Nummer 18 Donderde 11 Februari 1909. 32e. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. illfyj JMi Éi Éi y fèmm wwmë AMTOON TIELE Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen BEKENDMABING. HET GEHEIM VODDENRAPER Uitgever: FEUILLETON. Slecht besluit. BUITENLAND. Frankrijk. RAOUL DE NAVERY. A Courant, 'L)it Blad verse ijnt Woeiisdag- en Zaterdagavond A b o n n e ui e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5. T ram o per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden -uin den Uitgever. ui »'w W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advert entiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels eD advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. -2G5 (zys> «s) ®r~ Sé komt U halverwege tegemoet, doet al het werk in de helft van den tijd en voor de helft der kosten, die U aan groene zeep zou uitgeven. Sunlight maakt, dat Uw goed niet iijdt, Uw handen niet ruw worden en Uw leven geen slavernij is. De volstrektezuiverheid van Sunlight maakt haar alleen geschikt voor het wasscheu van kostbaar linnen en *m-.\ fijne kant. Kiezerslijst. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk noodigt de mannelijke inwoners der Gemeente uit, om, zoo zij in ean andere g« meente over liet laat8vc,rloopen dienstjaar in ecne des Rijks Directe belastingen zijn aangeslagen wat de grondbelasting betieft in eene audere gemeente of in meer te s*men, tot een be drag van ten minstens één gulden, daarvan door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Februari a. s. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". VAN DEN NAAR HKT FRANSCH VAN 70. Wij moeten rijk geweest zijn... want iü de bijna uitgewischte droombeelden van mijue eerste jaren, zie ik nog de kanten van mijn bedje, de pracht der tapijten, de kostbare meubelen. Da bedienden kwamen en gingen, zonder het minste gerucht te maken Ik ver beeld mij nog den lach mijner moeder te zien, en de melodieuze klanken eener piano te hooren, die hare zangen begeleidden. «Gij hebt mijne moeder gezien, Gabriel, en lieden vind ik haar op uwe schets in die schamel gekleede vrouw, met hare lange, los hangende haren, op de binnenplaats van eene dorpspastorij liggende, diezelfde schoonheid terug, die mij zoo aantrok toen ik nog heel klein was. Maar wat ik geene woorden zou kunnen beschrijven, is haar bevallige gang, do welluidendheid harer stem, do kinderlijke blijdschap, waarmee zij mij in hare armen nam; mij, haren PGhat, haren lieveling noem de, en mij al die teedere benamingen gaf, welke alleen eene moeder kan scheppen. Ik was opgeruimd. Op zekeren avond sliep ik onder zijden gordijnen in, en plotseling kwam mijn vader in het holle van den nacht in doodsangst mij uit den slaap wekken, om mij in zijne arme# weg te dragen Ik zag vlammen vonken, e«nen vuurpoel....daarop drukte mijno moeder mij in itare armen met den uitroep Hij is ger.'ü God zij geloofd 1 Ja, God zij geloofd Anita, antwoordde mijn vader, 0 te dopn blijken. Nog worden de m:\unelijke inwoners die op grond van het bepaalde bij Art. 1b. en art. 2, 4s lid der Kieswet aanspraak meenen te kunnen maken om gepla tat te worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór 15 Februari a s. aangifte te doen. Voor nadere bijzonderheden wordt ver wezen naar de bekendmaking, iu de vesti bule van het Gemeentehuis aangeplakt. Waalwijk, 4 Februari 1909. De Burgemeester voornoemd, Th. de Surinoot de Bas Sineele Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk m^ken bekend, dat door G J. Coppens te Waalwijk is ingediend een ver zoek om vergunning voor den veikoop van sterken drank in het klein voor het perceel wij B. No. 231. Bezwaren tegen het ver- leenen der vergunning kunnen bij hen worden ingebracht gedurende veertien dagen na dag'etkening dezer. Waalwijk, 30 Januari 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Th. de Surmo.nt de Bas Smeei.s. de S.cretaris, F. W. van Liempt. Wij lezen in het D.bl v. N.br. Eenige dagen geleden hebben wij een besluit meegedeeld van den R K. Bond van Schoenfabrikanten, waarin met boete van f 1000 bedreigd wordt elke werk gever, die een arbeider aanneemt, welke bij een anderen werkgever geweigerd had het arbeidscontract te teekenen. Dit bericht zit ons dwars. Wij hadden gehoopt op tegenspraak. Helaas, het bericht loopt door de bladen en er is niemand, die het als onwaar signaleert. Het schijnt dus zoo te zijn, dat een R. K. Bond van Patroons de wet van Minister Loeff dus heeft verfrommeld. Dat het gebeuren moest door een Bond, waarvan zeer vele leden moeten wonen in het district, dat den heer Loeff zoo dikwijls zonder stemming der Tweede Kamer heeft afgevaardigd, is wel merkwaardig. Het ware niet overbodig dat men in het district Waalwijk den afgevaardigde eens uitnoodigdc te spreken over de «Die naam van Anita is onnitwischbaar in mijn geheugen gegrift gebléven. Ik vind dien zoet en liefelijk. Heden herhaal ik dien met een gevoel alsof ik er haar, die hem weleer droeg uit den dood door kon doen opstaan. «Sinds dieu rampzaligen nacht is er eene leemte iu mijue herinneringen. Ik weet niet wat er gebeurd is, doch er moet een groot onheil zijn voorgevallen. Mijn vader verliet op eene geheimzinnige wijze plotseling bet buis. Mijue moeder weende en omhelsde mij vuriger dan ooit. Men zou gezegd hebben, dat ik alleen baren troost en boop uitmaak te Da schilder drukte Moximilliaan de hai.d en lispelde Arme vriend. De laatste maal dat ik mijnen vader gezien heb, was in een klein en somber ver trek, hetwelk wij door eene reeks van la ge gaDgen bereikt, lmdden Ilc herinner mij, dat mijue moeder dien dag Z'-or ver liep, teiwijl zij mij bij de hand vasthield en mij droeg als ik moede werd. Waar gaan wij heen vroeg ik. Naar het groote huis antwoordde zij. »\V ij bleven voor hooge en sombere muren stilstaan alles zog er treurig en akelig uit... de man, die ons opendeed, zag ons zoo kwaad aardig aan, dat ik bang werd.... mijue moeder toonde hem een papier, de man nam bet aan en beval ons te wachten Ik klemde mij verschrikt en angstig aan mijne moeder vast, en stamelde Laat ons beengaan moederlief? En uw vader dan wij gaan uwen vader spreken. Gaat hij met ons mee vroeg ik. Hij kan niet gaf zij mij ten antwoord. «Waarom kon mijn vader niet met ons mêe gaan wat was er toch gebeurd Had hij ons niet meer lief? De vragen verdrongen elkaar in mijn kinderlijk brein en deden mijn hart kloppen. «Die de deur opengedaan had, kwam terug en zei bitsig Volgt mij 1 Wij volgden hem, toen zag ik mijnen vader, van ons gescheiden door traliën, die elke liefkoozing onmogelijk maakten. nieuwe Wet op het Arbeidscontract. Wij hooren er den Oud-Minister al doceeren met zijne gewone helderheid de nieuwe bepalingen in het B. W. hebben ten doel een arbeidsovereenkomst tusschen arbeider en werkgever te slui ten op wettelijken grondslag, een over eenkomst, die Schoenmakerspatroons Wat drukt hij op dat woord overeenkomst Dat heeft hij glad mis. Wij geven voorschriften op wettelijken grondslag. En die deze niet aanvaatdt, vliegt er niet alleen uit, maar vindt bij geen enkelen patroon ooit meer werk. ..-.Een voordracht van den heer Loeff met debat wordt werkelijk urgent. Intusschen, hoezeer wij het billijken dat de patroons zich vereenigen naast de organisaties der werklieden, het ge schiede met geen ander doel dan om tot overeenstemming te geraken, tot vrede en samenwerking. Wat de Bond van schoenmakerspa troons bedoelt is heel iets anders. Men bereikt geen vrede door onderdrukking van den geringsten wensch der tegen partij. Daar wekt men wrok door. En nu iets anders. Is het waar dat de Bond van Schoenmakerspatroons roomsch-katholiek is. Of hoort dat »R. K." er niet voor In elk geval zal het meerendeel der leden van dezen Bond toch wel katholiek zijn. Denken deze heeren er wel eens aan dat er een ka tholieke Staatspartij-is, die den werk lieden immer zegt, dat zij gerust in de partij kunnen blijven, wijl de arbeids- nooden bij de partij veilig zijn Die menschen zien wel hun afgevaardigden goede sociale wetten maken, doch als de katholieke patroons de uitvoering dezer wetten beletten, hoe kunnen zij dan verlangen, dat de werklieden straks in de kiesvereenigingen met hen samen werken Tot zoover genoemd blad. Het bericht waarover 't hier gaat heeft vroeger reeds gestaan in ons en andere bladen, duidelijk met de plaats van herkomst n.l. Kaatsheuvel.* 't Gaat hier over den R- K. Patroonsbond te Kaatsheuvel. De Algemeene Nederland- sche Bond, noch eene zijner afdeelingen heeft hiermede niets gemeen. Traliën herbaalde Gabriël. Ja, vriend, antwoordde Maximilliaan, en voor zoover ik heden kan beoordeelen, was mijnen vader in de gevangenis Helaas, die ougelukkige 1 riep Gabriël Vernac uit. Hij was ongelukkig, maar ik wist dat het onschuldig was. Ik grond die kinderlijke overtuiging op dn liefde, welke mijne moeder hem bleef toedragen, op den eerbied, waarmede ik haar hoorde spreken van hem, dien zij «deu martelaar" no< ind«. De martelaar was dus een slachtoffer 1 Hij leed door de schuld van een ander hij was de prooi van een helschen toeleg Op zekeren dag, voor het laatst, helaas 1 deed mijne moeder mij nederknielen en ik hoorde haar tot mijnen vader zeggen Zegen uw kind 1 Miju vader hief de handen op en met de oogeu ten hemel geslagen, het gelaat over stroomd met tranen, snikte hij De Heer zij met n, mijn kind I Hij zij met u, Max mijn innig geliefdo zoon 1 Dd God u bubo de voor het kwaad «Op hare b^-uri strekte mijne moeder de armen naar hem uit en viel bewusteloos neder. Ik wierp mij op haar, en overlaadde haar met liefkoziugen en tranen... Toen ik met net oog mijnen vader zocht, was hij ver dwenen... wij waren alleen. b— Tot weerziens l tot weerziens 1 riep mijue moeder, als kon haar echtgenoot haar nog hooren. rTot weerziens 1 en ik heb mijnen vader nimmer teruggezien. Eu deed uwe moeder niets om hem te naderen Vele bijzonderheden zijn mij ontgaan in deze treurige geschiedenis. Waar ging mijn vader heen? Waarom zei mijne moeder dik wijls tot mij «Moed gehouden, Mux. wij zullen naar hem toegaan J« Ik weet het niet, maar som* vrees ik de waarheid uit te vorscheu eu b«n ik beducht licht over de zaak ti> zien opgaan. Hoe het zij, mijne moeder liet op zeke ren dag eene koopvrouw komen, die ons al het weinige afkocht, dat wij nog hadden Wij betrokken eene armoe dige woning, in eene nederige buurt, entwee maanden later kocht mijne moeder eenen Het besluit hierboven gemeld is ge nomen door den R. K. Patroonsbond te Kaatsheuvel, met het oog op 't tee kenen der arbeidscontracten tegen 1 Februari. Dit besluit werd, naar men ons van betrouwbare zijde mededeelt genomen, in onderling overleg tusschen het bestuur van den patroonsbond, R. K. Volksbond, en Vakvereeniging, nadat men het was eens geworden over het te presenteeren contract. Hoewel voor deze onderlinge afspraak geheimhouding was opgelegd, is die toch door een of ander bekend gemaakt. Overigens heeft die onderlinge over eenkomst, na 1 Februari direct opge houden te bestaan. Hoewel ook wij het zeer zoude af keuren dat men op boete van f 1000, geen personen in dienst zou kunnen ne men, die 't een of ander contract dat b v. onaanneembare bepalingen bevatte, niet zouden teekenen, krijgt deze zaak toch een geheel ander aanzien, als de feiten zich hebben toegedragen, als hierboven door ons vermeld. Ah wij nu 't bovenstaande hebben medegedeeld en er nogmaals op vvijzen dat 't alleen gaat over de gemeente Kaatsheuvel, dat tot het kiesdistrict Oosterhout behoort en in Waalwijk, Baardwijk, Besoijen, Drunen, enz., alle contracten zonder eenige moeite getee- kend zijn en op velschillende plaatsen zelfs goed genoemd kunnen worden en men hier werkelijk tot overeenstem- ming gekomen is, tot vrede en samenwer king, dan gelooven wij dat voor het district Waalwijk, het spreken over 't arbeidscontract op dit oogenblik weinig nut meer zou hebben, zelfs onnoodig zou zijn, hoe gaarne wij mr. Loeff ook eens in ons midden zouden zien. En waarlijk mogen wij wel op komen tegen de laatste alinea, dat de katholieke patroons, de uitvoering van goede so ciale wetten, die hun afgevaardigden maken, zouden beletten. Wij gelooven dat op verschillend gebied ook ten on zent vooruitgang op sociaal gebied mag worden geconstateerd, al zal er nog heel wat te doen zijn. Wij vertrouwen dat de bladen die 't bericht plaatsten, ook eene rectificatie zullen geven, zeker in dier voege waar en hoe dit besluit genomen werd, opdat wagen en een oud paard, laadde eenige levens middelen en voorwerpen in het voertuig en zeide tot mij Max, wij gaan naar vader 1 Ik slaakte eenen gil van blijdschap. «Ik weet niet te zeggen, hoelang de reis duurde Ik gevoelde mij niet treurig de beweging, de nieuwheid vau de voorwerpeü bevielen mij mijne moeder verkocht ellen waren aan de boerenwoningen. Men ontving baar vriendelijk zij was zoo zacht en scheen zoo treurig zij glimlachte nooit meer het weêr was aangenaam allerwegen geurden de bloemen ons tegen, de boomen spreidden hun frisch groeD over de wegen, waarlangs wij reden en naarmate de reis vordeide, scheen de treurigheid mijner moeder te wijkeD, en toch, hoewel haar hart van blijdschap klopte hij de gedachte aan het wederzien van mijnen vader, namen hare krachten af- Op zekeren keer vertoefden wij wel veertien dagen in een dorp, en to?n wij de reis voortzetten, had mijne moeder een korfje naast haar staan, waarin miju zusje lag Hier hield Maximiliaan eenen wijl op met spreken en wischte eenen traan uit zijne oogen. Niet lang daarna werden wij, terwijl wij des avondB laat nog op weg waren, door een ontzettend ouweêr overvallen. Hevige don derslagen en bliksemstralen volgden elkander op, en het loeien van den wind verhoogde de akeligheid van dien toestand. «Mijne moeder was ziek en weende zij verzocht mij te bidden en spoorde het oude paard steeds tot meerderen spoed aan. Zij moet ontzettend geleden hebben, want zij kermde hartverscheurend, en eensklaps liet zij, met ern luiden kreet, de teugels van het paard los en viel achterover. «Wat moest ik doen Geene menschelijke woning bevond zich aan den weg, en nog altijd wopdde het onweder met groote hevig heik. Plotseling zag ik in de verte een licht schemeren, en van de gelegenheid gebruik makende, dat het paard even stil stond, liet ik mij van deu wagen glijden en ging op het licht af. Gewond, druipnat, het aangezicht opp-ugersten door de dooineD, bereikte ik eenen ouden mau bewoond was. Ik Bmeekte hem mijne moeder ter hulp te komen, en toen wij niet onrechtvaardig door geheel ons land een smet worde geworpen op de Langstraatsche Schoenfabrikanten. Droevig Te Parijs wordt weer eens een schan daalzaak berecht. Deze zaak is met walgelijke bijzonder heden het woord is van een liberaal blad gekruid. Welnu, het hoofdelement uit het pu bliek vormen de dames uit de zoogenaamd goede klassen. De president van het hof had aan den advokaat-generaal gevraagd, of deze het niet gewenscht vond de deuren te sluiten. De advokaat-generaal achtte het niet noodig, en toen nu de president dege nen, die nog eenig fatsoen bezaten, uit- noodigde heen te gaan de magistraat zei het natuurlijk zoo .niet, maar het was toch de zin zijner uitnoodiging ging niemand heen- Is een dergelijk verschijnsel van ze delijke ontaarding, bij vrouwen, bij vrou wen uit betere klasse, die dus het voorbeeld dienden te geven, niet droe vig Kan men zich hierna feitelijk nog wel over iets verwonderen Over de verflauwing van het geloof over de inzinking van den godsdienst over het veldwinnen van het botste materialisme, over den groet van het socialisme Waar het beste de vrouw bedor ven is, daar is alle jammer en ellende te wachten en is de ondergang der maatschappij maar een kwestie van tijd meer. H. De Sillon te Parijs hield gisterenavoud in het „Quartier Latin* eene vergadering, waaraan 2000 personen deelnamen en in deu loop waarvan Mare Saugnier protesteer de tegen de auti-republikeinsche agitatie gevoerd om der. naam Jeanne d'Arc. De vergadering werd door tegen-manifrstanten verstoord. 200 Lrden van de Action Fran- paise gingen een betooging honden voor het beeld van Jeanne d'Arc. Daarop richtten beiden weer op de plaats kwamen, waar de wagen stilgestaau had, was deza verdwenen. Verdwenen l herhaalde Vernac. Spjorloos Alle pogingen om het voer tuig eu mijne moeder weder te vinden, bleven vruchteloos en nooit heb ik haar weergezien, mijne moeder, en die mijn vader Anita noemde. Maar dan is deze schets... merkte Ver nac aan-.. Het slottafareel van dat droevige drama, viel de advokaat hem in de rede. Dat is vreeselijk 1 God kroont de martelaars, Gabriël, en mijne moedor behoort tot dat getal. Het voertuig, dat het lyk mijker moeder en de wieg van mijne zuster bevatte, bleef voor de pastorij van Bruyants Btilstaan en daar hebt gij, door eene schikking der Voorzienigheid, liet treffende tafereel geschilderd, dat mij op het spoor iroest brengen. Inderdaad, gij bobt gelijk 1 sprak Ver nac, 't is eene schikking der alles leidende Voorzienigheid. Hij bloef een oogenblik nadenkend zitten en zeide daarop tot Maximiliaan Ik weet waar de dierbare overledene rust, maar wat werd er van u, arme kleine De oude brave man, Cornelis Aubin, die mij zoo liefderijk had opgenomen, hield mij bij zich... hij was de dorpsonderwijzer; hij leefde eenvoudig van zijn traktement en de opbrengst van eenigo eigendommen. Wat hij wist, leerde hij reij. Uit mijne kleeren maakt, hij op, dat mijne ouders zeer welstellende lieden moesten geweest zijn, en achtte zich verplicht mij eene opvoeding te geven, di« eenigszins zou beantwoorden aan de ver wachting, indien ik bet geluk mocht hebben hen weder te vinden. Ik behoef u niet te zeggen dat hij al het mogelijke deed om het spoor mijner moeder te vinden, maar zijne nasporirgen bleven vruchteloos. In de afge legen «treken, waar de spoorwegen onbekend zijn. waar do inwoners van twee naburige dorp n elkander zelden ontmoeten, hoort men niet vei l nieuws... misschien ook wilde Aubin, het i verlijden mijner moeder kennende, znlks voor mij verbergen en de onbestemde boop in mij doen voortleven, dat ik haar nog eenmaal zou wederzien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1