinderen te verpletteren, de buurvrouwen kwamen buiten geloopen en gaapten met open mond het schoone rijtuig aan, waaruit Florence en Angelie Nerval stapten, toen het voor no. 17 stilhield. De concierge, eene lange, magere, tanige vrouw bleef roerloos staan, stokstijf als de bezemsteel, die zij in de hand hield, zoover zij kon met den blik de beide dames volgen, die vlug de vijf verdiepingen opklommen, welke naar het dakkamertje van Columbia voerden. Op het portaal van de vijfde verdieping kwamen zes bruine deuren uit; de dames waren echter niet long in de onzekerheid, aan welke deur zij moesten aankloppen, eene witte duif, met krijt geteekend, wees het mejuffrouw Nerval aan. Angelie klopte. Eene welluidende en zwakke stem riep Binnen Angelie ziende binnentreden, kwam Colum ba haar verlegen te gemoet, maar mejuffrouw Nerval liet haar den tijd niet om eene ver ontschuldiging te stamelen zij liep op haar toe, sloeg haren arm om haar heen, geleidde haar terug naar den stoel, waarvan zij opge staan was, en voor zichzelve een anderen stoel nemende, terwijl juffrouw Florence op In deze vergadering-, welke zeer huis houdelijk was, had een bespreking plaats van de verschillende punten aangegeven ter behandeling voor de algemeene ver gadering. Bij de mededeeling van den Voor zitter, dat dr. Nouwens het voorstel van de afdeeling Oisterwijk, aansluiting Han- zegilden aan den A. N. B. S. zou toe lichten en hij er voor zich persoonlijk ook wel iets voor gevoelde, merkte de heer Van Schijndel op, dat zulks groote bezwaren met zich zou medebrengen. De Bond heeft altijd in 't belang van de fabrikanten gewerkt. Waarom moet er nu verandering in worden gebracht. Spreker wees er op, dat de Bond altijd tegen beschermende rechten is geweest. Zou dat nu niet in het gedrang komen Komt de aansluiting tot stand, dan hebben die menschen een overwegenden invloed op ons, wat toch zeker niet wenschelijk is. Welk motief is er voor? Alle fabrikanten kunuen toch tot den Bond toetreden. De contributie kan toch geen bezwaar zijn. De Voorzitter zegt het eens te zijn daar waar de heer Van Schijndel zegt dat geen overwegenden invloed op den Bond mag worden uitgeoefend. Maat regelen daartoe zullen dan ook wel wor den genomen. Wij zullen daaromtrent beter zijn ingelicht na de toelichting van Dr. Nouwens. Te ongeveer 2 uur opende de voor zitter de algemeene vergadering. Hij heet de aanwezigen hartelijk welkom en drukte zijn spijt uit dat nog zoovelen niet aanwezig waren. Doch dat zal, zoo zei spreker, wel het gevolg zijn van de mooie tentoonstelling. De leden zullen daar hun oog en hart nog laten genieten. Nog spreekt de Voorzitter den wensch uit, dat hoewel alle concurrenten wij toch als vrienden zullen werken opdat onze vergadering van heden honderd voudige vruchten zal voortbrengen. Na voorlezing der notulen door den Bonds-secretaris, den heer Leo Groenen te Besoijen, welke onveranderd werden goedgekeurd en vastgesteld, volgde, in plaats van het verslag, de rekening en verantwoording over't dienstjaar 1907/08 door den penningmeester, den heer WRiemslag te Dongen, welke vermeldde eene ontvangst van f586.75 en eene eene kist ging zitten, begon zij, de vermagerde handen van Columba vastgrijpende Verwonder u niet, ondervraag mij niet, gij zijt zoo zwak ik zal u eerst spreken. Ik kom van wege vader Falot. Een brave man 1 En aan uw glimlach zie ik dat die naam u reeds vertrouwen in mij begint in te boeze men... Hoe 1 gy hebt zooveel geleden en zijt nog zoo jong Zestien jaar antwoordde Columba. Zestien jaar Gij zult mijne vriendin, ïr yne jongere zuster zijn ik ben er zeventien Arm, lief kind 1 gij hebt honger geleden En terwijl gij halfdood op de straat nederzonkt, verloor ik eenen armband van 20,000 frank, het fortuin van een braaf meisje. Het is uwe schuld niet, mejuffrouw, antwoordde Columbaals gij mijn gebrek gekend hadt, zoudt gij mij geene ondersteu ning want ik bedel niet, maar werk gebracht hebben. Wat is uw vak, Columba? Linuenuaaister, mejuffrouw. De machinen doen ons afbreuk als ik cr een had, zou ik meer geld verdienen. Maar de slechte tijd is gekomen, en daarbij ben ik erg ziek geweest. Kent gij dan niemand te Parijs Weinig menschen, alleen de eige naars van de magazijnen, waarvoor ik werkte ziedaar alles. Hoe 1 geene enkele vriendin Ik had er eene mejuffrouw. Heeft ze u verlaten Ja antwoordde Columba met eenen smartelijken zucht. Arme Columbalispelde mejuffrouw Nerval. Zij bleef eene wijl stilzwijgend zitten daarop wendde zij zich weer plotseling tot Columba en vroeg met die bevallige open hartigheid van do jeugd, welke bekoorlijkheid bijzet aan alles wat zij zegt Weet gij wel, lief kind, dat ik dezen morgen reeds ten acht nur ben uitgegaan om vader Falot te bezoeken, dio tegenover de Marché de la Vil6tte woont. Ik beken het zonder schaamte, ik hob nog de eetlnst van mijne zeventien jaren. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1