Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Nummer 83 Zondag 18 October 1908. 31c. Jaargang ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen Eerste Blad. HET GEHEIM VODDENRAPER LANDBOUW. i t o e v e k Een Fout in de organisatie der K. S. A. FEUILLETON RAOUL DE NAVERY. In den Tuin. Wialwpsche ra iiaisrhr Courant, H- uw1^»*—'«B'.'J'nmm/ 'm"»J [|n f n,,—l>Mj M «mm, i u m .1-,. 111 ihiiiiiii Dit Blad verse' ijnt W o a n d a g- en Zaterdagavond. A. b o 11 11 c in e 11 t s p r ij s per 3 maanden f 0."5. P'raino per post door het geheele rijk fü.90. Brieven, iuge/.onden stuiken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advjcrtsntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Adverteutiën 3inaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsiug van een groot aantal regels cd advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Velen onzer lezers, die de signaleering van 'n fout in de organisatie der K. S. A. in ons artikel over werkeloosheid lazen, zullen wellicht nieuwsgierig zijn, om te vernemen zvelke die fout is. Welnu, wij zullen hen niet lang in onwetendheid laten. Zooals bekend, bestaan de plaatse lijke comités, waarop feitelijk 'tpractische gedeelte der actie rust, uit de vertegen woordigers der verschillende katholieke vereenigingen in zoo'n plaats. Daar zitten dus in zoowel de vertegenwoordigers der vereenigingen, die op sociaal-economisch gebied werken als die, wier arbeidsveld op een ander terrein ligt als de drank bestrijding, de liefdadigheid of geloof en wetenschap. En nu is het zeker voor iedereen, die eenigszins 't verenigings leven kent, geen geheim, dat elke ver- eeniging voor zich zelve genoeg, ja meer dan genoeg te doen heeft, om niet alleen de eigen vereeniging staande en bloeiende te houden, maar vooral ook, om behoor lijk actief werkzaam te zijn voor 't eigen doel. Dit eischt alle physieke "en intel- lectueele krachten der respective be- stuurderen, te meer, waar we bijna overal het verschijnsel zien, dat in eltce organi satie 7 werk gewoonlijk op enkelen neer komt, in casu, de bestuurderen, soms nog slechts op een paar van dezen. En nu zien we juist deze meestal als de actiefst bekend staanden - ook naar het plaatselijk comité afgevaardigd. In dat comité zitten dus veelal menschen die reeds overladen zijn met werkzaam heden en wier sympathieën natuurlijk 't sterkste nijgen naar de belangen der vereeniging. Wat is hiervan het onaf wijsbaar gevolg. Ten eerste, dat deze heterogene (heterogeen in belangenquaestie s. v. p.) samenstelling oorzaak is, dat er 'n heele tijd overheen gaat, eer aller horizon zoover verruimd is, dat men in volle Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". VAN DEN NAAR HST FraN8CH VAN 40. «Nu achtte Christiaan het oogenblik geko- men, hy was immers alleeD hij schoof de taiel tegen den muur, zette er eenen Btoel op en klauterde op de hoogte. Met bevende hand opende hy de deurtjes, en woelde alles door- een. Eensklaps slaakte hy eenen kreet van blydscbap. Hy had een elastieken bal gevonden, die in een stnk papier gewikkeld was. «In een oogwenk had hij het papier er af- geduan, en er zijn blikken ingeslagen. "Het was gekreukt, bemorst, gescheurd, maar trots alle vlekken en scheuren herkende Christiaan dat blad. Folio 217 was nog duidelijk zichtbaar. De zinnelooze streek het met de hand op zijn knie glad, en begon met gretigheid te lezen. Naarmate hij in zijne lezing vorderde, helderde zijn gelaat op zijne oogen verloren zich niet meer in het ledige, maar vestigden zich op een bepaald pnnt hij bezag de op den kant geschetste figuren en vergeleek ze met die, welke hij in den laatsten tijd op het papier gebracht had. Eene levendige vreugde speelde op zijne gelaatstrekken. «Dan, die uitdrukking van blijdschap maakte woldra plaats voor een hevigen.angst de angst van het kind, dat vreest beknord te zullen worden. Ijlings zette de krankzinnige stoel en tafel op hunne plaats, en tegelijk verrukt en bekommerd over den gevonden schat, waar van het bezit hem zoozeer ontroerde, zocht zyn blik eene plaats, waar hij dien zon kun nen verbergen. Meubelen Btonden er niet actie kan komen voor dingen die men niet direct naast zich ziet. En is dat eindelijk gelukt, dan begint de moeilijk heid met de eigen organisatie, waarin 't zelfde proces moet worden doorgemaakt. Om dit met een voorbeeld duidelijk te maken. De arbeiders afgevaardigden brengen de stichting eener bouwver- eeniging ter sprake. Zij wijzen op de slechte arbeiderswoningen in de plaats, doch èn onder de vertegenwoordigers van den middenstand èn onder die der hoogere zitten bezitters van arbeiders woningen. Nu is 't gewoon menschelijk, dat de warmte bij die heeren niet zoo groot zal zijn voor deze actie, en de zaak met oogenschijnlijk gegronde motieven, doch inderdaad sophismen sleepende wordt gehouden. Meerdere voorbeelden waren hiervoor aan te halen, doch men voelt zeker reeds, waar hier de moeilijkheid zit. De ver schillende soort vereenigingen, in zoo'n comité kunstmatig bijeengebracht; voelen meer voor eigen belangen en actie in deze, dan voor eene meer algemeene of eene die niet'direct hun belangen schraagt. Men verneemt dan ook wel uitingen als 'Wat hebben wij daar nu toch eigenlijk mee te maken ?1> of »We hebben waar lijk aan onze eigen zaakjes genoeg 1» Het komt ons werkelijk voor, dat juist deze samenstelling der plaatselijke comité's die feitelijk verruimend moest werken, inderdaad toch verlammend werkt. »Maar zoo zult u vragen hoe zoudt u dan wel die organisatie wenschen ingericht te zien En, lezer, u hebt recht op de beantwoording dezer vraag, daar afbreken zonder opbouwen aller minst positief werk is. Welnu dan, ziehier het korte antwoord. Die plaatselijke comité's moeten zonder eenig bindend voorschrift gekozen worden uit en door de donateurs der K. S. A. te dier plaatse. Men krijgt er dan ten eerste mannen in, die de vertrouwensmannen zijn van de beste vrienden der K. S. A (menschen,) die er als donateurs wat voor over hebben en bovendien juist die, welke door het zich vrijwillig laten welgevallen der keuze, geacht mogen worden alles te voelen voor de algemeenheid dier actie. veel in het vertrek, men opende ze dikwijls, het blad papier zou in het oog vallenAls mén het eens verscheurde 1het verkocht Men had de overige wel ten gelde gemaakt..... Dit moest hij uit de handen van Rosu redden. «Hoewel de waanzinnige geen haat of gram schap jegenB syne vrouw aan den dag legde, koesterde hij evenwel een geheimen wrok tegen haar om hot leed, dat zij hem berokkend had. Hij rag altijd bevend naar haar, en de zachtheid, waarmee Rosa hem behandelde, was niet in staat hem het onbestemde gevoel te ontnemon, dat zij de oorzaak was geweest van een onherstelbaren ramp 't Was, als kromde Christiaan zich in zijne onmacht onder de leiding zyner vrouw, om te gelegener ure zijn wrok aan haar te koelen. «Na tevergeefs een veilige bergplaats ge zocht te hebben, viel Christiuan een zwart houten lijst met een bol glas in het oog. Die lijst bevatte den bruidkrans van Rof a, op een blauw fluweeleu grond bevestigd. •Riep het zien van dien krans eene flauwe herinnering in het verwarde brein van den krankzinnige wakker Met een zekeren eerbied nam hij de schilderij van alle kanten, en legde ze voorzichtig met de voorzijde op de tafel. Na boog hij eenige dunne nageltjes zonder koppen om, die een stuk 2waar karton tegen de achterzyde bevestigden, lichtte het karton or, legde het gevonden vel papier tasschen dit en den lap fluweel, boog de na geltjes weêr recht en hing de lijst weer zorg vuldig op hare plaats. «Langen tyd bleef hij verrukt op de lijst staren, en barstte eensklaps in een geweldigen, woesten en akeligen schaterlach uit. «Daar hoort hij iemand de tiap opklimmen en den sleutel in het slot knarsen. Hij snelt D®ar zyne 8ewone plaats bij het venster, neemt zyn timmermanspotlood in de hond en begint langzaam figuren te teekenen, terwijl hij tersluiks zijne vrouw begluurt. «De zinnelooze had eene groote overwinning behaald, een gedeelte van zijnen geroofden schat weergevonden. Hij moest dat alles voor haar geheim honden Rosa immers was zijn vijandin. «Dien dag was hy echter geheel anders dan gewoonlyk. Hy stond herhaalde keeren op, Het bezwaar, dat er dan geen des kundigen in zitten voor de verschillende onderdeden der K. S. A. kan o. i. ge makkelijk ondervangen worden, doordat elke desbetreffende vereeniging een twee- of drietal gedelegeerden benoemt, welke facultatief aan het PI. C. verbonden zijn en alleen dan opgeroepen worden, als zij bij de beraadslagingen noodzake lijk zijn. Zóó ingericht, meenen -wijdat een PI. Comité veel vrijer, breeder en dieper kan arbeiden dan als hat een kunstmatig samenstelsel is van menschen, die feitelijk aangewezen zijn, om al hun krachten te geven op hun eigen terrein. Ten slotte zij, om elk misverstand te voorkomen, opgemerkt, dat bovenstaande neergeschreven is, zonder iets te willen afdoen aan één der heeren, die thans in de Plaatselijke Comité's zitten. Deze hebben inderdaad als zoodanig veel ver diensten. Dat er door de onderscheidene PI. Comité's niet dat is gepraesteerd, wat er aanvankelijk van verwacht werd, is waarlijk niet hunne schuld, maar ligt o. i. aan de organisatie zelve. Ook willen wij hier allerminst 'n ver wijt richten aan den vader der K. S. A. Wij zijn, evenals in den tijd der stichting dier actie, nog vol bewondering voor zijn initiatief en werk, maar..., alle aard- sche werk is menschenwerk en eenige jaren practijk ontsteekt altijd 'n licht, dat gebreken en leemten voor den dag doet komen. Wat wij hier dus dienaangaande op merken en meenden te moeten en te mogen opmerken, is alleen geschied ter wille der goede zaak zelve. Bescheiden bieden wij het dan ook ter overweging aan. Wintertarwe. Gij wilt ook wintertarwe zaaien Als ge op kleigrond woont spreekt dat van zelf, want tarwe is en blijf op de klei een zeer voornaam gewas. Vooral, als de prijzen stijgende zijn, zooals dat in den laatsten tijd het geval is, wordt er heel wat land met tarwe bezaaid. Denk echter niet, dat als ge niet op de klei boert, ge geen tarwe moogt verbouwen. Ook liep de kamer op en neer, van tijd tot tijd naar de lijst loerend, die zijnen schat verborg, en toen het dien avond voor Regina tijd werd oto te gaan Blapen, nam hij het kind op zijnen schoot, liefkoosde het herhaaldelijk, en neuriede losse gedeelten van liedjes, om haar in slaap te snssen, wat hem dan ook spoedig gelukte maar nu wilde hij het meisje nog niet te bed leggen, en het kostte RoBa veel moeite hem er toe te bewegen. «Den volgenden dag was Christiaan weêr even somber en in zichzolven gakeerd als altijd. «Docr de bemoeiingen van den schilder was Regina naar eene school gezonden, en daar de lievelinge van het geheele onderwijzend per soneel geworden de dames schoolopzieneressen hadden altijd eene liefkozing voor haar over, en eene dezer, mevrouw Gamburg, nam haar zelfs onder hare bijzondere bescherming. ■Mevrouw Gamburg was eene goedhartige dame, die veel van kinderen hield. Zy had eenen eenigo zoon, de trots van haar en haren echtgenoot die, uit zucht om vreemde landen te zien, zich als kajuitwachter had laten aan monsteren op een koopvaardijschip, dat eene reis zon doen van Nnntes naar Calcutta en terug. Hij werd weldra de lieveling van den kapitein, die behagen schiep in den schran deren knaap en hem in zijne ledige uren zelf onderricht gaf in de stuurmanskunst. Zoo dikwijls hij van eene verre zeereis terugkeerde, legde hij een examen af, want bij wilde dienst nemen bij de marine, zoodra hij de noodige kundigheden bezat, om op eene spoedige be vordering te kunnen rekenen. «Mevrouw Gamburg beminde in alle kin deren haar kind, Haar bezoek aan eene school verwekte steeds groote vreugde ODder de leerlingen de goede dame bracht lekkernijen, prentjes mee en gaf nog wel eens een ach termiddag verlof. Tijdons een vandi:- bezoeken merkte zij Regina op. De lieftallige trekken van 't meisje namen de waardige dame echter minder voor haar in dan hare zedigheid, hare gehoorzaamheid en de gemaakte vorderingen. Zij deed onderzoek naar hare ouders, vernam op welke wijze Christiaan het verstand ver loren had en waB te meer gevoelig over dat vreeselyk ongeluk, hetwelk dat huisgezin had op lichtere gronden, op veengronden, welke op een goede manier ontgonnen zijn, zelfs op zandgronden kan men met eenig succes tarwe verbouwen. Taaie en natte gronden zijn voor tarwe niet te verkiezen. De beste zaaitijd is voor tar we einde September of begin October, maar men zaait ook later, zelfs nog in November. Sommige variëteiten zijn be ter tegen de winterkoude bestemd dan andere. Men noemt ze wintervaste, ter wijl de andere winterzwakke variëteiten heeten. Natuurlijk kunnen de wintervaste variëteiten, zooals Essen, Duivendaal, Wilhelmina, Mansholt's witte dikkop, wat later gezaaid worden dan andere, minder wintervaste rassen. Voor het welslagen van den tarweoogst is het echter in elk geval noodzakelijk, dat, vóór de vorst invalt, de planten een behoorlijke ont wikkeling hebben. Om die in een be trekkelijk zoo korte groeiperiode, soms met weinig zonnige dagen, te verkrijgen is een behoorlijke, volledige bemesting een hooge noodzakelijkheid. Ik weet het, men bemest de tarwe niet gaarne zoo zwaar, omdat men bang is voor legeren maar bij een goede varieteitskeuze er zijn variëteiten, die weinig of niet legeren en een volledige bemesting, dus een bemesting, waarbij ook een voldoende hoeveelheid kali en phosphorzuur gege ven wordt, is de kans voor het legeren der tarwe zoo goed als uitgesloten. Het legeren van de tarwe is zeer vaak het gevolg eener eenzijdige bemesting. De tarwe heeft van nature veel stikstof noo- dig. Een vrij groote oogst, b. v. 55 H.L. van 76 K.G.: 4180 K.G. zaad en 6000 K.G. stroo onttrekt aan den grond 110 K.G. stikstof, dat is meer stikstof dan zich be vindt in 700 K.G. chilisalpeter. Maar diezelfde oogst onttrekt aan den grond 85 K.G. kali, dat is ongeveer zooveel kali als zich bevindt in 700 K. G. kaï niet of 350 K G. patentkali, en daar enboven wordt door zulk een oogst nog uit den grond gehaald o.a. 45 K.G. phosphorzuur en 18 K.G. kalk. Nu is er geen enkele landbouwer die zóóveel stalmest in voorraad heeft, dat hij het tarweland de genoemde hoeveelheden voedingsstoffen door middel van stal mest zou kunnen geven. Vandaar dat kunstmest op tarwe noodzakelijk is. Het chilisalpeter op de tarwe wordt slechts getroffen, omdat haar echtgenoot eok een uitvinder geweest was of ten minste daarvoor gehouden werd. «Regina werd van Btonden af hare bescher meliuge, haar pleegkind. Het opmerkelijk schoone schrift vau het meisje en haar aanleg voor het teekenen, brachten mevrouw Gam burg op de gedachte haar voor de beoefening der schoone kunsten op te leiden. Zij zou toch veel meer verdienen met het penseel dan mat de naald. Het plat teel begon in de mode to komen, er wbb niets tegen om Regina va zen, bakjes, schotels en dergelyke te laten beschilderen. «Toen Regina het voorstel gedaan werd om hot miniatuurschilderen te leeren, ontglipte haar een gil van blijdschap, en viel ze hare weldoenster schreiend om den hals. «Acht dagen later kwam mevrouw Gram burg, door Regina geleid, bij Rosa, en vroeg hare toestemming om het kind voor de schoone kunsten te mogen opleiden zij zon de kosten dragen. Ach, me\rouw, antwoordde de ongeluk kige moeder, gij bevrijdt my door dat voor stel van een ontzettenden last, die dag en nacht op mij drnkt. Het denkbeeld van mijne dochter eene naaister te moeten maken, heeft mij reeds menigen traan gekost Den geheelen dag te moeten zitten zoomen, stikken, pldoien als levende machiaen, en dan ter nauwernood den kost te verdienen 1 neen, mevrouw, dat kan geene kostwinning heeten 1 het is de el lende de honger, het gebrek, de koude en de Winter onder een katoenen kleedje in een ijzig vertrek, terwijl men geene brandstof kan koopen en toch moet werken, wil men niet den hongerdood sterven I Gij kuut u niet verbeelden, hoeveel iuspanniDg het mij tien jaren lang gekost heeft, om ten minste het dagelijksch brood voor ons drieën te verdie neu, en mijn naaiwerk werd nog al goed betaald, zooals het heet. Maar gij hebt ook eenen last in huis gehouden waarvan gij n bad kunnen ontslaan, sprak mevrouw Gamburg met eenige aarze ling, terwijl zij op Christiaan wees, die, over de tafel gebogen, in zijne eindelooze bereke ningen verdiept zat. b— Dat is geen laat, mevrouw, antwoordde voor een klein gedeelte in het najaar gegeven. Bij het zaaien der tarwe dient men ongeveer 100 K.G. chilisalpeter in te eggen. Doch vóór dien tijd moet de grond bemest worden met kaïoiet en slakken of met patentkali en super. De eerste kan men geschikt op lichtere, de laatste op zwaardere gronden geven. Van kaïniet en slakken geve men resp. 400 K.G. per Hectare, terwijl men 200 K.G. patentkali en 300 K.G. super moet geven. In het voorjaar, zoo spoedig als de groei maar eenigszins kan hervat worden, zaaie men weder 100 K.G. Chilisalpeter per Hectare uit, om dit later, zoo noodig, nog eens te herhalen. Niet alleen de bemesting, ook de be werking van het land heeft grooten in vloed op den oogst. Als het eenigszins kan, moet men eenige malen ploegen. Men kan ook met den cultivator den stop pel roeren, het land opeggen om het onkruid te vernietigen en daarna een of tweemaal ploegen, de tweede maal wat dieper dan de eerste. Als de grond zich gezet heeft, begint men te zaaien. Zoo als ge ziet eischt het tarweland veel verzorging, maar het loon is ook naar evenredigheid. Indien ge uw bieten of kroten nog niet gerooid hebt, doe het dan nu. »Ze zijn nog niet uitgegroeid,* zegt ge wel licht. Nu, dat moet ook nietindien het er u om te doen is, vooral malsche kroten op tafel te krijgen, dan moet gij ze opnemen, terwijl ze nog groeien. Dus is het nu meer dan tijd, door het mooie herfstweer is het zelfs later geworden dan gewoonlijk dient gerooid. Het rooi en wordt vaak verkeerd gedaan, niet met de gewenschte zorg, welke noodig is om de bieten mooi rood te houden. En daarop stelt toch iedere keukenmeid, elke huismoeder prijs. Dat weet de bietenverkooper-groenteman of groente vrouw ook wel en daarom zorgt hij wel voor de gewenschte kleur, door de kroten te verven. In den ketel wordt bij het koken een zakje verfhout, even als de blauwverver gebruikt voor het verven der kleeren, gehangen. Maar dat is toch niet je waie, niet waar? Doch de bietenkoker weet het welgroote en roode kroten, daar houden de meesten van. Toch is dat groot zijn over 't al- Rosa, dat is eene boetedoening, die ik my zelve heb opgelegd. «Daarop vertelde zij haar onder een vloed van tranen, hoe haar man het verstand had verloren. Toen ik met hem in het huwelijk trad, verdiende hy veel geld, zeide zij, men prees hem als het toonbeeld der werklieden. Chris tiaan kende de herbergen in den omtrek zelfs niet met den naam. Hij werkte van don morgen tot den avond, en ik berekende bij mijzelve, dat wij eenig geld konden overleggen, ik was inhalig dan liefdevol, ik moet het bekennen, want toeu ik hem al zijn geld aan boeken zag uitgeven en van lieverlede de fabriek ver zuimeu, om zich in zijne droomerijen te ver diepen, werd ik wrevelig tegen hem. «Hij verdroeg dat met gedold, hij hoopte steeds zijne pogingen met een gnnstigen uit slag bekroond te zien en mij daarmede ta beschamen. Maar door zyne hoop te yernie tigen, heb ik zijn leven verwoest. Weinul ia 't niet billijk, is 't geen plicht te blijven zorgen voor dien man, die door mijne schuld zoo diep ongelukkig is geworden Neen, nooit zal ik hem aan zijn lot overlaten. «Die gevoelens deden Rosa te veel eer aan, dan dat mevrouw Gamburg beproefd zon hebb n ze te bestrijden. Het hart van Regina's beschermster hechtte zich te meer aan het kind, daar zy meende opgemerkt te hebben, dat de moeder aan de tering leed en haar einde te gemoet snelde. Zij zond op hare kos ten wel eenen dokter bij Rosa, maar deze was niet in staat den voortgang van de kwaal tegen te houden. «Regina arbeidde intusschen met onver droteu ijver zij teekende en schilderde uit muntend, en maakte in het schoonschrijven zulke verbazende vorderingen, dat ieder er verwonderd over was. «Dunk zij de betrekkingen van mevrouw Gamburg met verschillende geleerden, liet men het meisje boeken van verhandeling en verslagen schrijven, bracht ze lijvige hand schriften in het net over, en werd ze voor dit werk goed betaald. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1