Nummer 3.
Woensdag 6 Januari 1009,
32 J aai gang.
Toegewijd aan HandeS, industrie en Gemeentebelangen.
i
AMTOON ÏIELEN,
HET GEHEIM
VODDENRAPER
Uitgever:
Aardbeving in Sicilië.
^FEUILLETON.
RAOUL DE NAVERY.
De Echo van het Zuiden
WMlwfjksele en Liiptrittsche Cnarait,
Dit Blad verscl.tjnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Framo per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken r gelden enz., franco te zenden aan den
Ui tgever.
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advïrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8maal ter plaatsing opgegeven,
worden '2m;ial berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels cd
advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Het vreeselijkste van de ontzettende
ramp, die het Zuiden van Italië getroffen
heeft, is wel het feit, dat nog zoovelen
honderden, wellicht duizenden, haar
hebben overleefd, uren en uren, dagen
en nachten hebben gewacht op hulp,
geroepen om redding en toch ten slotte
aan pijn en dorst, aan honger en angst
zijn bezweken.
»Het getal reddingen vermindert sterk»
zegt een der laatste telegrammen, terwijl
de eerste dagen uit eiken puinhoop bij
de nadering van menschen, hulpgeroep
weerklonk.
Zend schepen en menschen, seinde
de koning uit het geteisterde gebied,
veel menschen en schepen en kalk....
kalk om de lijken te begraven.
En er wordt van alle zijden hulp ge
bracht, die niet geheel te laat komt.
Er moet bovendien nog zooveel worden
gedaan voor de tallooze gewondeu en
verminkten en ter leniging van honger
en kou.
De Paus gaf een millioen lire, tal van
anderen in verschillende lauden schonken
groote, al is 't niet zóó groote bedragen.
Een honderdtal overlevenden zijn gehuis
vest in het koninklijk paleis te Capodi-
monte het koninklijk huis voorziet in
hun behoeften.
Het Amerikaansche Congres zal Maan
dag 500,000 dollars bestemmen voor
verlichting van den nood der slachtoffers
in Italië.
Het Amerikaansche schip >Celtic» is
met 17, millioen rantsoenen, genoeg om
gedurende een maand 50.000 menschen
te voeden, met honderden tenten, bed
den, geneesmiddelen en instrumenten en
een houten hospitaal uit New-York naai
Messina vertrokken.
De Regeering der Vereen. Staten zal
de geheele Atlantische vloot, die morgen
te Port-Said aankomt, naar Messina
zenden.
De vloot, die onder bevel staat van
admiraal Sperry, en 16 slagschepen telt,
kan daar in het midden der volgende
week aankomen.
Reggio di Calabria is gedurende 2
dagen zonder hulp gebleven. Vergeefs
gaven de overlevenden signalen aan de
schepen, die door de straat van Messina
voeren. Een schip naderde, maar kon
Van „DB ECHO VAN HET ZUIDEN".
VAN DEN
NAAR HKT FRANSCH VAN
60.
Uij meent dat kind te beminnen, hernam
Niquel, maar ge bemint haar niet 1 In uwe
school opgevoed, zal ze u overtreffen in zwak
heid, in behaagzucht, in slechte neigingen,
en hare dochters zullen ook haar weder
voorbijstreven. Ach giftig addergebroedsel.
welk eene toekomst bereidt gij n zelve
Diana drukte stilzwijgend de hand harer
moeder, als om die beschuldiging te logen
straffen.
Laat mij mijne geschiedenis vervolgen,
hervatte Niquel; want spreek ik het vonnis
'-over u nit, ook gij moogt mij oordeelen. Ik
was gelukkig mijne vrouw, een ware moeder,
eene ware echtgenoote, maakte ons het leven
genoeglijk; onze beperkte middelen veroor
loofden ons niet, openbare vermakelijkheden
te gaan bijwonen, maar wij verlangden er
ook niet naar, wij wenschten alleon onze kin
deren behoorlijk te kunnen opvoeden. Ik
verdiende vijftien honderd frank, en mijn
itgezet kapitaal, bestaande uit den bruidschat
mijner vrouw en eénig bespaard geld, schonk
mij eenige renten. Het komt u wellicht on
mogelijk voor, dat een gezin van acht men
schen, vader, moeder en zes kinderen, van
drie duizend frank inkomen kan leven, niet
„waar? Gij geeft meer uit aan uwe handschoe
nen! De arbeid, de eensgezindheid, het geloof
maakten van mijne woning een paradijs. Gods
zegen rustte blijkbaar op mij nooit hadden
wij met ziekten tif kampen. Op zekeren dag
onmogelijk landen, dus moest verder
varen. Reggio is het slachtoffer gewor
den van aardbeving, vloedgolf, brand,
stroomen kokend water die uit den grond
opborrelen en van den honger, want
deze laatste heeft ook zijn slachtoffers
gemaakt. De directeur van een weeshuis
moest eten geven aan 60 kinderen die
schreiden en een stukje brood vroegen.
Hij heen om het te halen, maar
werd met revolverschoten ontvangen en
gedood. De prefect van Reggio liep
als een radelooze tusschen de puinhoopen
en zocht naar iemand die hem kon hel
pen bij het redden van zijn vrouw en
3 kinderen die bedolven lagen onder de
puinhoopen van de prefectuur en wier
wanhoopskreten men kon hooren. Ein
delijk, met de hulp van 2 moedige ar
beiders, drong hij tot hen door, maar
toen hij zijn kinderen had opgedolven,
stierven zij in zijn armen. Sommige on-
gelukkigen, die met verpletterde lede
maten onder de puinhoopen lagen en
die men niet kon redden, smeekten dat
men hen zou doodschieten om een einde
te maken aan hun lijden. Een jongedame
heeft 2 dagen vertoefd op de 5e ver
dieping van een liuis, welks benedenge
deelte verwoest was. Zij schreeuwde om
hulp, maar niemand kon haar bereiken.
Om haar heen lagen de lijken van haar
ouders, broeders en zusters. Toen ein
delijk de redders met levensgevaar naar
de 5e verdieping opklommen vonden zij
het meisje krankzinnig.
Nabij het station van Reggio is een
scheur van 40 meter breedte in den grond
gekomen, waaruit kokend water opwelt,
dat de puinhoopen overstroomt en de
gewonden, die daar nog tusschen liggen,
doet omkomen.
De laagste hartstochten zijn te Reggio
ontketend. Een bende bandieten heeft
de magazijnen en winkels geplunderd
en schrik en ontsteltenis gebracht onder
de weinige overlevenden, die men er
nog ontmoet. Wat het ergste is, men
kan deze daden van rooverij niet toe
schrijven aan den honger, want de eerste
winkels die werden aangevallen waren
die van horlogemakers en juweliers en
de schurken ontzagen zich niet bloed te
vergieten, wanneer zij tegenstand vonden.
De weinige soldaten van het garnizoen,
die nog ongedeerd gebleven waren, heb
verschenen de verblindende aankondigingen
der ontginning van de Guadnlquivirmijnen...
Ge ontroert? Ge herinnert u zulks?....
»Er werd gold vereischt om de aandeelen
te betalen I Men sloeg het oog op de zuur
verdiende spaarpenningen der arme lieden
die had men noodig om de geldkist der kapi
talisten te vullen. Wij, arme slaven, moesten
aan de hebzucht der rijkaards worden opge
offerd
t Verbeeld u, men bowees ons de hoogeeer,
ons de aandeelen dadelijk te gunnen, binnen
zes maanden zou de waarde daarvan verdub
beld zijn. Zulk eene schoone gelegenheid oik
fortuin te maken, mocht men niet onbenut—
tigd laten bet was bet uitzet voor do kin
deren, de rust voor de vrouw, hot geluk voor
allen I Onbemiddelden droomen gemakkelijker
van gouden bergen dan anderen, dewijl zij
minder van alles misbruik hebben gemaakt.
En zou men bovendien mogen vermoeden,
dat de man, bij wien men werkt, dien men
naar zijn beste vermogen behulpzanra is in
het drijven van zijne zaak, eene misdadige
hand zou uitstrekken naar de spaarpenningen
van zijne bedienden, om ze te voegen bij het
goud, waarmede zijne kas gevuld is? Neen,
dat is eene misdaad, een gruwel, die men niet
veronderstellen magMen heeft het recht
niet zijnen patroon te verdenken, te lasteren.
In hot blinde vertrouwen dat men de toe
komst zijner kinderen verzekert, brengt men
met een gerust gemoed, zijn laatsten penning
ja men zou zich met vreugde de grootste
ontberingen getroosten, om alles toe te ver
trouwen aan bekwame handen, die, in weinig
tijds, onze spaarpenningen zonden vei dobbelen.
De inschrijving werd geopend, de aandeelen
werden aan de Beurs verhandeld, de bladen
prezen de onderneming aan, de aandeelen
stegen boven pari, een blij verschiet werd ons
geopend... En ik was niet de eenige, die mij
door die bedriegelijke kuustgrepen had laten
verlokken onbemiddelde lieden, uit mijne
bnurt, bejaarde vrouwen, werklieden, weozen
waren, evenals ik, in de val geloopen, hadden
hunne spaarpenningen, het onderhoud voor
den ouden dag, hunne rust, hnnne vrijheid
in den verslindenden afgrond gewoi pen Welnu
kent gij den afloop van die veelbelovende on-
ben, ofschoon zij zonder officieren waren,
uit een gevoel van discipline onmiddellijk
een patrouilledienst georganiseerd om te
beschermen wat er nog van de ramp
was overgebleven, maar de misdadigers
boden hun een krachtpeen tegenstand.
De benden bandieten namen toe en
werden aldoor vermeteler, zoodat de
soldaten het vuur op hen openden en
eerst na een verwoed gevecht kon de
orde eenigszins worden hersteld. Den
geheelen nacht werd er nog telkens ge
vochten tusschen bandieten en ordebe
waarders. Een soldaat en een douaan
werden gedood.
Langs de geheele kust van Reggio
tot Lazzaro en Bagnara is zoo ver het
oog reikt alles verwoest. Van de talrijke
boerenhofsteden, die daar eens lagen,
is geen spoor meer te zien, daar het
zeewater, dat honderden meters ver het
land overstroomde, ze tot den laatsten
steen heeft medegevoerd. Op den half
vernielden straatweg van Lazzaro naar
Reggio ziet men weinig anders dan
troepen geredden, die in zenuwachtigen
haast vluchten.
Bij Pellaro werd een spoorbrug weg
geslagen en een groot stuk land weg
gerukt. Aan de overzijde van de zee
engte ziet men boven Messina vijf reus
achtige vuurzuilen opstijgen. Langs het
strand liggen honderden lijken in de
zonderlingste houdingen de verbrijzelde
ledematen en verwrongen gelaatstrekken
bieden een afschuwelijk schouwspel. De
troepen arbeiden met ongeloofelijke
zelfopoffering. Er is echter gebrek aan
het allernoodzakelijkste geweeklaag en
geroep om eten hoort men van alle
kanten weerklinken. Ook de beschik
bare medische hulp is op verre na niet
voldoende.
De toegang tot Reggio wordt versperd
door de meters hoog opgeworpen resten
van den straatweg.
De redders, die zich langs de wegen
naar de plaatsen des onheils spoeden,
moeten op hun hoede zijn voor de
troepen uitgehongerde honden, die over
de velden zwerven.
Uit Messina komen nog roerende ver
halen van overlevenden. Een zangeres,
Flora Parini, behoorende tot het gezel
schap van den schouwburg Massimo,
vertelt dat zij half bedolven was onder
derneming
Mijn God riep mevrouw Montrnvers uit,
is het mijne schuld, dat eene Beurs- of Bank
speculatie mislukt?
Zeker is het uwe schuld Hebt gij er
ooit aan gedacht, vanwaar het geld kwam, dat
gij met volle handen uitgeeft? Nadat gij God
vergeten hebt, vergeet gij ook de gerechtigheid!
Hebt gij u ooit bekommerd over dc bron van
uw schandelijk vermogen? Wat een openbare,
vooraf met zooveel beleid beraamde diefstal is,
dat de justitie zich de boeken niet laat voor
leggen, en al doet zij het, er toch niets in
kan vinden wat strafbaar is, stelt men u voor
als eene eenvoudig mislukte beursoperatie.
Maar daaraan denkt gij niet! Wat gaat het
u ook aan? Elke schandelijke speculatie ver
schoft u nieuwe sjals, rijtuigen en juweeïen
gij krijgt nw deel van den buitde financiëele
diefstallen werpen voor u ruime winsten af,
en gij neemt die aan. Foei I nietswaardige,
verachtelijke vrouw!....
Voor het eerst kwam in mevrouw Montravers
de twijfel op, of zij niet werkelijk, zooals
Gesar Niqael zegde, de medeplichtige was van
een geheim, afschuwelijk complot, dat ten doel
had vertrouwende en lichtgeloovige lieden te
berooven en zich met hun geld te verrijken.
Zij herinnerde zich vaak haren echtgenoot
zeer rekbare grondstellingen te hebben hooren
verkondigen. Zij schrikte terug voor bet ge
drag, waarvan men baar op dit oogenblik
rekenschap vroeg.
Ongetwijfeld was de man, die met bevende
lippen en de wraakzucht in de woest rollende
oogon tot haar sprak, van de droefheid tot
den haat, van den haat tot de misdaad ge
komen.
Kon zij den eersten steen op hem werpen, of
moest zij niet zelve rouwmoedig op hare borst
slaan? Slim en met dien eigenaardig helder
zienden blik van menschen, die zich aan den
rand des grafs bevinden, zag zij geheel haar
nutteloos in ijdelheid doorgebracht leven,
waarin het gebed geene plaat» gevonden had
en dat door den wereldzin geheel was ince,
nomen. Welk goed had zij verricht? Welk
voorbeeld gegeven? Cesar Niquel had hot
haar zooeveu onverbloemd in het aangezicht
gezegd hare dochter, in hare school opgevoed.
den puinhoop van het huis aan het plein
Victor-Emmanuel, waar zij woonde, toen
zij hartverscheurende hulpkreten hoorde
van een luitenant der artillerie, die riep
Mejuffrouw, heb medelijden, red mij,
laat mij hier niet sterven Ik was gis
teravond in den schouwburg en heb u
toegejuicht. Red mij, ik heb een moeder I*
De rook van den brand deed de zan
geres zelf bijna stikken. Eindelijk wer
den de hulpkreten gehoord door ma
trozen van den kruiser »Piemont*, die
den officier en de dame redden en aan
boord brachten. Daar speelden zich nog
ontzettende tooneelen af. Op een matras
lag een dame, wier beide beenen ver
brijzeld waren en haar gelaat was met
bloed bedekt Het was de vrouw van
den Franschen consul. Haar echtgenoot,
haar dochter en haar zoon waren dood,
maar zij kende de vreeselijke waarheid
nog niet. Gedurende de 5 uren van
den overtocht naar Palermo riep zij
voortdurend om haar kinderen.
De met haar echtgenoot en kinderen
uit Messina te Rome aangekomen prin
ses Lavalle verhaalt het volgende Wij
woonden eenigen tijd voor het ongeluk
in het paleis Fusco. Maandagmorgen
vroeg vertrok ik naar Taorminaom den
schoonen zonsopgang bij te wonen,
waarvoor die plaats beroemd is. Nau
welijks was ik daar aangekomen, of de
aardbeving begon. Men voelde zoo
hevige stooten en trillingen van den
grond, dat men onmogelijk kon blijven
stilstaan. In groote ongerustheid snelde
ik naar het station om naar Messina
terug te keeren, maar er reden geen
treinen meer dus nam ik een rijtuig.
Onderweg bemerkten wij reeds, dat het
land geheel verwoest was en hoe meer
wij Messina naderden, nog vreeselijker
tooneelen zich aan onze oogeu voorde
den. Eindelijk, na 2 uren, kwamen wij
voor de stad. Zij stond in brand. De
aanblik was vreese'ijk. Mijn angst was
natuurlijk, dat mijn dochters onder de
ruïne van het paleis Fusco bedolven
zouden zijn. Het rijtuig kon niet verder
en ik moest mijn weg te voet vervolgen.
Toen ik aan het paleis kwam, stonden
er alleen nog de 4 muren van. Mijn
geliefd n waren dus dood en als waan
zinnig begon ik te zoeken. Een jammervol
schreien en steunen drong tot mij door
zou niet beter zijn dan zij, en de kinderen
harer doenter zouden onvermijdelijk denzelfden
noodlottige n weg volgen en steeds dieper
zinken.
Gij hebt slechts één kind. ik heb er zes,
hernam Gesaruwe dochter baadt zich in
overvloed, de mijue lijdt broodgebrek, en
Crustiks, mijn engel, sterft van ellende, ik
beu vader, mevrouw 1 mijne kinderen zijn mijn
bloed, mijn hart, mijn alles Ik vraag mij
zeiven niet af of ik gelijk heb met te handelen,
zooals ik doe ik vraag voedsel voor mijne
kleinen en ga op buit uit. Mijn hart was Diet
slechtGod heeft het goed en medelijdend
geschapen 1 lk ben ijverig en matig van natuur
en heb ik mij sinds eenige maanden aan den
drank te buiten gegaan, dan was het om mijn
geweten tot zwijgen te breDgen en den moed
te zoeken tot hetgeen ik nu doethans ben
ik geen mecsch meer, maar een waanzinnige.
Uw man heeft mij dertig dnizedd frank ont
stolen
Welnu sprak mevrouw Montravers, ik
zal met hem over spreken, ik zal hem zeggen...
Wat ik. Gesar Niquel, gedaan heb om
het terug te bekomen?... Meent gij dat ik mij
opnieuw door uwen echtgenoot onder den voet
zal laten trappen, mij door hem naar de ge
vangenis laten slepen, om te Cayenne weg te
kwijnen? Neen! neen! de zaak moet hier
op staanden voet beslist worden,. Go moet
eer ge van hier gaat, eene schuldbekentenis
teekenen van dertig duizend frank
Ik ben daartoe bereid antwoordde
mevrouw Montravers.
Cesar Miquel haalde gozpgeld papier, iukt
en penDen uit zijnen zak, en legde alles op
tafel naast eene portefeuille, zoodat za op baar
gemak de schuldbekentenis schrijven kon.
Maar nu weergalmde een hoouend gelach
door hot vertrek 'en eene woeste hand wierp
met een zwaai al het schrijfgereedschap op den
grond, terwijl een spottende stem riep
Domkop
Do wilde mnn mengde zich in do zaak.
Wat papier schrijfgereedschap Dwaas
heid Begrijpt gij dan niet, sukkelaar, dat
als gij de schuldbekentenis ter betaÜDg zult
aanbieden, gij geeue cent zult ontvangen, eu
men u eenvoudig naar den rechter zal ver
en ik meende de stemmen mijner doch
ters te herkennen. In wilde haast begon
ik de steenen en balken te verwijderen.
Ik groef met mijn nagels in net stof.
Onder een zuil vond ik eerst een klein
kind en daarna nog een, beiden nog
levend maar van de mijnen vond ik er
geen. lk ging voort met graven, of
schoon ik moest vreezet?, dat de wan
kelende muren zich op mij zouden stor
ten. Eindelijk greep iemand mij bij den
arm. Het was mijn echtgenoot. »Waar
zijn de meisjes?* stiet ik uit. Allen
gered*, en toen ik vroeg hoe dat ge
schied was, vertelde hij mij, dat hij en
zij zich aan ineengewrongen en aan el
kander geknoopte lakens uit de 2e ver
dieping hadden laten afglijden. Ik bracht
hem de beide gevonden kinderen- Van
wie zij zijn, weet ik niet, maar als de
ouders zich niet opdoen, zal ik hen als
mijn kinderen aannemen. Het s.s. »So-
lento* bracht ons daarop naar Napels.
De aartsbisschop van Messina is niet
dood, zooals aanvankelijk werd gemeld.
Hij was op het oogenblik van de ramp
in zijn kapel Toen hij trachtte deze te
verlaten, bemerkte hij, dat alle uitgangen
versperd waren. Hij knielde voor het
beeld van den Heiland en verwachtte in
deze houding den dood. De bisschop
was nog in biddende houding, toen de
redders door de ruïne heen tot hem
doordrongen.
Tusschen do ministers Bertolini, Mi-
rabelle en Orlando heeft een bespreking
plaats gehad waarin zij tot het besluit
zijn gekomen Messina te doen ontruimen
en de overblijfselen der stad door oor
logsschepen te doen bombardeeren, ten
einde het uitbreken van een epidemie
te verhinderen. Ook moet het plan be
staan geheel Missina met zijn 80.000
dooden na verloop van 8 dagen met
een groote massa kalk te bedekken
Van Messina zullen, wanneer dit plan
wordt uitgevoerd, alleen het torpedo
station en de vestingwerken overblijven.
Zwaar door de ramp getroffen is ook
Palmi, een schoone bloeiende stad met
14.000 inwoners, groote gebouwen en
flinke breede straten.
Er werd een uitgebreide handel ge
dreven en vele rijke particulieren en
kunstenaars hadden er hun villa's.
Dat alles is nu vernield. Wanhopig en
wijzen, en dan?.... Luister naar my. Gij
eischt geld niet waar? Jawel, dat zult ge
hebben. De vrouw, die dnar voor u staat,
draagt voor meer dan vijfmaal honderd duizend
frank juweelen, die voor haar overdaad zijD...
Men is mij slechts dertig duizend frank
schuldig zegde Niquel, en meer verlang ik
niet.
En de vrienden dan? Gij denkt niet aan
de goede vrienden, die u behulpzaam waren
om u aan uw geld te helpen?.... Dertig
duizend frank voor u, het overige voor ons.
Maar dat is diefstal, roof
Meent ge soms, dat gy een goed werk
verricht
Ik eisch alleen teruggave van myn geld,
ziedaar alles.
Welnu, het overige gaat u niet aan.
Gij maakt er mij medeplichtig aan.
Maar, onnoozelaar, gesteld dat de justitie
hareu neus in onze kleine zaken steekt, meent
gij dan soms, dat gij minder schuldig zoudt
zijn dan wij Gayenoe voor iedereen 1 Bemoei
u dus met uw eigen zaken. Die vrouwen be
grijpen ons en gij zult eens zien, hoe zy
zullen bereid ziju ons te believen. Nietwaar,
beste juffrouw, ging de wilde mau voort,
terwijl bij zich tot Diana wendde.
Aan de beweging van den ellendeling ziende
dat hij baar parelsnoer wilde losmaken, bracht
Diana hare bevende handen aan haren hals,
minder om hare parelen te betwisten, dan wel
om den bandiet te beletten de hand aan haar
te slaan
Tegelijk slaakte Mevrouw Montravers een
hartverscheurende kreet, on hare dochter mtt
beide armen omvattende, riep zij
Ik verbied u haar aan te raken 1
En terwijl zij op de bandieten eenen ver
achtenden blik wie p sprak zei
Zijn hier dan niets dan ellendelingen en
moordo naars?
De deur der achterkamer ging open, juist
toen mevrouw Montravers deze woorden uitte,
en vader Falot vertoonde zich, gevolgd door
twee stevige mannen.
Het loopt hier verkeerd mannen, sprak de
voddenraper. Komaan 1 houdt u goed, en laat
ons beginnen met de vrouwen te b schermen.
(Wordt vervolgd.)