Nummer 9. Donderdag 28 Januari Hi09 32e. Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. SUNUBftT -iv Gemeenteraadsvergadering Al TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen HET GEHEIM VODDENRAPER FEUILLETON U 1 T fi E V E R W AALWIJ K. Telefoonnummer 38. RAOUL DE NAVERY. De Echo van het Zuiden ni liansstrafttsche ('oiirani. «Mi ui - v""""■T .1 ,MI «-..'«ix-r»- Dit Blad verse ijnt Woensdag- sn Zaterdagavond. A b o li n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f0."5. ?ran< o per post door het geheele rijk f 0.90. Blieven, ingezonden stuiken, gelden ens., franco te zenden as.11 den Uitgever. AdvkrtcNtikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën 3uiaal ter plaatsing opgegeven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal tegels en advertenties bij abonnement worden speci?le zeer voordeelige contracten gesloten- Reclames 15 cent per regel. komt U halverwege tegemoet, \J doet al het werk in de helft van den tijd en voor de helft der kosten, die U aan groene zeep zou uitgeven. Sunlight maakt, dat Uw goed niet lijdt, Uw handen niet ruw worden en Uw leven geen slavernij is. De volstrekte zuiverheid van Sunlight maakt haar alleen geschikt voor het wasschen van kostbaar linnen en f yvN fijne kant. DUSSEN. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Zaterdag 23 Januari 1909 des voormiddags ten half tien uur. Voorzitter de Edelachtbare heer van Honsewijk. Ongeveer kwart voor tien uur opent de Voorzitter de vergadering; aanwezig de heeren Leemans, v. Beurden, van Dalen, L. v. d. Pluijm, v. d. Koppel, P. v. d. Pluim, Verhoeven, A. van Honsewijk, Schoenmakers en van Hon sewijkafwezig het lid Verschoor. De Voorzitter verzoekt den secretaris voorlezing te geven van de notulen der vorige vergadering. Deze worden na voorlezing onveran derd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1 Benoeming van leden voor een stem bureau voor de verkiezingen in 1909. De Seretaris fluisterend tot den bur gemeester sprekend: Je moet stemopne- mers benoemen. De Voorzitter. O ja, stemopnemers zijn Schoenmakers en van de Koppel. De Secretaris. Zal ik eerst eens voor lezen, hoe het een vorig jaar is gegaan De Voorzitter. Dat is goed. De Secretaris leest voor. Daaruit blijkt, dat toen eerst 2 leden met brief jes zijn benoemd en de vorige ledeu bij acclamatie. Tot stemming overgegaan worden be noemd tot leden de heeren Schoenma kers en van Honsewijk. Bij acclamatie worden benoemd lot plaatsvervangende leden de heeren P- Verschoor en van Beurden en 3e lid Verhoeven en tot 3e plaatsvervangend lid v. d. Koppel. 2 Benoeming van een lid van het Burg. Armbestuur. De Secretaris. Aan de beurt van af treding is Th. v. d. Pluijm. Door Burg. en Weth worden voor gedragen de heeren Th. v. d. Pluijm en Adr. Ar.sems. Bij stemming verkrijgen A. Ansems 5 en Th. v. d. Pluijm 3 stemmen, ter wijl één stem in blanco was uitgebracht zoodat is benoemd tot lid van het Burg. Armbestuur A Ansems. 3 Benoeming van een lid voor de commissie tot wering van schoolverzuim Voorgedragen worden de heeren A. P van Gooi en J. H- Snijders. Benoemd wordt met 9 stemmen de heer A. v. Gooi. terwijl een stem was uitgebracht op den heer Snijders. 4. Wijziging van de verordening re gelende de jaarwedden der openbare onderwijzers. Een schrijven van Ged. Staten wordt door den secretaris voorgelezen. Hieruit blijkt dat Ged. Staten er op wijzen, dat de bezoldiging van de hoof- Tan „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". VAN DEN NAAR HET FraNSCH VAN den a. en c. niet voldoende zijn, dat het salaris te gering is. De heer van de Koppel Zijn er nog geen sollicitanten Er zijn er nu 3 te kort is 't niet De Voorzitter. Daar gaat het nou niet over. 't Gaat over verhoogen. De heer v. d. Koppel. Ja, dat wéét ik ook wel. De Voorziiter. Burgemeester en Weth. stellen voor om f50 er bij te doen. De heer L v d. Pluijm. Alleen bij de hoofden zeker. De heer v d. Koppel. Ja, ja, als Ged. Staten niet goed keuren, dan moet je wel. Maar met al die dingen wordt, wat het onderwijs betreft, het niet beter. Met algemeene stemmen wordt hierna het voorstel v. Burg. en Weth. om de hoofden der scholen van wijk A. en C. met f 50 te verhoogen, aangenomen. 5 Wijziging van de gemeente begroo ting voor 1909. Het desbetreffend schrijven wordt door den secretaris voorgelezen. Ged. Staten wijzen in hun schrijven cr op, dat het raadsbesluit waarbij aan den secretaris eene toelage van f 100 werd toegekend voor een ambtenaar ter secretarie te bezoldigen, niet kan worden goedgekeurd als te zijn in strijd met de wet. Ged. Staten stellen voor het bedrag op de begrooting te brengen als schrijfloon. Verder wijzen Ged Staten er op, dat een verkeerde zuinigheid aan den dag wordt gelegd, wat betreft hét niet ver- leenen van eene bijdrage aan de veld wachters en gemeentebode. Ged. Staten wijzen er op, dat het in het belang van den dienst is, als de veldwachters in het bezit zijn van een fiets, daar dit zeer veel tijd wint. Ged. Staten zijn van oordeel, dat de raad het moet waar- deeren als de veldwachters fiets rijden. De Voorzitter. Wij stellen voor om die f100 niet aan den secretaris uit te keeren maar aan den ambtenaar. Kun nen de heeren hiermee meegaan. De heer v. Beurden. Ik meen dat er toen gesproken was van f 75. De Voorzitter. Wij weten toch wel wat er is voorgesteld. De heer v. Beurden. Ik meende dat het zoo in omvraag was gebracht, maar ik kan me vergissen. 66. «Bestiole genas, als men dat genezen kan noemen. Voor haren val was zij een lief meis je met blozende wanden, recht en buigzaam als een riethalm. Toen zij van hare lydens— ponde oprees, was haar rug gekromd bare gestalte misvormd en liep zij vreeselijk mank. Mijn lief kind was in een kleiu monster her schapen. Alleen het hoofd was ongedeerd ge bleven bleek aanvallig, met die groote oogen die mij als doorschouwen en mij angst aanja gen. Maar evenals de bevalligheid van mijn kind sinds dien val verloren was gegaan, had ook hare opgernimdheid haar verlaten zij was als kind op hare legerstede van smarten ge legd, zij stond als jonge dochter, als vrouw opza had nagedacht, geleden en geweend. «0 ik haatte u reeds sinds het uur van de misdaad, maar die haat is niets in verge lijking van het gevoel, dat mij sedert dien tijd verteert. Ik zou u de martelingen willen doen lijden, die ik zelf heb doorgestaan, en als ik soms uwe dochter ontmoet, dringt zich de gedachten bij mij op, waarom ik haar niet evenals mijn kind, zon misvormen, opdat ge bij ondervinding moogt weten, wat het zeggen wil, zijn kind te zien lijden «Begrijpt go nn, waarom twaalf honderd frank slechts eene nietigheid zijn tegenover die knatringen, die kwellingen, die folteringen Nauwelyks honderd frank per maand 1 Drie frank per dag jiaast 1 En ik kan, ik wil niet meer werken den de misdaad hoeft mij lui, slecht en tot alles ongeschikt gemaakt. Welnu ik wil daarom mijne drinklust botvieren tot het einde toe Nerval hief het hoofd op, en Carmourdas aanziende, zeide hij langzaam Zij gij uitgesproken Ja. Twaalf honderd franken zijn u niet ge noeg Gij zult acht franken per dag, dat is acht en veertig franken per week, bij mij verdienen En de overuren? vroeg Carmourdas. Zullen ook belaald wordei 1 Laat ods het totaal van elke week op vijf en zeventig franken stellen honderd kronen iu de maand Carmourdas zag den fabrikant met blijkbare bevreemding aan zooveel had hij nooit dur ven eischen. Honderd kronen in de maand is eenen som, ging de fabrikant voort. Daarmede kunt gij het leren van uwe ongelukkige dochter, voor wie ik overigens in 't bijzonder zal zor gen, zeer veraangenamen. Zij zal uwe hard heid vergeven, en Angelie, mijne dochter zal haar binnenkort een bezoek brengen. Aangenomen, hernam Camourdas, en waar moet ik die kronen ontvangen Ik zal ze u ter hand stellen doch niet als maaudgeld ik acht het ongeraden het cijfer van het jaargeld, dat gij als gekwetst werkman van mijne fabriek trekt, in het o penbaar zoo aanzienlijk te verhoogen. Gij moet u ook niet dikwijlB bij rali vertoonen, dewijl mijn gezicht herinneringen bij u opwekt, die gij moet trachten te vergeten, en die ik ook liever laat rusten Maar hoe dan vroeg Camourdas. Ik zal u het kapitaal geven zeventig duizend frank. Zeventig duizend frank herhaalde Camourdas in stomme verbazing. Die som stelt u iu staat eene zaak te beginnen, of als gij wilt. als rentenier iu eene provinciestad te gaan wonen, of op het land. wat voor uwe dochter nog verkieslijker zon wez n. Ik neem het aan, zeide Camonrdas, wan neer kan ik het geld komen ontvangen Morgen. Waarom niet dadelijk De heer v. Honsewijk. Het staat toch in de notulen. De heer v. d. Koppel. Van Beurden had wel gesproken van f 75, maar ik heb toen gezegd laten wij er f 100 van maken. De heer v. Beurden. Zeker, dat kan wel dat ik me hierin vergis, maar nog wat anders, mijnheer de Voorzitter, sprak daar van vergoeding voor den ambtenaar, maar dat is toch voor schrijf- loonen, niet waar. De Voorzitter. Ja. De heer van Beurden. O, dat is heel wat anders. De heer v. d. Koppel. Ta, als er nu 2 jongens zijn dan kunnen ze ieder f 50 krijgen. Het voorstel in omvraag gebracht wordt aangenomen met 9 tegen een stem. Tegen stemde de heer L v. d. Pluijm. De secretaris leest hierna voor wat Ged. Staten schrijven omtrent het sub sidie verleenen aan de veldwachters en den gemeentebode. De Voorzitter. Wij hadden voorge steld om ieder f25 subsidie te verleenen. De heer v. d. Koppel. De polder veldwachter heeft toch geen fiets. De Voorzitter. Hij kan er toch nog wel een krijgen. De heer v. d. Koppel. Voor f25 zal hij er toch geen kunnen koopen. De heer v. Honsewijk. Als hij geen fiets heett, dan behoeft hij geen ver goeding te hebben ook. De heer L. v. d. Pluijm. Op het oogenblik hebben wij 3 bedienden. Een gemeentebode, een veldwachter hier en een nachtwaker-onbezoldigd rijksveld wachter. Vroeger was er dus heel wat meer te doen en toen werd geen f25 vergoeding als tegemoetkoming in de onkosten van een fiets gegeven. De dienst van nu kunnen ze allemaal ge makkelijk af. Hier en bij ons ook. De Voorzitter. Je hoort wat Ged. Staten zeggen. De heer L. v. d. Pluijm. Wij zitten hier voor de belangen der gemeente en dan weten wij dat voor hier beter als Ged. Staten. De Voorzitter. Zoo, weten wij dat beter als Ged. Staten. De heer L. v. d. Pluijm. Zeker, dat wat de veldwachters doen weten wij beter dan Ged. Staten hoor, mijnheer de Voorzitter. De gemeente is toch niets uitgebrei der als voor 30 jaar terug, is 't wel De Voorzitter. Moet een lid van den raad dat nog vragen. De heer L. v. d. Pluijm. Zeker, dat vraag ik gerust. De Voorzitter. Nou. daar zal ik dan toch geen antwoord op geven. De heer v. Beurden. Onder aan het schrijven van Ged. Staten wordt gezegd dat de loonen hier toch reeds zoo karig zijn. Ik weet niet of dat nu wel waar is. In een vorige vergadering is door mij gezegd dat ik er wel vooi zou zijn om aan den polderveldwacbter een fiets te geven, die woont ver van het raad huis en den burgemeeeter af, maar de gemeentebode en de veldwachter heb ben het vroeger toch ook nooit gehad. Ik ben er dan ook tegen om de bode en hier de veldwachter met f25 te vergoeden. De Voorzitter. Wat vroeger niet was zou nou zeker ook niet anders mogen zijn. Alles wordt toch verhoogd en dan mogen de veldwachters toch ook wel eene verhooging hebben. De heer v. Beurden. Maar men moet ook niet vergeten dat er nu zooveel meer personen zijn als vroeger. De Voorzitter. Daar is er meer voor te doen. De heer v. Beurden. Ik heb eens ge ïnformeerd wat naburige plaatsen beta len, maar dan wordt hier het minste nog niet gegeven. De Voorziter. Informeeren, dat weten we, daar schiet je wat mee op. De heer van Honsewijk. De salarissen van de onderwijzers zijn toch ook ver hoogd en doen die er dan meer voor dan vroeger. De Voorziter. Gij krijgt voor je werk toch ook meer dan vroeger. De heer van Beurden. Hoe weet u dat, ik schrijf toch zelf mijn rekeningen uit, dat doet u toch niet voor mij is 't wel. De Voorzitter. Dat weet ik wel, maar er staat toch meer op als vroeger. De heer v Beurden. Ik weet wel dat er hier 3 posten zijn waar er vroeger maar een voor was. In Almkerk is maar Omdat ge me in ruil voor de zeventig biljetten van duizend frank, dio ik u over handigen zal, een zekeren brief moet bren- gen. Camourdas barstte in een schaterend hoon gelach uit. Ha 1 ik begrijp u, grijnsde hij, ik begrijp alles. Domkop, die ik was, ik meende zoo even, dat ge «enig medelijden gevoeldet voor eenen ongelukkige, dien ge diep armzalig hebt gemaakt, 'tis e me gift, geen geschenk, maar ge wilt eenen koop met mij sluiten. En dan, welk een koop 1 Aha 1 ge wilt al do troeven in de handen hebbeD, M. Nerval Waarlijk 't ia schoon, maar is het ook ernst V Zeventig dnizond frank voor eenen, die u plotseling uwen go.den naam kan ontnemen, voor een stuk papier, dat u voor het. hof van assisen kan voeren, uwe dochter schaudvlekkou, en u tot den bedelstaf brengen 1 Op mijn woord dat zoa een kost b. ar geschenk wezen 1 Evenwel zijn.hernam Nerval Zeventig duizend frank een schoon ka pitaal, viel Camonrdas hem schamper in de rede, maar ezel, gij zult ze mij mst gedeelte uitbetalen, en nog veel meer Boven dien, ik ken mij zeiven een kapitaal zou ik spoedig opmaken, begrijpt ge Bij n is bet in 'veiligheid Zes maanden goleden vroeg ik u twee duizend frank, vandaag wil ik er drie hebben over zes weken zal ik misschien evenveel vorderen. Gij hadt zooeven gelijk, mij aan te raden eene zaak te beginnen, een wijnhuis bijvoorbeeld, dan zou ik met de ka lanten raêe drinken maar ik zou dan ook allicht nit de pchool kunnen klappen en dat is te gevaarlijk Neen, neen, behoudt gij uwe zeventig duizend frank ik heb liever mijn maandgeld. En indien ik weigerde het laDger uit te betalen Dat durft crij niet Waarom niet Ij we eischen werden met den dag grooter, gij kunt elke maand met nieuwe vorderingen voor d»n dag komen: misschien zullen zij peumaal eeu cijfer bereiken, waartfan ik niet kan voldoen. Ban zult gij net-~ luide verkondigen, zegt gij- Met welk doel f Welk belang hebt gij er bij om te sprelten Geen enkel mijn ondergang zou ook de uwe wezen. Ja, hernam Camourdas, met een dm— velachtigen glimlach, uw verderf zou het mijne wezen maar wie zegt u, dat ik er niet reeds meermalen aan gedacht heb om alles aan de justitie te gaan openbaren, teu einde niet langer onder de folteringen van mijn geweten gebukt to gaan Zie, dag en nacht, altijd, overal, drukt de herinnering aan de misdaad loodzwaar op mijn geweten, nergens vind ik verlichting, nergens rust, en ik zal die niet vinden, voordat ik aan den bevoegden rechter deze bekentenis zal hebben afgelegd «Achttien jaar geleden heeft een rijk man, eigenaar eenor bloeiende werktuigenfabriek, n&> ijverig op den voorspoed van eenen concurrent, wiens fabrikaat deugdzam -r was dan het zijne, gebruik makende van eene toevalligen verkoop vau jmachineriën in Eugeland een hooge braudwaarborgsom. mij belast het huis en de werkhuizen van M Aurillac in brand te stoken. Ik ontving duizend kronen contant en de toezegging van een jaargeld Men heeft mij goed betaald. Maar de wroeging verteert mij. Ik gevoel behoefte om boete te doen, om straf te ondergaan Hob ik door do straf mijne misdaad geboet, dan ten minste ben ik aan de maatschappij niets meer schuldig. Daarom vonnis mij, veroordeel mij. maar vonnis en veroordeel tevens den rijkaard, die van mijne ondeugden, luiheid en verslaafdheid aan den draDk gebruik maakte, om mij tot het werktuig zijner wraak te verlageD. Breng hem tot den bedelstaf, zooals hij er Aurillac toegebracht heeft 1 Kome over zijne dochter de vloek, die ongetwijfeld is neêrgedaald op het kind van den onschuldig veroordeelden Aurillac, en dat hij zelf in de galei de plaats inncme van hem, dien hij eertijds deedjgaau. Neen 1 riep Nerval onthutst uit, dat zult gij niet doen 1 Wie verzekert u dat hervatte Camour das mi-t doffe st«m. Luister, meer dan e*ns heb ik. in mijne slapelooze nachten, die bleeke vronw gezien, met hare gitzwarte haren, die tijdens den ganschen duur van het proces in de gerechtszaal bleef, zoo dicht mogelijk ij haren echtgenoot, wien zij aanschouwde met eene teederheid, welke bare overtuiging aan zijne onschuld bewees Ik heb ook hun zoontje daar gezien, een kleinen engel met blonde baren, die Max heette. «Het was zulk een lief kind 1 Op zekeren dag, terwijl ik nog op de fabriek van M. Aurillac werkzaam was, want gij hebt niet alleen eeneu brandstichter, maar ook eenen Judas van mij gemaakt, kwam het knaapje, terwijl ik over de j laats ging, naar mij toe en wilde mij met geweld de hand geven. Dat heeft niets te beduiden, zult ge zeggen en toch heeft het mijne wroeging vermeerderd. Wat is er \an dat kind geworden? Ik heb zijn brood geëten en zijnen vader verraden, en gij, gij, die van mij gemaakt hebt wat ik thans ben, gij zijt dwaas genoeg om te ge— looven dat ik u van mijne tegenwoordigheid zal bevrijden Ik zou u den brief verkoopen, dien gij aan mij geschreven hebt, een stuk, dat, onder de oogen van eenen procureur der republiek gebracht, een bevel tot gevangen neming ten gevolge zou hebben 1 Maar dat papier is mijne eenigc vreugde 1 Als ik bet bekijk, dan gevoel ik nog zekeren troost, dan smaak ik nog eenig geluk, dan ben ik bijna fiör# „Ja, 't is strcelend ean ryk, benijd, trotsch man in zijn macht te hebben en tot zichzelven te knnnen zeggen die man, die te Parijs znlk eene benijdenswaardige plaats inneemt, die afgevaardigde wil worden en er veel kans toe heeft, die millioennair met zijne vorstelijke woniDg, ontvangt Camourdas in zijne rijk gestoffeerde saloDB hij ontvangt er mij elk unr van den dag, en zou mij zelfs midden m den nacht toelaten indien ik zulks verlangde. Ik kom hier in mijne verwaarloosden kleeding en rost al de gebreken, die mij aankleven,en niemand durft er mij iels van zeggen of mij de denr uitwijzen. Met één enkel woord kan ik den goeden naam van bet huis Nerval in het niet doen zinken wanneer het mij behaagt kan ik den bezitter van eene onmetelyke fortuin tot de orteerendste Btraf doen veroor delen 1 En ik zou u dat helsche, woeste, b"erlijke genot verkoopen het eenige gepot, dat ik nog kan smakenNeen dat niet Het is mijne vreugde, mijn trots, mijne weerwraak (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1