Nummer 89.
Zondag 8 November 1908.
31. Jaargang;1
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Van 'n Keizei en 'n Koningin,
'Mk
ANTOON TIE L E
Dit nummer bestaat
uit BRUE^ Bladen
'buitenland.
HET GEHEIM
VODDENRAPER
FEUILLETON
Frankrijk.
Oostenrijk.
Amerika.
O»
U I T G E VER:
WAALWIJK- Telefoonnummer 38.
RAOUL DE NAVERY.
Courant,
■■■■I' I r-n11ui.«u i.m„
Dit Blad verge ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e m e u t s p r ij s per 3 maanden f0."5.
Frauro per post door het geheels rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden san
Uitgever.
den
Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot*
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten
gesloten- Reclames 15 cent per regel.
Natuurlijk is de Keizer Wilhelm IIen
de Koningin ons Wilkelmientje. En wilt
u nu al dadelijk het karakterestiek van
hunne persoonlijkheden>Wilhelm II
geeft velen z'n lippen en weinigen z'n
ooren,» terwijl Wilhelmina »haar ooren
open houdt, doch de lippen gesloten
Werkelijk, 'n treffend verschil, treffend
door de historische traditie, welke hierin
ligt, maar nóg treffender door de directe
en indirecte uitwerking hiervan
Vooreerst dan de historische traditie
Wilhelmina de afstammelinge van den
Zwijgerspreekt alleen, als 't past en
moetWilhelm II, de afstammeling van
'njohan Cicero houdt van cicereoaansche
redevoeringen en is zoo loslippig, dat
hij veelal z'n keizerlijke neus voorbij
praat.
En nude directe en indirecte uit
werking van dit verschil.
Hier in ons land geen persoonlijk
element in het regeeringsstelseldaar
in Duitschland een monarch, die door
z'n persoonlijke gesprekken met onder
danen van vreemde mogendheden en
z'n talrijke redevoeringen voortdurend
ingrijpt, zoowel in de buitenlandsche als
de binnenlandsche politiek des rijks.
Hier 'n jeugdige souvereine, die, als
ze naar buiten optreedt, de volle sympa
thie der geheele wereld trekt: adres aan
't zenden van 't oorlogsschip >De
Gelderland> om »Oom Paul» te halen
welke voor haar den eerenaam van »de
eenige mannelijke souverein op de
Europeesche troonen» verschafte daar
'n 50 jarige keizer, die telkens, als hij
van zich hooren laat fout op fout maakt,
zoodat hij het lijdend voorwerp wordt
van 'n bundel spotprenten niet oneigen
aardig Altijd hij I» geheeten.
Hier 'n vorstin, die deed, wat ze kon,
om 'n verdrukt volk haar daadwerkelijk
medegevoel te toonen daar 'n man die
eerst ridderlijk den ouden president 'n
telegram van gelukvvensch zond bij 't
sluiten van den Jamesons raid, doch
daarna dienzelfden ouden man weigerde
te ontvangen, ja, zelfs 'n veldtochtplan
ontwierp, om de Boeren er onder te
krijgen 1
Doch genoeg vergeleken. De Duitsche
Keizer, die daar toch nog altijd
stond als 'n ridderlijk vorst, die het
dorst te zeggen, waarop het stond, valt
daar plotseling van z'n voetstuk af en
blijkt ten slotte niets meer te zijn dan
laat ons 't woord in de pen houden.
Hij heeft eens gezegd »Ik duld geen
zwartkijkers in mijn rijk.» Wij vermoeden,
dat hij thans al z'n onderdanen tot
zwartkijkers heeft gemaakt. Ook is eens
aan z'n veelzeggende lippen ontvloeid
»Ik gun den Duitschers alle vrijheid
slechts niet die van slecht geregeerd te
worden.»
Nu, wij gelooven toch, dat onze Duitsche
buren thans die ongegunde vrijheid ge
nieten, tenminste, wat het departement
van buitenlandsche zaken betreft.
Diens beheerder, minister Von Schön,
is er waarlijk al ziek van geworden.
Duitschlands naam heeft werkelijk in
deze zwarte week» voor z'n buiten
landsche politiek veel geleden. En de
schuld hiervan zit in hoofdzaak in het »sic
volo, sic jubeo» (ik wil het, daarom
beveel ik het) van den keizer.
Deze wil zelf te veel invloed uitoefenen
endaa- om blijft hij naast zich dulden
den heer Von Bülow, als rijkskanselier.
Deze schipper politicus is de persoon,
die de keizer noodig heeft, 'n Rijks
kanselier met 'n sterk sprekend karakter
houdt het geen jaar naast dezen monarch
uit. We zagen dat reeds aan Bismarck.
Die trok zich brommende op »Friedrichs-
ruh» terug, toen hij naast zich kreeg 'n
meester, die 't sic volo, sic jubeo» tot
z'n lijfspreuk gemaakt had- En toch
noemde Bismarck zichzelve nog »de
dienaar des Keizers» al meende hij
hiervan wellicht voor zijn persoon niets.
Doch, die tijd is thans in elk geval voorbij
De Rijkskanselier is geen dienaar des
keizers maar de leider der buitenlandsche
politiek en de zegelbewaarder van 't
parlementarisme, dus »de dienaar des
volks.» Onomwonden spreekt dan ook
dat volk in z'n persorganen z'n afkeuring
uit over de daad des keizers, vooral in
zake den Boerenoorlog, en men wenscht
thans 'n einde te maken aan 't persoon
lijke regime.» Zal dat den Rijksdag
gelukken? Wilhelm is er ook nogl
Grappig
De groote slag is gevallen de reus
Taft is zoo goed als gekozen tot presi
dent van de republiek der Vereenigde
Staten, 't Is voor dien dikken meneer
anders maar goed dat de campagne af-
geloopen is, want, naar de berichten
melden, was hij zoo goed als uitgeput.
Wat 'n krankzinnige stemmenjagerij is
die verkiezings veldtocht ook! Echt
Amerikaansch!
't Is een opbieden tegen elkaar op
reusachtige schaal 1 Pas is Bryan in 'n
vergadering 10 minuten toegejuicht, of
Taft wordt in 'n volgende 15 min toe
gebruld 1
Pas heeft zich Taft 20 uren achtereen
als 'n polderjongen aan verkiezingsaf-
slooverij opgewerkt, of Bryan overtreft
hem met 20 a 23 aren.
En 't mooiste van 't geval is, dat de
tegenwoordige president Rooseveld zich
midden in den verkiezingsstrijd heeft
geworpen. Dit bewijst, dat de republi
keinen toch wel 'n beetje bang waren.
Maar al deze herrie verschijnt in
'n ander licht, als men weet, dat ver
andering van z'n partij-president tenge
volge heeft »'n politieke aardbeving»,
d. w. z. dat men dan ook 'n algemeene
verwisseling krijgt van personeel.
Het komt ons voor dat vooral deze
laatste omstandigheid wijst op 'n corruptie
in den politieken toestand in Amerika.
Wij houden het tenminste dan maar
liever met onze toestanden, al wordt
hier dan ook al eens geklaagd over
partijdige benoemingen.
Grappig is het anders, dat al die herrie
daar in Amerika geschied is, om het
juist zoover te brengen, als men te
voren was 1
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
VAN DEN
NAAR HET FrAN8CH VAN
46.
Ondanks alle pogingen die men aangewend
had om den knaap te bewegen zich in het
dievengilde te laten opnemen, had hij tot dus
verre standvastig geweigerd zich met- eenige
oneerlijke handeling in te laten, want hij had
eenen aangeboren afkeer van het kwaad.
De waardin gaf echter den moed niet ver
loren. Telkens drong zij bij hem aan, zich
als meêhelper bij een ervaren lid van de ver-
eeniging aaa te sluiten, waardoor hy veel
geld zon kunnen verdienen. Maar dan lachte de
Ekster haar uit en zeide, dat hij evenveel
verdiende als hare klanten, die altijd geldge
brek hadden.
Komaan, mijn jongen, zeide de waardin
op zekeren avond tot hem, wij zullen het druk
hebben men heeft goede zaken gemaakt en
naar het schijnt, znllen er extragerechten
moeten opgedischt worden. Men heeft zich
zelfs de weelde veroorloofd eenen muzikant te
laten komen.
Begrepen, lachte de Ekster, de muzikant
moet od den uitkijk staan, en in dien tus
schentija kan men gerust praten.
Gij zijt een slimme guit, en als gij wil-
det
Nu ga voortals ik wilde.zoudt gij
my ouder de «losschroevers* doen opnemen,
niet waar Het ia wat schoons Da Bulhond
zit in Mazas, de *A&1« doet een plezierreisje
naar Cayenedrie zyn er hier, die niet veel
meer slapen dan een haas in zyn leger, dat
is geen leven
Gij vergeet nw aandeel in den buit, het
geld, de edelgesteenten....
Geld Daar tellen kleinen, zooals ik ben
hunne vingers niet zwart aan. Edelgesteenten?
Zonder u te na te spreken, moeder Beerin,
gij past wel op dat er niet te veel mede ver
diend wordt. Neen, neen, dan houd ik mier
van mijne manier van leven Ik ga uit wanneer
het mij belieft, zonder voor de politie te moeten
vreezen ik verlustig mij in de vertooningen
van de familie Laurier, bij de »rue Puebla«
men ontziet mij men ziet mij gaarne, en
buiten dat alles, heb ik nog eene reden.
En die is
Ik heb iemand onder mijne bescherming
genomen.
Gij Nu nog schooner, da Ekster heeft
zich tot beschermer aangesteld
En waarom niet Men mag en moet
medelijden hebben met degenen, die zwakker
zijn dan wij, en het arma schepseltje, welks
droevig lot mij erg ter harte gaat, is meer te
beklagen dan ik.
En uw beschermeling heet
Bestiole.
Dat is geen naam 1...
Dat kan wel zijn, maar men geeft haar
geenen anderen. Het arme kind is eens van de
trappen gevallen, en ten gevolge van dien val
is zij kreupel en misvormd geworden.
Komaan! dat moet een juweel van schoon
heid zijD 1 lachte de waardin.
Spot niet Beerin dat kindis een engel.
Als gij eens zaagt hoe bleek, zwak en ziekelijk
zij is, en met hoeveel vlijt zij nochtans van
den morgen tot den avond werkt. Die arme
Bestiole Zij heeft een aardig handwerk geko
zen poppen kleeden 1 Maar ze zijn schoon, dat
verzeker ik n als dame naar de laatste mode
gekleed. Bestiole toovert met de naald maar
dat nette werk wordt slecht betaald, en daar
bij vrees ik nog dat Bastiole een gedeelte van
haar loon aan haren vader geeft.
Ken ik haren vader
Welzeker; Camourdas-
O ja een zonderlinge kerelHij eet, als
een os, en drinkt water.
Hier drinkt hij water als hij onder de
kameraden zit, maar hij bedrinkt zich als hy
Det Franseh-Duitsehe conflict.
Under dit eenig'zins alarmeerend opschrift
brengen de Fransche bladen berichten om
trent de oneenigheid, die er zon bestaan
tnsschen Frankrijk en Duitschland, naar
aanleiding eau wat er te Casablanca gebeurd
is met de Duitsche deserteurs van het
Fransche vreemdelingen-legioen. Men her
innert zich, hoe eenige Duitsche, eenige
Oostenrijksche en een Zwitsersche deserteur,
op het oogenblik, dat zij zich wilden in
schepen op een Duitach schip, weiden aan
gehouden, uiettegentttaande de Duitsche
consul iu Casablanca hen blijkbaar onder
zijn bescherming had genomen. De beambte
van het Duitsche consulaat, die de deser
teur* begeleidde, werd mishandeld.
Duitschers verliezen huu nationaliteit niet,
zoo werd van Duitsche zijde beweerd, zoo-
dat de Duitsche consul iu zijn recht was
hen te beschermen, Maar van Fransche zijde
werd er op gewezen, dat men dus zelfs het
recht had gehad de wegloopers neer te
schieten.
De onderhandelingen duurden voort van
Fransche en van Duitiohe zijde. Maar door
de andere gebeurtenissen op het wereldtoo-
neel werden zij wat. op den achtergrond
geschoven. Tot nu gisteren het bericht weer
opdook, dat Frankrijk de geheele kwestie
aan arbitrage wilde onderwerpen, doch dat
Duitscblaud wel het onderzoek der feiten
aan een scheidsgerecht wilde overlaten, maar
niet de beleediging, den Duitschen consu
laire beambte aaugedaan. Daar moest I rauk-
rijk zijn excuus voor verzoeken.
Volgens de Temps is Frank rijks stand
punt aldus Het wil arbitrage over het
geval het weigert officieren en soldaten,
die hun plicht dedeu, te berispen e*i het
zal, overtuigd, dat een minnelijke schikking
mogelijk is, iu geen enkel opzicht aan over
dreven eischen toegeven.
Nu aangaande het Duitsche standpunt.
Het agentschap Havas meldt uit Berlijn
z/De door zekere Fransche bladen geoefende
critiek hoeft in de ambtelijke kringen een
slechten indruk gemaakt. Een diplomaat
deelt mede, dat de twee regeeringen, als
vropger, voortgaan met het zoeken naar een
oplossing van het incident van Casablanca.
Het is oöjuist, dat de Duitsche regeering
thans het voorgevallene te Casablanca in een
voor Frankrijk minder vriendschappelijke!»
geest wil behandelen. Er is geenerlei
wijziging gekomen iu Duitschlands houding
waardoor de ciitieken gerechtvaardigd worden.
Gisteren stonden de bladen vol, de een
al heftiger dan het auder. Zelfs sprak men
van afbreken van onderhandelingen. De
Fransche pers was eeu,®en zeide de eer van
't land te willen haudhaven, maar sprak
unanieum de meeuing uit, dat het te be
lachelijk was om zoo'n nietigheid ruzie te
krijgen.
De spanning is sedert gisteren belangrijk
afgenomen. Het was toch eigenlijk wel
belachelijk, dat een geschil, als waarom het
hier ging, de gemoederen zoo warm maakte
dat iu allen ernst aan de mogelijkheid van
een oorlog werd gedacht. Het is waar, men
kan die opgewondenheid wel verklaren uit
alles wat in de laatste weken op politiek
gebied er aan voorafging.
De onderhandelingen worden nog voort
gezet en van beide zijde zoekt men thans
naar een bemiddelende formule. Frankrijk
zou genegen zijn er een aan te nemen, bij
welke beide mogendheden tegelijkertijd haar
leedwezen uitspraken. De tekst eener for
mule is nog niet vastgesteld, maar men
schijnt toch te naderen tot deze, dat Frank
rijk en Duitachland het incident te Casa
blanca en de gepleegde geweldadigheden
betreuren en besluiten het incident iti zijn
geheel te onderwerpen aan de beslissing
van het Hof van Arbitrage te 's Gravenhage,
alleen op zijne kamer is, en in zijne dronken
schap is hij verschrikkelijk.
Wie heeft u dat verteld
Bestiole die hij op zekeren avond gruw
zaam mishandeld had, en die het mij wel
moest bekeunen, toen ik, daags daarna bij
haar komende de sporen er van gewaar werd
Gij moet daarom evenwel niet denken, dat het
arme kind klaagt. Zij beschuldigt haren vader
nooit, integendeel zij verhaalt mij met blijd
schap de kleine oplettendheden, die hij haar
bswijst.
Dat is allemaal goed en wel maar ik
zie niet in, welk verband er kan bestaan tns
schen Bestiole en uwe manier om den kostte
verdienen.
Dat zal ik u zeggendie arme Bestiole
is zoo zacht, zoo braaf, dat ik, wanneer zij,
haar oog op mij vestigend, mij zou vragen
wat hebt gij gedaan sinds ik u het laatst ge
sproken heb niet zou durven liegen en haar
alles zou bekennen want een leugen zou haar
diep bedroeven, en zij heeft eenen afschuw
van al wat kwaad is. Ja, al wist ik vooraf,
dat zij mij niets zon vragen, dan nog zou ik
niets 'willen doen, wat niet streng eerlijk is,
want door mijnen omgang met haar, heb ik
ten minste geleerd, dat men door eerlijkheid
het verst komt in de wereld. Zij kan alles van
mij gedaan krijgen wat zij wil en cm u daar
van een bewijs te leveren gij moogt mij gerust
uitlachen als gij wilt, ik geef er niets om, zij
heeft mij eens mede naar de kerk genomen.
U?
Ja, mij. Het was de eerste maal dat ik
eene kerk betrad. Daags voor Kerstmis, ik
zal't nooit vergeten, was ik bij haar gekomen
om haar te vragen, of zij na middernacht niet
een klein smulpartijtje met hareD vader dacht
te houden.
Vader zal wel bij zijn vrienden blijven 1
gaf zij mij ten antwoord.
En gij, arme Bestiole
Blijft thuis.
Geheel alleen
Ik moet wel.
En als wij samen eens een smulpartijtje
aanlegden Gervelaatworst, pasteien, appelen
noten, alles wat ge maar wilt.
O, neen 1 ik zou geheel iet» anders ver
langen.
Wat dan
De prachtig verlichte kerk te zien, de
lofzangen voor de kribbe te hooren. Myne
moeder heeft mij eens meegenomen naar de
middernacht mis, en alleen bij de gedachte
daaraan zwelt mijn hart van verrukking.
Zoudt gij mij daarheen willen brengen
Gij begrijpt 'wel, dat ik, gebrekkelijk als ik
ben, er met alleon kan heengaan.
Eu zou u dat gelukkig maken?
O ja, beste Ekster sprak zij, terwijl
ze mij de hand reikte.
Goed, ik zal u vanavond komen halen...
Wij gingen vroeg op weg, want Bestiole
kan ter oorzake harer gebrekkelijkheid niet
snel gaan, en wij begaven ons naar de Ma
deleine. Welnu 1 ja, Bestiole heeft gelijk J het
werd mij daar zoo zonderling om het hart,
dat ik wol had willen weenen. Die zaDgen
klonken zoo heerlijk, zoo prachtig, zoo ziels
verheffend, als ik nooit in dan schouwburg
gehoord hebde woorden verstond ik niet,
want men zong iu eene vreemde taal. Van de
plechtigheden, begreep ik niets, maar ik kon
er de oogen niet van afwenden het was alles
even indrukwekkend als plechtig.
Wat zijt gij toch nog eene domme gans
lachte de waardin.
01 ik wist wel dat gy my uitlachen
zoudt, maar daar bekreun ik mij niet om. Ik
heb u willen uitleggen, hoe Bestiole mij belet
een volslagen schurk te worden, al mag het
haar dan nog niet gelukken een ordelijken
werkman van mij te maken, 't Iö als had ik
kwik in mijne aders, ik kan moeilijk lang
achtereen blijven zitten maar ik wil noch
naar la Roquette, noch verder gaan, dewijl de
kleine ongelukkige mij noodig heeft.
Wees gerustantwoordde de waardin
we znllen overigens geenen tijd meer hebben
om te pratenons volk begint af te komen
Drie halfbeschonken mannen met echte gal
gengezichten waggelden de kroeg binDen.
De voorste, dien men den Tabnkpot noemde,
waarschijnlijk uit hoofde van zijne zwaarlijvig
heid, was koopman in kranen, ünder voor
wendsel van de kranen der waterleidingen ra
te zieu en te herstellen, nam hij de inrichting
der keukens en der huizen op, hoorde de
De regeering heeft het ontwerp op inva-
lidileit8- en ouderdoms verzekering ingediend.
10 Millioen menschen vallen er onder;
arbeiders maar ook eigen werkers, die er in
Oostenrijk heel veel zijn. Het staatspensi
oen gaat in op 65-jarigin leeftijd. Over 10
jaar zal de staat 100 millioen kronen jaar-
ijks moeten betalen.
Tengevolgen van de ernstige vertoogen
van den Oostenrijk-Hongaarschen gezanten
de vriendschappelijke raadgevingen van de
vertegenwoordigers van alle groote Mogend
heden heeft de regeering de publieke opinie
gekalmeerd.
Een eerste gevolg hiervan is, dat de boycot
van Oostenrijk-Hongaaische handelaars is
gestaakt en de toegang tot de aan den
boycot onderworpen magazijnen vrij is ge
worden.
De regeering noodigde de bladen uit
hunne aanvallen op Keizer Frans Jozef te
staken, op straffe anders in beslag genomen
te zullen worden.
Volgens de laatste opgaven kan Taft, als de
dienstboden uit en was zoodoende dikwijls in
de gelegenheid, nauwkeurige inlicht
geven aan liedeD, die nieuwsgieriger waron
dau hij, en gaarne de waarde vsn 't zilver
werk en verdere kostbaarheden van andere
menschen onderzochten.
Hij werd gevolgd door een bie»k. Trager
jonkman met pinharen ou een valecb voor
komen, die z ;"nr
der kroeg binnen te kunnen, want hij droeg
een tafeltje op
Deze was plekker of kramer van porselein,
^.as, aardewerk, enz., een ambacht waarbij
men de menschen goed kan beetnemen. Nie
mand maakt het den porseleinkramers lastig.
Ze bestelen u in koelen bloede, en mocht
iemand goedvinden, de justitie erbij te roepen,
het zou hem niets baten.
Ze hebben geenen winkel en betalen geene
patent; zij wonen in slaapsteden, meesttijds
met Rroepeu, en verspreiden zich eiken dag
door Parijs. Hunne wijze van handelen iBzeer
eenvoudig.
De kerel, die achter den Tabakpot binnen
kwam, moest dien dag goede zaken gemaakt
hebben, want het geld rommelde in zijnen zak
hij had dat spottend onbeschaamde uitzicht
van kerels, die een ongeoorloofd en toch
winstgevend beroep bij de hand hebben.
De derde van den troep had tot beroep uit
gekozen nde arme ambachtsman zondor werk.«
Hij bewoog zich laDgs de straten onder het
zingen van een konpiet van een of ander lied,
waarvan het referein steeds de bede om eene
kleinigheid was.
Toen die drie gpsten aan eene tafel plaats
genomen hadden, en de Ekster hun den ge
wonen schotel met wijn had voorgezet,
begonnen zij, terwijl ze aten, fluisterend met
elkander te praten.
Iu dien tusscbentijü kwamen er vrouwen
binnen, die een of twee gestolen of gehuurde
kinderen meebrachten, vrouwen, die er haar
broodwinning van maken, een klein kind in
lompen te wikkelen, en met nog een of twee
halfnaakte kinderen, zich hier of daar op eene
stoep of onder eene koetspoort neder te zetten,
en de voorbijgangers om een aalmoes te
smeeken.
(Wordt vervolgd).