Nummer 101 Zondag 20 December 1908. 31e Jaargang Tweede Blad Gemeenteiaadsveigadefing, Ingezonden Stukken. Aan hem. die zich //noemt'' Een Dussenaar. (Buiten yerantwoordelijkheid der Red*cti<-). M. de R Met belangstelling heb ik uwe me- dedeelingen over de Vakschool gelezen maar wat mij heeft getroffen, om 'tniet erger te zeggen, dat is, dat zoo schoon en degelijk voor de belangen van 't on derwijs en onze school is opgekomen, door den heer Hubrecht c. s. Waar bleet onze afgevaardigde Gaan hem onze belangen niet ter harte, bemoeit hij zich daar niet mee of wat ook. Maar wel vind ik 't meer dan erg, dat onze eminente afgevaardigde niet flinker deze zaak heeft bepleit, hij heeft hier veel doen verloren gaan. Meer zal ik voor 't oogenblik niet zeggen. Morgen is 't vergadering der centrale kiesvereeniging. Ik vertrouw dat 't bestuur eenige mededeeling over deze tekortkoming zal doen, eenig licht zal doen schijnen, of anders zal eene vraag daarnaar wel noodzakelijk zijn. Een kiezer. Besoijen 14 Dec. 1908. Mijnheer de Redacteur Gelieve nogmaals een kleine plaatsruim te af te staan, om die >gewone schoen maker* voor het laatst van antwoord te dienen. Bij voorbaat hiervoor mijnen dank. U schrijft, waarom die handelwijze niet in uw orgaan geplaatst, was zoo iets van de zijde der Patroons geschied, zulks wel vermeld zou geworden zijn. Dat zijn m. i. vooroordeelen waarvan U >gewone schoenmaker* niets weet, bij gevolg moest u dat nog maar afwachten, en het ware beter daarover uw mond te houden, om zoodoende geen twist en tweedracht te zaaien tusschen Patroon en Werkman. Verder schrijft u, dat het uwe bedoe ling niet was de Vakv- te blameeren, maar om op een tekortkoming te wijzen. Wel, wel, doet men dat tegenwoordig zoo Begint men dan met te schrijven wat de goede werking der vakv. be treft dat de waarborg van nul en gee- ner waarde meer zal beschouwd worden dat had eens een Patroon moeten doen en zooal meer, maar van tekortkoming geen sprake. Neen, »gewone schoen maker*, het was wel degelijk te doen om de Vakv. verdacht te maken en in 't vuil te werpen, maar die poging heeft schipbreuk geleden. Nu komt U weer voor den dag met het adres aan den gemeenteraad van Besoijen gericht, aangaande de kermis u dwaalt geheel van het onderwerp* af, doch hierop wil ik u in geen geval antwoord geven, alhoewel ik daarvoor stof genoeg bezit, want doe ik dit, dan komt u misschien een volgende keer weer met wat anders, zoodat we dan wellicht in 1910 nog zitten te discus- seeren, en ik wensch niet langer pole miek met u te voeren. U noemt u een >gewoon schoenmaker,* maar in uw wijze van optreden beschouw ik u nog maar als een heel gewoon schoenmaker U wil iemand wijzen op een tekortko mingmaar u beseft zelf niet eens dat u zoo oneindig veel te kort komt, dat ge uwe plichten als werkman niet eens begriipt, dat ge niet op de hoogte zijt van uwen tijd, anders zoudt ge u wel aansluiten bij onze organisatie, hetgeen ik u ook aanraad ten spoedigste te doen, en als ge dan trouw de sociale cursus volgt, zult ge later over de zaken mee kunnen praten, waar ge het nu al waagt uw neus tusschen te steken. Een georganiseerd schoenmaker. Geachte Redactie l De vrouw in den strijd tegen Koning Alcohol. II. Wat zien we veelal gebeuren Nauwelijks geboren, moet het kind Teeds tegen wil en dank kennis maken met alcohol, in- en uitwendig, want het wordt er mee gelaafd en gewasschen. Treurig. Op de gezondheid van den kleinen •cosmopoliet wordt gedronken en ge klonken de gelukkige vader heeft bij de aangifte der geboorte op het ge meentehuis natuurlijk een borrel noodig, en z'n »vrienden« eveneens. Onderwijl wordt door de buurvrouwen hetzelfde gedaan in de woning, waar de nieuwe wereldburger het tooneel der samenleving lieden, die edele wakkere kerels, zoo jjj0™'-)1 die grond bovendien nog f 1000 per met zijne tegenwoordigheid kwam ver-krachtig zullen eens tot erfgenamen, J^oÖoPmiiTf j"2$ T A «v r. n n r» I - I rn r>Uf .v.\ rrr.il A r I r n t Q r*n n Q K K O eeren. Broertjes en zusjes mogen na tuurlijk niet ten achter staau. Is het wonder, dat zoodoende den kinderen de alcohol-prikkeling eigen wordt en zij reeds >gealcoholiseerd« zijn, nog vóór ze de kinderschoenen zijn ontwassen Is het wonder, dat de kinderen smaak krijgen in het vocht, dat ze geregeld door moeder op tafel zien zetten, om er de eereplaats in te nemen bij ver schillende gelegenheden Als er buurvrouwen moeten verwel komd worden (liefst bij afwezigheid des mans), als er een gezellig >kransje< zal zijn, zoo'n »onder-onsje* van de vrouwen, komt de alcohol in zijn verschillende vormen op tafel. Moeder de vrouw is de schuld ervan. Elke verjaring viert moeder de vrouw op echt »alcoholische« wijze, om 't zoo eens te noemen. De kinderen zijn niet wel, ze klagen over dit of over dat wacht, een beetje alcohol geneest alle kwalen, zegt de onverstandige huismoe der. Vader moet z'n half elfje hebben, z'n eetlust opwekkertje, z'n »welbekome- je-de-maaltijd*, z'n slaapmutsje, alles is 't receptalcohol 1 Bij koude moet de alcohol in huis zijn, om te verwarmen, bij hitte, om op te frisschen, bij droef heid om opgebeurd te worden, bij huiselijke feestjes, om den rechten toon te treffen, bij chagrin, over slechte ver dienste, om 't maar te vergeten als de vrouw niet goed voor 't huishouden zorgt, om toch iets te hebben, dat troost. Doch, dat is niet genoeg. Vader en soms ook moeder de vrouw nemen een flinken voorraad mee, als ze zich ter ruste begeven, tegen zware droomen of nachtmerrie. Men wordt geboren bij den alcohol, die trouw meegaat tot aan het graf. En dewijl de huismoeder verslaafd is aan den drank, komt er natuurlijk van 't gene dat moest gedaan worden, niets of weinig terecht. De kinderen verwilderen, en zoeken hun geluk in de kroeg of op slechte plaatsen. De dron kenschap en losbandigheid voeren ook hen in de armen des verderfengels, en zoo wordt van geslacht tot geslacht die ziektekiem in de ziel overgebracht, steeds meer verwoestingen aanrichtend. }a, de huismoeders, die den alcohol bij de opvoeding des kinds niet kunnen mis sen. hebben 't op hun geweten, dat hunne kinderen en kindskinderen de noodlottige gevolgen ondervinden van den alcohol te gebruiken. Dat niet alleen, uit dat oogpunt be schouwd, n.l. door het slechte voorbeeld der moeder, doch ook, uit een physiek oogpunt, de verwoestingen door den drank aangericht, groot zijn, door de schuld der moeder, is door vele geleer den reeds meermalen aangetoond. Men leze o. a- de belangrijke verhandeling >de Alcohol en het Kind*, van den heer J. Hendrix, in leven onderwijzer te Boxmeer, (welke verhandeling gunstig onthaal vond bij vele H.H. Doctoren uit de omgeving) of >de alcoholische overervingvan Dr. de Vauclerox. Daarin wordt aangetoond, hoe veeltijds drank zuchtige ouders ook jeneverkinderen zullen hebben, of minstens, dat de kiem daarin gelegd is. Verder is er veelal eene grootere ge neigdheid tot allerlei ziekten waar te nemen bij kinderen, wier ouders drank zuchtig waren, dan bij matige ouders. De sterfte van z.g. jeneverkinderen is dan ook erg. Het sterftecijfer der kin deren van drankzuchtige ouders, is ver bazend hoog, vergeleken bij heD, die matige ouders hadden. Statistieken van verschillende landen bewijzen ons dit. Zoo las ik onlangs een stukje van Jules Claretie, onder 't opschrift: »Hoe een ras verdwijnt.* Van de Bretanjers spre kend, zegt hij, dat deze, >dat struisch en forschig ras, vol bewonderensweerdige beradenheid en volherding, de Bretanjers bij wie Renau zooveel deugde en kracht begroette, zijn aangetast en worden ver teerd door die plaagden alcool, die druppel voor druppel de rots van het oude Armorica afknaagt-* Omdat zijne beschrijving zoo interessant is, citeer ik nog enkele regels >Eertijds dronken de Bretanjers appel wijn, den luimakenden appelwijn, en de drinkers sliepen in, vol appelsap, onder de gulden bremstruiken der wegen. Nu bekoort hen de appelwijn niet meer, maar wel de btandezvijnhet vuurwater der wilden, het water des doods, vol gens de geneesheeren der zinneloozen. Zij drinken gedurig alcool, ruw als de Normandische calvados. En die brave klierachtige zonen en dochters hebben, aan al de ellenden prijs gegeven der kinderen van alcoolzieken Ger. Emmers Wzn. (Wordt vervolgd.) Baardwijk. Mijnheer de Redacteur 1 UEil. zult mij zeer verplichten onderstaand in Uw veel gelezen blad op te willen nemen bij voorbaat dankend Nu UEd. moet weten dat wij in onze Gemt. Haarsteeg een weg hebben genaamd, Mom raersteeg of hoek, die vanwege 't Dagelijksch Bestuur en Ileeren Raadsleden zeer stief moederlijk wordt behandeld, ten minste wat het op tijd reinigen en de zoo hoog noodige verbeteringen betreft. Iu een andere ziu is do behandeling minder stiefmoederlijk, wunt 't dagelijksch Bestuur laat dep weg houden wat hij heeft, nl. den modder, kuilen en poelen. De bewoners van die buurt zagen wij dezer dagen zelf de hand aan de ploeg slaan, om den weg te zuiveren en 't pad een weinig in orde to brengen. Er wordt wel eens door Gemt. Raadsleden over gesproken maar niet in den Raad maar wel iu cafó's, en Zaterdag 's avonds op de scheerbaan. De kinderen van de bewoners van dat ge deelte Haarsteeg (en die zijn talrijk,! welke huune dagelijksche plichten moeten vervullen als catechismus en schoolbezoek, moeten dit altijd ten kosten van hunne gezondheid doen. Voor de gezondheid van enkele personen worden sommen uitg< geven en voor de talrijke bewoners van dit gedeelte wordt niets gedaan, 't is of die er niet bij thuis hooren of slechts bij Gemt. raadsverkkzingen. Dan krijgen zij van de candidaat Gemt. Raadsleden de verzekeringen dat ze steeds de belangen van den hoek in de eerste plaats zullen be hartigen. Maar eenmaal gekozen dan is hun wachtwoord Spreken is zilver maar zwijgen is goud of zij laboureeren aan de voor Gemt. Raadsleden zoo aanstekelijke Jaziekte. Waut volgens mijne bescheidene meening zal hij die den moed of durf heeft in de eerst volgende raadsvergadering met een voorstel ter tafel te komen ter verbetering van dezen al jaren te lang geduurd hebbenden toestand, zoo niet van alle collega's dan toch zeker van ieder onpartijdige, en van ieder weldenkend burger, en in 't bizonder, van de bewoners van genoemde buurt, hunnen welgeraeenden dank ontvangen. Ik gevoel me overtuigd dat deze enkele penneukrassen, de vertolkers zijn van ieder weldenkend burger. En dun zal ik als inwoner van het dorp de genoegdoening hebben, dat deze in de eerste plaats tot de gezondheid van de jeugd en in de tweede plaats, tot de verfraaiing van het zoo nijverige Haarsteeg iets hebben bijgedra gen. Haarsteeg, Dec. 1908 BART. Vriend Kees. Wel Kees, wat moeten de raadsleden van Duesen, U toch wel dankbaar zijn, voor het licht het welk door U toedoen, onder hen is opgegaan, dcor het ingezonden stuk van Zon- dug jl.getiteld: Aan heeren leden van den R iad van Dussen. Als ze wisten Kees, wie je waart, dan kreeg jo zéker eervolle vermelding. Ik zeg maar Kees, zulken moesten er meer zijn in Dussen, die kunnen ervoor door gaan dubbelde st \ande boord met een hard jantje zeggen de schippers, nou dat staat courage. Kees,ik heb weiuig tijd en in de courant is weinig plaats. je Vriend SJAAN. gemeente is naar mijn beste weten nog geen eigenaar vau den grond; dat weet «DusBe— naar" even goed als ik, en dat zoo'n grapje den koop nog met een f 200 zal vermeerderen zal hij wel willen gelooveb. Dat de aanleg van een uitweg thans me6i zal kosten, dan bij de bestaande school de oude school voor afbraak minder waarde heeft, dan wanneer de nieuw» in de onmiddelijke nabijheid stond en meer zaken van ondergeschikt belang zullen wo maar achterwege laten. Ik kom dan toch nog wel san 'n ruim f 6000en ik moest maar f 5000 verantwoorden. Dat valt mee. Nu ons tweede punt Of ik bewijzen heb, dat de burgemeester een onderwijzer tegen het hoofd der school opzette? N'en, mijn goede man. Hier moet ge me op m'n woord gelooven. Ik ben die onderwijzer, waarvan in v. d. P.'s laatste stukje sprake is. Waren er toen leugens verteld, van belanghebbende zijde ware tegenspraak gevolgd. Men zweeg echter, en.... wie zwijgt stemt toe. Waarin dat «opzetten" dan wel bestond? en wanneer dat geschiedde Op Zaterdag 31 Mei 1907 tusschen één en twee uur in den middag ontving ik, als pas benoemd onderwijzer in het huis dos burgemeesters talrijke wijze raadgevingen, zoowel op pae— dagogisch, als op onderwijsgebied. Ook het gedrag van een onervarene tegenover zijn meerderen werd aangewezen steeds je eigen wil doordrijven en toonen, dat ge ook wat te zeggen hebt, want.... Broeders heeft niet voor niets het liefste jonge krachten aan z'n school, daar kan hij mede doen, wat hij wil Maar wat zal ik dezen mummuleuden «Dus senaar" trachten te overtuigen Dat is toch onmogelijk. Hij blijft wonen op het versleten, duffe zolderkamertje van z'n bekrompen ge— dachtenwereld. SjoDge, sjonge, wat schiet me die breikous tante daar op het laatst nog uit 'r slof! Moeten we zwijgen over de toestanden te Dussen Kom, dat meent ge niet. Ge zijt toch niet bang, dat er te veel aan de groote klok komt te hangen? Wat zegt ge: heb ik er geen verstand van? Best mogelijk, mijn waarde uw verstand echter schijnt ver te zoeken, want op den eenen regel bestrijdt ge m'n meening, terwijl ga mij onmiddelijk daar op gelijk geeft. Dat ik bij mijn schetsen over Dussensche toestanden geenszins heb overdreven, dat zal ieder verstandig mensch u wel weten te vertellen. Mst beleefden dank voor de verleende plaatsruimte verblijf ik hoogachtend P. J van der Ploeg. ik Daar we van den laatsten volzin absoluut de strekking niet konden snappen, hebben we hem er maar afgelaten. Dussen, 0, 19/12 '08. Mijnheer de Redacteur Gelieve s. v. p onderstaande een plaatsje in te ruimen in Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat daarvoor mijn welgcmeenden dank. Hallo, Dussonaar 1 waar zijt ge nu? Hier is v. d. P. wederom. 01 de moed mij in de schoenen is gezonken Of ik bang ben ge worden Of ik het belachelijke mijner han delwijze heb ingezien? Allemaal onzin! niets van dat alles! Waar ik dan ben geweast? Wel, Dus8enaar, ik heb geslapen en gij hebt mij wakker gemaakt. Dat was slechten..,, dom van u; want slapende honden moet men niet wakker maken; zij zouden kunnen bijten. Maar laat ons nu eens niet lachen laat ons nu geen grapjes maken over den schan delijken onzin, dien «Dussenaar" verkoopt in de Echo van 1 1. Laat ons liever onze diepe verontwaardiging er over uitspreken, dat iemand op zoodanige wijze een streven naar verbetering van slechte toestanden durft to bekladden, en in zoo weinig regels zooveel onzin neerschrijft, dat een ernstig man zich afvraagt, waar de vent den moed vandaan haalt, «ra met zooveel brutaliteit op te tre den, en partij te trekken voor zooln persoon lijkheid. Ik sprak boven van onzin, want onzin is het, wat deze persmuskiet inden—slechten zinvanhetwoord heeft neergeschreven. Kom, laat ik mij nog even de moeite ge troosten, dien Dussenaar te overtuigen. In de eerste plaats dan hoe ik aan die f 5000 kom? Luister dan maar: le nieuw te bouwen woonhuis met aan te leggen tuin aankoop van den benoodigden grond, enz. (f 150 huurwaarde) te zamen f 3500 2e aan koop grond voor een uitweg f 750 3e aan koop land voor den geheelen bouw voor f 3000bouwde men achter de bestaande school dan had men slechts de helft van den grond noodig, dien men thans moet koopeu Dussen, 1811 '08. Geachte Dussenaar. Ik plaats een vraagteeken achter het woord Geachte*, en met recht Iwe woorden toch ter bestrijding van den Heer V. d. P. uit Wijk C. (die het maar wat goed voor heeft) zullen door geen inwoner van Dussen als geacht beschouwd worden. Ge hebt ge lachen, zegt ge, met het schrijven van V. d. P. Hoe is 't moge lijk, vriend Ge waart toen zeker aan het ijlen Als ik je een goeden raad mag geven houd uw lach spoedig in, anders loop je gevaar uit de samenleving verbannen te worden naar eene plaats, waar men lacht den lach der dwazen 1 Wellicht behoort ge tot de troetelkinderen van het Dagelijksch Bestuur, zooals kaliber Meijers en Co. Dan geef ik je gelijk. Immers >Om der wille van het smeer Likt de kat den kandtleer.* Het Dagelijksch Bestuur, dat reeds jaren aan een leiband loopt, gelijk een bruine beer aan den leiband van een zigeuner, zal u nog wel eenige drup peltjes laten opvangen van de bijna drooge melkkoe 1 Voor dezen keer genoeg, want de Redactie verzoekt kort te zijn. Kees 2. MADE. De heer Segeren vraagt hoelang of dat de gegeven concessie nog duurt. De Voorzitter zegt, dat met Januari de concessie vervalt, doch dat de Pro vincie weer voor langer concessie heeft verleend. De heer Janssen is er voor om maar voor een jaar concessie tegelijk te ver kenen, dan ben je nooit zoolang ge bonden. De heer Segeren is hier ook voor, hij heeft bet gepasseerde jaar al zoo gezegd. De Voorzitter komt hier tegen op en zegt dat het beter is even lang te geven als Ged. Staten. De heer Segeren is hier tegen, want er wordt allemaal maar getrokken, 't Vorig jaar was 't ijzer duur, 't geld was duur cn nu is alles goedkoop en nu wordt nog niets gedaan. De heer van Oyen- Hij zou ons maar aan de draai houden en wij leggen vast. De Voorzitter geeft de heer Segeren den raad zelf concessie aan te vragen, dan zal het wel beter gaan. De heer van Segeren. Nee, dat doe niet. Ge het me dat in een vorige vergadering ook al gezegd, maar dat is niks. Een man van 71 jaar zooals ik begint daar niet meer aan. Maar wij hoeven ons toch niet vast te laten leggen. Dc heer v. d Vecken. Stelt voor om voor een jaar weer verlenging te ver kenen. Dit voorstel wordt in omvraag ge bracht en aangenomen- Alken de heer Segeren stemde tegen. De Voorzitter zegt hier nog wat te willen zeggen naar aanleiding van het adres van Hagers- In Drimmelen is gesproken alsof ik minder om Drimmelen geef, ja alsof ik tegen Drimmelen ben, aldus de Voor zitter Die onwaardige praatjes wensch ik ver van mij af te werpen. Ik geloof dat er geen reden bestaat om zoo maar klakkeloos dergelijke praat jes rond te strooien. Mijn verleden wijst er niet op en ik hoop ook in de toekomst zoo te werken, dat ik dergelijke praatjes van mij mag afwerpen. Steeds heb ik in alles de rechtvaardigheid betracht en zal dat blijven doen. De heer Stal zegt dat zulks zal zijn naar aanleiding van de bespreking in de vorige vergadering. De Voorzitter. Ik heb toen gezegd om een zaak van groot belang te redden dat het beter is een halve ei dan een leege dop. Je moet rechtvaardig zijn. In Drimmelen hebben ze betere middelen van vervoer dan in Made, daar hebben ze boot en spoor. De heer Stal. ]a, maar 't is nog geen half c-i, nog maar een kwart ei. De Voorzitter. Ik heb steeds getracht om eerlijk te zijn en zal dit trachten te blijven. Als ik in iets gedwaald heb, wat ik natuurlijk kan doen, daar ben ik mensch voor, dan zal ik gaarne beken nen. Als ik mijn hoofd zal neerleggen zal men niet anders kunnen getuigen. Na nog eenige discussie komt aan de orde 5. Schrijven van de Commissaris der Koningia. De Commissaris wijst in zijn schrijven er op dat het hem gebleken is dat in Noord-Brabant de politie te weinig doet om in het bezit te komen van een po- litie-diploma. De Voorzitter zet hierna het nut uiteen van goede politie en stelt voor d; po litie f 50 vergoeding te verleenen als zij in het bezit is van een diploma. De heer Janssen ziet er het nut niet van in, als de politie een procesverbaal goed kan schrijven is voldoende. De heer Veekemans zegt dat daar nog wel wat mee kan worden gewacht, daar in den winter de politie hier toch geen tijd heeft om te studeerer. Dan hebben ze hier wel wat anders te doen. De Voorzitter brengt het voorstel in omvraag, dat wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Voor verleening van f 50 stemden de heeren Stal, Elshout, W. Stal en de Voorzitter. 6. Adres van de varkensverzekering. Het adres wordt voorgelezen. Hieruit blijkt dat de vereeniging, door de vele sterfgevallen welke onder de varkens heeft plaats gehad, voor een groot te* kort staat, wat door de leden niet kan worden bijgebracht, daar de Vereeniging hoofdzakelijk uit werklieden bestaat en vraagt derhalve eene subsidie van f 300. De Voorzitter zegt niet veel te ge voelen, om de gevraagde subsidie te verleenen. Als men een verzeker'ng sluit, moet men bij een degelijke ver zekering gaan die een reserve-kapitaal heelt. Dan is men voor dergelijke dingen gevrijwaard. De heer Janssen is er ook tegen om dat er leden van de vereeniging zijn, die er ook tegen zijn. Het bestuur heeft het maar gedaan. De heer van Oijen zegt het jammer te vinden voor de arme donderke's. Maar er zijn ook gegoeden in de ver eeniging. Met algemeene stemmen besloten af wijzend te beschikken. Hierna gaat de raad over in geheim comité. Wij hebben het verslag ditmaal hoe-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 7