Nummer 41.
Donderdag 20 Mei 190D
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
SUtULlSHT
-Hk
3
WW
CemeeDlciaadsieigiiieiiiig,
32° J aai ga-: g
AITOON TIELE
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
HET GEHEIM
VODDENRAPER
Uitgever:
FEUILLETON
ff komt
1 doet i
RAQUL DE NAVERY.
De Echo van het Zuiden,
Wiilwykscke en Langstraatsrhe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
ïranro per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advkrtentikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr.
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal, ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
komt U halverwege tegemoet,
doet al het Werk in de helft
van den tijd en voor de helft
der kosten, die U aan groene
zeep zou uitgeven.
5unlight maakt, dat Uw
goed niet lijdt, Uw handen
niet ruw worden en Uw leven
geen slavernij is.
De volstrektezuiverheid van
Sunlight maakt haar alleen
geschikt voor het
wasschen ^.,«Vvan kostbaar
linnen en Vo fijne kant.
DKUNEN.
Openbare vergadering van. den ge
meenteraad op Vrijdag 14 Mei des avonds
ten 6 uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer van
Huiten.
Te ongeveer 6,15 uur opent de Voor
zitter de vergadering; aanwezig alle le
den.
De Voorzitter verzoekt den secretaris
voorlezing te geven van de notulen der
Van „DE ECHO VAN HET ZÜIDEN".
VAN DEN
NAAR HKT FrAN8CH VAN
98.
Hebt gij dan zooveele menschen in het
verderf gestort, zoovele onschuldigen ge
lasterd, dat gij het getal en de gelaatstrekken
uwer slachtoffers vergeet? Zie mij goed aan...
Hebben de tranen mijne oogen zoodanig ver
duisterd, dat gij er den glans niet meer van
herkent? Herinnert u mijn mettalloozevoren
doorploegd voorhoofd niet eenen man, dien
gij gekend hebt? Kunt gij vergeten zijn, dat
gij deze door den arbeid thans vereelte hand
gedrukt hebt
Ik herken u nietherhaalde Nerval.
Welaan sprak de voddenraper, dan zal
ik eenen naam schrijven op dit door de ziekte
het lijden en de vertwijfeling misvormde ge
laat: ik heet Austin Aurillac Hebt gij zoo
wel de naam als de trekken vergeten, Achille
Nerval En hebt gij niets te zeggen aan hem,
dien gij naar de galeien zondt, om te Parijs
de plaats in te nemen, die hem toekwam, en
uw voorspoed ten koste van den zijnen te
vergrooten Ik ben Aurillac de galeiboef,
en ik kom verantwoording van u eischen...
Nerval had intusschen al zijn krachten voor
den strijd verzameld.
Het is niet te verwonderen, aatwoordde hij
datik uwe treïken vergeten heb; wijonmoetten
elkander zelden, terwijl gij te Parijs woondet..
Uwe rampen, ik wil dit woord wel bezigen ®m u
niet te grieven, hebben u vermaard gemaakt,
doch ons niet nadet tot elkander gebracht....
Als mijn voorspoed tengevolge van uw onder-
vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing onveran
derd goedgekeurd en vastgesteld.
De Voorzitter. Bij het bekend worden
van de blijde gebeurtenis, hebben wij
een telegram van gelukwensch gezonden
aan H. M. de Koningin, Z. K H. Prins
Hendrik en aan H. M. de Koningin-
Moeder.
Wij hebben daarop het navolgend
telegram teruggekregen
Hare Majesteit de Koningin, Zijne
Koninklijke Hoogheid de Prins en Hare
Majesteit de KoniDgin-Moeder, laten u
allen voor gelukwenschen danken.
Adjudant SCHIMMELPENNINCK-
Aan de orde
1 Ingekomen stukken.
a. Procesverbaal van kasopneming.
De Voorzitter. In dato 30 Maart is
door Burg. en Wethouders bij den ge
meente-ontvanger proces-verbaal van
kasopneming gedaan. Uit het onderzoek
is gebleken dat de registers en boeken
ordelijk waren bijgehouden en dat het
dienovereenkomstig bedrag, f982,5472
in kas aanwezig was.
Voor kennisgeving aangenomen.
b Uitvoerig en beredeneerd verslag
van den toestand der gemeente.
c. Beredeneerd verslag van hetgeen
met betrekking tot verbetering der volks
huisvesting in de gemeente is verricht
in het jaar 1908 volgens art. 52 van de
Woningwet.
De Voorzitter. Ik stel voor deze ver
slagen voor de leden op de secretarie
ter lezing neder te leggen.
Aldus wordt besloten.
2 Vaststelling kohier hondenbelasting.
De Voorzitter. Er staan eenige per
sonen op het kohier, waarvan het bedrag
nog niet is ingekomen. Er zijn er bij,
die er wel zullen moeten afgebracht
worden.
Nadat de namen door den secretaris
zijn voorgelezen, wordt besloten enkelen
van het kohier te schrappen en andere
nalatigen alsnog aan te schrijven.
De Voorzitter. Er is weer gebrek aan
kasgeld. Dat is een jaarlijks terugkomen
de kwaal. De ontvanger kan niet meer
betalen en de gelden, zooals van bouw
landen, hooilanden en het houtl komen
allemaal pas in het najaar binnen. Ik
gang toegenomen is, dan heb ik dit noch gewild
noch gezocht, en ik begrijp niet...
Genoeg geveinsd en gelogen bulderde
Aurrillac, af met uw masker van eer Ik heb
het reeds gezegd, ik kom het proces herzien
6n de ware schuldigen straffen. Wie heeft
den monsterachtigen aanslag beraamd, waarvan
ik het slachtoffer ben geweest? Wie heett
mynen val bereid, wie heeft, na het nemen
van de nauwkeurigste voorzorgen, eenen
ellendeling betaald, om mijn woonhuis en mijne
werkplaatsen in brand te Bteken... Gij, gij
alleen, booswicht, dnizendmaal lafhartiger en
plichtiger dan Camomdas
Volkomen bewust van het hem dreigende
gevaar, beiloot Nerval alles op het spel te
zetten om het af te wenden. Hij kon er niet
meer aan twijfelen, do voddenraper, tot dus
verre ouder den naam van vader Falot bekend,
was inderdaad Austin Aurillac, wiens geluk
en fortuin hij vernietigd had maar hoe goed
hij ook ingelicht scheen omtrent sommige
bijzonderheden, en hoewel hij Camourda's
naam genoemd had, kon het toch gebeuren
dat de voormalige galeiboef geene bewijzen
had voor zijne beschuldiging. Het verstandigste
was derhalve alles hardnekkig te loochenen.
Nerval kon zich bovendien van een veel
machtiger wapen bedienen dan woorden, een
wapen dat Aurillac hem zelf in de hand ge
geven had.
Aurillac was nit de galeien ontvlocht. Een
ruk aan de bel zou drie stevige bedienden
doen toesnellen, die zich gemakkelijk vau den
voddenraper meester zouden makenden
vluchteling weder in hare macht hebbende,
zou de justitie hem niet meer loslaten, maar
hem naar Nieuw-Caledonië zenden.
Nerval hervatte dns zijn koelbloedigheid en
deed van zijne stoel opstaande, eene schrede
naar den kaut van de schouw, waarnaast da
belkoord hing.
Ik beklaag u diep, sprak hij, om mij
over de onbeschaamdheid van uwe taal kwaad
te maken. Het is mogelijk dat gij het slacht
offer zijt van een rechterlijke dwaling.... Dat
Camourdas, uwe werkplaatsen in brand ge
stoken zou hebben kan ik noch loochenen,
noch bevestigen trouwens bot gaat mij ook
niet aanGij hebt Camourdas nit uwen
stel voor een tijdelijke geldleening aan
te gaan, rentende ten hoogste 5 pCt.
't Is beslist noodzakelijk, want wij heb
ben behalve het uitbetalen van de trak-
tamenten, nog veel te betalen.
De neer van Son. 't Is toch de be
doeling niet om 5 pCt. te geven.
De Voorzicter. Neen, als wij kunnen
maar 4 pCt., maar ten hoogste 5 pCt.,
dus nooit meer. Een vorige keer hebben
wij naar ik meen maar 4 pCt. gegeven.
De heer v Son. Ik geloot van 47s pCt.
De heer Willemsen. Zoo goedkoop
als het maar kan, dat zal de bedoeling
wel zijn.
De Voorzitter, 't Is voor een tijdvak
van 7 maanden.
De heer v. d Geld. U zou het in 2 ter
mijnen kunnen doen.
De Voorzitter. Alleen aan trakta-
menten moet er f 1364.50 worden uit
gekeerd.
Dc heer van Dal. Eer men er toe
overgaat, zou ik toch wel eens willen
weten wat men besteedt. Ge zou het
soms voor 4 pCt. kunnen krijgen.
De Voorzitter. Dat lig toch in mijn
voorstel opgesloten.
De heer van Dal- Ik bedoel maar,
dat het door Burg. en Weth. moet
worden geregeld Een vorige keer wist
ik er niets van.
De heer van Son. Een vorige keer is
het wel in het Dag. Bestuur geweest.
De heer van Dal. Ik zou niet zoo vlug
zijn en "t eens bekend maken, dan hebben
er meer menschen kans naar. Het wordt
er nu aan een gevraagd en die zou 47s
vragen en een ander zou maar 4 pCt.
vragen.
De heer van der Geld. Van Dal wil
er publiciteit aan geven.
De heer van Son. De raadsleden we
ten wel wie er zocal geld te veel heeft
en daar kunnen ze 't dan eens tegen
zeggen. Dat zal de bedoeling van Van
Dal zijn.
Na nog eenige discussie wordt beslo
ten eene tijdelijke geldleening aan te
gaan rentende ten hoogste 5 pCt.
3. Af- en overschrijving.
De Voorzitter In de afgeloopen win
termaanden is hier eene landbouwcursus
gehouden. Daarvoor is een onkosten ge
maakt van f 63.50 welk bedrag echter
later door het Rijk wordt vergoed, zoo-
dienst ontslagen, mogelijk heeft hij zich daar
over willen wrekenIndien gij zijne misdaad
kunt bewijzen, doe hem dan gevangen nemen...
Camourdas is sinds twee dagen verdwenen
hernam Aurillac.
Dat is jammer voor u.
En weet gij waarom hij verdwenen is?
Bod ik sems verantwoordelijk voor de
gangen en daden van eenen Camourdas
Ja, want dien man is u tot last, en meer
nog, gij zijt bevreesd voor hem. Die luie, aan
den drank voislaafde werkman, die met volle
handen uit uwe geldkist put, en uw ieder uur
van den dag kan toeroepen wij zijn beide
eerlocs mat een onkel woord kan ik u naar
de galeien zenden die man is uw schrik
beeld Camourda3 bezat het bewijs van uwe
medeplichtigheid in het drama van den brand
van La Vilette..., Hij maakte er gebruik van
om nw sommen te doen betalen, die al grooter
en grooter werden hij zou geëindigd hebben
met uw geheel vermogen te eischenGij
hebt tegelijk afkeer en vrees voor hem ge
voeldNa vruchteloos beproefd te hebben
om hem dien brief af te koopen, die u in
zijne macht stelde, hebt gij gepoogd hem door
list meester te worden. Herinner u den dag,
waarop vader Falot, Bestiole helpende ver
huizen u verraste, terwijl gij bezig waart de
kamer van Camourdas te doorzoeken
Nerval begon te beven.
Maar hoe diep gezonken Camourdas ook
moge wezen, hij is geslepen; het stuk, dat
gij zocht was veilig voor uwe nasporingen
een wonderwerk alleen kon den brief in mijne
handen doen vallen
Den brief?.
Wel zeker den brief, waarin gij aan
Camourdas het juiste uur van den misdaad
opgeeft...
Anrillac haalde een papier uit zijnen zak,
Nerval sprong op en wilde zichr op den
voddenraper werpen.
Maar deze was op iets dergelüks voorbe
reid want terwijl hij met de ééne hand den
brief vertoonde, hield hij den fabrikant met
de anderen eenen revolver voor.
Nog eene schrede en gij zijt een man
des doods sprak hij
Genade I stamelde Nerval, die begreep
dat een en ander kan geschieden zonder
bezwaar voor de gemeentekas.
De Voorzitter. Van de feestcommissie
is een schrijven ingekomen, dat hun
rekening sluit met een nadeelig slot van
f 11.10. Het totaal bedrag der kosten
is dus f 119.10. De commissie verzoekt
nu, of wij nu nog die f 11.10 willen
betalen.
Ik stel voor dit te doen. De feesten
zijn uitstekend geslaagd en eenieder is
het naar de zin geweest- De commissie
leden hebben reeds onkosten genoeg
gehad.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten dit bedrag alsnog door de ge
meente te doen betalen.
De Voorzitter. Verleden week ben ik
naar Waalwijk geweest alwaar een ver
gadering werd gehouden, welke bijeen
was geroepen door dr. Woltering, hoofd
inspecteur van de volksgezondheid te
's-Bosch.
Op die vergadering is een langdurige
bespreking gehouden over watervoor
ziening in het N.-W. gedeelte van Noord-
Brabant. Ovei het algemeen genomen is
de toestand van het water zeer slecht
in deze streek. Zoo zelfs dat de Re
geering er naar het schijnt, zich mede
gaat bemoeien
De besprekingen die zijn gehouden,
liepen uitsluitend over de kwestie, hoe
kan men het best in goed water voor
zien. 't Slot der besprekingen was, dat
aangenomen werd dat een waterleiding
met een centraal punt het beste in de
behoefte zou voorzien. Besloten werd
toen dat ieder afgevaardigde het in den
Raad zou brengen en zou verzoeken om
2 cent per inwoner af te staan, teneinde
door een deskundige een onderzoek te
doen instellen.
Zooals ik in »De Echo van het Zuiden4
heb gezien, heeft de gemeente Dussen
reeds besloten dit bedrag uit te keeren.
Ik wil er nog bijvoegen, dat men zich
tot niets verplicht. Dit bedrag is alleen
maar noodig voor een deskundig onder
zoek in te laten stellen.
De heer van Son. Dat is dus een
voorloopig onderzoek. Als het eenmaal
zoo ver komt dan zullen de menschen
toch wel weer verplicht worden om aan
te sluiten.
De Voorzitter. Dat gaat zoo niet. De
dat hij verloren waB.
Toen men mij veroordeeld heeft, heb ik
geroepen ik ben onschuldig I
Heb medelijden met mijne dochter
Mijne vrouw is door uw toedoen ge
storven
In naam vanden God in wien gij
gelooft
Ik ben de lasthebber van zijne gerech
tigheid, en ik veroordeel u
Nerval zonk op do knieën en bedekte zijn
gelaat met beide handen....
XLV. DE STRAF.
Met gestrenge kalmte staarde Anrillac op
den man, die voor zijne voeten neergebogen
lag. Het was geen wreker, die van de ver
nedering des misdadigers geniet, die zijne
oogen komt verlustigen in het schouwspel
zijnei strafoefening; het was een rechter, in
de volle uitoefening van zijnen plicht en deze
in dien stond met eene zekere plechtigheid
volbrengende.
Na eenige minuten als verplet te zijn blij
ven liggen onder den onverwachten slag. die
tegelijk zijn gelnk en zijn vermogen ver
woestte, richtte Nerval zich op. Zijne ver—
wroDgen wezentrekken getuigden welsprekend
van dr vertwijfeling, welke zijne ziel vervulde.
Welnu het zij zoo sprak hij, Aurillac
vlak in het gelaat ziende, wreek u en straf
mij, als gij meent dat ik niet genoeg voor
mijne misdaad geboet heb.
Voor uwe misdaad geboet? antwoordde
Aurillac gestreng en wat hebt gij dan wel
daarvoor gedaan
Ik niets, maar God alles
Ik meende dat gij aan geenen God ge—
loofdet l '-ja
Ik ken Hem inderdaad niet, als gij dat
woord God een Wezen bedoelt, vol barmhar-
tigheid en liefde, maar wanneer gij Hem u
voorstelt als de meeBter met de straffende
zweep gewapend, als den vervolger of den
kastijder van de misdaad, als den uitvoerder
zeiven der wraak, die Hij neemt op degenen
die zijne wet schenden, dan ken ik Hem, dan
ken ik Hem maar al te wel Zie, gij zijt
veroordeeld, geschandvlekt, gevangen gezet,
raad heeft hiertoe de macht ik handen.
De heer van Dal- Als we besluiten
zijn we toch onze f 60 weer kwijt.
De heer Brok. Is 't hier slecht drink
water
De Voorzitter. Over 't algemeen ge
nomen is 't hier slecht drinkwater.
De heer Willemsen. Wij hebben toch
goed water.
De heer van Son. En ik meen dat
wij ook goed water hebben.
De Voorzitter. Op de vergadering
was ook gesproken over het boren van
putten, doch de ondervinding heeft
bewezen dat dit zeer duur en bovendien
nog niet eens deugdelijk is. Het Rijk
heeft aan de langs de Maas gelegen
woningen overal putten laten boren,
doch de menschen drinken het water
niet. Ze scheppen het maar uit de Maas.
De heer van Son. Kijk maar eens in
de Wolfshoék, wat hebben wij daar ook
niet laten boren en nog is 't niets.
De Voorzitter. In Vlijmen hebben ze
meer dan f 300 onkosten gemaakt en
nog is men er aan geen goed resultaat
gekomen.
Op de vergadering waren een 36
afgevaardigden en allen hebben toegezegd
om voor de zaak te ijveren en dat doe
ik ook, te meer daar ik er van over
tuigd ben, dat eerlang toch tot verbe
tering van drinkwater zal overgegaan
moeten worden en dan zal het ons heel
wat meer kosten.
De heer van Dal. Het water zal van
de menschen afgekeurd worden en dan
moeten ze aansluiten. Daar is 't om te
doen.
De heer v. d. Gild. Als wij dit eens
aanhielden tot een volgende vergadering.
De Voorzitter. Op de vergadering
werd op spoed aangedrongen. Maar 't
valt de heeren wel wat onverwachts op
't lijf. Liever wenschen ze er zeker eens
over na te denken en daar de redactie
van De Echo van het Zuiden4 zoo wel
willend is om in al de omliggende ge
meenten de raadsverslagen op te nemen,
kunnen de heeren gemakkelijk zien wat
men hieromtrent in andere gemeenten
doet.
De heer van Halderen. Ik heb hooren
zeggen, dat men in Elshout besloten
heeft ook f 16 bij te dragen in de voor-
loopige onkosten.
de lucht, die gij inademt, hebt gij aan uwe
onwrikbare geestkracht te danken. Sinds uwe
ontvluchting zijt gij nooit een oogenblik zeker
feweest, dat gij niet door de gendarmen her
end en w-^er gevangen genomen zondt worden
uwe handen en voeten dragen de onuitwisch-
bare merkteekens van de onteerende ketenen^,
die zij hebben moeten dragen, en toch zond
gij uw lot niet tegen het mijne hebben willen
verwisselen, niet waar Heb ik beter op mijn
in 8chij,n zoo donzig bed gerust dan gij op
uwe harde matras in de galeieu
«Zelfs te midden van die langdurige mar
teling steeg uw gebed, door het lijden gehei
ligd, tot God op, maar ik ik Sinds den
dag van uwe gevaugeneming is de slaap van
mij geweken... Uwe schim heeft mij nooit
verluten... Of ik u herken, Anrillac? Uwe
spookgedaante heeft mijne eenzaamheid be
volkt... Ik hoorde voortdurend den toon van
verontwaardiging, waarop gij nntwoorddet op
de onrechtvaardige beschuldiging, die op u
rustte, en u om hare monsteraohtigheid zelve
verbaaBde. Ik zag die altijd, altijd! verstaat
gij, nwe oogen die van een onbeBchrijfelijken
zielangst koortsig schitterden, het bleeke gelaat
uwer vrouw en de strakke wezenstrekken
van uwe rechters...
„Ach nog altijd trilt uwe stem in mijne
ooren, en ik zou de woorden kunnen herhalen
welke, boter dan die van uwen sdvokaat, de
gezwoomen van nwe onschuld hadden moeten
overtuigen. Wroeging ik geloofde daar
niet aan vóór mijne misdaad ik beschouwde
die uitdrukking als een woord om dengenen
vrees aan te jagen, die buiten het bereik der
menschelijke gerechtigheid blijven.... To§n ik
nwen ondergang beraamde en vaststelde, toen
ik door Camourdas mijn misdadig opzet deed
ten uitvoer brengen, lachte ik met de wroe
ging en zeide bij mij zeiven, dat krachtige
naturen niet aan zulke zinsbegoochelingen
onderworpen zijn.
„Ik bedroog mij, Anrillac, ik loog my
zei ven voor, ik heb vreeslijke, knagende
wroegingen geleden, zij hebben mijn geheel
leve» verbitterd, mij alle ruBt, alle geluk
ontroofd...
(Wordt vervolgd.)