jNummer 64.
Donderdag 12 Augustas 1909.
32 «Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Gedwongen Winkelnering en de
Wet op het Arbeidscontract.
PALJAS
Gemeenteiaadsvefgadering,
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
Pink Pillen
SUNLIGHT
I
Uitgever:
FEUILLK? ON
„De verantwoordelijkheid
der moeders."
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
OOGLNBLIKKEN OM DIT
te blazen zsjn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Sunlightzeep schaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier ia ruil voor 5 omslagen
De Echo van het Zniden,
Waalwyksclie en liaiigslraatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
.Abonnementsprijs per 3 maandeu fO.^S.
Frant o per post door bet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
1241
i.m—n i iti.n i—i—.iiim
■i>Het Dagblad, van Noordbrabant
schrijtt in zijn nummer van Zondag 8
Augustus het volgende
»Wat kan er, met de Wet op het
Arbeidscontract in de hand, worden ge
daan tegen Winkelnering.
De kwestie is aktueel, sinds te Kaats
heuvel een aantal" arbeiders staakt, om
zich te verzetten tegen de gedwongen
wiükelnering.
Van „DE ECHO VAN I1ET ZUIDEN."
OF
Jêefóewltoiivv tutu Den uvvefijl wfwtitD.
6)
Ei zoo heruam Willem die, om zijne
ontroering te verbergen denzolfdeu toon aan
sloeg dien hij gewoon was te gebruiken voor
de gapers op de markt, ik hoor u komen,
vriendje.
Gij zoudt uwe dochter aan Paljas ter ver
pleging overlaten. Waarlijk, eene aardige
gedachte en misschien wel niet slecht... voor
n, wel te verstaan.
En zich tot zijne vrouw wendend
Wat dunkt er u van, moedertje?
Katrien antwoordde eenvoudig
De kleine iswaarlykeeD aardig schatje...
En na haar zoo in mijne armen gedrukt en
gevoed te hebben, zou het mij waarlijk spijten
dat dit alles tot niets zou batfin en zij zou
omkomen.
Dat is nochtans het lot dat haar binnen
weinige dagen beschoren is, sprak de vreem
deling mot verdoefde stem. Haar leven is in
uwe handen... Welken prijs stelt gij spreek,
wat vraagt gij
De ontroering van Willem en zijne vrouw
groeide van stond tot stond aan.
De eine Belphégor zelf, alhoewel hij de
droov.ge gebeurtenis die vóór hem bespreken
werd niet volkomen begreep, scheen ook te
znllon weecen.
ie vreemdeling dacht dat het enkel uit
jzucht was dat de arme lieden langer
ïn en de beste beweegreden zoekende
lézen weg te nemen, stak hij de hand in
zijne geldtasch
Wilt gij eene waarborg? vroeg hij.
Dan nam Paljas eene majestatieche houding
Die arbeiders hebben het werk neer
gelegd zonder inachtneming van den
opzeggingstermijn, want, zoo redeneer
den ze er bestond een dringende reden,
als bedoeld in art. 1639 q sub. 2 het
verleiden tot onwettige handelingen.
Gedwongen winkelnering is onwettig
De patroon dwingt ons ertoe.
Dus hebben wij het recht den arbeid
neer te leggen om een dringende reden.
Aldus de arbeiders.
In de Noordbrabanter kwam een zekere
A. B. tegen deze redeneering op. Diens
artikel, scherpzinning en zeer helder,
hebben we met veel genoegen gelezen.
Maar wij betwijfelen desniettemin, of hij
gelijk heeft.
We zeggen evenmin met beslistheid,
dat er een dringende reden bestaat.
Reeds op 17 Juli schreven wij, dat het'
de vraag is, of de rechter de redenee
ring der arbeiders zal aanvaarden.
Maar dat hij hem verwerpen zal op
grond van een redeneering, als door A.B.
wordt aangevoerd, meenen wij evenzeer
te mogen betwijfelen.
De patroon, zeggen de arbeiders, heeft
ons willen verleiden tot 'n onwettige daad.
Neen, meent A. B. En hij redeneert
aldus
Er bestaat een wet, die de gedwon
gen winkelnering verbiedt. Wal wil
dat zeggen Dat het het door de wet
den patroon is verboden dwang uit te
oefenen op den arbeider in het doen
zijner inkoopen op eene bepaalde
plaats. Maar de wet verbiedt niet den
arbeider zich te laten dwingen in zake
het te winkel gaan bij zijn patroon.
Welnu, verbiedt de wet zulks den ar
beider nietdan handelt deze ook niet
in strijd met de wet of onwettig, m. a.
w. dan is 't hem door de wet ook
niet verboden zich te laten dwingen
door den patroon, ook al ontstaat
daaruit eene jiitsluitend van den kant
der patroons onwettige rechtsverhouding.
Ten einde de kwestie goed te begrij
pen, is het noodig art. 1637 j af te
drukken, waarin van de gedwongen win
kelnering sprake is.
De wet zegt in art. 1637 s B. W.
het volgende Ongeoorloofd en nietig
is »elk beding tusschen den werkge-
>ver.... en eenen arbeider, waarbij
ydeze zich verbindt, het loon of zijne
aan en het aanbod met minachting afwijzend,
sprak hij
Behoud uw gold, beste man.
Gij weigert dus mijn dochtertje te voeden
riep hij met de tranen in de oogen uit.
Ik Ik weiger niets, zei Paljas. Dat
gaat mij overigens niet aan. Daarover moet
ge mijne vrouw raadplegen.
Als zij zich sterk genoog gevoelt voor die
twee snuitertjes te voeden, dan verzet ik er
mij geenszins tegen.
De vreemdeling richtte een smeekenden blik
op Katrien.
Wel, antwoordde zij, als Willem er zich
niet tegen verzet...
Belphégor, die het minste woordje van deze
samenspraak gadesloeg kwam er nu ook tus
schen, al vroeg niemand hem zijne meeuing
en in de handen klappend riep het jongetje uit
Oh 1 wat zal het plezierig zijn als ik
twee zustertjes, in plaats van één zal hebben.
Dit eenvoudig, onberedeneerd woord, bêsliste
de zaak.
Welnu, besloot Paljas, vermits Katrien
er geen bezwaar in vindt zullen wij tot verder
afwachten, 't is te zeggen, tot dat gij uit uw
moeilijken toestand zult gered zijn en over de
gezondheid waken van Mejuffer...
Magdalena, zeide de vreemdeling.
Een schoone naam, Magdalena. Ons
kleintje heet Sylvio, ook een lieve naam
niet waar?
De vreemdeling nam de hand van den
goochelaar en drukte ze zenuwachtig in de
zijne, die brandden van de koorts
Ik vind geene gepaste uitdrukkingen om
u genoegzaam te bedanken.
Gij hoeft er ook geene te zoeken. Waartoe
zou dat dienen
Laat mij nochtans toe u eenig geld te
laten, in afwachting dat ik beters vermag, om
u voor uwo edele daad te beloonen
Neen ik herhaal, behoud uw geld...
Gij hebt het misschien meer noodig, dan ik...
Wel drommels 1 riep Paljas de armen over
zijne borst kruisende, denkt gy datwy, kun
stenmakers, onbekwaam zijn iemand om, Gods
wille, eenen dienst te bewijzen Wij htbben
een hart even goed als wie ook en soms beter
dan dat van menigen burger. Wij zyn arm,
»overige inkomsten of een gedeelte
daarvan op een bepaalde wijze te
besteden, of zich zijne benoodigdhe-
sden op een bepaalde plaats of bij een
>bepaalden persoon aan te schaffen4.
A. B. drukt zich dus zeer onjuist uit,
als hij spreekt van een verbod der ge
dwongen winkelnering. Zulk een verbod
bestaat niet. Verboden wordt het beding
en dat is heel wat anders. Wat A. B.
verder bouwt op zijn stelling, dat de wet
gedwongen winkelnering zou verbieden,
gelijk zij b. v. diefstal verbiedt, en wat
hij verder schrijft over de geldigheid
van het verbod voor den werkgever en
niet voor den arbeid, dat alles vervalt
derhalve. Er is geen verbod van gedwon
gen winkelnering, zooals A. B. bedoelt.
Verboden wordt het bedingwaarin
gedwongen wordt tot winkelen op een
bepaalde plaats.
Zoodat een werkgever, die tot zulke
contracten dwingt, in strijd handelt met
de wet.
De vraag wordt dan echter, of in dit
geval verleid is tot het aangaan van zulk
een contract.
Niet tot een schriftelijk contract, dat
staat vast.
Maar bij de behandeling van het boven
genoemde art. 1637 s, zeide de Minister
o. a. het volgende
»Er wordt een beding gemaakt niet
enkel wanneer dat schriftelijk geschiedt
en ook niet enkel wanneer het mon
deling uiterlijk geschiedt, zoodat de
partijen met zoovele woorden over
eenkomen in strijd met hetgeen hier
wordt verboden. Er kan een beding
zijn tot stand gekomen, ook al is dat
niet uitdrukkelijk geschied, blijkens de
feiten.
En A. B. haalt het volgende aan uit
het werk van Mr. Meijers
Geeft seen werkgever of een der
sbazen een arbeider te kennen, dat hij
sonaangename gevolgen zal ondervin-
>den, indien hij niet op een bepaalde
splaats koopt en zwicht de arbeider
svoor deze bedreiging, zoodat hij er
»toe overgaat op die plaats te koopen,
>dan kan men aannemen, dat het ver
sboden beding stilzwijgend overeen
gekomen is*. Blz. 21.
Zijn er te Kaatsheuvel feiten voor
gevallen, als waarvan den Minister sprak,
maar toch altijd bereid om een armen broeder
bij te staan en liefderijk met hem, het weinige
te deeleu dat wij bezittoD. Waar eten is voor
één, daar zal men er ook wel voor twee vinden.
Wij leven zonder zorg, van dag tot dag, zonder
ons verder over de toekomst te bekreunen.
Geld vooruit dank u, dit zou ons hinderen
wij zijn niet gewoon veel geld in kas te heb
ben.
Hetgeen wij overigens voor u doen is im
mers zoo buitengewoon nietIk geloof wel
dat gij, in tegenovergesteld geval voor mij
hetzelfde zoudt gedaan hebhenZoudt gij
mijne kleine Sylvia zonder hulp ot bijstand
verlaten hebben
Ten andere, ge moet wel weten dat men
bij Paljas slechts betaalt als men buitenkomt...
en te vreden is
Ik hoop wel dat ik binnen kort het kind
zal kunnen bij mij nemen en dan zult ge mij
zeker wel toe laten u naar waarde te beloonen
't Is wel, 't is wel, we zullen later zien.
En waar kan ik u later wedervinden
Dat verschilt volgens het jaargetyde.
Ziehier mijn reisplan.
Hij telde op zijne vingers
Dezen avond zullen wij te Pout-l'Evêque
zyn en daar vernachten, 't Is een klein dorp
waar niet veel te winnen is. Dus zullen wij
er slechts éénen dag verblijven.
Daarna bezoeken wij Lisieux en omstreken
Vandaar begeven wij ons naar Caen, waar wij
omtrent half Januari zullen aankomen In het
begin van Februari zijn we te Rennes daarna
doorloopen wij Laval, Angers, Nantes, enz.
Daarna doorkruisen wij de overzijde van
de Loire...
Verder zou het mij onmogelijk zijn eenen
datum aan te wijzen van ons bezoek in de
menigvuldige steden van Frankrijk, of u zelfs
de namen van al de steden en dorpen waar
wij zullen verblyven op te noemen.
Wij zijn reizende vogels die niet lang op
denzeliden tak zitten.
Daarbij hebben wij soms ook wel vreemde
grilen en luimen of zijn we verplicht ons plan
te veranderen uit hooide van den slechten
toestand der openbare wegen.
Dat is het geluk en het genoegen van vrij
te zijn en zjjne woning achter zich mee te
en zijn er dingen gebeurd als 'door Mr.
Meijers bedoeld
Het Dag. Bestuur van den Leerbe-
werkers arbeidersbond noemt deze feiten
lo. Twee arbeiders, die zich op de
vergaderingen der vakvereeniging te
gen de winkelnering hadden uitgespro
ken werden Zaterdags daarop ont
slagen.
2o. De niet-winkelende arbeiders
(stukwerkers) werden zóó op taak gezet,
dat zij in den gewonen arbeidstijd het
gebruikelijke loon niet konden ver
dienen terwijl de wèi-winkelende
arbeiders volop tuig kregen.
3o. Den meesterknecht werd aange
zegd, dat zijne zusters geen paar stik
werk meer zouden krijgen, als het niet
met winkelwaar verhaald werd.
De vraag is nu, naar onze meening,
of de arbeiders, indien zij voor deze
bedreigingen waren bezweken, een beding
hadden aangegaan, nietig verklaard door
art. 1637 s.
Naar ons oordeel zeer zeker.
Doch dan zouden ze, een beding aan
gaande, in strijd met de wet op het
Arbeidscontract, onwettige handelingen
hebben verricht.
En om daaraan te ontkomen, bestond
maar één wegden arbeid neerleggen.
Waarbij dan vaststaat het bestaan eener
dringende reden volgens art. 1639 q en
ook het recht den arbeiders op volledige
schadevergoeding, hun gewaarborgd in
art. 1639 waarin de partij, die de
wederpartij dringende redenen geeft om
de dienstbetrekking op te zeggen, tot zulk
een schadevergoeding wordt verplicht.
Alleen blijft de vraag, of de arbeider
werkelijk een btding zou hebben aan
gegaan, indien hij was blijven doorwerken.
Naar onze meening, ja.
Doch hier is plaats voor zoovele sub
tiele onderscheidingen, dat wij het ver
metel zouden noemen met eenige zeker
heid omtrent de beslissing van den
rechter iets te voorspellen.
Het lijkt ons intusschen van het aller
grootste belang, dat in dezen een rechts
kundige beslissing worde uitgelokt.
De vraag dient n.l. uitgemaakt of de
Wet op het Arbeidscontract niet alleen
met woorden maar ook inderdaad de
Gedwongen Winkelnering zal kunnen
bestrijden.
slepen. Legeren en opbreken is ons leven.
Ge begrijpt dat het in dergelijke omstandig
heden niet gemakkelijk is een bepaald adres
op te geven.
Ge moet u dns tevreden stellen met de
aanduidingen die ik u geven kan. Ge zult ons
toch altijd wel weervinden, 't zij hier of daar,
of olders.
Ik herhaal hot, Willem, bijgénaamd Paljas
is heel Frankrijk door, heel gunstig bekend,
hij reist van Noord naar Zaid, van Oost naar
West, en overal oefent hij zijne goocheltoeren
uit met toelating der wettelijke overheid.
Alle lieden keDnen zijne persoonsbeschrij ving
en er is geen boer of burger die de kermissen
en markten bijwoont, of hij zal u over zijne
aankomst of zijn vertrek kunnen inlichtingen
geven.
Maar, hoe langer gei zult wachtep, hoe
verder we zullen weg zijn en hoe moeilijker
gij ons zult weervinden.
Staat u dat plannetje aan
Het moet wel, fluisterde de vreemdeling,
het moet en nochtans...
Straks verliet hij met de grootste moeite
zijne arme vronw die door den dood werd
weggemaaid, nu kon hij er niet toe besluiton
een afscheid te nemen van zijn kind voor
wien de scheiding nochtans het leven was.
Op dit oogenblik werd het kindje wakker
en begon in de armen van Katrien te spartelen
en te schreien.
Het arme schaapje heeft nog honger, zei
de vrouw van Paljas.
Daar was de hardvochtige, onmeedoogende
werkelijkheid.
Die enkele woorden „zij heeft nog honger"
verdreven de laatste aarzelingen van den vader.
Hij overkuste het bleeke aangezicht je van
Magdalena en snikte
Vaarwel, myn schatje... of beter, tot
wederziens
Maar het arme schepseltje verstond die
woorden niet en ging maar immer voort met
huilen en rondspartelen en zijne handjes uit
te steken, als wilde het zich aan het leven
vastklampen.
Wilt gij mij toestaan ook uwe kinderen
te omhelzen vroeg de vreemdeling aan de
vrouw.
Iedere moeder is verantwoordelijk voor de
gezondheid barer kinderen. Dzarom hebben
dan ook de voorzichtige moeders altijd een
afdoend middel bij de hand tegen de ziekten
die het meest de kindaehheid bedreigen. De
moorddadige ziekten der kinderen zijn de
bloedarmoede en de bleekzucht, die door ge
brek aan voldoende bloed veroorzaakt worden.
Het krachtdadigste middel tegen die ziekten
is zonder tegenspraak de Piuk Pillen.
Moeders deukt aan uwe verantwoordelijk-
beid, denkt aan uw verdriet indien door 't uiet
hetstellcn en versterken van het bloed uwer
kinderen te hebben verwaarloosd, gij ben
kwaamt te verliezen. Da groei en de vor
ming putten bet bloed van jongens en meis
jes uit. Indien gij de voedingsstoffen die
het organisme in zeer groote hoeveelheid
aan het bloed onttrekt, niet vervangt, ver
armt dit en het kind vervalt.
De Pink Pillen zijn de grootste hersteller
van hel bloed en versterker der zenuwen.
Het is het middel dat gij moet gebruiken.
Verkrijgbaar bij Snabilié, Hoofddepot-
houder voor Nederland, 7 Groote Markt te
Rotterdam. Voor 's Bosch en omstreken bij
de firma v. d. DRIES, Vischmarkt, Apot
heek; 's-Boscb Drogisterij y EXCELSIOR',
Koninginnelaan, Herman J A. ZEEGER8,
firma P. J. VAN GILS, Apotheek te
Waalwijk en verder bij verschillende apothe
kers en goededrogisien. Prijs f 1.75 de
doos, f9per 6 dooien.
fw
DONGEN.
Openbare vergadering van den Ge
meenteraad op Zaterdag 7 Augustus
1909, des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer van
Gastel.
Te ongeveer 10.15 uur opent de
Voorzitter de vergadering aanwezig de
heeren Aug. Theunen, W. Riemslag, C.
v- d. Hoek, Maas, van Gastel, C. v. Baal,
G. A. Smits, Verbunt en W. Hoevenaars;
afwezig de heeren Chr. Bierwagen en
B. Snoeren.
Voorzeker, als u zulks ganoegen doet.
Hij raakte met zijne lippen het voorhoofd
van de kleine Sylvia, die altijd op moeders
Bchoot voortsliep en drukte Belphégor vurig
tegen zijn hart.
Hij beval nogmaals de kleine Magdalena
aan de zorgen der arme lieden aan, drukte
hon innig de band en na een laatst6n blik op
zijn kind geworpen te hebben, zeide bij
Dat God u hoede, brave lieden
En hij verwijderde zich langzaam, met te
genzin.
Dat de Hemel u beschermo riep Paljas
hem Ba En dat het nieuwe jaar u in 't ver
volg voordeeliger zij dan het begonnen is.
Eensklaps koerde de man zich om, kwam
weer, en, zijn dochtertje uit de armen van
Katrien rukkend, drukte hij het koortsachtig
tegen zijn hart
Willem en zijne vronw dachten dat hij er
niet toe kon besluiten haar te verlaten en het
kind wilde meenemen, maar zonder één woord
te spreken legde hij het wichtje terug in den
schoot der moeder en liep, gelijk een zinne-
looze, nnar het bosch terng.
III
De geheele goochelaars familie stond hem
achterna te gapen.
Als zij van hunne eerste verwondering be
komen waren, zei Paljas
Welnu, moedertje, vindt gij dat geene
zonderlinge gebeurtenis
Had ik dezen morgen te Honfleur eene
kaartenlegster geraadpleegd, ik die ze gewoon
lijk voor'anderen leg en bijgevolg weet hoeveel
dat spel per el waard is, ik zou voorzeker
den profeet, die mij voor zonnenondergang
een kind meer zou voorspeld hebben, hartelijk
voor den gek gehouden... En nochtans is het
zoo
En dit alles is zoo vlug afgehaspeld geweest
dat ik mij zeiven niet geloof en denk uit
eenen droom op te staan.
En ik dan 1 antwoordde Katrien. Weet
gij wel dat ik niet in mijn scbik was, to®n
ik dien man met zijn bleek aangezicht en zijne
verwilderde oogen zag verschijnen. Ik dacht
dat het een strooper was. (Wordt verv.)