Nummer 87 Zondag 1 November 1008, 31Jaargang Toesewiid aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. IbekendmakiS^ 1 ANTOONTIELEN Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen Het Tooneel in 't algemeen, HET GEHEIM VODDENRAPER LANDBOUW. II I W IS m il li V BB. Hi «I IS V v. SI Us I V' V V V IB B FEUILLETON (d D 1 T O K V K k Van ..mTÊCHcTvaN HET TüId'ÊN"™'" SAOUL DE XAVERY. 1 s en Mlsche Courant r i i - MlÉ ■Il^,'^J9»B8Sa?ï Dit Bl?.d verse": ijnt "Woensdag- en Zaterdagavon d. Abonnementsprijs per 3 maandeu f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk fö.90. Brieven, ingezonden «talken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAAL W IJ K- Telefoonnummer 38. Aüvrrtïntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester~en Wethouder» van Waalwijk; Gelet op art. 9 der gemeentewet. Hebben be- iloten Te bepalen, dat de verkiezing voor een lid van den gemeente-raad, ter voorziening in de vacature ontslaan tengevolge van het genomen ontslag als zoodanig door den HaerF. A. Baijena, zal plaats hebben cp Dinsdag den 10 November 1908, en de stemming en herete*tmiDg, zoonoodig, op Dinsdagen 17 en 24 November 1908. Waalwijk 26 October 1908 Burgemeester en Wethouders voornoemd, Th. de Surmont de Bas Smeele. De Secretaris. F. W. van Liempt. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk maakt bekend, dat de zskboekjes der militie verlofgan gers, die ter bijwerking der bep ling bij «Op komst met Spoed' werden afgezonden, ranal 26 October a.s. ter Secretarie kunnen worden afge haald. De Burgemeester van Waalwijk, Th. de Surmont de Bas Smeele. Onder dezen titel wenschen we 'n korte bespreking te houden over 't be roeps- en 't dilettantentooneel hier te lande, 't Beroepstooneel staat hier, vooral in dit seizoen, zeer hoog, ja, we durven met alle recht beweren, veel hooger dan in Duitschlatid.. Frankrijk, Engeland, en België. Vau België verklaart Mevr. 'Kerkhoven-Jonkers, een actrice van naam, dat er daar absoluut niet naar kunslpraes- tatie gestreefd wordt, maar wel naar geldmakerij. Engeland heeft nooit hoog- gestaan in de tooneelspeelkunst, wel in de tooneelschrijfkunst, men denke slechts aan Shakespeare. Diens drama's als Hamlet*, »Macbeth«, en »Othello« be- hooren tot een wereldkunst en blijven meesterwerken voor alle tijden, omdat er 't eeuwig-menschelijke in is uitgebeeld. Van Duitschland verklaart de Berlijnsche schrijver Paul Ernst, >dat het beroepstoo neel aldaar voor de groote dramatische kunst hoe langer hoe meer verloren gaat. Van de groote beschavingstaak, waarvoor VAN DEN NAAR HET FrANSCH VAN 44. Angelie was bij deze laatste woorden op de knieën gezonken, en hield hare met tranen gevulde oogen liefdevol op haren vader ge vestigd. Gij zult nog wel tot andere gedachten komen, mijn kind, hernam Nerval eenigszins geroerd de graaf de Nointel wordt algemeen geacht... Geacht viel Angelie hem in *le rede, hij heeft tien ondernemingen aangevangen, die alle mislukt zijn. Dat is zoo maar hij heeft er niets by verloren. O neen hy heeft er alleen het geld der aandeelhouders aan gewaagd. Gij wordt scherp, mijn kind. En gij dringend, vader Nerval begon zich driftig te maken, maar Angelie bemerkte zulks in tijds zij sloeg hare armen om zijnen hale, smeekte hem vleiend haar niet van zich te verwijderen verzocht uitstel en beloofde daarentegen er over te zullen nadenken. De millionnair be sloot voor het oogenblik toe te geven, beden kende dat hij zich daarmee tot niets verhond, en nog altijd in de gelegenheid bleef zijnen wil te doen gelden, en het voorzichtig onver standig was de zaak voorloopig te laten rusten. Komaan, sprak hij, laat ons eene overeen komst sluiten ik zal u een bankbiljet van duizend frank ten geschenke geven, ten ge schenke, verstaat ge om aan Christiaan het tooneel bestemd heet, en die het in Griekenland moeten hebben vervuld, is in Duitschland nooit veel te merken ge weest. Altijd heeft het zich meer ten taak gesteld flauwe moppen en aanklee- dingstukken te geven, gemakkelijk ver maak is steeds het wachtwoord geweest, de kunst kwam altijd in de laatste plaats ofniet.4 De Fransche tooneelspeel- kunst en tooneelschrijfkunst is berucht om z'n zinlooze wuftheid. De Nederlandsche hoofdgezelschappen streven echter alle naar vervolmaking van de tooneelspeelkunst. En al kunnen we dan niet altijd sympathiseeren met den inhoud cler opgevoerde stukken, de kunstpraestatie's zijn hier zeer te loven vooral bij het gezelschap Willem Roo- yaards »H.et Tooneel4. De uitbeelding van Vondel's *Adam in Ballingschap4 en Hooft's iWarenar4 moeten juweeltjes geweest zijn. Ook onze grootste acteur Louis Bouwmeester speelt thans weder in een hem passend mïllieu. En naast dit ernstig strevende beroeps tooneel slaat over 't algemeen genomen ook 'n vooruitwillend dilettanten-tooneel Stond dit vóór eenige jaren nog op een zeer laag peil, steeds opvoerende groote draken en ras-draken, waarin men soms 10 en meer dooden op één avond zag vallen, thans is ook bij het dilettanten tooneel een streven merkbaar naar eene meer artistieke richting. Ja, het ver schijnsel heeft zich al meer dan eens voorgedaan dat stukken eerst opgevoerd door een beroepsgezelschap, later door een dilettantengezelschap zeker even goed, zelfs nog beter opgevoerd werden. De schrijver Marcellus Emants heeft eens verklaard, dat de dilettanten, wat rolvastheid betreft, hooger staan dan beroepsspelers. Nu is dit wel te ver klaren, als men bedenkt, dat een acteur zooveel stukken moet kennen terwijl een dilettant zich met hart en ziel op 't leeren van één of hoogstens twee rollen behoeft toe te leggen. Van Louis Bouwmeester is bekend, dat hij zoo goed als nooit zijn rol leert, maar veelal speelt op den souffleur. Een groote fout ten onzent is echter, dat er hier veelal te gering gedacht wordt over het tooneel-dilettantisme- En deze geringschatting, vooral van onze hoogere standen, is oorzaak, dat er zoo Moureau de noodige ondersteuning te ver schaffen daarentegen moet gij u verbinden, om u jegens den graaf de Nointel, die binnen kort hier zal middagmalen, zoo niet voor komend, dan toch niet onvriendelijk te ge dragen. Ik neem de duizend frank aan, antwoordde Angelie. Hier zijn ze uw woord 1 Ik geef er de hand op. Juist kwam de kamerdienaar aankondigen, dat het ODtbijt opgediend was. Nerval bood zijne dochter de hand, en beiden gingen de eetzaal binnen. Zij hadden ternauwernood plaats genomen, toen er tamelijk hard gebeld werd, en een bediende kwam melden, dat M Audoin een oogenblik onderhoud verzocht. Lant mijnheer binnenkomen 1 beval Nerval. Maximiliaan Audoin verscheen. Gij veroorlooft mij vroeg Nerval aan zijne dochter. Wel natuurlijk 1 sprak Angelie ik heb M. Audoin vandaag al ontmoet en gesproken Hebt gij soms een proces aanhaugig Gij weet wel, dat men mijnheer »don advokaat der armen" noemt. Mon zou het moeten betreuren million nair te zijn als men daarom verstoken moest wezen van de hulp van uw talent, merkte Nerval hoffelijk aan. Gij maakt mij waarlijk verlegen, mijn heer, antwoordde Audoin. Maar daar denk ik aan iets, zegde Nerval, gij zijt reeds vroeg uitgegaau, dus hebt gij stellig nog niet ontbeten? Och, mijnheel Wees daarover niet be kommerd... Een bord voor mijnheer, gelastte Nerval den bediende, wij zullen onder het eten wat pratenwant ik heb vandaag nog veel te doen. Bovendien, mijne Angelie heeft veel meer verstand van zaken dan ik wel dacht, en zooeven heeft zij nog eene zaak bepleit... Die zij gewonnen heeft. Dat jaist nietzij is acht dagen uitge steld. In uw briefje hebt gij mij gemeld, dat gij mij over een proces wenschtet te raad- weinig gedaan wordt voor het dilettan ten-tooneel. En toch, het tooneel wat voor kleinere plaatsen alleen uiting vindt in het dilettantentooneel is een zeer practische en pakkende vorm van volksbeschaving en volksontwikkeling, altijd met dien verstande, als er stukken opgevoerd worden van goed, zedelijk gehalte en die den toeschouwer ook iets te denken en te voelen geven. Dooi het tooneel toch geven wij aan het volk een litterarische opvoeding, welke door zijn realiteit en 't zien gebeuren der dingen blijvend in de ziel wordt opge nomen en juist door zijn dramatische effecten nog lang louterend en verhef fend nawerkt. 't Is dan ook een verblijdend ver schijnsel, dat er in ons land op 't oogen blik eene strooming merkbaar is, die aan 't tooneeldilettantisme nieuw leven wil toevoeren. Uitingen hiervan zijn het op richten van een Neder landschen Bond van Dilettanten-Tooneelvereenigingen, die als eerste punt in z'n programma geschreven heeft: Verheffing van het Tooneel-dilet- tantisme, door organisatie en kunstop voeding. Deze laatste zou dan aanvan kelijk bestaan in hec benoemen van wandelleeraren, die in hunne iespectieve districten de verschillende aangesloten tooneelvereenigingen zouden helpen bij de keuze van stukken, bij de regie en in het geven van cursussen voor dilet tantenregisseurs en voor de bekwamere dilettanten, in alle vakken, het tooeel betreffende. Is dat jonge lichaam, dat pas opge richt is en welks secretariaat is gevestigd te Rotterdam, van Alkemadestraat 5, eenmaal gegroeid tot eene krachtige organisatie, dan zal met al de jeugdige kunstkracht tot dit stelsel worden over gegaan en er dus werkelijk een tijd aan breken, dat ons tooneeldilettantisme niet meer het stiefkind zal zijn der pu blieke opinie, of minstens, goed op weg zal zijn, om dit versmade standpunt te ontwassen. Eigenaardig is wel, dat bovengenoem de Duitsche schrijver hetzelfde wil, wat deze jonge Bond wenscht, maar op een andere wijze. Hij wil de ernstige tooneel speelkunst scheiden van de tooneelgrap- pemakerij. De laatste blijve bij de vaste troepen, de eerste ga tot het dilettan tisme. Als vroeger zoo beweert hij moet de kerk zich meer met het volks- tooneelspel bezighouden. En hy wijst- dienaangaande op wat reeds verschillende katholieke vereenigingen doen in Weenen onder leiding van Richard van Krolik. En dan moet naast het volkstooneelstuk het ernstige drama beoefend worden door ernstige, beschaafde dilettanten. Evenals deze zich voor zoover zij aan zang doen thans gedurende een win ter inwerken in groote werken als de Messias, de Passionen, de missen van Bach en Beethoven, de werken van Schumann en Mendelsohn, evenals zij dis werken zoodoende uitstekend leeren ken nen en de uitvoering een evenement is, evenzoo zou men groote klassieke too- neelwerken in studie moeten nemen en die dan opvoeren voor een publiek van al half ingewijden. Van zulk een uit voering zou dan een groote wijding uit gaan en tegen de onbekendheid met tooneeltrages zou ruimschoots opwegen de grootere beschaving, de grootere ont vankelijkheid en de grootere rolvatsheid der voorstellers. In hoeverre hier in deze richting ge werkt kon worden, willen wij voor 't oogenblik doorlaten. Maar dit is beslist een feit, dat de ontwikkeling van allen in ethica en in litteratuur, in kunst van spreken en voordragen en in plastiek, in hooge mate gebaat zou zijn door het opkomen van een ernstig tooneel-dilet tantisme. En zoo iets bevordert men waarlijk niet door het houden van wedstrijden in komische voordrachten, hoe amusant zoo iets dan moge zijn. Deze zijn o i. de zelfkant van ernstige kunst. Neen, wil men in die richting werkzaam zijn, men organiseert een tooneelwedstrijd in om te beginnen een bedrijvige blij en tooneelspelen, dan dient men in waarheid de tooneelspeelkunst en het dilettantisme, dan kan men komen tot een gelouterd tooneel, altijd na eene voorbereiding, door deskundigen, als bovengenoemd. -i* In den Tuin. Vergeet thans uw frambozen- en bes- senstruiken niet 1 Velen laten ze maar aan hun lot over of snoeien er maar in 't wilde op los, zoodat er jaar op jaar weinig ot niets van terecht komt dan krijgt de grond of >de soort4 de schuld. Verzuim dan nu niet de oude scheuten der frambozen vlak aan den grond af te snijden, deze hebben afge daan. De vruc.it moet ge het 'volgend jaar verwachten van de nieuwe scheuten en deze moet ge dus ongemoeid laten, ook al zijn ze wat lang geworden, want aan de toppen krijgt ge juist indien ge althans de bemesting niet vergeet de mooiste vruchten. Kort gij ze nu in, dan gaat dus een deel van den oogst verloren, terwijl alsdan ook de vorst licht schade kan toebrengen. Bind daar om nu de lange scheuten aan en zijn in 't voorjaar de oogen aan de uitein den verdroogd, snijd dan, voor zoover noodig, de scheuten in. Geef thans ook een flinke bemesting, waarvoor de strui ken zeer dankbaar zijn. Ga echter bij het omspitten voorzichtig te werk, want de- framboos heeft haar wortels de fijne worteltjes, die haar moeten voeden ondiep uitgespreid j. maak daarom alleen de bovenlaag los. Behandel ook uw kruisbessen nu 1 Snijd van de hoofdtakken 7s weg en kort de zij scheuten in tot op 5 k 6 oogen. Verwijder het oude hout en de zwakke takken, die over elkaar groeien. Onder >oud hout4 verstaan we de scheuten, welke, in het vooijaar ontstaan, in het jaar daarop vrucht droegen. Deze hebben hun dienst gedaan. Lucht, ruimte en zonneschijn moet men de struiken geven, daarom verwijdere men de ge- steltakken, welke te dicht staan. Dit is geen gemakkelijk werkje, men kan er licht bloedende handen bij oploopen wie zich daarvoor wil vrijwaren, late bij den smid een snoeimes met langen steel maken. Wend ook hier na de snoeiing en de zuivering, zoo noodig van ongedierte, bemesting aan de grond kan eerst on diep worden omgespit en de lange stroomest daarna uitgespreid. Na den winter harkt men het overgebleven stroo weg en spit den korten mest onder. Aalbessen worden op gelijke wijze behandeld, men doet echter goed bij deze met de snoeiing te wachten tot Februari ot begin Maart. plegen... Ja, een proces, ik zal n straks de stukken ter hand stellen. Het geldt mijnen van eene zeer groote waarde, waarvan men mij het recht van ontginning betwist door uwo welsprekend heid zult gij die zaak in mijn voordeel doen beslechten. Ik zal haar winnen mijnheer, in de eerste plaats, als het recht aan uwo zijde is... Hangt de kwestie geheel en al daar van af In beginsel, ten minste, want als ik overtuigd was, dat gij ongelijk hadt... Z u het u des te meer eer aandoen, als gij de zaak ten mijnen voordeele deedt be slissen. Als ik dacht dat gij ongelijk had mijnheer, zon ik niet pleiten I Maar dan zondigt ge tegen het grond beginsel der rechtskundige beraadslaging. Integecdeol, ik v®lg juist de regelen der strikte rechtvaardigheid de eerste voorwaarde om anderen te overtuigen, is zelf overtuigd te zijn. Gij dwaalt een goed advokaat moet, dunkt mij, kunneu bewijzen wat bij niet ge looft. Dat heet ik geslepenheid en getuigt dat men geen geweten heeft. Gij gelooft dus aan de gerechtigheid Ik doe ten minste mijn best om haar zooveel mogelijk te do in zegevieren. Maar gij bezit eene welsprekendheid, eene gevatheid, en beschikt over zulk oen rijken woordenschat, dat uwe argumenten n zeker niet in den steek zouden laten. Vergeef mij, mijnheer, ik bezit slechts in geringe mate de hoedanigheden, die gij mij zoo edelmoedig toekent, maar indien ik ze, op welke wijze dan ook, wilde misbruiken, zou er mij niets meer overblijven. Daar geloof ik niets van ik heb u hooren pleiten ik beken zelfs, dat ik dien dag niet geheel vrij van ongerustheid was, want het gold eene zaak, waarbij achthonderd duizend frank in 't spel waren Men moge al millionnair zijn, toch hecht men belang aan achtmaal honderd duizend frank. Meester Dubois, een der beroemdste advokaten van Parys, had zich met de verdediging mijner zaak belast, maar zie, daags voordat de zaak moest dienen, komt hij mij zeggen, dat de staat vaD zijn gezondheid hem noopte on verwijld naar Algerië te vertrekken. Hij wees u aan als eenen voortreffelijken plaatsver vanger, en zegde, dat hij mij daarmee eenen wairlijk grooten dieast bewees. Uw voor komen boezemde mij vertrouwen in maar het talent van meester Dubois was mij bekend. Gij naamt toch genoegen met dieverwis- seling Dat. is zoomaar ik moet u bekennen, dat ik niet zonder siddering de zittingzaal bin nentrad. Ik werd echter spoedig gerustgesteld een krachtig orgaan, spaarzaam gebarenspel, bondige redeoeering, onweerlegbare bewijs voering, gloed, vuur, welsprekendheid, in een woord, alles was in u vereenigd. O I nu overdrijft ge mijnheer 1 In het geheel niet. Ik vond in u den man, dien ik hebben moest, en al ware zelfs M. Dubois teruggekomen, zoudt gij toch sinds dien dag mijn raadsman gebleven zijn. Ik hoop van harte, dat gij mij u vertrou wen zult blijven schenken. En gij mij uwen steun Zooals ik u reeds gezegd heb, mijnheer, hangt dit niet van mij, maar van uwe zaak af. Maar het belang daargelaten, dat ik erbij moge hebben, moet ik u toch opmerken, her nam Nerval, dat gij nooit een advokaat zult worden, die veel pleit, als gij zulke voorwaar den stelt. Ik geloof dat gij u vergist, mijnheer, maar al ware het zoo, dan zou ik daarom nog niet van zienswijze veranderen. Laat ons toegeven, dat ik minder zal pleiten maar als de "rechters zullen zien dat ik mij met eeno zaak belast, dan zullen zij bij voorbaat weten aan welke zijde het recht is. Dan vervult ge eeno tweeledige taak van rechter en advokaat. Dit beschouw ik als mijne plicht. Gij overdrijft. Ge zijt eerzuchtig. Dat ontken ik niet. Welnu I geld geeft alles en men verga dert geldt door steeds te pleiten en veel pro cessen te winnen. Hij gelooft dus aan de almacht van het geld, mijnheer Aan niets anders men aanbidt onze da gen geen anderen god dan het gonden kalf. Angelie voelde het bloed near hare waDgen stijgenMaximiliaan zweeg even. Ik weet, sprak hy eindelijk langzaam, dat men in onze eeuw van verlichting weinig waar- do hecht aan de woorden eer en geweten ik voor mij echter zou mij diep ongelukkig achten, als ik anders handelde dan ik doe. Zijt gij rijk? vroeg Nerval. Ik ben arm in geld, antwoordde Maxi miliaan kalm. Weet gij wel, mijn jopge vriend, dat ge een zeldzaam verschijnsel zijt O, neen, zelfs geene uitzonderinger be staan veel meer eerlijke en rechtschapen lieden dan gij schijnt te vermoeden. Bedoelt ge onder de behoeftige klassen Ouder de armen vindt men ze tahijk maar e\ onzeer onder den hoogeren stand de eer is eene zaak des harten, van het geweten. Ik ken edellieden, die toonbeelden van eer lijkheid zijn in den uitgestrektsten zin van dat woord, eerlijk in woord, in daad, en in god dienstige overtuiging en werklieden, bede laars, die hun hierin niets toegeven. Ik moet er echter bijvoegen dat die bloemen van rechtschapenheid bij voorkeur bloeien in de zielen dergenen, die gelooven. Gij zijt dus een geloovige, M. Andoin Ja mijnheer. Eeu c risten Juist een katholiek. Ea gij vreest niet u aan spotternij bloot te stellen, door daar openlijk voor nit te komen Welke spotternijen Wie zou zich die veroorloven Hoe 1 om schampere aaumer kingen te ontgaan, die minstens van zeer slechten smaak getuigen, zou ik mijne eerste opleiding, de weldoeners, die mij opgevoed hebban, den arbeid, die mij gevoed, het geloof dat mij vertroost heeft, moeten verloochenen Ware ik geen cristen, mijnheer, ik zou u raisBchien niet hebben toegesproken, gelijk ik zooeven deed. Ik zou mijn geweten hel stil zwijgen opgelegd hebben, al ware het alleen tegenover u. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1