umnier 90 Donderdag 3 December 1908. 31'. Jaargang. J Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. AKTOON T I E L E N, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen Keizer Frans Jozef. HET GEHEIM VODDENRAPER Gemeentefaadsvergadefing, Zij die zich tegen het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, ontvan gen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. FEUILLETON. am- UiïpEve K RAOUL DE NAVERY. DUSSEN. De Echo van het Zuiden ei Courant, Dit Blad verse ijnt Woensdag- en Zaterdagavond. 1 b o n n in e li t s p r ij i per 3 maandeu f 0.~5. HTan<o per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stulkeu, gelden enz., franco te zenden van den Uitgever. WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot* letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3inaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden apeci?le zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Zestig jaren keizer! Deze zeldzame gebeurtenis wie durlt hier van een voorrecht spreken herdenkt morgen Frans Jozef, de grijze en sympathieke keizer van Oostenrijk. Zijn volk zal hem geestdriftig huldigen, de andere staatshoofden zullen hem eeren, geheel Europa zal in gedachten opzien naar den keizerlijken eenzame op den Hofburg. Indien men in het hart van dezen machtige der wereld, die meer dan een menschenleeftijd onder vaak moeilijke omstandigheden geregeerd heeft, kon lezen wat zou men daar dan vinden Wat moet er omgaan in de ziel van dezen monarch, die, als jongeling van achttien jaar, te midden van revolutie en oorlog aan het bewind gekomen, thans, aan den avond zijns levens, weer dreigende oorlogswolken zich boven den hemel der monarchie ziet samenpakken En wat leed cn verdriet, kommer en hartzeer is er in die zestig jaren over hem gekomen 1 De twee groote oorlogen die Oostenrijk in de eerste helft zijner regeering ge voerd heeft waren rampspoedig. Oosten rijk werd uit Italië en Duitschland ge- stooten en indien het nog in den raad der groote mogendheden een plaats bleef innemen, den eersten rang was het kwijt, en herwon het nooit, en zijn aanzien naar buiten was aanmerkelijk verminderd. En welk een strubbeling, zorg en Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN"7~' VAN DEN NAAR HET FraNSCH VAN teleurstelling naar binnen I Bij den aan vang zijner regeering een blongarije in vollen opstand, dat slechts met hulp van vreemde wapenen kon worden onder worpen en voor het Huis Habsburg be houden, een Hongarije, dat dit nooit vergeten en vergeven heeft, dat zelfs als zelfstandig koninkrijk r.iet dan noode den met fluweel omwoelden schepter van den Habsburger kust, en dat nog bij voort during der Donau-monachie met hal veering bedreigt. Maar ook afgezien van de Magyaren wat al zwarigheden om het mengelmoes van volken in de monarchie met den band der eenheid omsnoerd te houden. Welk een hopelooze taak om de weer barstige Tsjechen, de rumoerige Roe- thenen cn Slowakken, de ruwe Kroaten, de zonen van het Italia irredenta met hun toomeloos verlangen naar vereeniging met Italia tina in vrede en eendracht met den Duitschers te doen leven. Doch wat is dit alles dat den keizer zorg en kommer baart naast hetgeen hij heeft geleden als mensch in verge lijking met zijn beproevingen als hoofd van zijn hjis. Hoe dikwijls zal Frans Tozef in de veertig jaren die sedert verloopen zijn, de schim voor zich hebben gezien van zijn jongen geestdriftigen broeder, den tc Queretaro gefusilleerden keizer Maxi- mijjaan van Mexico, slachtoffer van eigen eerzucht, maar meer nog van deNapoleon- tbche politiek. En daarna de schim van zijn zoon Rudolf, het beklagenswaardige slachtoffer van het droeve drama te Meyerling. De schim eindelijk van zijn vermoorde echtgenoote keizerin Elisabeth, slachtoffer van het wreede anarchisme, de zon derlinge vrouw, altijd onrustig, altijd dolende trekken van overeenkomst ver- toonende van die andere keizerin, Char lotte, die in een nu al veertigjarigen nacht van het verstand haar jongen gemaal en haar jonge, vroeg verwelkte glorie be weent. Er is wel geen vorst in Europa, die zóó bezocht en beproefd is gew orden als de keizer-jubilaris van heden, aan een ouden knoestigen eik gelijk uit het land, waar het stamhuis der Habsburgers heeft gestaan. Indien door allen met eerbied tot keizer Frans Jozef wordt opgezien, dan is dit niet omdat hij een groot veldheer is ge weest of een staatsman van buitengewone gaven, of een vorst wien de eerenaam »de Groote» voegt, maar omdat hij is een man van onkreukbare rechtschapen heid van rustelooze toewijding aan het welzijn zijner volken, van onbesproken levenswandel. En wij katholieken eeren bovendien in hem den trouwen zoon der katholieke kerk, die al heeft hij niet kunnen verhinderen wat ook door hem betreurd wordt, zich nooit voor zijn ge loof heeft geschaamd. Frans Jozef is een nobele figuur, waar voor men eerbied, en tevens een tragische figuur, waarvoor men deelnemende sym pathie heeft. Moge God zijn verderen levensavond niet al te somber en zijn nacht helder doen zijn als de dag I H 53. Cesar drukt® het meisje in zijne armen, en haar op het voorhoofd kussende, zei hij Vergeef mij, kind ik ben niet waardig den naam van vader te dragen; mijne on voorzichtigheid beeft u allen voor altijd on gelukkig gemaakt. Neen, neen, vader, spreek- zoo niet.... wat ons ook moge overkomen, als wij ons met gelatenheid onderwerpen aan de weder» waardigheden des levens, dan kunnen wij er onze eeuwige gelukzaligheid door verzekeren. Suh»nk mij uwen zegen, dan zal mijn gebed bij God te zekerder verhoord worden. Wees gezegend 1 gezegend 1 herhaalde C aar. liij maakte zich uit de omhelzing zijner dochter los, en vatte den knop van de deur. W aar gaat gij heen vroeg Jeanne be kommerd. Cesar maakte een wanhopig gebaar en ver- hot zonder te antwoorden de knmer. Toen Crucifiks met hare moeder alleen was, vroeg zij Welk ongeluk heeft ons toch getroffen, moeder Mijn arm kind, antwoordde Jeanne, wij zijn doodarm. Welnu antwoordde Crasifiks, dan zullen wij werken. Ik begin groot te worden, ik zal een of ander vak leeren en wij zullen door arbeid den kost verdienen. God houdt de toekomst voor ons ver borgen, mijn kind, maar geloof me, de beproe ving is zwaar. Vader schijnt minder gelaten dan gij, moeder. Minder gewoon aan het lijden dan wij, dragen de mannen het met meer moeite. Moeder en dochter giDgen laat slapen. Toen Jeanne ontwaakte, stond Crucifiks lachend voor haar bed. Zij kuste hare moeder en sprak vleiend Moed gevat, lieve moeder, God zal ons bijstaan Hare moeder beschouwde haar met eene soort van droevige bewondering, en hoe diep het leed Niquel terneerdrukte, hij vorlde zich verteederen door die engelachtige reinheid en vurige godsvrucht, welke over het hleeke gelaat van Crucifiks verspreid lagen. Het geheele g zin begaf zich naar de kerk. Maar Cesars ziel verootmoedigdo zich niet ouder de haud van God, die hem door den tegenspoed beproefde. De ongelukkige schonk geene vergiffenis aan den bewerker van zijnen oi dergang, hij bad cok dat God den bewerker van zijne ramp spoeden rcochte treffen in zijn geluk in zijn fortuin. Jeanne daarentegen had om kracht en geduld, zij kromde zich ouder de haud die haar sloeg Toen zij des avouds hare moeder hij het Blapen gaan eenen nachtkus gaf, zeide zij Troost vader, lieve moeder, het geld, dat hij verloren heeft, zal hem teruggegeven worden. Arme kleine, antwoordde Jeanne, moge de Hemel u verhooren 1 Acht dagen later begon Crucifiks, zonder eenige vermoeiende bezigheid verricht te heb ben, zich doodmoede te gevoelen de eetlust ontbrak haar, ze had overal pijn Jeaune werd ongerust en sprak vau eenen dokter te gaan halen. Crusifiks knielde aan den voet van haar bed neder en bad overluid den Magnificat. Waarvoor dankt gij den Heer vroeg Jeanne. Dat is mijn geheim, antwoordde CrucifikB. Das avonds ging zij vroeg naar bed en don volgenden morgen stond zijn niet op. Haar vader was uitgegaan om werk te zoeken. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Zaterdag 28 November 1908 des voormiddags ten 11 uur. Voorzitter de Edelachtbare heer van Honsewijk. Nadat eerst een geheime vergadering was vooraf gegaan, opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig de leden Schoenmakers, K. Verhoeven, L. v. d. Pluijm Jzn B. v. Dalen, A. L- van Beurden, P. Verschoor, H. Leemans, P. v. d. Pluijm Azn, A. H. van Honsewijk en A. B. v. d. Koppel. De Voorzitter verzoekt den secretaris voorlezing te geven van de notulen der vorige vergadering. Op de vraag van den Voorzitter of iemand aanmerkingen heeft te maken op de notulen zegt de heer L. v. d. Pluijm. In een vorige vergadering hebt u gezegd dat er voor ons 6 onderwijzers zijn geweest en uitstekende menschen, die allemaal afgekeurd zijn- Ik heb daar eens een onderzoek naar ingesteld en het is mij gebleken dat het allemaal onwaarheid is wat u ons hier over hebt gezegd. Hierna worden de notulen onveran- De twee jongetjes waren naar school, de drie kleinste kinderen zaten stil met elkander iö een hoekje te spelen, van tijd tot tijd op staande om naar hunne groote zieke zuster te komen kijken. Lieve, vroeg de moeder, waar lijdt gij pijn Wat scheelt u Morgen komt de dokter, hij heeft het beloofd.,, ach mijn God dit nieuwe ongeluk ontbrak er nog aan Neem eenen stoel, lieve moeder, aut woordde Crucifiks, zet dien vlak naast mijn bed en hoor mij nau... Jeaune voldeed aan diea wensch en liet het hoofd harer dochter in haren arm rusten. Laat den dokter niet halen, begon Crucifiks halfluid, bij zou niots van mijn lijden begrijpen en onmachtig zijn om het te gene zen het is geen gewone ziekte, lieve moe der., het is, ik gevoel het, het aannemen van mijn offer... Welk offer? vroeg Jeanne onthutst. Toen ik de vertwijfeling van vader en nwe stille droefheid zag, was mijn eenige gedachte, mijn eenige wensch uw beider smart te verlichten an u te redden, al zou ik het met mijnen dood moeten koopen. Mot uwen dood, kind lief? Man had mij gezegd, dat God niets weigert aan de kinderen, dit heeft mij ver trouwen ingeboezemd. Op dezen grooten dag... heb ik Hem gesmeekt mijnen vader te redden hem het vervlogen geluk, het verloren fortuin weer te geven en mij tot slachtoffer te kiezen als Hij iemand van dit gezin wilde treffen. Hebt gij dat gedaan? riep Jeanne in een luid snikken uitberstend. Ik heb het gedaan zonder daaraan eenige verdiensten voor mij zelve te hechten... en gelijk gij ziet, ben ik verhoord... nu God mij treft is znlks een bewijs, dat mijn offer Hem welgevallig is. Maar ik wil niet ik wil niet riep Jeanne uit. Jeanne snikte hartverscheurend. Eene omhelzing, waarin zich droefheid, liefde en grenzelooze bewondering vermengden, vereenigde de beide zielen, die zoo waardig waren elkander te begrijpen, en do moeder dankte God haar zulk oen dochter geschonken te hebben. derd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1 Ontslag-aanvrage van de onder wijzers P. J. v. d, Ploeg en F. P.J. Petit. Uit de voorlezing blijkt dat de heer v. d- Ploeg met ingang van 1 Januari te Princenhage is benoemd en vraagt derhalve met ingang van 1 Januari eer vol ontslag als onderwijzer aan school C. De Voorzitter. Heeft niemand hier aanmerking over te maken, anders stel ik voor hem met ingang van 1 Januari eervol ontslag te verleenen Uit de voorlezing van het schrijven van den heer Petit blijkt dat deze is benoemd te Heeswijk en vraagt derhalve zoo mogelijk met ingang van 1 Januari eervol ontslag. Gaat dat niet, dan maar met ingang van 15 Ianuari. De Voorzitter. Is hier tegen geen be zwaar hem met 1 Januari eervol ont slag verleenen. De heer van Beurden. Is het niet beter hem met ingang van 15 Januari ontslag tc verleenen. Wij hebben dap meer tijd- De heer Verschoor. Ja, voor het on derwijs is het beter en het schijnt voor hem het zelfde te zijn. Wordt besloten met ingang van 15 Januari eervol ontslag te verleenen. 2 Vaststelling der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1909. Door den secretaris wordt de begroo ting voorgelezen. Bij de inkomsten heeft geen der leden op of aanmerking te maken. Het totaal der inkomsten bedraagt f49317.75. Alsnu worden de posten van uitgaven voorgelezen. Bij de postjaarwedde voor een klerk ter secretarie f 150 vraagt] De heer van Beurden. Is dat niet een nieuwe post De Voorzitter. Ja. De heer van Beurden- Moet die post dan niet besproken worden of gebeurt dat later. De Voorzitter. Dat kan besproken worden, als je wil. De heer van Beurden. Dan zou ik er wel even bij willen stil staan. Verleden jaar is het ook op de begrooting ge bracht en er is toen besloten het niet daarop te laten. Slechts één lid was er voor en daarom heeft het mij zeer verwonderd eat men er nu weer mee voor den dag komt. Ik had gedacht dat men daar voor eerst niet meer mee voor den dag zou komen. Op welken grond gebeurt zulks nu 't Zou m l. geld wegwerpen zijn. Verleden jaar heb ik mij de moeite getroost om een on derzoek in te stellen hoe het gaat in andere gemeenten. Ik ben toen geweest in Werkendam, Waspik en Almkerk. En wat waren de resultaten van mijn on derzoek In geen enkele gemeente werd salaris gegeven. In Almkerk werd alleen een toelage toegekend van f 75 voor het onderhoud van zijn fiets. De Voorzitter Wacht even. Een vorig jaar heb je gezegd dat Almkerk niets gaf en dat is wel waar, De heer van Beurden. Ik heb gezegd dat Almkerk alleen f 75 toekende voor het onderhoud van zijn fiets en mij is de verzekering gegeven, dat het, als hij weg is, niet meer wordt gegeven. Op welken grond Wil men nu f 150 gaan geven. De Voorzitter. Omdat er iemand noodig is. De heer v. d. Koppel. Ik geloof wel dat de toestand op de secretarie buiten vroeger, heel wat is veranderd, doch ik zou geen post uittrekken voor een klerk ter secretarie. Ik zou liever de secretaris b. v. f 50 of f 75 meer willen geven en dat deze, als hij hulp wil hebben, dan maar een klerk neemt. Als hij hem dan niet bevalt, dan kan hij hem wegsturen, wat wij niet zoo gemak kelijk kunnen doen. De Voorzitter. De secretaris heeft hulp noodig. De loopende zaken moeten ook gebeuren. De heer v. d. Koppel. Als de secre taris dan voor zijn eigen zoo'n klerk neemt. De Voorzitter. Ik geloof niet dat wij het salaris van den secretaris kunnen verhoogen, De heer van Honsewijk. Ged. Staten hebben het pas vastgesteld. De heer Verschoor. In veel plaatsen heb je van die vrijwilligers die in het vak worden opgeleid. De Voorzitter. Daar heb je in 't begin niets aan. De heer Verschoor. In het begin niet, Toen Crucifiks in de vervoering van haar geloof zich als zoenoffer aan God opdroeg, meende .zij misschien haren vader spoedig gered te zien, als door een wonder wellicht, hoopte zij een onmiddellijk uitwerksel van hare opoffering. Zij was zoo jong, en de wegen Gods zijn zoo geheimzinnig en ver borgen 1 Maar als zij het aanvankelijk geloofd had, zag zij zich deerlijk teleurgesteld. Uit het verbaal van de Staak en zijne kameraden,* weet men dat Niquel er niet in mocht slagen eene voldoende kostwinning te vinden. Hij bezat geen aanbevelingen, geen getuigschriften en hij durfde niemand zeggen dat hij bij de Markies Mont ravers in dienst geweest was. Het weinige, dat hij on regelmatig met allerlei arbeid verdiende, was genoeg om het gezin voor den hongerdood te beveiligenmaar ziedaar ook alles. Vrouw Niquel kreeg naaiwerk van een magazijn en Crucifiks, die hoe langer hoe zwakker werd, hielp haar naar best vermogen. Naarmate hare ziekte verergde, schreed zij verder voort op het pad des lijdens. Ongelukkig durfde men dat gezin in zijnen nood geenen bijstand aanbiedenCesai en zijne vrouw zonden dien van dj hand gewezen hebben. Men verschafte Jeanne eenig werk, maar de moedeloosheid maakte zich van Cesar meester. Hij bezat nog den geest van 'zelf opoffering zijner dochter, noch het vertrouwend geloof zijner vrouw. Gevoelens van haat en wraakzucht vervolde zijn hart. Hij kon de naam van Montravers niet uit zijne gedachten verdrijvenzijne onmachtige woede bracht hem in vertwijfeling en uitte zich in eene laf hartige daad: hij wilde sterven. Siüds dien vreeselijken nacht was het, als scheen de Heer de onschuldige dochter voor de misdaad van haren vader te doen boeten, en werden de pijnen van Crucifiks hoe langer hoe heviger. Zij klaagde evenwel niet. Wel verre van te bedaren, nam de trooste loosheid en somberheid van Cesar van dag tot dag toe. Sinds het uur waarop de Staak hem zijno hulp aanbod, hadden de onbestemde gevoeleuB van haat, welke Cesars gemoed vervulden, een bepaalden vorm aangenomen hij zou zichzelve recht verschaften en zich tevens wreken. Cesar bracht een groot gedeelte van zijnen tijd buitons hnis door. Soms bracht hij wat geld mee en wierp het driftig op tafelmen zou gezegd hebben dat het hem in de hand brandde en hij er zich met afgrijzen van af wendde. Zijne vrouw durfde hem niet meer onder vragen hij boezemde haar bijna vrees in. Crucifiks sloeg hem met teedere bezorgdheid gade en het scheen haar toe dat, naarmate de sombere wolk op het voorhoofd haars vaders zich uitbreidde en het duisterder werd in zijn ziel, haar lichamelijke pijnen vermeerderden. Moeder en dochter begrepen dat de ODge- lnkkiga op wraak zon; zij raadden, dat de boozen hem op de h-dling des verderfs voort sleurden, en hij weldra in den onpeilbaren af* grond van den misdaad zoo neerploffen. SomB kwam hij dronken thuis, stiet zijno vrouw van zich af, snauwde de kinderen toe, hij, die in den tijd van zijn geluk zoo liefdevol voor allen was, en wierp ter nauwernood eenen blik op het bed, waarin Crucifiks in zulke hevige pijnen nederlag. Op zekeren avond dat hij weer in een zeer opgewonden toestand thuis kwam, wierp Jeanne zich weenend aan zijne knieëD, en jam merde met eene afgebroken stem Spreek, Cf car, verbreek toch een stilzwijgen dat ons duizenden aDgsten doet uitstaan... wat wilt gij doen Wat hebt gij voorgenomen Wat ik voorgenomen heb antwoordde Niqnel, terwijl hij met geweld op de tafel sloeg, ik heb voorgenomen mijn geld terug te nemen van derg®ne, die het mij ontstolen heeft 1 Van M. Montravers stamelde Jeanne doodelijk verschrikt. Juist 1 goed geraden Maar ongelukkige, wat vermoogt gij tegen dien hardvochtige en onrechtvaardigen man Hij heeft u door zijne knechten op straat doen werpen wanneer gij uw geld voor de tweede maal zult gaan opeischen, zal hij den kommi8saris van politie doen halen Zijn wij niet genoog te beklagen Wilt gij de schande aan de armoede paren (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1