Toegewijd aan Handel., Industrie en Gemeentebelangen.
Kerstmis.
Gemeenteraadsvergadering.
u in nier
Vrijdag £5 December UrOS
31 Jaargang.
1 T 0 0 N T IE L E li
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
Eerste Blad.
HET GEHEIM
VODDENRAPER
IJ i t ri v e k
FEUILLETON.
A
RAOUL DE NAVERY.
WASPIK.
Men,
WaalwUksrbe fn Ujgxtuitsrkt Courant,
Dit Bhd verse ijnt Woensdag- en Zaterdagavo n d.
b o n n b m e li t s p r ij s per 3 inaai;den f 0."5.
?raiwo prr pu»t door het geheele rijk f 0.90.
Brie* ingeaondeu stuiken, geiden enz., franco te ze. oden .<n den
l "itgever.
Wg msn >Vj& '.Qggyay
m8JpgA»j'>ü tmnov - V--t p#U*. n-u*ygjaafWBWBBHW—
't
W A A L W IJ X. Teïefoonnummer 38.
Advirt.-NTDsn 17 regels f 0.60 j daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertcntiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 3maal berekend. Voor plaatsing vau een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Nog eenige uren en de dag is weer
daar, waarop millioenen en nogmaals
millioenen volgelingen vau den Christus
den blijden stond herdenken, dat de
Heiland der wereld, schijnbaar als een
nietig menschenkind op aarde neder
daalde om het slavenjuk te verbreken,
waaronder de »vorst der duisternis*
Adams zondig nageslacht reeds zooveel
eeuwen den nek gekromd hield.
Wij, van nature meer geneigd om
vooruit te zien dan terug te blikkenvieren
telken jare dit feest met opgewekten
geestsmaken de reine, onverklaarbare
vreugde, die op dezen eenigen dag ons
hart sneller dan gewoonlijk doet kloppen
gevoelen, hoe de boezem zich verruimt
maar toch trekken wij onze phantasie
slechts zelden de vleugelen aan om eens
te verwijlen in die lang vervlogen tijden,
toen de wereld nog zuchtte naar de
komst van den reeds zoo lang beloofden
Messias der volkereu. En toch was dit
eigenlijk noodig om de hooge beteekenis
van het feit, eenig in de wereldgeschie
denis, wat beter te beseffen en te waar-
deeren-
Wij, geboren in eene eeuw, die reeds
zooveel hinderpalen en slagboomen zag
verdwijnen die rustig, vreedzaam en
ongestoord de vruchten van onzen arbeid
genietenons koesteren in de gouden
stralen der vrijheidszonne, kunnen ons
nauwelijks indenken in den tijd, waarin,
om zoo te zeggen, satan den schepter
zwaaide, het overgroote deel der be
volking in slavernij wegkwijnde, het recht
verkracht werd, de liefde scheen uitge
doofd en een alles overheerschend ego
isme schier alle kiemen van godsdienst
en menschelijkheid in de harten ver
stikte, zoodat haast met reden getwijfeld
mocht worden, of de mensch wel voor
een hooger, beter en eeuwig leven ge
schapen was.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
VAN DEN
NAAR HUT FRANSCH VAN
58.
Hier ben ik I antwoordde <le knaap, die
een paar gatten bediende.
Er zijn vijf en twintig frank voor u te
verdienen met dezen avond palfrenier te
Bpelen, sprak de Guit, dat is te zeggsn, twee
maal het portier van het rytuig te openen
en te slniten.
Is het ver van hier?
Chausséa d'Antin.
Bij voorname lieden?
Bankiert 1
Begrepen; ik ben van de parfij.
De Ekster trok de livrei van Jack aan en
was op eenen oogwenk in eenen palfrenier
herschapen, Hy had een mager en bleek ge
laat gelijk Jack, maar hij scheen minder
spotziek en hij zag iemand vrijmoediger in
het gezicht.
Moed gehouden, jongens, zei de waar
din, er is van avond wat te verdienen.
Er wordt immers een oog in 't zoil ge
houden vroeg de Gnit knipoogend.
Wees gerust, zoon 1
Voorwaarts, kleine 1 en vergeet niet op
den naam van Jack te antwoorden.
De Guit en de Ekster stapten in het rijtuig
dat hen weer naar het Café du Delta voerde.
Toen de Ekster er binnentrad, neuriede hij
«en brokstuk van een lied, terwijl hij eenen
bezoeker voorbij ging, die snel het hoofd op
hief, den knaap een bijna onmerkbaren wenk
gaf en dadelijk daarop het café verliet om
Nauwelijks echter heeft het. heerlijke
ïGloria in Excelsis Deo* over Bethle-
hems velden geklonken, of de aarde
slaakt een kieet van verlichting; de
herders, opgeroepen door de koren der
Engelen, de drie Koningen door de won
derbare Ster, spoeden zich naar den ar
men stal, en die allen, nederknielend bij
de kribbé van Hem, die is, die was en
wezen zal, aanbidden hun Koning.
Die, schoon Schepper, Heer en God,
Ligt als kind in d'arme grot
Daar aanschouwen zij het eerste voor
beeld van verachting van aardsche groot
heid van edele zelfopoffering van ecne
alles overweldigende liefde daar wordt
een geheel nieuwe leer, niet in woorden,
maar in daden geprediktdaar open
baart de zwakheid hare kracht, de
nederigheid haar luister, de armoede
haar rijkdom, het stilzwijgen zijn wel
sprekendheid.
Van daar straalt het licht, dat dra
schijnen zal tot aan de uiterste hoeken
der wereldvan dat zwakke kind zal
een kracht uitgaan, die, alles wat weer
stond eens verpletteren zal. Door geweld
Neen, driewerf neen, door liefde.
Zeker, dat oog hetwelk nu zelfs nog
niet het zwakke licht der toorts verdra
gen kan, zal eenmaal met één enkelen
blik hemel en aarde en de gewetens
der schepselen peilende handen, die
nu nog krachteloos neerliggen, zullen
later de bliksems der gramschap slin
geren op menig schuldig hoofdde
mond, welke nu slechts een smarttoon
uitstoot, zal op den grooten dag cok
over velen de eeuwige verdoemenis uit
spreken, doch niet, dan nadat zijn ge
duld lang genoeg getart is, de zondaar
niet anders wil, zijne rechtvaardigheid
het gebiedt. Niet om te verdelgen, maar
om op te zoeken wat verloren was, om
zalig te maken, kwam het »Vleesch ge
worden Woord* op aarde. Ruim negen
tien eeuwen zijn sinds voorbij gesneld
en nog gaat geen dag voorbij, of dit
feit wordt besproken het lieflijk tooneel
in den armen stal blijft voortgaan met
den kunstenaar te bezielen, en in woor
den, tonen, steen of kleuren vertolkt
deze de vreugde en aandoeningen des
harten.
Viert feest dan gij allen, die het Kind
van Bethlehem uw Verlosser moogt
een rijtuig te zoeken.
Hij had er spoedig eeu gevonden, het was
hetzelfde nummer 4322, en terwijl hij den
koetsier een vijffrankstuk gaf, zegde hij
Ik neem u bij bet nnr... twintig franken
drinkgeld als ik over u tevreden ben
En wat moet ik doen om u tevredon
te stellen, mijnheer?
In de eerste plaats naar de Chaussée
d'Andiu, no. 17, rijden en daar stil houden
zonder aan te bellen.
En daarna
Zullen wij zien.
Tegen tien ure verlieten de gewaande Jack
en Victor Bude het café en reden naar bet
hotel Monfravers.
Inmiddels had de man, die met d«-n Ekster
een teeken gewisseld had reeds laug op wei
nige passen afstand van hetzelfde hotel met
zijn rijtuig post gevat. Toen bij den koetsier
en den palfrenier had zien binnengaan stapte
hij uit, gelastte den koetsier hem te wachten,
nadat hij hem vooraf ruim betaald had, en
keerde een kwartier unrs later terug met
twee stevig gespierde mannen.
Alle drie stapten in het rijtuig en wachtten
In dien tusschentijd voltooiden mevrouw
Montravers en hare dochter haar toilet.
De vrouw van den bankier droeg een licht
grijs zijden kleed met eene tuniek van kost
baren kanthaar tooisel flikkerde van da
tallooze juweelen.
Diana kleedde zich langzaam met behulp
van Marietta, zij had gestadig iets aan te
merken nu zat dit strikje niet goed, dan
dat weer niet, kortom zij maakte het hare
kamenier erg lastig, en geraakte zelve uit
hare goode luim
Toen haar toilet ten laatste geëindigd was,
trad zij in het vertrek van hare moeder.
Laat eens zien, hoe u alles staat, zeide
mevrouw Montravers met een vriendelijk
lachje.
Zij bezag hare dochter vluchtig en hervatte
met meer ijdelheid dan liefde
Gij zijt waarlijk om te stelen
O minder dan gij, antwoordde Diana,
maar ik wil de paarlen, die vader mij gegt-
ven heeft, eer aandoen-..
Daarvan wilde ik mij juist eens komen
noemen en die voor U boven een plaats
wil bereiden.
Viert feest, huisgenooten, familie-leden
die op dezen dag, misschien van verre
zijt bijeen gekomen, om nog eens on
derling en met elkander de genoegens
van den huiselijken haard te deelen.
Viert fec^t, gij eerzame werkman, die
in den Heiland een broeder mag aan
schouwen, die U in den harden arbeid
is voorgegaan die hamer, beitel en
schaaf in het gezin te Nazareth gehan
teerd heeftdie gedurende zijn smartvol
leven niet opgehouden heeft voor uwe
verheffing te lijden cn te strijden. Bedenk
echter hierbij, dat Uw voorbeeld niet
streefde naaf recht maar naar plicht, wijl
de vervulling van den plicht alleen slechts
ware gemoedrust schenkt.
Viert feest, gij rijken of meer bedeel
den, doch vergeet vooral op dezen dag
uwen armen evenmensch Gods toonbeeld
niet. Ook de herders offerden van hun
armoede nog een lam bij de kribbe.
Viert feest dan allen op een wijze als
het past bij de herdenking van een dag,
waarop de Engelen naast het s>Glorie
aan God in den hooge* ook zongen
Vrede op aarde aan de menschen, die
van goeden wille zijn*. A. C. V. D. H.
W— 11 i jjiifMn
Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Waspik, op Vrijdag 18
December 1908.
Voorzitter W.Ed achtb. Heer P. Dek
kers.
AanwezigSmeur, Gijsman, Kamp,
van Soa, Lange werf, Ruijtenberg, Zacht,
de Bont, Zijlmans, Teunen en Klaassen.
De Voorzitter opent de vergadering
en verzoekt den secretaris de notulen
der vorige vergadering voor te lezen,
welke na voorlezing onveranderd worden
goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Een schrijven van B. en W. van Was
pik inhoudende verzoek om hen te mach
tigen tot het houden van verkoopingen*
verpachtingen en aanbestedingen en
verhuriagen voor de gemeente voor het
dienstjaar 1909.
Aangenomen.
vergewissen, liet eene vroolijke stem zich
hooren.
Mijnheer Montravers vertoonde zich in de
deur.
Waarlijk, Diana, gij hebt gelijk, lachte
hy, gij doet mijne paarlen eer aan en gij,
mijne lieve, vervolgde hij, zich tot zijne
vrouw wendende, gij zult de rijkste toiletten
van het bal in de schaduw stellen. Gij draagt
uwe vijf maal honderd duizend frank juwea
len vorstelijk.., 't Ia waarlijk geen bagatel...
Uw juweelkistje vertegenwoordigt dertig dui
zend frank rente een dood kapitaal.
Mijnheer 1 sprak Mevrouw Montravers
gebelgd.
Dit is het gevoelen van den bankier,
niet de mesning van den «chtgenoot.... Ver
maak u goal Ik ga eeu kaartje spelen in de
sociëteit, doch kom u stellig afhalen.
Zooals ga verkiest, antwoordde m9vr.
Montravers onverschillig.
Diana gaf bevel om in te spannen, en tien
minuten later kwam de kamerdienaar aan
kondigen
Het rijtuig van mevrouw is voor 1
De kamenier liet nog eens vluchtig het oog
gaan over het toilet der beide dames, wierp
satijnen pelsen over hare schouders, en me
vronw Montravers en Diana daalden rnischend
de breede, met dikke tapijten belegde trap
pen af.
Waarlijk 1 als men ze zoo glimlachend en
getooid, met juweelen overladen, naar be
neden had zien komen, om zich naar een
feest te begeven, waar zij hare ijdelheid zoo
zeer gevleid hoopten te zien, zonden vele
menschen haar benijd hebben, en toch!....
Victor Bude hield de teugels der paarden
met erne stijve deftigheid, welke den besten
Engelschen koetsier waardig zou geweest zijn,
de Ekster stond aan de trede van het open
geslagen portier met den hoed in de hand.
Een minuut later zaten Diana en hare moe
der in de koets.
Naar het paleis het Elysée, klonk het
bevel.
Rustig stapteu de paarden de koetspoort uit,
doch zoodra ze op strnat waren, legde de
koetsier er de zweep over, en ic snellen draf
reed men voort, gevolgd door het huurrijtuig
Schrijven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring der begrooling over 1909,
met een totaal bedrag der inkomsten
van f 17210.661/s en der uitgaven van
f 17210.6679.
Schrijven der Ged. Staten met verzoek
aan de salarisregeling der onderwijzers
enkele bepalingen toe te voegen omtrent
verlof tijdens ziekte.
Hierbij was gevoegd een schrijven van
den heer District-schoolopziener, voor
stellende eene gunstige wijziging van de
salarisregeling der onderwijzers.
B. en W. stelden voorde salarisregeling
te laten als vastgesteld.
De heer van Son brak nog een lans
voor eene betere regeling van het sa
laris van het hoofd der school, doch te
vergeefs.
De salarisregeling der onderwijzers werd
in 't geheel niet meer vernoemd en het
advies van den heer District-schoolop
ziener slechts in zooverre aangehaald als
het kon strekken tot bevestiging der
eenmaal aangenomen regeling.
Het ziekteverlof der onderwijzers werd
geregeld als volgt.
Art. 8 (der salarisregeling). Aan on
derwijzers en onderwijzeressen, aan wie
overeenkomstig het advies van hun ge
neesheer een verlof wegens ziekte wordt
toegestaan, wordt dit verlof met behoud
der jaarwedde niet langer dan gedurende
zes achtereenvolgende maanden ver
leend.
Art. 9. Blijkt na het verstrijken der
6 maanden, in art. 8 genoemd, uit een
rapport van den geneesheer, dat de on
derwijzer of de onderwijzeres nog niet
in staat is zijne (hare) werkzaamheden
te hervatten, dan kan hem (haar) we
derom voor ten hoogste 6 maanden een
verlof worden verleend met dien ver
stande echter, dat voor de jaarwedde
van den onderwijzer of van de onder
wijzeres een bedrag gelijk aan de helft
van zijne (hare) jaarwedde wordt inge
houden, hetgeen ten behoeve van zijne
of hare plaatsvervanging als salaris door
de gemeente moet worden uitbetaald.
Art. 10. Aan de onderwijzers die
ingevolge art. 110, art. Ill, art. 141
vierde lid, art. 141 bis of art. 142 der
militiewet 1901 of krachtens art. 11 der
landweerwet onder de wapens of in
werkelijken dienst zijn, wordt verlof
n. 4322.
Diana en hare moeder wisselden geen woord
beide ware in gedachten verdiept.
Plotseling uit hare mijmering opschrikkend
verwonderde mevrouw Montravers er zich o-
ver, dat zij, hoewel de paarden snel liepen,
het doel van hunnen tocht nog niet bereikt
hadden.
Hot kwam haar voor, dat zij het gehinnik
dar paarden het gedruisch der portieren, het
roepen der koetsiers, de bevelen der politiea
genten, kortom, al het rnmoer hadden moeten
hooren, dat gewoonlijk heerscht in den omtrek
waar een groot feest gegeven wordt. Niets
van dat alles werd zij gowaar; het rijtuig
rolde niet meer over de straatsteenen, maar
over het macadam, en de wpg was Btil als een
kerkhof.
Mevrouw Montravers begon zich eeuigszins
ongeinat te maken-
Victor 1 riep zij, Victor
De koetsier hoorde niette vergeefs trok
de jonge vrouw aan de koord, Victor had ze
niet om zijnen arm geslagon ook dit baatte
haar dus niet.
Nu begon mevrouw Montravers wezenlijk
bang te worden.
Mijn God wat zou dat moeten betee—
kenen
Diana liet driftig eau der der voorraampjes
ueêr en vatte den koetsier bij ben arm.
Houd stil riep zij, houd stil?
In plaats van te gehoorzamen, liet de koet
sier nog eens duchtig aan de paarden de
zweep voelen, en daar de fiere rossen niet aan
zulk eeu behandeling gewoon waren, snelden
zij in woeste vaart door.
De onbestemde, onwillekeurige vrees van
mevrouw Montravers veranderde nn in eene
anstiga spaBuing, zij liet een der portierraam
pjes zakken en zag naar buiten.
Het rijtuig reed door eene eenzame dreef
van Champa Elysées, op eenigen afstond ge
volgd door een huurrijtuig, dat echter te ver
af was, dan dat haar geroep dit zon kunnen
bereiken.
Toen het rijtuig eenen zij weg genaderd was
die weer stadnwaarts voerde, klonk er een
schel, driewerf herhaald gefluit; het lij tuig
stond plotseling stil, de beide portieren gingen
verleend met behoud der jaarwedden,
ten ware in één der gevallen, vermeld
in art. 110, 141 vierde lid of 141 bis
de afwezigheid uit de school langer
mocht duren dan één jaar, in welk ge
val de jaarwedde slechts gedurende één
jaar wordt uitgekeerd.
Art. 11. Wordt aan een onderwijzer
buiten de gevallen bedoeld in de arti
kelen 7, 8 en 9 of van eene onderwij
zeres, buiten de gevallen bedoeld in de
artikelen 7 en 8, een verlof verleend
voor lauger dan 14 dagen, dan wordt
van de jaarwedde ingehouden hetgeen
ten behoeve van zijne (hare) plaatsver
vanging als salaris door de gemeente
moet worden uitbetaald.
Art. 12, Voor tijdelijk aangestelde onder
wijzers of onderwijzeressen wordt geduren
de der. verloftijd zoowel in als buiten het
geval van ziekte het geheele salaris in
gehouden.
Art. 13. Aan de gehuwde onderwij
zeres, die hare bevalling tegemoet ziet,
wordt een verlof verleend, ingaande drie
maanden vóór het tijdstip, waarop de
bevalling kan worden verwacht, en ein
digende 1 maand na hare bevalling.
Gedurende den tijd van dit verlof
wordt hetgeen ten behoeve ter plaats
vervanging van de ondérwijzeres als
salaris door de gemeente moet worden
uitbetaald, van hare jaarwedde inge
houden.
Art. 14. Is de onderwijzeres, in art.
13 bedoeld, één maand na hare beval
ling volgens het oordeel van den ge
neesheer nog niet in staat hare werk
zaamheden aan de school te hervatten,
dan treden de gewone regelen van verlof
bij ziekte in.
Deze regeling wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Nu komt aan de orde de kwestie der
garantie in zake het post en telegraaf
kantoor-
Na eene uiteenzetting van den voor
zitter, wordt volgens het voorstel van
B, en W. besloten, de garanten van
alle verplichtingen te ontslaan, zoo er
nog van verplichtingen sprake kan zijn.
Voor stemden Ruijtenberg, Zijlmans,
Zacht, Kamp, Smeur, de Bont, Lange-
werf en Klaassen-
Tegen van Son en Teunen, terwijl
een lid buiten stemming bleef.
gelijktijdig open, twee mannen stapten in, en
met eene behendigheid, die evenzeer gotnigde
als koelbloedigheid, bonden zij de beide vrou
wen de armen op den rug vast, stopten haar
eeu zijden doek m den moud, zetten zich te-
genover haar, sloten de portieren en riepen
den koetsier toe Vooruit! En voort ging liet
weder met snelle vaart, nadat nog eon man
naast den koetsier plaats genomen had.
Nog steeds bleef de vigilante hetrijtuig van
dichtbij volgen.
XXVI. IN DE VAL.
Een ontzettende angst vervulde het hart
der beide vrouwen. Waar veerde men haar
heen Wat had men met haar voor Klaar
blijkelijk waren zij do slachtoffers van een
schandelijk, lang vooruit beraamd plan. Victor
was da handlanger, de bondgenoot van de el
lendelingen, die haar gelijktijdig ontvoerden
Beiden zochten in haren geest welke vijanden
zij kouden hebben, en zij vonden er geene.
Zij leefde zonder goed te doen, maar deden
ook niemaud kwaad. Wanneer men haar en
kel wilde bestelen, waarom had man haar
dan niet dadelijk op den eenzamen weg de
diamanten ontnomen, die haar hoofd, hals en
armen sierden Het gold dus meer een wraak
oefening dan een diefstal. Iemand moest er
belang bij hebben baar in zijne macht te
krijgen.
Eene konde rilliBg liep Mevrouw Montra
vers door de loden, bij de gedachten aan de
folteringen, die haar misschien wachtten, maar
het moet gezegd worden, dat zij meer angst
gevoelde voor hare dochter dnn voor zichzel-
vo Te midden van de vertwijfeling, waaraan
zij ten prooi was, mocht zij niet eens den
troost smaken Diana's aangezicht te zien. De
bandieten, die haar ontvoerden, hadden de
blauw zijden gordijntjes neergelaten, zoodat
bet in het rijtuig geheel donker was.
Maar uit de half liggende houding van
D ar.a in de kussens, meeude de ongelukkige
moeder te mogen opmaken, dat zij in onmacht
lag.
(Wordt vervolgd.)