Nummer 12.
Zondag 7 Februari l! 09
32e. J aai gang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
mmmm
binuyi
en de
YëtjJllëton
AMTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DEIE Bladen
HET GEHEIM
VODDENRAPER
ito v it
RAOUL DE NAVERY.
Ik ben de advokaat van haren vader.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksclie en Lanplraatselie Courant
Dit Blad verso1 ij ut "Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Fran< o per post door het geheele rijk f Ü.90.
Brieven, ingezonden stut ken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
WAAL WIJ K. Telefoonnummer 38.
asz
komt U halverwege tegemoet,
doet al het werk in de helft
van den tijd en voor de helft
der kosten, die U aan groene
zeep zou uitgeven.
Sunlight maakt, dat Uw
goed niet lijdt, Uw handen
niet ruw worden en Uw leven
geen slavernij is.
Devolstrektezuiverheid van
Sunlight maakt haar alleen
geschikt voor het
wasschen van kostbaar
linnen en fijne kant.
v vr>KX '..^.\7Vv. -
Welke verandering brengt de nieuwe
wet op de arbeidsovereenkomst 1
Febr. 1.1. is ze in werking getreden
in de verhouding tusschen mevrouw en
de dienstbode
De hoofdzaak kan 'kort samengevat
worden. Laat ik een dubbele veronder
stelling maken.
Vooreerst ik neem aan, dat ge uwe
dienstbode gehuurd hebt voor een jaar,
b v. van Mei tot Mei en als er van
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
weerszijden niet opgezegd wordt, loopt
die overeenkomst telkens weer voor een
jaar door. Brengt deze wet in dien toe
stand eenige verandering f Neen, vol
strekt niet. Ge kunt gerust op dienzelf
den voet doorgaan. Maar twee dingen
dient ge te weten
a. Dat ge haar door het jaar niet kunt
wegzenden met het tot dan toe verdiende
loon, plus zes weken loon er boven op.
Wilt ge haar ontslaan, dan moet ge het
volle loon voor heel het jaar uitkeeren.
Dus zijt ge er een geheel jaar aan ge
bonden? Ja, als er niets bizonders gebeurt.
Maar als ge redenen van ontevreden
heid hebt, of, als ge om een andere
oorzaak verandering van dienstbode
wenscht, zijt ge toch gewaarborgd.
De wet noemt 12 zoogenaamde drin
gende redenen, waarom ge de dienstbode
op staanden voet kunt wegzenden, zon
der dat ge behoeft bij te betalen, ja
zelfs zóó, dat ge zelf schadevergoeding
kunt afhouden op 't tot dan toe ver
diende loon. Zulke redenen zijn bv. mis
leiding, door bij het in dienst treden
valsche of vervalschte getuigschriften te
toonen in ernstige mate gemis aan be
kwaamheid voor den bedongen aibeid
dronkenschap of ander onzedelijk gedrag,
ondanks waarschuwing; diefstal, bedrog
of andere misdrijven, waardoor ze het
vertrouwen onwaardig wordtmishan
deling, grove beleediging of ernstige
bedreiging van mevrouw bekendmaking
van bijzonderheden ahngaande de huis
houding, die de dienstbode behoorde
geheim te houden hardnekkige weige
ring om te voldoen aan redelijke beve
len of opdrachten door of namens me
vrouw gegeven enz. In al deze gevallen
kan onmiddellijk ontslag gegeven worden,
mits ge de reden van ontslag aan de
dienstbode opnoemt.
Als ge niet om wangedrag, maar om
een andere oorzaak binnen het jaar ein
diging van den dienst wenscht, b-v.
omdat ge gaat verhuizen of omdat haar
dienst voor u overbodig is geworden,
dan kunt ge natuurlijk onderling over
leggen om den dienst te doen eindigen
gelukt u dat niet, zoo zendt ge een
aanvrage in bij den kantonrechter, die
na onderzoek, een einde maakt aan de
overeenkomst.
Al zijt ge dus voor een jaar gebonden,
Advhrtcntiën 17 Tegels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, gToote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3inaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
VAN DEN
NAAR HKT FrANSCH VAN
wegen genoeg om er uit te komen.
b. Vervolgens hebt ge te weten, dat
zoo uwe dienstbode ziek wordt, en ze
niet in een ziekenfonds of »bus« is, de
verplegings- en dokterskosten gedurende
de eerste zes weken voor uwe rekening
komen wat ge echter, na de eerste vier
weken uitgegeven hebt, moogt ge op
haar loon verhalen.
Verstandige weg is hier, om u tegen
een dergelijk geval te verzekeren. Ver
schillende maatschappijen bieden reeds
tegen een zeer matige premie daartoe
de gelegenheid.
Mijn tweede veronderstelling is: ge
hebt uwe dienstbode gehuurd niet
van jaar tot jaar maar voor onbepaal
den tijd," tot opzeggens toe, met de be
paling, dat men van weerszijden een
maand of zes weken of drie maanden
te voren moet opzeggen.
Wat is veranderd daarin met 1 Febr
Niet veel. Is het in de plaats uwer in
woning het gebruik, inwonende dienst
boden op te zeggen tegen 1 Mei, 1
Augustus, 1 November of 1 Februari,
dan moet ge een maand of zes weken
voor één van die datum", opzeggen.
Is dat bij u niet het gebruik, dan kunt
ge eiken dag zeggen over een maand
of over zes weken vertrekt ge. De op-
zeggingstermijn moet dan een maand
zijn als ge haar bij de maand uitbetaalt,
mag zes weken zijn, als ge dat bij het
kwartaal doet. Maar langer dan zes weken
mag het niet, of ge moet het schriftelijk
overeengekomen zijn.
In deze tweede veronderstelling blijft
hetzelfde als wat ik boven aangafon
middellijk ontslag bij een dringende
reden aanvrage om ontbinding bij den
kantonrechter het aansprakelijk zijn
voor zes weken verplegings- en dokters
kosten voor de zieke dienstbode. Boven
dien hebt ge hier het voordeel, dat ge
iederen dag kunt ontslaan, mits ge het
verdiende loon uitbetaalt met een door
de wet bepaalde schadeloosstelling. Waar
bestaat die in? Het loon van den op-
zeggingstermijn dus het loon van een
maand of van zes weken. Derhalve een
dienstbode, die ge voor onbepaalden tijd
hebt gehuurd met een opzeggingstermijn
van een maand of zes weken, kunt ge
altijd ontslaan, mits ge het loon betaalt,
wat ze tot nog toe heeft verdiend, ver
meerderd met het loon van een maand
of van zes weken.
Ziedaar de hoofdzaak.Goed beschouwd
niet veel verandering.
Daar is nog wel meer: Zoo moogt ge
het loon niet uitkeeren in levensmidde
len, uwe dienstbode niet dzvingen in uw
winkel haar benoodigdheden te koopen
ge moet haar tijd voor haar godsdienst
plichten en voor ontspanning geven bij
het verlaten van den dienst op hare
aanvrage een getuigenis uitreiken enz.,
maar als een goede mevrouw onder
houdt ge al die zaken toch alhet
plaatselijk gebruik wijst u in deze meestal
een veiligen weg.
Zoo ge een goede dienstbode hebt,
behoeft ge u in niets te veranderen, en
een kwade zal het u met deze wet niet
lastiger kunnen maken gij zult meer
nog dan vroeger het langste eindje
trekken.
Ten slotte nog de vraag Welke is de
gemakkelijkste weg, als ge -een nieuwe
dienstbode neemt, of met uw tegen
woordige een nieuwe overeenkomst aan
gaat
Ge komt overeen mondeling of schrif
telijk dit laatste is het beste, formules
daarvoor zijn in iederen boekwinkel te
bekomen dat ge haar van af een be
paalden datum in dienst neemt voor
onbepaalden tijd de opzeggingstermijn
is van weerszijden een maandhet loon
wordt elke maand uitbetaald.
In geval van ziekte wordt zij verpleegd,
ót bij u aan huis, óf bij haar ouders, óf
in een ziekenhuis. Al het andere wordt
geregeld naar het plaatselijk gebruik. Ge
bepaalt ook nog, dat de eerste twee
maanden als een proeftijd worden be
schouwd, natuurlijk tegen hetzelfde loon.
Als uw nieuwe4 u in dien proeftijd
niet aanstaat, veroorlooft u de wet haar
iederen dag weg te zenden zonder scha
deloosstelling.
En als ge u dan nog bij een maat
schappij verzekert tegen ziekte uwer
dienstbode, zijt ge warmpjes geborgen.
een bezoek aan deze inrichtingen
De voor elke afdeeling ter beschik
king zijnde leergangen
69.
Komaan groot kind, ze:de hij, vergun
mij het te zeggen, dat is uwe roeping.
Het karikatuurschilderen?
Inderdaad l
En ik gaf mij nog al zooveel moeite om
naar standbeelden en bas-reliefs te teekenen
Verbeeldt gij u soms, dat Cbaumier en
Gavarni niet teekenen kunnen? Werk, mijn
vriend, werk, en gij zult het nog ver brengen.
Ik heb tot dusver uwe roeping voor u ver
borgen willen houden, maar, op mijn woord,
de karikatuur van Lazaro is te goedgeslaagd,
om langer te zwijgen
Karikatnurschildor 1 riep Bigorneau uit,
terwijl hij uitgelaten in het rond danste en
in de handen klapte; maar plotseling zijnen
errst hernemende, trad hij op Vernac toe en
sprak diep geroerd
Ik dank u, gij zijt goed
De artist reikte hem de hand, en Bigorneau
drukte die met warmte.
Nog twee personen werden op dat oogen
blik in de werkplaats binnengeleid, en nu
volgden de bezoekers elkander steeds drukker
op.
De stukken van Gabriël Vernac verwierven
een welverdienden en algemeenen bijval; on
gekunsteld en gul bedankte men den schilder
voor het ^?not, dat hij den bezoekerB, door
het bezichtig ;n zijner kunststukken geschonken
had.
Met een kloppend hart sloeg Gabriel Vernac
de bezoekers gade, terwijl ze zijne kunstge
wrochten beschouwden en verstomd bleven
staan, overmeesterd door het aangrijpende
van die schoone taferei lende gewaarwordingen
hunner zi 1 trachtte hij in hunne blikken te
lezen; de spaarzame, doch diepgevoelde be
woordingen, waarmee zij don artist hunne
hulde brachten, waren voor hem het beste
bewijs van den diepen indruk, dien zijn werk
op hen gemaakt had.
Het is ongeloofelijk hoeveel bezoekers die
tentoonstelling lokte. Vreemde vorsten, diplo
maten, de hooge adel. de groote- en knnst
wereld bewogen zich in de smaakvolle atelier.
Indien de joDge schilder het gewild had, zou
hij zijne beide stukken reeds hebben kunnen
verkoopon.
Al de bezoekers hadden zich verwijderd
toen Maximiliaan Audoin de werkplaats
binnentrad.
De artist en de advokaat kenden elkander.
Zij waren vrienden, oprechte vrienden, die
elkander waardeeren en begrijpen, maar die
door beroepsbezigheden en plichten dikwerf
maanden achter elkander gescheiden zijn Bij
gelegenhtid dat Vernac iemand een proces had
moeten aaudoen, droeg hij de zaak aan Maxi
miliaan op de advokaat won het geding, en
sinds dat oogenblik bestond er tusschen hen
eene innige vriendschap
De joDge advokaat wilde dezen dag ook de
stokken zien, die bestemd waren voor de
tentoonstelling, en tevens zich overtuigen van
da gelijkenis van Angelie Nerval, wier portret
hij wist dat zijn vriend bewerkte en dat hem
een groot belang scheen in te boezemen.
Ja, dat is zij, dat is zij sprekend zeide
hij na eenige oogenblikken tot Vernac.
Kent gij mejuffrouw Nerval
Een guDstig uiterlijk
Een engel merkte Maxmiliaan aan.
De advokaat sprak zijn oordeel over de
beide stukken zonder geestdrift, maar onge
kunsteld uit. Toen hij afscheid wilde nemen,
viel zijn oog op een klein, onafgewerkt tafe
reeltje, dat op eenen leunstoel stond. Het
scheen hem te boeien, en hij vroeg den schilder:
wat is dat voor een stukje
Een ruwe zeer oude schets. Gisteren
VERSLAG over inrichtingen van vak
onderwijs te Keulen en over de
Pruisische vakschoolvoor de schoen
en schachten-industt ie te Wer-
melskirchen, naar aanleiding van
Afdeeling 1. Leergang over anatomie
van den voet en de ver
schillende voetsoorten.
2. Leergang over leesten,
ondertuig- en hakken-
bouw en over maatver
houdingen.
2a. Leergang over het voor
naamste bij schachtenmo-
delleeren.
4. Leergangen over patronen
opleggen op huiden.
5. Leergang over fabrieks-
boekhouding en controle.
6. Leergang over loonwezen
en speciale calculatie.
Algemeenheden
De vakschool wordt bezocht door 45
leerlingen, daaronder was één Neder
lander.
Men rekent dat de school een uitgaaf
heeft van 1000 Mark per leerling.
De leerlingen moeten rekenen 1500
Mark per jaar noodig te hebben.
Door bemiddeling van de vakschool,
werden van de vertrokken leerlingen
tot-nu-toe 17 in groote bedrijven onder
gebracht, hiervan zes als werkmeester
voor de boventuig-afdeeling, vijf voor
de ondertuig-afdeeling en zes modelleurs.
Zij verkregen in deze bedrijven een
wekehjkschc verdienste van twee hun
ner 27 Mark, zeven hunner 30 Mark,
zes hunner 35 Mark, een 40 Mark en
een 48 Mark.
De overige leerlingen traden in de
zaken huns vaders terug.
Daar het uittreden der 17 vermelde
leerlingen in de zaken, meest voor het
einde van den cursus noodig was en het
ander deel der leerlingen, welke in de
zaken huns vaders toetraden, het niet
noodig achten zich aan een examen te
onderwerpen, was er met de sluiting
van het schooljaar niet ééne aanmelding
voor het eindexamen.
In het afgeloopen jaar kregen 3 leer
lingen staatsbeurzen en wel twee hunner
35 Mark en één 55 Mark per kwart jaar.
De Staat stond een schoolgeldenvermin
dering toe van 10 pet. voor onbemid
delde ijverige leerlingen.
heoft men eenige verkochte schilderijen afge
nomen, en die leemte wil ik met dat stukje
aanvullen.
Waar hebt gij die schets geschilderd?
vroeg de advokaat met een zekere gejaagdheid
In een aanzienlijk, verafgelegen dorp,
Bruyantsgeheeteu, waar ik met mijn schilder
gereedschap eenige dagen vertoefde,
Mijn God mompelde Maximiliaan met
e<-ne bevende stem, dat is zonderling, zeer
zonderling 1
Wat?
Dat doek
Het herinnert mij ook aan een zeer
smartelijk tooneel, en daarom stel ik er prijs
op. O, dat schouwspel zal mij nooit uit het
geheugen gaan.
Welk schouwspel? vroeg Maximiliaan,
verhaal mij alles, ik wil weten
Maar wat deert u vroeg de schilder,
gij verbleekt.
Wat mij deert? Ik weet het niet, een
inval, een dwaze inval. Doch spreekt, zeg
mij hoe en waarom gij dat geschilderd hebt.
Welke herinnering wekt het bij mij op? Ik
luister naar u, ik beef, 't is of mijn hart wil
barsten Iu naam van onze vriendschap
spreek
Vernac grerp Moximiliaans hand zij was
koud.
Hij begreep dat een groot geheim met die
onstuimige nieuwsgierigheid in verband moeBt
staan, en Bprak derhalve
Dat is zeer eenvoudig. Ongeveer acht
tien jaar geleden, deed ik eene kunstenaars-
reis het was in den zomer, ik reisde zooveel
mogelijk te voet, nam teekeningen en schetsen
van de plaatsen of tooneelen, die mij boeiden,
en trachtte de natuur, waar ik kou na te
bootsen. Waar het mij beviel verwijlde ik.
j Het dorp Bruyants, een uithoek van
Brot&ngne, bood schilderachtige gezichtspunten
aan. er stonden op de helling der heuvelen
zulke fraaie en onde kastanjeboomen, de
typen der bewoners schenen mij zoo zuiver
en het leven ging er zoo rustig voorbij, dat
ik mijnen intrek nam in eene hoeve, waar ik
met de bewonerB maatschappelijk het dorps-
brood en den appwldrank nam, en mijn
schetsboek met meenig aardig tafereeltje ver
rijkte.
„De pastoor van Bruyants, de eerwaarde
heer Lor mei, werd voor mij een vaderlijke
vriend hij was een verstandig en goedhartige
grijsaard ik vereerde zijn dorpskerkje met
eene Madona wr.arover hij verrnkt was. Na
eenigen tijd daar vertoefd te hebben, besloot
ik verder te reizen en was op weg naar de
pastorie, om van mijnen eerbie-lwaardigen
vriend afscht-id te gaan nemen, toen ik bij de
woning van den dorpsherder eensklaps een
droevig schouwspel voor mij zag.
„In den vroegen morgen bad eene kar
voor de pastorij stilgehouden, een paard,
daarvoor gespannen, was van vermoeidheid
en uitputting nedergestort. Bij dat gerucht
snelde men toe en vond in den wagen, op
eenig stroo eene jonge vrouw uitgestrekt.
Zy bad opgehouden te leven en hare leden
waren bijna verstijfd. In eenen korf aan hare
zijde lag een klein, schreiend meisje.
Eene jonge vrouw, een klein meisje 1
herhaalde Audoin als in eenen droom
Men v< rzorgde het klein kind, veivolgde
do schilder, en legde de moeder in een be
hoorlijk doodskleed op een paar planken met
schragen, waar de dorpelingen bij haar lijk
kwamen bidden. O! die schets is zoo getrouw,
dat bij den aanblik daarvan mij nog de tranen
in de oogeD schieten. Zie dat bleeke gelaat,
die groote blauwe oogen, welke de vinger des
doods niet gesloten had, de teêre handen
saamgevouwen in een laatste gebed, en de
lange zwarte haren, die een rouwfloers om
het hoofd van de overledene vormden, dat
alles zie ik daar nog levendig voor mij..
Vorder, verder 1 sprak Maximiliaan
koortsig.
Dnt is alles In den loop van den dag
werd de overledene met al d6n luister welke
een dorp kan aanbieden en door schier al de
dorpelingen gevolgd, grafwaarts gedragen.
Dsar men niet wist of het kleine meisje reeds
het U. Doopsel had onivangen, werd het naai
de kerk gebracht en onder eenen toevloed van
belangstellenden voorwaardelijk gedooptik
drukte den pastoor Lormel de hand en ver-
Eene vrouw met een kindje Daast zien
Mijn God, welk een licht gaat daar voor
mij op
Wat deert u toch? vroeg Vernac, welke
heiinnering wekt dat tafereel bij u op, dat
ge zoo ontstelt
De jonge advokaat rilde over geheel zyn
lichaam.
Wat mij deert riep hij uit, dien wagen
meen ik te herkennen, en die vrouw met
zwarte haren, die gij dood gezien had, was
vermoedelijk mijne moeder 1
XXXII. - HERINNERINGEN UIT DE
KINDSHEID.
Bij die woorden van Maximiliaan die
vrouw was vermoedelijk mijne moeder 1 werd
Gabriël Vernac diep geroerd zijne belang
stelling voor den joDgen advokaat werd er nog
door verhoogd, en hij schilderde hem met
zulke warme bewoordingen wat er in zijn
gemoed omging, dat Maximiliaan de hand van
den schilder drukte en hem diep aangedaan
de volgende openbaring deed
Gij verlaDgt mijn verleden te kennen en te
weten wat mijne jeugd wasik ga het uw
mededeelen. Daarvoor moet ik in mijne
herinneringen ver, zeer ver teruggaan, terng
tot mijne eerste kinderjaren-
Parijs is ongetwijfeld mijne geboorteplaats,
want toen ik op den leeftijd van twintig jaren
kwam, Bchepn veel mij niet onbekend toe. Da
monumenten had ik meer gezi m; de naam
van sommige straten en wijken had mij vroeger
in het oor geklonken ik meende zelfs eenige
huizen te herkennen. Ja, ik heb Parijs als
kind gezien, ik heb in zijne tniqen gespeeld,
en hoewel de golven des levens over mij zyn
heengespoeld en mij als eeoe schipbreukeling
hebben meegevoerd, houd ik mij overtuigd
dat ik er gewoond heb. Ik herinner mij nog
de twee wezens, die voor mijne legerstede
waakten, mijne dierbare ouders. Mijn vader
was een groot en sterk gebouwd man, met
een minnelijk en zacht gelaat. Als hij be
>fdan gat, 'had hij een zware stem, zonder
ruwheid, en als hij tot mij sprak, klonk zy
vleiend en zoet.
(Wordt vervolgd.)
3