Nummer 94, Donderdag 26 November 1908. 31,. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Socialistische eo de Christelijke Toekomststaat, 111. NTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen HET GEHEIM VODDENRAPER LANDBOUW. Uitgever: FEUILLETON. RAOUL DE NAVERY. Hoe maakt men het Hooiland weer geschikt tegen het vol gende jaar. an moon Br wedei dijden. 5 ij den. X87 cM. rjaardag. De Echo van het Zui WmI« (jksrkr ei ('mul. Dit Blad verso' ijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. F'raino per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, iugezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden ?an den Ui tgever. ------ 'iv.'-"?,'.;-1- ui «in i'iJHWJ—UW. AALWIJK. Telefoonnummer 38. AdvertïNtlën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. \Toor plaatsing van een groot aantal regels eo advertenties bij abonnement wordeu speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. ii. Gemakkelijk is de taak niet U den Christelijken Toekomststaat in groote lijnen te schetsen. Immers, bij zoo iets in een nadere omschrijving te treden, lijkt altijd wat op profetenwerk. En, daar wij behooren tot het genus, hetwelk de lieve spraakmakende gemeente wel eens »broodetende profeten4 gelieve te noemen, is het ineenzetten van een Toekomststaat altijd wel wat gewaagd. Doch, geachte lezers, wat U hier geboden wordt, heeft feitelijk al bestaan, n.l. in de middeleeuwen. Wilt U dan weer terug naar die duistere middeleeuwen !4 fluistert wellicht één uwer. Neen, waarde fluister-opponent, wij willen niet terug naar de middel eeuwen, al waren deze dan allerminst duister. Wij wenschen U echter toch een maatschappelijken toestand te schet sen, evenwijdig aan dien van de middel eeuwen, maar met een naar de eischen en behoeften van onzen tijd gewijzigde uitwerking. Bovendien willen wij niet, gelijk Mr. Troelstra laatst in de Tweede Kamer, met onzen mond vol tanden te staan, als wij, sprekende over een Toe komststaat, dezen op een desbetreffende vraag niet in groote lijnen zouden kunnen schetsen. Ten slotte wenschen wij in deze schets meer den nadruk te leggen op de sociaal-economische inrichting van den Christelijken Toekomststaat dan op de politieke. Laten wij nu nog even vooraf zeggen, dat wij bij het samenstellen van deze schets de volgende bronnen geraadpleegd hebben. Dit ge schiedt, om te voorkomen, dat wij door een zeker orgaan niet gequalificeerd kunnen worden als een verkapt socialist, wijl hieruit zal blijken, dat wij ons in onverdacht gezelschap bevinden. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". VAN DEN NAAR URT FraNSCH VAN 51. Op welke wijze? vroeg Niquel. Uit de kas van den bankier, domoor Neen, neen, zuchtte de ongelukkige, dat niet Zijt ge bang? vroeg de Guit. Ja, ik ben bang. Wat zou er van mijne vrouw, mijne kinderen worden, als ik ont dekt werd. De Wildeman stond op en ging vader Falot bij den arm schudden, die bij deze beweging een gebrom deed hooren, als van een wild dier, dat men in zijnen slaap stoort. Men kan niet te voorzichtig wezen, sprak de Wildemun, ik wantrouw Falot niet, maar houd hem in het ooghij slaapt, dat is alles wat ik wilde weten. Gij heden klapt als eksters en Gesar Niquel heeft groot gelijk, dat hij weigert om de bureelen binnen te sluipen en in de geldkas van den patroon te taston. Hoewel Montravers hem niet recht streeks heeft aangeklaagd, verliest men hem toch stellig niet uit bet oog, en in geval van diefstal, zou het vermoeden al dadelijk op dengeue vallen, die den hoogsten toon aange slaan heeft. Wilt ge dan, dnt hij van zijn zes en dertig duizend franks afziet In het geheel niet 1 Maar als ik aan de zaak deelneem, dan wil ik dat. zo good geleid worde. Hij heeft gelijk 1 riepen de Staak en de Guit gelijktijdig. 1. »De Christelijke Toekomststaat4, een artikel van Mr. Aalberse in 't K. S. IV. (1904 bladz. 174-176.) 2. *De Stellingen4 verdedigd door den bekenden katholieken socioloog Dr. G. Decurtins op het Algemeen Werk lieden-Congres van den 3en April 1893 te Brienne. 3. De Conclusion, aangenomen op het Congres der Katholieke Sociale Tijd schriften van Frankrijk. 4. Korte Schetsen4 over den Chris telijken Toekomststaat van den grooten Bisschop Mgr. Von Ketteler. 5. *De Denkbeelden4 uitgesproken in het program van het Duitsche Centraal Comité der Katholischen Vereinigungen der arbeitenden Stande4, een stuk, waar onder men de namen aantreft van be kende katholieke sociologen, als Ober- dörffe, Lehmkuhl, Meijer, Pesch, Weis, Mathias, Leonen welke denkbeelden zoo juist zijn toegelicht door Dr. Ober- dörffer. 6. 't Sociaal Program der Italiaansche Katholieken, door Paus Leo XIII zoo uitdrukkelijk goedgekeurd en 7. Nog cenige uitspraken in deze van andere bekende katholieke sociologen. Welnu dan, zie hier, hoe er die Chris telijke Toekomststaat »im grossen ünd ganzen4 moet uitzien en waarnaar hij moet streven. In verband met de sociale en econo mische verhoudingen van onzen tijd moet het streven van den Christelijken Toekomststaat tweeërlei zijn 1. Ingeperkt dient te worden de wilde concurrentiestrijd op economisch gebied en 2. Er moet vermindering komen van de zeer groote maatschappelijke onge lijkheid, welke het liberale systeem van self-help ons bezorgd heeft en waarover Paus Leo XIII in den aanhef van de »Rerum Novarum4 zich in zoo sterk afkeurende woorden heelt uitgelaten. Hoe denkt men zich nu het le doel punt ^inperking van dien onzaligen concurrentiestrijd te treffen.? Het middel hiertoe is volgens alle sociaal-politici, de organisatie der maat schappij naar beroepsstanden op chris telijken grondslag en wel in een vorm, die overeenstemt met de sociale en economische verhoudingen van onzen Niquel zag de drie doortrapte gauwdieven onderzoekend aan, en wachtte tot ieder hun ner zijn gevoelen gezegd had. Montravars is gehuwd, nietwaar? vroeg de Wildeman aan Cesar. Hij heeft eene vrouw en eene dochter. Kunt gij ons eenige bijzonderheden om trent beiden meedeelen? De vrouw is elegant, minder uit neiging misschien dan uit trots. Ik geloof niet dat zij gelukkig is. Zij zoekt haren troost in de ijdelheid. Zij schijnt droefgeestig, maar ver bergt zich zooveel mogelijk onder een hoog hartig uiterlijk. Hare equipages zijn aller prachtigsteiken dag rijdt zij naar het bosch, en zij heeft eene logo in de opara en eene in den Italiaanschen Bchouwburg. Geheel de voorname Parijzerwereld kent ze, zij doet inzamelingen voor noodlijdenden, prijkt boven aan op inschrijvingslijsten voor 'liefdadige doeleinden, en slaat geen enkel officieel bal over. Zijne dochter is schoon, doch haar voorkomen is zoo mogelijk nog hooghartiger en aanma tigender dan dat barer moeder. De weg naar de kerk is beiden onbekend, en ze leggen de grootste minachting aau den dag voor alles, wat den godsdienst betreft. Men beweert dat zij vrijdenkers zijn en aan niets gelooven, dan aau de macht van het geld. Mej. Montravers zal een huwelijk aangaan uit berekening, evenals hare moeder. Ik behoef natuurlijk niet te vragen of Mevr. Montravers diamanten bezithernam de Wildeman. Voor meer dan een half millioen. Dan is de zaak in orde, hernam de Wildeman; van de vrouw zullen wij het door den man gestolen geld terugbekomen. Hoe dan Luisterover een paar weken wordt er een groot offieieel feest gegevenmevrouw Montravers gaat er heen, en zal al hnre diamanten aandoen. Hoogst zelden vergezelt de bankier zijne vrouw en zijne dochter, 't Is voldoende den koetsier door iemand te doen vervangen, die ons toegedaan is en onze prooi naar eene veilige plaats voert, waar zij ons niet kan ontsnappen. Wij mogen haar hoe genaamd geen leed aandoenhare diamanten tijd, met door den Staat gewaarborgde rechten van zelfbestuur, alsmede vooi vertegenwoordiging hunner belangen bij de Staatswetgeving. Uitgewerkt komt dit hierop neer I De Algemeene of Rijkswet op de beroepen en bedrijven moet voor grond slag hebben de verplichte vakvereeni- gingen. Zij dient wel beperkende bepa lingen te bevatten, maar veel van de uitwerking dezer regeling overlaten aan vertegenwoordigende lichamen op nij verheids- en handelsgebied, bevoegd om op beperkt terrein en onder de noodige waarborgen in zekere mate dwingend op te treden. Deze vertegenwoordigende lichamen zullen dan zijn de bij Rijkswet verplichte vakvereenigingen. II. De verplichtstelling der vakveree nigingen eischt nu, dat de leden van ieder vak in een verplichte vakvereeni- ging worden ondergebracht. III. De vakvereenigingen moeten wor den georganiseerd in iedere gemeente, waar voldoende vak-elementen aanwezig zijn, anders in gecombineerde gemeen ten. Hiertoe worden alle menschen, iu de gemeenten of de gecombineerde ge meenten, uitoefenende dat vak, rechtens ingeschreven op een speciale lijst, door de overheid aan te leggen. De leden van ieder beroep, aldus in geschreven, voimen den beroepsstand. We krijgen dus een beroepsstand van landarbeiders, handswerkslieden als tim merlieden, metselaars, smeden enz. boe ren, van den handelsstand enz. enz. Nu kunnen die verplichte vakvereeni gingen van ieder vak in twee afzonder lijke groepen onderscheiden worden die der patroons en die der werklieden. Deze groepen verstaan zich om te regelen a de voorwaarden van het leerlingen wezen b den normalen arbeidsdag c de voorwaarden van het loon, m.a. w. de vakbelangen en 't collectief ar beidscontract. IV. Iedere patroon en iedere werkman, die een vak uitoefenen, zijn rechtens lid der vakvereenigingen. V. Iedere beroepsstand moet hebben zijn eigen, speciale reglementen, waar aan de leden van dat vak moeten ge- zijn voldoende om Niquel weer in het b.izit to stellen van zijne zes en dertig duizend frank, en voor ons een buitengewoon voordeel af te werpen, waarvan hij natuurlijk ook zijn aandeel nog krijgt. Welnu hoe denkt gij er over? vroeg de Wildeman aan den voormaligen klerk vau Montravers. De ongelukkige tweifelde nog zijne lippen bewogen zich zonder eenig geluid te geven. De Staak begreep dat da strijd tusschen zijne wanhoop en zijn geweten nog niet ten eiude was. Denkt de echoone juffrouw Montravers aan de stervende Crucifix vroeg hij met een valschcn lach. Niquel sloeg ziju glas op de tafel aan stukken. Afgedaan sprak hij woestik stem in alleB toe De Ekster vulde een nieuw glas en zette het voor den ongelukkige neer. Komaan sprak do Guit, op het herstel van de fortuin van Gesar Niquel. En op den ondergang en de schande der Montravers voegde deze erbij. Zoo gaat het goed fluisterde do Guit zijnen buur de Wildeman in het oor. Waarom drinkt ge niet met ons mee? vroeg Gesar, zich tot Gamourdas wendende. Als gij cr op staat, zal ik eene fiesch op uwe gezondheid ledigen, antwoordde de aangesprokene. Twee als gij wilt! liet do Wildeman zich hooren. Gamourdas vatte twee flesschen en liet ze in zijne zakken glijden. Zie, zie, merkte de Ekster aan, drinkt gij zo niet uit Wees maar gerust, ik zal ze wel uit drinken. Waarom niet dadelijk? Gij eet al3 een wolf en drinkt kikrcrschenwïju, dat is scha delijk voor do gezondheid. En staat niet zeer beleefd tegenover de gasten, voegde de Guit erbij. Mijne matigheid heeft niets te maker, met da beleefdheidmijne gewoonte om niet in het publiek te drinken, verbergt een fa miliegeheim. Ha, ha, ha I lachte de Ekster, dat wil hoorzamen, m. a. w. de beslissingen door de vakvereenigingen genomen, hebben kracht van wet voor alle patroons en werklieden, die in die gemeente of district dat vak uitoefenen. VI. Aan het hoofd van eiken beroeps stand staat een Beroepsraad, samenge steld uit afgevaardigden van de vakver eenigingen, zoo, dat de verschillende elementen van ieder vak evenredig ver tegenwoordigd ziju. We krijgen dan derhalve Beroeps raden van den timmermansstand, met selaarsstand, boerenstand enz. VII. De Raden van de Beroepsstanden vaardigen de uitvoeringsbesluiten uit van de wetten die op de vakorganisatie be trekking hebben en stellen de bedrijfs- verordeningen vast. Deze verordeningen moeten onder worpen worden aan een referendum, wanneer een zeker aantal leden van de beroepsstand dit eischen. Zij moeten echter altijd de eindsanctie hebben van de overheid. VIII. Die Beroepsraden moeten wor den bekleed met een zekere rechtsmacht en met het recht, om bepaalde contri- butie's van de leden te heffen binnen de grenzen der wet bepaald en IX. De Raden benoemen de leden van de opperste vertegenwoordiging der Beroepsstanden. Ziedaar de hoofdlijn. In 't volgend artikel zullen we dit toelichten met een concreet voorbeeld. Gij hebt dit jaar waarschijnlijk heel wat hooi binnengehaald uw beurs en uw vee varen daarbij gopd en gij wenscht natuur lijk, dat het een volgend jaar niet minder is. Dan moet ge bijtijds uw hooiland ver zorgen. Als ge het zoo maar laat liggen, zonder er iets bijzonders aan te duen, dan moet gij u niet vei wonderen, als het gaat tegenvallen en ge vandaag of morgen spijt zult hebben, mijn raad niet gevolgd te heb ben. Luister goed, gij hebt voor drie dingen te zorgen lo voor de afwatering, 2o voor de bemesting en 3o voor de verpleging van zooveel zeggen als een eed. Juist, een eed. En is die van ouden datum Gamourdas streek met de hand over het voorhoofd en antwoordde met eene gesmoorde stem Van den nacht van 22 November 1857. Als ge niet een rentenier waart, papa Gamourdas, want renten trekt ge; ge steekt geen hand uit om te werken, en is uwe beurs den 25 van elke maand plat, den 1 der volgende maand is ze weer gevuld, niet waar dan zou ik u aanraden om hij den troep van Belleville den rol van den verrader te gaan spelen, merkte de Ekster aan. Dit zeggende barstte hij in eon schaterend gelach uit, terwijl vader Falot omzichtig bet hoofd ophief eu Camourdas met een voor dezen verontrustenden blik aanzag. Camourdas merkte do beweging van Falot niet op en hoorde hem evemin mompolen; Mijn God zou het toch waar zijn Verder werd er van dez<^znakni6t meer gerept en ging men voort met drinken en eerst toen Cesar Niquel onbekwaam was om goed te weten waartoe hij zich verbond deden de drie makkers hem onder eed beloovon, dat hij eon werkzaam aandeel zou nemen in het drama, waarvan mevrouw Montravers onvermijdelijk het slachtoffer moest worden. Zeg eens, Ekster, vroeg de Guit, wilt gij ons tot verspieder dienen? Ik riep de knaap verschrikt uit. Maar op het oogenblik, dat hij reeds den mond opende om de drie gauwdieven bepaald zijne medehulp te weigeren, hoorde hij zich toefluisteren Noem het aan De Ekster kon er niet aan twijfelen, die raad werd hem gegeven door vader Falot vader Falot, die zoo oerlijk, zoo goed was. die met diamanten bezette armbanden terug gaf, arme nioif-jes van den hongerdood redde, en kleiue kinderen tegen den IvosBeu Kasper beschermde. Hij k n er zich geene verklaring van geven. Hij zag naar rlen voddenraper om, deze hief even hot hoofd op en legde den vinger op de lippen. Wat is dat vroeg do Staak, zich tot dc graszode. lo Ik hoop, dat uw land zóó ligt, dat het ;/te veel aan waterkan wegloopen. Als de ziuk iu 't groot niet geregeld i«, dan kunt gij alléén er weinig aan doen. Spsn er dau uw laiidbouwvereeniging biaar voor. Doch i3 de waterafvoer in 't groot geregeld, dan moet gij voor de droogleg ging van uw eigen perceelen zorgen. Zorg dat het volgende voorjaar uw grep pels en sloten iu orde zijn, gezuiverd, uit gediept, afgestoken. Sommige hooilanden het is echter zeldzaam hebben w?l eens een te kort ar.n water. Plaats dan hier en daar schutten, die het water kuuneu tegen houden. 2o De lijden zijn voorbij, dat de boer zijn hooiland in 't geheel niet bemestte. Overal wordt gra«- eu hooiland bemest. (Uitgezonderd misschien de grasrijke uiler waarden onzer groote rivieren). En niet te verwonderen. Een Hectare hooiland verliest jaarlijks gemiddeld 125 K.G. stikstof, 40 K.G. phosphorzuur, 120 K.G. kali en 75 K.G. kalk. Daarvan komt op het hooiland, als het niet opzettelijk bemest wordt, hoe genaamd niets terug. Daarvoor moet gij dus zorgen, anders lioudl de weide op te geven. Iu het najiar is het de tijd om aan de bemesting met kali, phosphorzuur en kalk te di-nken. Veengrond en zandbodems hebben in de eerste plaats kali noodig. Hebt gij tot heden nog geen kali gegeven aan uw hooi land, dan koopt gij voor elke Hectare 1200 K.G. ksïuiet (Denk cr aan, dat, als gij 1000 K.G. hooi meer van één Hectare wint, deze kosten reeds gedekt zi n). Gij kuut deze den hcelen winter uitstrooien, maar er is geen enkele reden, waarom gij het niet reeds nu zoudt doen. Als uw hooiland reeds vaker kalibemesling heeft gehad, dan kunt gjj met minder volstaan b.v. met 1000 of 800 K. G., al naar omstandigheden. Maar, nogmaals veenachtige grond en zandbodems hebben grooten kalihonger. Daarna volgt zavelgrond. Ook op deze grondsoort zal 600 it 800 K.G. kiïuiet geen overdaad zijn. Verder zult gij door vergelijkende proeven moeten uit maken of ook het hooiland op de klei niet meer opbrengt door een bemesting met kali- zouten. Behalve kali heeft de hooiweide phospha- teu noodig, hetzij slakkenmeel, hetzij super. (Dit laats'c vooral op betere gronden en in het voorjiar.) Hoeveel P Wel de cijfers bovengenoemd wijzen het uit. Begin nu den knaap wendende, weigert mijnheor te werken Acht mijnheer de zaak te gering O neen antwoordde de Ekster gevat, maar als ik diensten bewijs als een man, wil ik als een man behandeld worden, wijn drin ken uit een groot glas en een even groot aandeel in do winst hebben als de anderen. Hier is ten minste al vast de gevraagde wijn, sprak de Guit, een glas volschenkende. Goed zoo, mijne gedachten helderen op. Ik zal mijn proefstuk met glans afleggen, daarop kunt gij staat maken. Wanneer zal het feesfjo plaats hebben Bij het groote bal, waarvan Gesar ons gesproken heeft. Tot aan dien tijd moogt gij zoo zeidon mogelijk het hotel Montravers uit het oog verliezen en moet gij ons hier, iederen nacht tusschen elf en twaalf ure, een omstandig verslag komen geven. Ja, hernam de Ekster, maar als ik op die wijze mijne dagen doorbreng, weet ik waarlijk niet waarvan ik in dien tijd moet leven. De Guit reikte hem een vijffrankstuk toe. Daar hebt gij iets op rekening, zeide hy De waardin verscheen op dat oogenblik op den dorpel. Ik weet niet wa.irom zeide zij, maar mij duukt, dat er van avond een slechte wind waait over de Zingende Padals gij nu ge- uoeg gepraat hebt, beste jongens is het geraden dat gij een luchtje gaat scheppen naar de zijden der hoogten van Ghaumont en ieder zijn eigen weg volgtde Ekster zal dien dronkaard van oen Falot wel thuis brengen. Het is ongelooflijk boe ongeregeld die oude gek in den laatsten tijd leeft Gesar Niquel waggelde, de Staak vatte hem onder den arm. Breng mij thuis, verzocht Gesar met eeje hokkende stem, tot aan mijn deur! En zeg niets nan mijne vrouw, mijne vrouw, verstaat ge? De Wildeman en de Guit gingen fluitende en met de handen in de zakken hunnen weg- Toen de zes laatste bezoekers de Zingar.do Pad verlieten, smoordo do doedelzakspeler, die aan de deur van do kroeg de wacht hield do laatste klanken van zijn landelijk sceel- tuig. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1