Nummer 35.
Donderdag 29 4pril 1909
Toegewijd aan Handel, Sndustrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
m
uw
""Hlandbouw^
i
A if TOOI' HELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
m
HET GEHEIM
VODDENRAPER
«*&aigai g
Uitgever:
SCHRIJF HET MAAR OP
FEUILLETON.
WAAL W IJ X. Telefoonnummer 38.
RAORL de WA VEST.
Terpaarde.
aalsrkf Courant
!J, JIJ-J-l.'-MBl'ia»"!"! -..-me i i iBM't1 '-U-WF.P. j i_«
Dit Blad verschijnt Woensdag- cn Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
b'ramo per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningebonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
<vy—«-i| jjtawwvp.
Advertentien 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties Dij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
komt U halverwege tegemoet,
doet al het werk in de helft
van den tijd en voor de helft
der kosten, die U aan groene
zeep zou uitgeven.
Sunlight maakt, dat Uw
goed niet lijdt, Uw handen
niet ruw worden en Uw leven
geen slavernij is.
De volstrektezuiverheid van
Sunlight maakt haar alleen
geschikt voor het
wasschen van kostbaar
linnen en EAV fijne kant.
't Is een oude zaak, die steeds nieuw
blijft en waarvan men ook zou kunnen
zeggen, evenals van de »alte Geschichte4
uit het Duitsche lied, dat hij, wien ze
overkomt, het hart breektTenminste
het kan er van komen In ieder geval
is dikwijls heel veel zorg, veel slapeloos
heid, veel ellende er het gevolg van.
We bedoelen met die oude zaakhet
koopen op crediet, dat voor velen zoo
gemakkelijk wordt een koopen boven
zijn kracht en dus voor den verkooper
Van „DE ECHO VAN-HET ZDIOHN".
VAN DEN
NAAR HET FrANSCH VAN
92.
Wel zeker antwoordde Petit-Ange, daar
ginds in deu boek, vlak tegen deD zolder, zit
êene groote spin ik heb mij al zooveel uit
gerekt als ik kon, maar ik kan er toch niet
bij. help mij maar.
loan de looper zich naar genoegen van
Petit Ange van zijne taak gekweten had,
zeide hij tot Columba, die intusschen het
ontbijt gereed gezet had, waartoe hij, naar
gewoonte, ook uitgenoodigd werd, met eene
zekere beschroomdheid
Ik heb gisteren uwe vroegere vriendin
gezien, juffrouw Columba gij weet wel, de
zangeres uit het café du Delta.
Epine Vinette
Juist zij stapte naar den winkel van
eenen juwelier eu ging dien binnen. Ik denk
dat het parelsnoer, het welk in de winkelkas
uitgestald was, haar aantrok... Lieve hemel
wat zag zij er voornaam uit
Heeft zij u niet gezien
O jaen ik verbeeld mij zelfs dat zij
bloosde.
Des te beter, hernam Columba, degenen
die blozen, zijn nog niet reddeloos verloren...
Dat komt jaiat goed ik ben blij, dat ik met
den eigenena\r van dit huis een kontrakt heb
gemaakt, waarbij hij mij de kamer van Epiye
Vinette voor honderd frank verhuurt. Ik wil
dat die kamer altijd voor haar beschikbaar zij
want ik ben er vast van overtuigd, eenmaal
zal zij terugkeeren.
een schadepost of, op zijn minst, rente
verlies.
Er is daarover al meermalen gespro
ken ook in ons blad. En toch wagen
we het er op, daarover nog eens iemand
aan het woord te laten, die het kwaad
van het koopen op crediet op een zóo
huiselijk-gezellige manier uitrafelt, dat
men hem daarbij zeker met genoegen
zal volgen.
Of men dan ook naar zijn raad doen
zal, ja, dat is wat anders.
Bedoelde schrijver is van oordeel, dat
zoo de alcohol verdween er nog heel
wat andere kwade geesten zouden over
blijven, die de volkswelvaart ondermij
nen, den vrede in de gezinnen bedrei
gen en het evenwicht in het huishouden
in gevaar brengen.
Tot die kwade geesten, die duiveltjes,
behooren z. i. het maandboekje en de
jaarrekening.
Och, het gaat zoo gemakkelijk, zegt
hij. j>Ik heb nu geen tijd en ook geen
klein geld, laat hij 't maar even opschrij
ven.4 Die >ik« is de huisvrouw en die
»hij4 de slager of de manufacturier of
een ander willekeurige leverancier. En
dan laterUaat hij dit er maar bij
schrijven, er staat toch nog meer.4
En de leverancier doet het natuurlijk
hij zou niet gaarne op directe betaling
aandringen en daardoor gevaar loopen
een klant te verliezen. Hij doet het te
liever, omdat hij wel weet, dat de be
stellingen er niet kleiner om worden
integendeel. Of hij verstandig aan doet,
moet later blijken.
En de vrouw des huizes vindt het
gemakkelijk; je hebt dan niet telkens
dat ïgezanik4 van de meid om zooveel
centen voor dit en zooveel voor dat,
juist als je zoo mooi opschoot met je
werk, of als de melk dreigt over te
koken, of als je met het omwasschen
van de koffietafel of het ontbijt bezig
bent, of terwijl je zoo gezellig met een
vriendin zit te praten.
En de meid vindt het wel leuk, want
het betalen van het rekeningetje ('t kon
ook wel een rekening worden), geeft
twee voordeeltjes, op zijn minsteen
boodschap, die lang duurt »omdat er
juist zooveel menschen in den winkel
waren4 van welke gelegenheid ze ge
bruikt maakt om met Mie of Kee of
Verhuurt hij u die? riep de looper
verontwaardigd uit, kon die gemeene gierigaard
die niet voor niets geven
Denkt gij dan dat hij zóó rijk is
Rijk hij is een echte Nabob Ik ken
de geheele geschiedenis van vader Longue
mijn .peetoom heeft mij die verteld. Ik wed
dat hij millioenen bezit.
Gij zijt zot, jongen
In het geheel niet, juffrouw die oude
geldwolf heeft drie geldkisten, die allen vol
gepropt zijn met effekten en bankbiljetten.
Hii verteert niel het honderdste deel van zijne
inkomsten moeder Cagnotte kost hem niets
zij spaart ook en haar meester zet haar geld
op renten. Zij leent geld bij de week met
schandelijken wooker eenigeu tijd geleden
leende eene oude juffrouw, die in oogenblik—
kelijke verlegenheid zat, vijf frank van haar
op pand en die bestond, gij zoudt het nooit
raden uit een onden papegaai.
Welnu, toen de vastgestelde termijn voor
de teruggave van de vijf frank verstreken
was en de juflrouw zich niet weer vertoond
had, heeft Cagnotte den armen papegaai ge
plukt en er soep van gekookt. Toen"de onde
juffrouw verscheen, om het geld af te leggen,
was zij jnist bezig met het al'peuzelen van den
laatsten poot... Maar buitendien, juffrouw,
gij weet toch zeer goed, dat vader Longns u
op straat wilde zetten, omdat gij een termijD
huur ten achteren waart. O 1 die gierigaards
ik haat, ik verfoei ze 1
Op dat oogenblik werd er zachtjes aan
Columba's kamerdeur geklopt.
Binnen riep het meisje.
Mederic verscheen.
Gij hebt om een exemplaar verzocht van
het laatste lied van Epine Vinette, sprak hij,
Vergeet de arme niethier is het.
Ach mijnheer Mederic, hebt gij u de
moeite gegeven het af te schrijven Zeker
heeft uw werk daaronder geleden?
Neen, juffrouw, mijn werk niet, ten
hoogste mijn slaap.
.Gij overwerkt n, mijnheer Mederic, want
gij ziet er soms zeer ontdaan en afgemat uit
ik hoop dat gij ten minste vandaag eens zult
uitgaan
Evenmin als andere dagen juffrouw
wel met haar Jan een straatje om te
loopenen verder nog een fooitje, wel
niet groot, maar alle beetjes helpen
daarvan is de meid nog meer doordron
gen dan haar mevrouw.
Het boekje is dus tot groot genoegen
van drie menschen.
Er zijn nu eenmaal in de wereld een
heele massa dingen, die juist anders zijn
dan het kruidje >hoe langer hoe liever4.
Als men een stukje van den stengel
daarvan in den mond steekt en er op
bijt, is het eerst wel bitter, maar lang
zamerhand wordt het zoet.
Met het boekje en de rekening is het
net precies andersom, alleen voor de
meid niet.
Voor de verstandige, overleggende
huisvrouw is het niet zoo erg, maar er
zijn ook onverstandigen, bij wie het
overleg er noodzakelijk moest zijn, maar
helaas, ontbreekt.
De verstandigen teekenen zelf ook
elke bestelling en elke leverantie aan of
nog beter, zij hebben allerlei doosjes en
dingetjes, waarop een etiket staatslager,
bakker enz. en storten daarin onmiddel
lijk het bedrag, zoodat het geld klaar
ligt als de leverancier met de rekening
komt. Maar zoo zijn niet allen. Ik zeg
niet de meesten, maar toch velen doen
anders. Zij leven uit de beurs en betalen
de kleine uitgaven, die nu eenmaal niet
kunnen wachten een deel van de rest
gaat heen aan een snoeperijtje, een ge
notmiddel, wat opschik enz.
Als een donderslag bij helderen hemel
valt daar de rekening binnen.
En wat loopt zoo'n rekening op 1
>'k Kan me niet begrijpen, dat het
zooveel kan wezen".
Uit is de vreugde, die Ruhe ist hin.
Een extra-leening bij manlief is het
gevolg er van en misschien nog meer.
't Kan ook zijn, dat het geweten al ont
waakt is lang voor de rekening wordt
gepresenteerd.
Dan is het laatste kwartaal des jaars,
dat toch al sombere dagen genoeg heeft,
nog somberder.
Er moet bezuinigd worden op allerlei
manieren, wat alweer niet strekt om den
huiselijken hemel helderder te maken.
En de leverancier
Zijn boek is vol, tot barstens. Wel
heeft hij door al die loopende rekenin-
ik moet immers geld verdienen
Het is Zondag hernam het meisje op-
bij na gestrengen toon.
De jonkman boog het hoofd.
Gij hebt gelijk, ik verzuim mijne plichten,
ik vergeet ze. Al mijne gedachten zijn slechts
gevestigd, al mij streven is slechts gericht op
de bereiking van één doel. Ik kan en zal
geene rust het ben voor... zie, dikwijls zeg ik
by mijzelve, dat ik die nooit zal hebben ach
welk leven toch is het mijne ik tob mij dag
en nacht af, rnsteloos arbeid ik en ondanks el
mijn zwoegen, al mijne inspanning, vraag ik
mij af of ik ooit mijn doel bereiken zal.
En welk is dat, als die vraag niet te
onbescheiden is
Honderd vijftig duizend frank bijeen
sparen
Columba zuchtte. Had iedereen dan gelijk
tegen haar, als men haar Mederic afschilderde
als een vrek, die alle genegenheid onwaardig
was En toch, in weerwil van zijne eigene
woorden en zijne daden, kon zij niet gelooven
aan iets wat Mederic in hare achting zou heb
ben doen dalen. Zij vond zijn oogopslag te
rein, zijne taal te openhartig om hem te ver
denken slaaf te zijn van eenen lagen hartstocht
zoo strijdig met de gewone onbaatzuchtigheid
der jeugd. De blik, dien zij op hem vestigde,
drukte dan ook meer treurigheid dan veront
waardiging uit.
Honderd vijftig duizend frank is eene
zeer groote som, sprak zij en hoeveel ont
breekt er nog?
Veertig duizend frank juffrouw.
En zoolang gij die nog niet bijeen hebt
Zai ik blijven voortleven als do armste
bedelaar, droog brood eten, dag en nacht
met de pen arbeidende.
Het is mogelijk dat gij redenen kunt
hebben om zoo te bandelen hernam Columba,
en daar ze mij onbekend zijn, kan ik u niet
laken of prijzen Maar hoe sterk nw zucht om
geld te verdienen ook zijn moge, moogt gij
nochtans niet verzuimen den Hemel te smeeken
uwen arbeid te zegenen Gij zijt ongetwijfeld
ongelukkig mijnheer Mederic. Welnu in het
afgezonderste hoekje van de kerk, waar gij
op den vloer znlt nederkuielen, zult gij troost
voor uw lijden vinden. Tot God wendde ik my
gen geld moeten opnemen, waarvan hij
natuurlijk rente heeft moeten betalen,
maar nu is het Januari, de rekeningen
zijn al klaar.
De jongen brengt ze tond, was het
geld er nu ook maar I
Maar bij velen duurt het een maand,
bij nog meer twee maanden, bij enkelen
drie, een half jaar eD nog langer. En
intusschen moet er bedrijfskapitaal wezen
en de huur moet betaald en de belas
tingontvanger klopt aan en er komt nog
zooveel kijken, 't Duurt ook bij hem
lang, eer de heldere zonnestralen door
breken.
Ik heb ook nog weieens gehoord, dat
er andere redenen zijn, waarom de reke
ningen zoo laat betaald worden ik
zou dat minedele redenen durven noe
men. Zoo vertelde men mij eens, dat
een zeer vermogende huisvrouw met
zekeren trots in haar keurig salon kleine
meubeltjes toonde die ze gekocht
had van een jaar rente van de rekenin
gen. In Januari gaf manlief het totale
bedrag der rekeningen over het afgeloo-
pen jaar, een niet onaardig sommetje.
Mevrouw zette dat uit tot Januari van
het daaropvolgende jaar het tijdstip
dat h. i. vroeg genoeg was om ze te
betalen en de verdiende rente was
juist geschikt voor een nieuw meubeltje 1
Ik wil hopen, dat dit tot de uitzonde
ringen behoort en daarom in deze rich
ting maar niet verder uitweiden.
Intusschen, waar twee kijven, hebben
beiden schuld. Zoo is 't ook hier. Leve
rancier en afnemer (-ster) klagen over
die ellendige rekeningen en samen heb
ben zij ze uitgevoerd tot beider ge
noegen.
Ik moet eerlijk zijn en dan moet de
bekentenis mij van 't hart, dat vele leve
ranciers, vooral de kleineren, het borgen
en op 't boekje halen sterk in de hand
werken.
Ik zelf duri gerust zeggen, dat elke
rekening mij een gruwel is, maai dat
ik mij daarom dan ook steeds geërgerd
heb aan den klein-leverancier, van wien
geen rekening was los te krijgen, ja 't
is mij overkomen, dat ik mijn geld niet
kon kwijtraken-
»Och, zie mijnheer, ik heb mijnheer
wel graag in 't boek en ik vertrouw mijn
heer wel, en van 't voorjaar krijg ik ook
toen ik broodgebrek leed, tot Hem moet gij
eveneens uwe toevlucht nemen.
Wilt gij mij beloven voor mij te zullen
bidden, juffrouw Columba? vroeg Mederic.
Van ganscher harte antwoordde het meisje.
Mederic verwijderde zich.
Er is een geheim in zijn leven, sprak
Columba bij zichzelve en ik weet niet waarom
hem dat geheim in mijn oog tot eer verstrekt.
Hij heeft nog veertig duiaend frank noodig...
nooit zal bij vrij zijn om zijne toekomst, zijn
leven
Het meisje schudde mistroostig het hoofd en
hield zich daarop mot het aankleeden van
Petit Ange bezig.
Een half uur daarna ging Colnmba met den
kleine de trap af, om zich naar de kerk van
O. L. Vrouw van Lorette te begeven-
Zij kon ongeveer een kwart uurs uitgegaan
zijn, toen vader Falot, door de Ekster ver
gezeld, te vergeefs aan de deur klopte.
Komaan, zeide hij, hot is vandaag Zondag
wij zullen Columba wel in de kerk vinden.
Anrillac en de Ekster gingen weer naar
beneden en naar da kerk van O- L. Vrouw
van Lorette, waar zij juist binnentraden, toen
de mis begon.
Nooit had Austin Aurillac zoozeer behoefte
gevoeld om te bidden.
Met een verbrijzeld hart verliet hij Maxi-
miliaan's woning. Weinige uren waren vol
doende geweest om zijn leven voor altijd te
veranderen. Hij had vrijwillig afstand gedaan
van het recht om in zijne eer hersteld te
worden, om zijn zoon aan zijn hart te drukken
en een gemeten ouden dag te genieten. De
eenige hoop op aardsch geluk, die hem nog
overbleef, was zeer zwak hij had eene dochter
gehad Anita had hem eene dochter ge
schonken en dit kind leefde misschien nog.
Door een geheim voorgevoel gedreven, en
getroffen door de zonderlinge overeenkomst
van den naam zijner dochter, met dien van
Colnmba, zijne jonge beschermelinge, was hij
tot haar gegaan om hare levensgeschiedenis te
vernemen en vond haar tot zijne bittere
teleurstelling niet te huis. Nu ging hij naar
de kerk, in de hoop haar te zullen vinden en
gaf zyn overkropt hart lucht in vurige ver
zuchtingen tot Ged, terwijl de tranen over
mijn rekeningen en dan weet ik, waar
ik wat halen kan4. En of ik al rede
neerde, dat hij contant voordeeliger kon
koopen, of hem zei, dat hij, als hij bang
was, dat het geld verdwijnen zou, 't op
de spaarbank kon brengen, 't baatte
niet, er moest een rekening komen,
loen heb ik gedacht, dat het denman
zoo groot leek, rekeningen te schrijven.
Ik heb nooit tiegrepen, waarom in
sommige neringen contant het wacht
woord is, terwijl een andere nering met
jaarrekeningen werkte, alsof 't vanzelf
sprak Men klaagt over concurrentie,
maar juist de scherpste concurrentie korot
uit die zaken, waar geen crediet gegeven
wordteen bonnetje kan er dan wel op
overschieten 't is weinig meer dan het
fooitje, dat anders de meid kreeg.
En de huishoudster, och, mocht ze
eens gaan inzien, aan hoeveel verleiding
ze bootstaat door het betalen uit te
stellen hoeveel goedkooper alles kon
zijn bij contante betaling hoeveel meer
orde en en regelmaat er zou komen,
als zij van haar kant tot lijfspreuk aan
nam »geld bij de visch4 hoeveel zorg
en ellende zij zich in de eerste maanden
van 't jaar kon besparen.
't Is in sommige gezinnen gewoonte
geworden wandspreuken op te hangen,
veelal eenigzins godsdienstig. Ik heb
daar niets tegen, maar ik geef in over
weging er een op mooi karton tusschen
te hangen met deze woorden
Jantje Contantje
Is winst in 't handje.
Maar Jantje Crediet
Stuurt den boel soms in 't riet.
X.
Ieder vischt op zijn getij. Zoo denken
waarschijnlijk ook verschillende eigenaars
van terpen in het Noorden van ons
land, die den laatsten tijd hun terpaarde
in alle deelen des lands »aan den boer4
trachten te brengen. De omstandigheden
zijn voor hen gunstigde lust tot ont
ginnen ontwaakt meer en meer en 't is
juist in 't bizonder bij ontginningen, dat
terpaarde nuttig kan worden aangewend.
Verder zullen de heeren wellicht meenen,
zijn wangen biggelden. Door het gebed ge
sterkt, stond hij op en verliet met de Ekster
na het einde der mis de kerk om Columba
buit«n op te wachten waar Mederic, die ins
gelijks aan Colnmba's vermaning gehoorzaamde
de mis had bijgewoond, zich bij hem voegde.
Nadat reeds bijna alle geloovigen de kerk
hadden verlaten, verscheen ten laatste ook
Columba, die een kerkboek met zilveren slot
in de hand droeg.
Petit-Ange zag vader Falot het eerste.
Hij liet Colnmba's hand los en ijlde op den
ouden man toe. Columba bloosde en sloeg de
oogen neer, toen zij Mederic ontwaarde en
zeide bedeesd tot hem
Mijn laa8te gebed is voor u geweest,
mijnheer Mederic.
Aurillac hield onafgewend de oogen op het
gebedenboek van het jonge meisje gevestigd.
Eene geweldige ontroering overmeesterde
hem; hij meende dat boek te herkennen.
Colnmba, zegde hij gejaagd, ik zou u
gaarne spreken wat ik u te .zeggen heb is
echter van zeer ernstigen aard en ik zou alleen
met u moeten zyn
Ernstig, vroeg zij, maar toch niet be
droevend
Wil ik met de kinderen wat gaan wan
delen? vroeg Mederic.
Dat is uitmuntend, antwoordde Aurillac.
alB gij maar zorgt dat zij tegen etenstijd te
hnis zijn.
Aurillac verwijderde zich met Columba.
Zij wist zich niet te verklaren wat er in
haar omgeving, maar haar hart klopte hoor
baar en ze was diep ontroerd. Wat beefde
de stem van vader Falot, toen hij haar zooeven
zeide, dat hij haar alleen moest spreken. Zon
hij geraden hebben Neen, dat kon hij niet
weten.... Columba was er volstrekt niet zeker
van
Weldra hadden zij Columba's woning be
reikt en toen zij boven kwamen, greep vader
Falot hot meisje bij de banden en staarde
haar lang en uitvorechend aan, als zocht hy
in hare gelaatstrekken de gelijkenis met die
van een andere en vroeg haar daarop met
een bevende stem
(Wordt vervolgd.)